Page 17 of 207

BELANGRIJK
1) Druk knop B fig. 6 alleen in
wanneer de sleutel ver genoeg
van het lichaam (vooral de ogen)
en van voorwerpen die snel
beschadigen (bijvoorbeeld
kleding) is verwijderd. Laat de
sleutel niet onbeheerd achter, om
te voorkomen dat mensen, met
name kinderen, per ongeluk op de
knop drukken.
BELANGRIJK
1) Gebruikte batterijen kunnen
schadelijk zijn voor het milieu als
ze niet op de juiste wijze als afval
verwerkt worden. Ze moeten
overeenkomstig de wet in speciale
bakken gedeponeerd worden. Ze
kunnen ook ingeleverd worden
bij een speciaal Alfa Romeo
Servicepunt dat voor hun
verwerking zal zorgen.
DIEFSTALALARM
(voor bepaalde versies/markten)
Werking
Het alarm gaat onder de volgende
omstandigheden af:
❒ongeoorloofde opening van een van
de portieren of de achterklep
(omtrekbeveiliging);
❒ongeoorloofde bediening van het
contactslot (contactsleutel in de
stand MAR gedraaid);
❒bij het loskoppelen van de
accukabels;
❒beweging in de inzittendenruimte
(volumetrische beveiliging);
❒abnormale opheffing/kanteling van
het voertuig.
De inschakeling van het alarm wordt
aangegeven door een akoestisch
en een visueel signaal (het knipperen
van de richtingaanwijzers gedurende
enkele seconden). De inschakelwijzen
van het alarm kunnen variëren
naargelang de markt. Er is een
maximum aantal cycli voorzien voor de
geluidssignalen en de
alarmknipperlichten. Na verloop van dit
aantal cycli, zal het bewakingssysteem
weer normaal functioneren.BELANGRIJK De startblokkering wordt
gegarandeerd door de Alfa Romeo
CODE die deze functie automatisch
inschakelt wanneer de sleutel uit het
contactslot wordt genomen.
BELANGRIJK De werking van het
diefstalalarm kan per land verschillen.
Inschakelen
Richt, bij gesloten portieren en
achterklep en met de sleutel in de
stand STOP of verwijderd, de sleutel
met afstandsbediening op het voertuig
druk op de toets
en laat de toets los.
Bij bepaalde versies/markten laat het
systeem een geluidssignaal horen
en wordt de portiervergrendeling
ingeschakeld.
De inschakeling van het alarm wordt
voorafgegaan door een zelfdiagnose
die ongeveer 30 seconden duurt:
gedurende deze tijd knippert de led op
het dashboard met een frequentie
van ongeveer een keer per seconde.
Na de zelfdiagnose gaat de led op een
lagere frequentie knipperen (een keer
per ongeveer 3 seconden).
13
Page 18 of 207

Als na inschakeling van het alarm een
tweede geluidssignaal weerklinkt en/of
de led op het dashboard gaat branden,
wacht dan ongeveer 4 seconden en
zet het alarm uit door te drukken op de
toets
, controleer of de portieren en
de achterklep goed gesloten zijn en
schakel het systeem weer in door op
de toets
te drukken.
Als het alarm, ook als de portieren en
achterklep goed gesloten zijn, een
geluidssignaal laat horen, dan is er in dit
geval sprake van een systeemstoring,
neem contact op met een speciaal Alfa
Romeo Servicepunt.
Uitschakelen
Druk op toets
.
De volgende dingen gebeuren (bij
bepaalde versies/markten):
❒de richtingaanwijzers knipperen twee
keer kort;
❒de portieren worden ontgrendeld.
BELANGRIJK Als het centrale
portiersvergrendelingssysteem
uitgeschakeld wordt met de metalen
baard van de sleutel, wordt het alarm
niet uitgeschakeld.BELANGRIJK Indien het alarm
onbedoeld wordt ingeschakeld, of om
in ieder geval de akoestische en visuele
cyclus te onderbreken wanneer deze
geactiveerd is, is het mogelijk om op de
toets
te drukken of de contactsleutel
gedurende minstens 5 seconden naar
MAR te draaien, daarna wordt het
systeem uitgeschakeld.
Uitschakelen
Om het diefstalalarm volledig buiten
werking te stellen (bijv. als het voertuig
lang niet wordt gebruikt), het voertuig
afsluiten door de metalen baard van de
sleutel in het slot om te draaien.
BELANGRIJK Wanneer de batterijen
van de sleutel met afstandsbediening
leeg zijn, of als er een storing in het
alarmsysteem is vastgesteld, dan kan
het systeem buiten werking worden
gesteld door de sleutel in het
contactslot te steken en hem in de
stand MAR te draaien.
Volumetrische
beveiliging/
hellingshoekdetectie
Om de juiste werking van de beveiliging
te garanderen, de zijruiten volledig
sluiten.Om de volumetrische beveiliging uit te
schakelen, de contactsleutel twee
keer achter elkaar van STOP naar MAR
draaien, schakel daarna het alarm
binnen 15 seconden in, door op de
toetsop de afstandsbediening te
drukken. Wanneer de functie is
uitgeschakeld, wordt dit aangegeven
door het, gedurende enkele seconden,
knipperen van de led op het
dashboard.
Om de volumetrische beveiliging uit te
schakelen, de contactsleutel twee
keer achter elkaar van STOP naar MAR
draaien, schakel daarna het alarm
binnen 15 seconden in, door op de
toets
op de afstandsbediening te
drukken.
Wanneer de functie is uitgeschakeld,
wordt dit aangegeven door het,
gedurende enkele seconden, knipperen
van de led op het dashboard.
Elke uitschakeling van de volumetrische
beveiliging/hellingshoekdetectie moet
worden herhaald elke keer als het
instrumentenpaneel wordt
uitgeschakeld.
14
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 19 of 207

CONTACTSLOT
Werking
De sleutel kan naar 3 standen worden
gedraaid fig. 9:
❒STOP: motor uit, sleutel kan
verwijderd worden; stuurkolom is
vergrendeld. Sommige elektrische
apparaten (bijv. autoradio, centrale
portiervergrendeling, alarm enz.)
kunnen blijven werken
❒MAR: rijstand. Alle elektrische
apparaten/systemen kunnen werken;
❒AVV: motor starten.
Het contactslot is voorzien van een
beveiliging: als de motor bij de eerste
poging niet aanslaat, moet de sleutel
teruggedraaid worden naar de stand
STOP om opnieuw te kunnen starten.
2) 3)
STUURSLOT
Inschakelen
Wanneer de sleutel op STOP staat, de
sleutel verwijderen en het stuurwiel
verdraaien tot het vergrendelt.
Uitschakelen
Draai het stuur enigszins en draai de
contactsleutel naar de stand MAR.
4)
5)
BELANGRIJK
2) Als er geknoeid is aan het
contactslot (bijv. een poging tot
diefstal), dan moet men het laten
controleren bij een speciaal Alfa
Romeo Servicepunt alvorens
te gaan rijden.
3) Verwijder altijd de sleutel uit het
contactslot als de auto wordt
verlaten, om te voorkomen dat
iemand per ongeluk de
bedieningselementen gebruikt.
Vergeet niet de handrem aan
te trekken. Laat kinderen nooit
zonder toezicht in de auto achter.4) Demontage-/
montagewerkzaamheden,
waarvoor wijzigingen in de
stuurinrichting of de stuurkolom
vereist zijn (bv. bij montage van
een diefstalbeveiliging) zijn ten
strengste verboden. Zulke
werkzaamheden kunnen de
prestaties van het systeem, de
garantie en de veiligheid in gevaar
brengen waardoor de auto niet
meer aan de typegoedkeuring
voldoet.
5) Verwijder de sleutel nooit terwijl
de auto rijdt. Het stuurwiel zal
automatisch vergrendeld worden
zodra eraan gedraaid wordt. Dit
geldt ook voor voertuigen die
gesleept worden.
9A0L0010
15
Page 20 of 207

STOELEN
INSTELLINGEN
Verstellen in
lengterichting
(voor bepaalde versies/markten)
Trek hendel A fig. 10 omhoog en schuif
de stoel naar voren of naar achteren:
in de rijstand moeten de armen op
de rand van het stuurwiel rusten.
6) 7)
Advies van Alfa Romeo: de stoel moet
zodanig worden ingesteld dat de
volledige voetzool op het rempedaal
rust wanneer dit volledig is ingetrapt;
tegelijkertijd moet uw rechterbeen
enigszins gebogen zijn. Op die manier
kan de bestuurder, in een noodgeval,
voldoende kracht leveren om geschikte
druk op het rempedaal uit te oefenen.
Bovendien beperkt dit het risico op
beenletsel in geval van een aanrijding.
Verstelling rugleuning
(voor bepaalde versies/markten)
Trek hendel B fig. 11 omhoog en stel
tegelijkertijd de hoek van de rugleuning
in.
Vanwege de speciale sportconfiguratie
van de auto, kan de rugleuning in 3
standen worden gezet.
6) 8)2)
Advies van Alfa Romeo: de rugleuning
moet de bestuurder geschikte steun en
zijwaartse inperking in bochten bieden.
Om de juiste steun te garanderen,
moet de rugleuning zodanig worden
afgesteld dat hij bijna verticaal staat en
het volledige bovenlichaam
ondersteunt.Verstelling in de hoogte
(voor bepaalde versies/markten)
Om de ideale rijstand te verkrijgen, kan
ook de hoogte van de stoelen worden
versteld. Voor deze verstelling is gebruik
van werkplaatsapparatuur nodig: neem
contact op met een speciaal Alfa
Romeo Servicepunt.
Advies van Alfa Romeo: de stoel moet
in de laagst mogelijke stand worden
afgesteld, om optimale waarneming en
bewustzijn van de beweging van het
voertuig tijdens het rijden te verkrijgen.
Voor de hoogte van de stoel moet
altijd rekening worden gehouden met
het postuur van de bestuurder: het
optimale bewustzijn dat verkregen kan
worden door een lage rijstand mag
het zicht naar buiten vanuit het voertuig
nooit in gevaar brengen. Indien
noodzakelijk, wordt geadviseerd eerst
de hoogte van de stoel in te stellen,
voordat men zich concentreert, in de
volgende volgorde, op verstelling in de
lengte, verstelling van de hoek van
de rugleuning en tenslotte verstelling
van de stand van het stuurwiel.
10A0L0011
11A0L0117
16
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 21 of 207

BELANGRIJK
6) Alle verstellingen mogen alleen bij
stilstaande auto uitgevoerd
worden.
7) Controleer na het loslaten van de
hendel of de stoel goed
geblokkeerd is door te proberen
hem naar voren en naar achteren
te schuiven. Als de stoel niet
goed op zijn plaats is vergrendeld
zou dat kunnen leiden tot
plotselinge verplaatsing van de
stoel waardoor de bestuurder de
controle over het voertuig verliest.
8) Voor optimale bescherming moet
de rugleuning rechtop gezet
worden, moet men goed tegen de
rugleuning aanzitten en moet de
gordel goed aansluiten op de
borst en het bekken.
BELANGRIJK
2) De bekleding van de stoelen is
ontworpen om bestand te zijn
tegen slijtage bij normaal gebruik
van het voertuig. Desalniettemin
zijn enkele voorzorgsmaatregelen
nodig. Vermijd langdurig en/of
excessief schuren tegen
kledingaccessoires zoals metalen
gespen en klittenband die, als
ze veel druk uitoefenen in een
klein gebied, zouden kunnen
afbreken, met beschadiging van
de bekleding als gevolg.
STUURWIEL
Verstellen
Het stuurwiel kan in axiale en verticale
richting versteld worden.
Laat voor het verstellen hendel A fig. 12
los, door deze naar voren te duwen
(stand 1). Trek, nadat de instelling
gemaakt is, hendel A naar het stuur
(stand 2) om hem te vergrendelen.
9)
10)
12A0L0012
17
Page 22 of 207

Advies van Alfa Romeo: het stuurwiel
kan het best na instelling in de lengte
van de stoel en instelling van de hoek
van de rugleuning ingesteld worden.
Om te controleren of de stand van het
stuurwiel correct is, moet de linkerarm
volledig gestrekt worden, zodat het
hoogste punt van de rand van het
stuurwiel met de pols aangeraakt kan
worden (zonder het stuurwiel vast te
pakken). Tegelijkertijd moeten de
schouders van de bestuurder stevig
tegen de rugleuning zijn gedrukt. In
deze stand moet er, wanneer u de rand
van het stuurwiel vastpakt in de stand
"9:15" (d.w.z. met de handen als de
wijzers van de klok om 15 minuten over
9, alsof het stuurwiel de voorzijde van
een klok is) een hoek van 90 graden zijn
tussen uw boven- en onderarm. Dit
maakt maximale controle over het
stuurwiel mogelijk en zorgt ervoor dat
het gebruikt wordt als een precisie-
instrument en niet als een handgreep
tijdens het nemen van bochten. Dit
is ook de meest ergonomisch correcte
rijstand, die minimale vermoeidheid
tijdens het rijden mogelijk maakt.
BELANGRIJK
9) Instellingen mogen uitsluitend
gemaakt worden als het voertuig
stilstaat en de motor is
uitgeschakeld.
10) Demontage-/
montagewerkzaamheden,
waarvoor wijzigingen in de
stuurinrichting of de stuurkolom
vereist zijn (bijv. installatie van
een diefstalbeveiliging) zijn ten
strengste verboden. Zulke
werkzaamheden kunnen de
prestaties van het systeem, de
garantie en de veiligheid in gevaar
brengen waardoor de auto niet
meer aan de typegoedkeuring
voldoet.
ACHTERUITKIJK
BINNENSPIEGEL
Verstellen
Gebruik de hendel A fig. 13 om de
spiegel in twee standen te zetten:
normaal of anti-verblindingsstand.
BUITENSPIEGELS
Elektrische verstelling
De spiegels kunnen alleen worden
versteld met de contactsleutel in stand
MAR.
Kies de gewenste spiegel met knop A
fig. 14:
❒knop in stand 1: linker spiegel
gekozen;
❒knop in stand 2: rechter spiegel
gekozen.
13A0L0013
18
WEGWIJS IN UW AUTO
-
SPIEGELS
Page 23 of 207
Hierna kan de gekozen spiegel worden
versteld door knop B in de richting
van de pijlen te bewegen.
11)
BELANGRIJK Draai na het afstellen
knop A in stand 0 om onbedoelde
bewegingen te voorkomen.
Advies van Alfa Romeo: stel de
buitenspiegel zodanig af dat dode
hoeken tot een minimum worden
beperkt.
Handmatig inklappen
van de spiegels
Klap indien nodig de buitenspiegels in
door ze van stand 1 in stand 2 te
zettenfig. 15.
BELANGRIJK Rijd alleen met de
buitenspiegels in stand 1.Ontwaseming
buitenspiegel
(voor bepaalde versies/markten)
Druk op deknop fig. 16 om deze
functie in te schakelen.
Inschakeling wordt aangegeven met het
digitale lampje op het display.
Druk nogmaals op de
knop om de
functie uit te schakelen.
BELANGRIJK
11) De buitenspiegel is bolvormig;
hierdoor wordt de
afstandswaarneming enigszins
vertekend.
14A0L001415A0L0015
16A0L0025
19
Page 24 of 207
KLIMAATREGELING
LUCHTROOSTERS IN HET
MIDDEN/AAN DE
ZIJKANT
A - Verstelbare en richtbare
luchtroosters in het midden: fig. 17
B - Verstelbare en richtbare
luchtroosters aan de zijkant fig. 18
C - Vaste luchtroosters aan de zijkant
fig. 18
Verstel het luchtrooster met de hand
met behulp van de schuifjes om het
rooster in de gewenste stand te zetten
of de luchtstroom te onderbreken.
17A0L0016
18A0L0017
20
WEGWIJS IN UW AUTO