Page 145 of 207
Zekeringenkast in
dashboard
Deze bevindt onder het dashboard in
de zone vóór de passagiersstoel.
Verwijder het beschermpaneel voor
toegang tot de zekeringenkast fig. 114,
door de hieronder beschreven
procedure te volgen:
❒draai de vier schroeven A fig. 113 los;❒verwijder het blok B en het plastic
deksel C om de vijfde
bevestigingsschroef te vinden;
❒nu kan de vijfde schroef D
losgedraaid worden en het
beschermpaneel van de
zekeringenkast verwijderd worden.
112A0L0104
113A0L0105
114A0L0106
141
Page 146 of 207
BELANGRIJK
110) Als de zekering opnieuw
doorbrandt, neem dan contact op
met een speciaal Alfa Romeo
Servicepunt.
111) Vervang een zekering nooit
door een exemplaar met een
hogere stroomsterkte (ampère);
BRANDGEVAAR.
112) Als een hoofdzekering
(MAXI-FUSE, MEGA-FUSE,
MIDI-FUSE) doorbrandt, neem
dan contact op met een speciaal
Alfa Romeo Servicepunt.
113) Alvorens een zekering te
vervangen, moet men controleren
of de contactsleutel uit het slot
is genomen en of alle
stroomverbruikers uit staan en/of
zijn uitgeschakeld.
114) Als een hoofdzekering van een
veiligheidssysteem (airbags,
remmen), transmissiesysteem
(motor, versnellingsbak) of
stuurinrichting doorbrandt, neem
dan contact op met een speciaal
Alfa Romeo Servicepunt.
BELANGRIJK
16) Vervang een doorgebrande
zekering nooit door metalen
draden of ander materiaal.
17) Als de motorruimte moet worden
gereinigd, zorg er dan voor dat de
waterstraal niet rechtstreeks op
de zekeringenkast wordt gericht.
142
NOODGEVALLEN
Page 147 of 207
ZEKERINGENKAST IN MOTORRUIMTE
fig. 112
STROOMVERBRUIKER ZEKERING AMPÈRE
Koplampschakelaar (voor bepaalde versies/markten) F09 5
Eentonige claxonF10 10
12 V stopcontact/aansteker F86 15
Verwarming buitenspiegels F88 7.5
.
ZEKERINGENKAST IN DASHBOARD
fig. 114
STROOMVERBRUIKER ZEKERING AMPÈRE
Centrale portiervergrendeling F38 15
Tweeweg-ruitensproeierpomp F43 20
+30 Elektrische ruitbediening bestuurderszijde F47 20
+30 Elektrische ruitbediening bestuurderszijde F48 20
143
Page 148 of 207

DE ACCU OPLADEN
BELANGRIJK De procedure voor het
opladen van de accu is uitsluitend
bedoeld ter informatie. Neem contact
op met een speciaal Alfa Romeo
Servicepunt om deze werkzaamheden
uit te laten voeren.
BELANGRIJK Wacht, nadat de
contactsleutel naar STOP is gedraaid
en het bestuurdersportier is gesloten,
minstens één minuut alvorens de
elektrische voeding naar de accu los te
koppelen. Wanneer de elektrische
voeding naar de accu weer wordt
aangesloten, controleren of de
contactsleutel in de stand STOP staat
en of het bestuurdersportier gesloten is.
Geadviseerd wordt een acculader te
gebruiken met een nominale spanning
van 12V en maximumstroom van 15A,
gedurende een periode van 12–24
uur. De accu langer opladen, kan de
accu beschadigen.
Ga als volgt te werk om de accu op te
laden:
❒maak de minklem los van de accu;
❒sluit de kabels van de acculader aan
op de accupolen; let daarbij op de
polariteit;
❒schakel de acculader in;❒schakel na het opladen eerst de
acculader uit alvorens de accu los te
koppelen;
❒sluit de minklem aan op de accu.
OPKRIKKEN VAN DE
AUTO
Als de auto opgekrikt moet worden,
neem dan contact op met een speciaal
Alfa Romeo Servicepunt, dat naast
de benodigde specifieke apparatuur
over geschikte garagekrikken en
hefbruggen beschikt.
Het is indien nodig ook mogelijk om
geschikte verlaagde hydraulische
krikken voor het opkrikken te
gebruiken.
De hefpunten van de auto zijn
gemarkeerd op de zijskirts met de
symbolen
(zie punten getoond in fig.
115).
De juiste steunpunten voor het
opkrikken van de voor- en achterkant
van de auto worden getoond in fig. 116
en fig. 117.
115A0L0029
144
NOODGEVALLEN
Page 149 of 207
BELANGRIJK Onthoud bij het plaatsen
van de auto op de hefarmen dat de
motor zich aan de achterkant bevindt,
wat derhalve van invloed is op de
gewichtsverdeling. Om die reden
moeten de kortere armen de achterkant
en de langere armen de voorkant
ondersteunen.
18) 19)
BELANGRIJK
18) Zorg ervoor dat de hefarmen
correct in de getoonde punten
worden geplaatst, om schade aan
het koolstofvezelchassis en de
carrosseriedelen te voorkomen.
19) Om schade aan het
koolstofvezelchassis te
voorkomen, mag de auto niet
worden opgekrikt met standaard
hydraulische krikken, maar alleen
met geschikte verlaagde
hydraulische krikken. Neem
contact op met een speciaal Alfa
Romeo Servicepunt.
SLEPEN VAN DE
AUTO
20)
Het bij de auto geleverde sleepoog
bevindt zich in de gereedschapshouder
in de bagageruimte.
MONTAGE VAN HET
SLEEPOOG
Neem sleepoog A en draai het helemaal
vast op de pen met schroefdraad fig.
118.
115) 116) 117)
116 - AchterkantA0L0128
117 - VoorkantA0L0127
118A0L0107
145
Page 150 of 207

BELANGRIJK
20) Het sleepoog kan alleen
bevestigd worden aan de
voorzijde van de auto.
BELANGRIJK
115) Alvorens te slepen, moet de
contactsleutel op MAR en
vervolgens op STOP worden
gezet, zonder de sleutel uit het
contactslot te nemen. Als de
sleutel uit het contactslot wordt
genomen, wordt automatisch het
stuurslot ingeschakeld waardoor
de auto niet kan worden bestuurd.
Controleer ook of de
versnellingsbak/transmissie in
neutraal staat (N).116) Vergeet niet dat tijdens het
slepen de rembekrachtiging ook
niet werkt. Daarom is er meer
kracht nodig bij het intrappen van
het pedaal om te remmen.
Gebruik voor het slepen geen
flexibele kabels en vermijd
bruuske bewegingen. Controleer
of er tijdens het slepen geen delen
van de auto door de
sleepverbinding kunnen worden
beschadigd. Tijdens het slepen
van de auto moeten alle
specifieke verkeersvoorschriften
in acht genomen worden, zowel
voor wat betreft de
sleepvoorziening als het gedrag
op de weg. Start de motor niet
wanneer de auto wordt gesleept.
Maak voor de montage van het
sleepoog de schroefdraad
zorgvuldig schoon. Zorg ervoor
dat het sleepoog volledig in de
zitting is vastgeschroefd alvorens
de auto te slepen.117) Het sleepoog mag uitsluitend
gebruikt worden voor het slepen
over de weg in pechgevallen.
Het is toegestaan de auto over
korte afstanden te slepen m.b.v.
geschikte middelen conform de
wegenverkeerswetgeving (starre
stang), om de auto over de weg te
verplaatsen om hem gebruiksklaar
te maken voor het slepen of voor
transport met takelwagen.
Sleepogen MOGEN NIET worden
gebruikt om voertuigen off-road
(d.w.z. over onverharde wegen) te
slepen of waar hindernissen zijn
en/of voor het slepen met kabels
of andere niet-starre
hulpmiddelen. In
overeenstemming met
bovengenoemde voorwaarden,
moet men voor het slepen twee
voertuigen gebruiken (een
slepend en een gesleept voertuig),
beide zoveel mogelijk op één lijn.
146
NOODGEVALLEN
Page 151 of 207
ONDERHOUD EN ZORG
Dankzij correct onderhoud kunnen de
prestaties van de auto, evenals
beperkte bedrijfskosten en het behoud
van de efficiëntie van de
veiligheidssystemen gedurende langere
tijd gegarandeerd worden.
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe.GEPROGRAMMEERD
ONDERHOUD .................................148
GEPROGRAMMEERD
ONDERHOUDSSCHEMA ................149
PERIODIEKE CONTROLES .............152
INTENSIEF GEBRUIK VAN DE
AUTO ..............................................152
NIVEAUS CONTROLEREN..............153
LUCHTFILTER .................................159
ACCU .............................................160
WIELEN EN BANDEN .....................161
RUITENWISSER ..............................163
CARROSSERIE ...............................164
INTERIEUR......................................166
147
Page 152 of 207

GEPROGRAMMEERD
ONDERHOUD
Juist onderhoud is uiterst belangrijk
voor een lange levensduur van de auto
onder optimale omstandigheden.
Om die reden heeft Alfa Romeo een
reeks controles en onderhoudsbeurten
opgesteld die elke 20.000 kilometer
uitgevoerd moeten worden.
Vóór 20.000 km en vervolgens tussen
elke twee servicebeurten is het sowieso
nodig om bepaalde onderdelen van
het Geprogrammeerde
Onderhoudsschema te controleren (bijv.
periodieke controle van de
vloeistofniveaus, bandenspanning,
enz.).
De servicebeurten van het
Geprogrammeerde Onderhoud worden
volgens een vast tijdsschema door
het Speciale Alfa Romeo Servicepunt
uitgevoerd. Eventuele reparaties die
nodig blijken tijdens het uitvoeren van
de diverse inspecties en controles
van het geprogrammeerd onderhoud,
mogen uitsluitend worden uitgevoerd
na toestemming van de klant.BELANGRIJK:
2000 km voordat er een
onderhoudsbeurt moet worden
uitgevoerd, verschijnt er een speciaal
bericht op het display en gaat het
lampje branden.
De servicebeurten van het
Geprogrammeerde Onderhoud zijn
door de fabrikant voorgeschreven. Het
niet uitvoeren ervan kan het vervallen
van de garantie tot gevolg hebben.
Het wordt geadviseerd het speciale Alfa
Romeo Servicepunt onmiddellijk te
informeren over eventuele kleine
defecten en niet te wachten tot de
volgende servicebeurt.
148
ONDERHOUD EN ZORG