Page 137 of 207

BELANGRIJK
15) Raak alleen het metalen
gedeelte van halogeenlampen
aan. Het aanraken van de bol met
de vingers kan de lichtopbrengst
en de levensduur van de lamp
reduceren. Als de bol per ongeluk
toch wordt aangeraakt,
schoonwrijven met een doekje
met alcohol en vervolgens laten
drogen.
BELANGRIJK
106) Wijzigingen of reparaties aan
het elektrisch systeem die niet
correct zijn uitgevoerd en waarbij
geen rekening wordt gehouden
met de technische
systeemgegevens, kunnen
storingen veroorzaken die kunnen
leiden tot brand.
107) In halogeenlampen bevindt zich
gas onder druk; als ze breken,
kunnen er glassplinters
wegschieten.108) Wegens de hoge
voedingsspanning mogen
gasontladingslampen (Bi-Xenon)
alleen door gespecialiseerd
personeel vervangen worden:
levensgevaar! Neem contact op
met een speciaal Alfa Romeo
Servicepunt.
BELANGRIJK Bij een lage temperatuur
en of bij een hoge
luchtvochtigheidsgraad of na hevige
regen of een wasbeurt kan het
oppervlak van koplampen of
achterlichten beslagen zijn en/of
kunnen zich condensatiedruppels
vormen. Dit is geen defect maar een
natuurlijk verschijnsel dat veroorzaakt
wordt door de temperatuur- en
vochtverschillen tussen de binnen- en
buitenzijde van het glas, en dat geen
enkele nevenwerking heeft op de
normale werking van de lichten. Deze
aanslag verdwijnt geleidelijk aan (van
het midden tot de randen) zodra de
koplampen worden ingeschakeld.
133
Page 138 of 207
TYPEN LAMPEN
De auto heeft de volgende typen lampen:
Volglas lampen:(type A) klemmontage. Trek om te
verwijderen.
Lamp met bajonet-sluiting:(type B) druk de lamp ietwat in
en draai linksom om hem uit de houder te verwijderen.
Buislampen:(type C) trek de lamp uit de veercontacten om
hem te verwijderen.
Halogeenlampen:(type D) haak de borgveer los om de lamp
uit de zitting te verwijderen.
134
NOODGEVALLEN
Page 139 of 207
Lampen Type Vermogen Ref. Figuur
Stadslichten/dagverlichting (DRL) LED - -
Stadslicht achter LED - -
Grootlicht/dimlicht (versies met Bi-Halogeen
koplampen) (voor bepaalde versies/markten)H7 55 W D
Grootlicht/dimlicht (versies met Bi-Xenon
koplampen) (voor bepaalde versies/markten)D1S 35 W -
Grootlicht/dimlicht (versies met Bi-LED koplampen)
(voor bepaalde versies/markten)LED - -
Richtingaanwijzers voor PY21W 21 W B
Richtingaanwijzers achter PY21W 21 W B
Richtingaanwijzers op flanken WY5W 5 W A
Remlichten LED - -
Derde remlicht LED - -
Kentekenverlichting W5W 5 W A
Mistachterlicht W16W 16 W A
Achteruitrijlicht W16W 16 W A
Plafondverlichting C10W 10 W C
Verlichting bagageruimte W5W 5 W A
135
Page 140 of 207

BUITENLAMPEN
VERVANGEN
KOPLAMPUNITS
De koplampunits omvatten de
gloeilampen voor de stadslichten/
dagverlichting (DRL), het dimlicht, het
grootlicht en de richtingaanwijzers.
De plaatsing van de lampen is als
volgt:fig. 96:
AStadslichten/dagverlichting (DRL)
BDimlicht/grootlicht
CRichtingaanwijzers
Om de lampen van het dimlicht,
grootlicht en de richtingaanwijzers te
vervangen de beschermflappen op de
binnenste wielkuip openen fig. 97
deze kunnen gevonden worden door
het stuurwiel helemaal te draaien.A - beschermflap lamp
richtingaanwijzer
B - beschermflap lamp dimlicht/
grootlicht
Stadslichten/
dagverlichting (DRL)
Dit zijn led-lampjes. Neem voor de
vervanging contact op met een speciaal
Alfa Romeo Servicepunt.
Dimlicht/grootlicht
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
❒draai het stuur tot tegen de aanslag;
❒open de beschermflap B fig. 97
door de bevestigingsbout los te
draaien;❒haal de elektrische stekker A weg fig.
98 en draai vervolgens de
lamphouder B rechtsom en verwijder
hem;
❒verwijder de lamp en vervang hem;
❒monteer de nieuwe lamp, zorg ervoor
dat hij goed vergrendeld is en sluit
stekker A weer aan;
❒sluit de beschermflap B fig. 97.
Richtingaanwijzers
Voor
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
❒draai het stuur tot tegen de aanslag;
❒open de beschermflap A fig. 97
door de bevestigingsbout los te
draaien;
96A0L0091
97A0L009298A0L0093
136
NOODGEVALLEN
Page 141 of 207

❒haal de elektrische stekker A weg fig.
99 en draai vervolgens de
lamphouder B rechtsom en verwijder
hem;
❒verwijder de lamp en vervang hem;
❒monteer de nieuwe lamp, zorg ervoor
dat hij goed vergrendeld is en sluit
stekker A weer aan;
❒sluit de beschermflap A fig. 97.
Op de flanken
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
❒druk op het lampenglas A op het
punt aangegeven in afbeelding fig.
100 om de borgveer B samen te
drukken, trek vervolgens de lichtunit
naar buiten;
❒draai de lamphouder B linksom,
verwijder de lamp en vervang hem;❒monteer de lamphouder B in het
lampenglas en draai hem rechtsom;
❒monteer de lichtunit zodat de
inwendige borgveer op zijn plaats
vastklikt.
ACHTERLICHTUNITS
Deze bevatten de lampen voor de
stadslichten, richtingaanwijzers en de
remlichten.
Richtingaanwijzers
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
❒verwijder de beschermdop A fig. 101
(aan elke kant één) op de afdekking
aan de zijkant van de bagageruimte.
❒verwijder de tweede beschermdop
van rubber B fig. 102 door uw hand
in de opening te steken.❒draai de lamphouder en trek hem
naar buiten;
❒vervang de lamp door hem in te
drukken en naar links te draaien;
❒monteer de eerder verwijderde
beschermdoppen weer.
99A0L0094
100A0L0095
101A0L0096
102A0L0134
137
Page 142 of 207
Stadslichten/remlichten
Dit zijn led-lampjes. Neem voor de
vervanging contact op met een speciaal
Alfa Romeo Servicepunt.
MISTACHTERLICHT/
ACHTERUITRIJLICHT
109)
Om de lampen van de mistachterlichten
A fig. 103 of de achteruitrijlichten B fig.
103 te vervangen, als volgt te werk
gaan:
❒draai de lamphouder C fig. 104
linksom, verwijder de lamp en
vervang hem.3
eREMLICHT
Dit zijn led-lampjes. Neem voor de
vervanging contact op met een speciaal
Alfa Romeo Servicepunt.
KENTEKENVERLICHTING
Ga als volgt te werk om de lampen te
vervangen:
❒druk het lampenglas A op het punt
aangegeven in afbeelding fig. 105
opzij om de borgveer samen te
drukken, trek vervolgens de lichtunit
van de kentekenverlichting A naar
buiten;
❒draai de lamphouder B fig. 106
linksom, verwijder lamp C en vervang
hem.
103A0L0097
104A0L0126105A0L0136
106A0L0099
138
NOODGEVALLEN
Page 143 of 207
BELANGRIJK
109) Het mistachterlicht en het
achteruitrijlicht bevinden zich
vlakbij de uitlaatpijpen; wees
uiterst voorzichtig om u niet te
verbranden tijdens het vervangen
van de lamp.
GLOEILAMP
BINNENVERLICHTING
VERVANGEN
PLAFONDVERLICHTING
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
❒verwijder plafondlampje A fig. 107
door het op de met de pijltjes
aangegeven punten los te maken;❒open beschermkapje B fig. 108 en
vervang lampje C door het los te
maken uit de zijcontacten. Zorg dat
de nieuwe lamp goed vastzit tussen
de contacten;
❒sluit beschermkapje B fig. 108 weer
en zet plafondlampje A fig. 107 in
zijn zitting en controleer of het goed
vergrendeld is.
BAGAGERUIMTE-G
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
❒open de achterklep en verwijder
plafondlampje A fig. 109 vanaf het
punt dat met de pijl is aangegeven;
107A0L0100
108A0L0101109A0L0140
139
VERLICHTING
Page 144 of 207

❒monteer plafondlampje A weer op
zijn plaats, door het eerst aan een
kant correct te monteren en
vervolgens de andere zijde ervan aan
te drukken, totdat het hoorbaar
vastklikt.
ZEKERINGEN
VERVANGEN
ALGEMENE INFORMATIE
De elektrische installatie wordt beveiligd
door zekeringen: bij een storing of bij
oneigenlijk gebruik van de installatie
brandt de zekering door.
Controleer eerst de toestand van de
zekering wanneer een elektrisch
onderdeel niet meer werkt: de
geleidende band A fig. 110 mag niet
onderbroken zijn.
Als dit wel het geval is, dan moet de
zekering worden vervangen door een
nieuw exemplaar met dezelfde
stroomsterkte (zelfde kleur).
110) 111)
112) 113) 114)16)
B = intacte zekering;
C = zekering met beschadigde
geleidende band.PLAATS VAN DE
ZEKERINGEN
De zekeringen bevinden zich in twee
zekeringenkasten in de motorruimte en
in het interieur.
Zekeringenkast in motorruimte
Deze bevindt zich naast de accu fig.
111: voor toegang tot de zekeringen,
de schroeven A losdraaien en het
deksel B verwijderen.
Op de achterkant van het deksel zijn de
identificatienummers van de elektrische
onderdelen die met de zekeringen
overeenkomen aangegeven.
Monteer na het vervangen van de
zekering weer het deksel B op
de zekeringenkast.
17)
110A0L0102
111A0L0137
140
NOODGEVALLEN
❒open bescherming B en vervang het
klemgemonteerde lampje;
❒sluit beschermkapje B over het
lampenglas;