Page 41 of 149

Basisbediening41
Equaliser-modi(indien niet voorzien van een Sur‐round systeem)
Selecteer een van de schermtoetsen in de interactieve selectiebalk om het
geluid voor specifieke muziekstijlen te optimaliseren.
Selecteer EIG. PROFIEL als u de ge‐
luidsinstellingen zelf wilt definiëren.
Surround-modi
(indien voorzien van een Surround systeem)
Selecteer een van de schermtoetsen in de interactieve selectiebalk op het
scherm om het geluid voor de ver‐
schillende stoelposities te optimalise‐ ren.
Selecteer NORMAAL als u de opti‐
male geluidsinstellingen voor alle
stoelposities wilt instellen.
Volume-instellingen
Maximaal inschakelvolume
Druk op ; en selecteer het pictogram
INSTELLINGEN op het Startscherm.Blader door de lijst en selecteer
Radio en vervolgens Maximaal
inschakelvolume .
Tik op ─ of w om het gewenste vo‐
lume in te stellen.
Automatische
volumeaanpassing Het volume kan automatisch worden
afgestemd op de snelheid van de
auto. Afhankelijk van de uitrusting in de auto, is een van de volgende op‐
ties beschikbaar.
Automatisch volume
Druk ; en selecteer vervolgens het
pictogram INSTELLINGEN .
Blader door de lijst en selecteer
Radio en vervolgens Auto volume.
Stel Auto volume in op een van de
beschikbare opties om de mate van volumeaanpassing in te stellen.
Uit : geen harder volume bij een toe‐
nemende snelheid.
Hoog : maximaal hard volume bij een
toenemende snelheid.Systeeminstellingen
In de INSTELLINGEN -toepassing
kunnen diverse instellingen en aan‐
passingen voor het Infotainmentsys‐
teem worden geconfigureerd.
Tijd en datum
Druk ; en selecteer vervolgens het
pictogram INSTELLINGEN .
Selecteer Tijd en datum .
Tijd instellen
Selecteer Tijd instellen om naar het
betreffende submenu te gaan.
Page 42 of 149

42Basisbediening
Selecteer Auto inst. onderin het
scherm. Activeer Aan - RDS of Uit -
handmatig .
Selecteer Uit - handmatig en stel de
uren en minuten in door op n of
o te tikken.
Tik op 12-24 u rechts op het scherm
om een tijdmodus te kiezen.
Kiest u de 12-uursmodus, dan ver‐
schijnt er een derde kolom met AM-
en PM-instellingen. Selecteer de ge‐
wenste optie.
Datum instellen
Selecteer Datum instellen om naar
het betreffende submenu te gaan.
Let op
Is de datum automatisch geregeld,
dan is deze menu-optie niet beschik‐
baar.
Selecteer Auto inst. onderin het
scherm. Activeer Aan - RDS of Uit -
handmatig .
Selecteer Uit - handmatig en stel de
datum in door op n of o te tikken.
Klokdisplay
Selecteer Weergave klok om naar het
betreffende submenu te gaan.
Selecteer Uit om het digitale klokdis‐
play in de menu's uit te schakelen.
Taal Druk ; en selecteer vervolgens het
pictogram INSTELLINGEN .
Blader door de lijst en selecteer Taal.
Let op
De actieve taal wordt gemarkeerd
met 9.
Blader door de lijst en selecteer de
gewenste taal.Valetmodus
Is de valetmodus geactiveerd, dan zijn alle voertuigdisplays vergrendeld
en kunnen er in het systeem geen
veranderingen worden doorgevoerd.
Let op
De voertuigmeldingen en achteruit‐
rijcamera blijven geactiveerd.
Het systeem vergrendelen
Druk ; en selecteer vervolgens het
pictogram INSTELLINGEN .
Blader door de lijst en selecteer
Valetmodus . Er verschijnt een toets‐
enblok.
Page 43 of 149

Basisbediening43
Voer een viercijferige code in en se‐
lecteer Enter. Het toetsenblok wordt
opnieuw weergegeven.
Voer de viercijferige code opnieuw in
om de invoer te bevestigen en selec‐
teer Vergrendelen . Het systeem is
vergrendeld.
Het systeem ontgrendelen
Schakel het Infotainmentsysteem in.
Er verschijnt een toetsenblok.
Voer de betreffende viercijferige code
in en selecteer Ontgrendelen. Het
systeem is ontgrendeld.
PIN vergeten
Neem contact op met uw Opel Ser‐
vice Partner om de pincode naar de
standaardwaarde terug te zetten.
Beeldscherm
Druk ; en selecteer vervolgens het
pictogram INSTELLINGEN .
Blader door de lijst en selecteer
Scherm .
Modus
Selecteer Modus om naar het betref‐
fende submenu te gaan.
Kies, afhankelijk van de externe licht‐ condities, Dag of Nacht .
Selecteert u Auto, dan past het sys‐
teem automatisch het display aan.
Aanraakscherm kalibreren
Selecteer Aanraakscherm kalibreren
om naar het betreffende submenu te
gaan.
Volg de instructies op het scherm en
raak de aangewezen punten aan. Het
aanraakscherm wordt gekalibreerd.
Display uitschakelen
Selecteer Scherm uitschakelen om
het display uit te schakelen.
Page 44 of 149

44Basisbediening
Raak het aanraakscherm aan of drukop een toets om het instrumentenpa‐
neel om het display weer te activeren.
Fabrieksinstellingen
terugzetten
Druk ; en selecteer vervolgens het
pictogram INSTELLINGEN .
Blader door de lijst en selecteer
Terugkeren naar fabrieksinst. .
Instellingen van de auto herstellen
Selecteer Instellingen voertuig
herstellen om alle persoonlijke instel‐
lingen te herstellen. Er verschijnt een
waarschuwing.
Selecteer Herstellen . De instellingen
zijn teruggezet.
Alle persoonlijke gegevens wissen
Selecteer Alle privégegevens wissen
om de volgende gegevens te wissen:
■ gekoppelde Bluetooth-apparaten
■ opgeslagen telefoonboeken
■ contactenlijst voertuig
■ bestemmingslijsten
■ favorietenEr verschijnt een waarschuwing. Selecteer Wissen. De gegevens zijn
gewist.
Radio-instellingen herstellen
Selecteer Instellingen radio
herstellen om de volgende gegevens
te herstellen:
■ tooninstellingen
■ volume: instellingen
■ spraakinstellingen
■ toepassingenbalk
■ contactbronnen
Er verschijnt een waarschuwing.
Selecteer Herstellen. De instellingen
zijn teruggezet.
Software-informatie
Druk op ; en selecteer het pictogram
INSTELLINGEN .
Blader door de lijst en selecteer Soft‐
wareinformatie .
Er verschijnt een lijst met de versie‐
nummers van alle software in het sys‐
teem.
Systeem bijwerken
Neem contact op met uw Opel Ser‐
vice Partner voor een update van uw systeemsoftware.
TouchPad In dit menu kunt u de bladerrichting
voor het bedienen van het touchpad
instellen. Stelt u deze functie in op
Geïnverteerd , dan is de bladerrichting
omgekeerd. Als u op het touchpad
een beweging omhoog maakt, bladert
u op het scherm naar beneden.
Page 45 of 149
Basisbediening45
Druk op ; en selecteer het pictogram
INSTELLINGEN .
Blader door de lijst en selecteer
TouchPad . Selecteer Boven / Onder
- Geïnverteerd of Links / Rechts -
Geïnverteerd om het betreffende sub‐
menu weer te geven.
Selecteer Standaard of Geïnverteerd .
Page 46 of 149

46RadioRadioGebruik........................................ 46
Zender zoeken ............................. 46
Frequentiebereikmenu's ..............47
Radio Data System (RDS) ...........48
Digital Audio Broadcasting ..........49Gebruik
De radiofunctie is geïntegreerd in de
AUDIO -toepassing.
Activeren van de radiofunctie
Druk op RADIO op het instrumenten‐
paneel.
Frequentiebereik selecteren Druk herhaaldelijk op RADIO om tus‐
sen de verschillende golfbereiken te
wisselen.
Zender zoeken
Automatisch zender zoeken
Druk op t of v om de vorige of vol‐
gende zender te beluisteren.
Handmatig zender zoekenHoud t of v ingedrukt. Laat de be‐
treffende knop los als de gewenste
frequentie bijna bereikt is.
Zenderlijsten
In de zenderlijsten ziet u alle ontvang‐
bare radiozenders in het huidige ont‐ vangstgebied die u kunt selecteren.
Om de zenderlijst van de actuele golf‐ band weer te geven kunt u:
■ Het scherm op een willekeurig punt
aanraken.
■ Selecteer BLADEREN aan de lin‐
kerzijde van het scherm.
■ Draai aan MENU.
De zenderlijst wordt weergegeven.
Page 47 of 149

Radio47
Let op
Het huidige station wordt gemar‐
keerd.
Blader door de lijst en selecteer de
gewenste titel.
Categorieën
Selecteer Kat linksboven op het
scherm om de categorielijst van het
actuele golfbereik weer te geven.
Kies een van de volgende catego‐
rieën. Blader (indien nodig) door de
lijst en kies de gewenste zender.
Alle frequenties
Met de Alle AM-frequenties , Alle FM-
frequenties en Alle DAB-frequenties
lijsten kunt u handmatig op zenders in
de actuele golfband afstemmen.
Selecteer Weerg rechtsboven op het
scherm om alle beschikbare frequen‐
ties voor het actuele golfbereik weer
te geven.
Blader door de lijst en selecteer om
op de gewenste frequentie af te stem‐
men.
Favorieten
Voor een gedetailleerde beschrijving
3 27.
Frequentiebereikmenu's
De golfbandmenu's geven toegang
tot verschillende instellingenopties. Voor alle golfbanden zijn de volgende opties beschikbaar.
Let op
Voor gedetailleerde beschrijvingen
van FM- en DAB-golfbereikspeci‐
fieke instellingsopties, zie de vol‐
gende hoofdstukken.
Activeer voor het openen van een fre‐
quentiebereikspecifiek menu de radi‐
ofunctie en selecteer het gewenste
frequentiebereik. Selecteer MENU op
de interactieve selectiebalk.
Page 48 of 149

48Radio
Geluidsinstellingen
Voor een gedetailleerde beschrijving
3 40.
Automatisch volume
Voor een gedetailleerde beschrijving
3 41.
Zenderlijst actualiseren Kunnen de zenders uit de in de golf‐
bandspecifieke zenderlijst niet langer
worden ontvangen, selecteer dan
Zenderlijst bijwerken .
Let op
Bij het bijwerken van een lijst van
een zender op een specifiek fre‐
quentiebereik wordt de overeen‐
komstige categorielijst ook bijge‐
werkt.
Zenderlijst bijwerken verschijnt op het
scherm tot het zoeken is afgerond.
Verkeersinformatie (TP)
(Niet beschikbaar voor AM-golfband)
Stel Traffic Program (TP) - Aan in om
voortdurend verkeersnieuws te ont‐
vangen.Voor een gedetailleerde beschrijving
3 48.
Radio Data System (RDS)
RDS is een dienst van FM-zenders
die het vinden van de gewenste zen‐
der en een storingsvrije ontvangst
aanzienlijk verbetert.
Voordelen van RDS ■ Op het display verschijnt de pro‐ grammanaam van de zender in
plaats van de frequentie.
■ Tijdens het zoeken naar zenders stemt het Infotainmentsysteem al‐
leen af op RDS-zenders.
■ Het Infotainmentsysteem stemt al‐ tijd af op de zendfrequentie van deingestelde zender met de beste
ontvangst via AF (alternatieve fre‐
quentie).
■ Afhankelijk van de ontvangen zen‐ der verschijnen in het Infotainment‐
systeem radioteksten, bv. met in‐
formatie over het huidige pro‐
gramma.FM Menu
Activeer de radiofunctie en selecteer
vervolgens de FM-golfband om de RDS-instellingsopties te configure‐
ren. Selecteer MENU op de interac‐
tieve selectiebalk om het FM-menu
weer te geven.
RDS
Selecteer RDS - Aan of RDS - Uit .