Page 129 of 149
Radio129
DAB naar FM koppeling
Als deze functie geactiveerd is, scha‐
kelt het systeem over op eenzelfde
FM-zender van de actieve DAB-ser‐
vice (indien beschikbaar) als het
DAB-signaal te zwak is om door de
radio te worden opgevangen.
Stel DAB naar FM koppeling in op
Aan of Uit.
L- Band
Is L Band geactiveerd, dan ontvangt
het Infotainmentsysteem een extra
frequentiebereik (1452 - 1492 MHz).
Stel L Band in op Aan of Uit.
Intellitext
Met de functie Intellitext kunt u extra
informatie zoals berichten, financiële
informatie, sport, nieuws, enz. ont‐
vangen.
Selecteer één van de categorieën en
kies een specifieke optie uit de lijst om gedetailleerde informatie weer te ge‐ven.
Page 130 of 149

130CD-spelerCD-spelerAlgemene aanwijzingen.............130
Gebruik ...................................... 131Algemene aanwijzingen
De cd-speler van het Infotainment‐
systeem kan audio-cd's en mp3/
wma cd's afspelen.Voorzichtig
Plaats in geen geval dvd's, single- cd's met een diameter van 8 cm of
speciaal vormgegeven cd's in de
audiospeler.
Plak nooit stickers op uw cd's. De
cd's kunnen in de speler vast blij‐
ven zitten en deze ernstig bescha‐
digen. Een vervanging van uw toe‐ stel is dan noodzakelijk.
Belangrijke informatie over
audio-cd's en mp3/wma-cd's ■ De volgende CD-formaten kunnen worden gebruikt:
Cd, cd-r en cd-rw
■ De volgende bestandsformaten kunnen worden gebruikt:
ISO9660 niveau 1, niveau 2, (Ro‐
meo, Joliet)
Het is mogelijk dat MP3- en WMA- bestanden die in een ander formaat
zijn geschreven dan hierboven ver‐
meld niet correct worden afge‐
speeld en dat hun bestands- en
mapnamen niet correct worden
weergegeven.
■ Audio-cd's met kopieerbeveiliging die niet voldoen aan de audio-cd-
standaard, worden mogelijk niet
correct of zelfs helemaal niet afge‐
speeld.
■ Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's zijn kwetsbaarder dan voorbespeelde
cd's. Ga op een correcte manier met de cd's om. Dit geldt vooral
voor zelfgebrande cd-r's en
cd-rw's.
■ Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's wor‐
den mogelijk niet correct of zelfs
helemaal niet afgespeeld.
■ Bij Mixed-Mode-CD’s (met een combinatie van audio en data,
bijv. MP3) worden alleen de audio‐
tracks herkend en afgespeeld.
■ Zorg dat er bij het wisselen van cd's
geen vingerafdrukken op de cd's
komen.
Page 131 of 149

CD-speler131
■ Berg CD’s onmiddellijk na het uit‐nemen uit de audiospeler op in de
betreffende hoes om ze tegen be‐
schadiging en vuil te beschermen.
■ Vuil en vloeistof op de cd's kunnen de lens van de audiospeler binnen
in het apparaat vies maken en sto‐
ringen veroorzaken.
■ Bescherm cd's tegen warmte en di‐
rect zonlicht.
■ De volgende beperkingen zijn van toepassing op gegevens die op een
mp3/wma-cd zijn opgeslagen:
Maximaal aantal bestanden/songs:
800
Nestbare folders: 8
Wma-bestanden met Digital Rights Management (DRM) van online-
muziekwinkels kunnen niet worden afgespeeld.
WMA-bestanden kunnen alleen
goed worden afgespeeld als deze
met Windows Media Player mini‐
maal versie 9 zijn aangemaakt.
Toepasbare afspeellijst-exten‐
sies: .m3u, .plsDe afspeellijstitems moeten als re‐
latieve paden zijn opgemaakt.
■ In dit hoofdstuk wordt alleen het af‐
spelen van mp3-bestanden behan‐
deld, omdat de werking voor mp3-
en wma-bestanden hetzelfde is.
Wanneer een cd met wma-bestan‐
den wordt geplaatst, worden mp3-
gerelateerde menu's weergege‐
ven.
Gebruik
Cd afspelen starten Duw een audio- of mp3-cd met de be‐ schreven kant naar boven zo ver in de
cd-sleuf dat deze naar binnen wordt
getrokken.
Druk herhaaldelijk op MEDIA om de
cd-functie te activeren.
Een CD verwijderen
Druk op R. De cd wordt uit de cd-sleuf
geworpen.
Als de CD na het uitwerpen niet wordt
verwijderd, wordt deze na enkele se‐
conden weer naar binnen getrokken.
FunctietoetsenCd afspelen pauzeren
Selecteer de schermtoets / om het
afspelen te pauzeren.
Selecteer 6 om het afspelen te her‐
vatten.
Page 132 of 149
132CD-speler
Naar het vorige of volgende nummer
gaan
Druk op d of c om het vorige of vol‐
gende nummer af te spelen.
U kunt ook aan MENU draaien om
naar het vorige of volgende nummer
te gaan.
Snel vooruit of achteruit spoelen
Houd d of c ingedrukt om snel voor-
of achteruit te spoelen.
Afspeelvolgorde
Selecteer 9 om de nummers op een
cd in willekeurige volgorde af te spe‐
len.
Let op
Is de shuffle-functie geactiveerd,
dan is 9 rood gemarkeerd.
Selecteer 9 opnieuw om de shuffle-
functie te deactiveren.
Titellijst Druk op MENU om het cd-menu weer
te geven en selecteer vervolgens In
cd-media bladeren .
De titellijst verschijnt.Let op
Het nummer dat op dit moment
wordt afgespeeld wordt gemar‐
keerd.
Blader door de lijst en selecteer de
gewenste titel.
Let op
Voor een gedetailleerde beschrij‐
ving van zoeken in mp3 cd's 3 135.
Page 133 of 149

Externe apparaten133Externe apparatenAlgemene informatie..................133
Audio afspelen ........................... 135Algemene informatie
Onder het armsteun in de midden‐
console bevinden zich een AUX- en
USB-poort en een SD-kaartsleuf voor het aansluiten van externe appara‐
tuur. Een gedetailleerde beschrijving
over het openen van de armsteun
vindt u in de Gebruikershandleiding.
Let op
Houd de aansluitingen altijd schoon
en droog.
AUX-ingang
U kunt bijvoorbeeld een iPod, smart‐ phone of een ander randapparaat op
de AUX-ingang aansluiten.
Na het aansluiten op de AUX-ingang
wordt het audiosignaal van het rand‐
apparaat via de luidsprekers van het
Infotainmentsysteem verzonden.
Het volume en de geluidsinstellingen
kunnen via het Infotainmentsysteem
worden aangepast. Alle andere be‐
dieningsfuncties werken via het rand‐
apparaat.
Een apparaat aansluiten/loskoppelen Gebruik de volgende kabel om het
randapparaat op de AUX-ingang van
het Infotainmentsysteem aan te slui‐
ten:
3-polig voor audiobron.
Ontkoppel het AUX-apparaat door
een andere functie te selecteren en
dan het AUX-apparaat te verwijderen.
Audiofunctie AUX
Het Infotainmentsysteem kan mu‐
ziekbestanden op externe apparatuur
afspelen, bv. op een iPod of Smart‐
phone.
Page 134 of 149

134Externe apparaten
USB-poort
Op de USB-poort kunt u een MP3- speler, USB-opslagstation, iPod of smartphone aansluiten.
Na het aansluiten op de USB-poort werken de bovenvermelde apparaten via de knoppen en menu's van het In‐ fotainmentsysteem.
Let op
Niet alle modellen mp3-spelers,
USB-drives, iPods of smartphones
worden ondersteund door het Info‐
tainmentsysteem.
Een apparaat aansluiten/loskoppelen
Sluit het USB-apparaat of IPod aan
op de USB-poort. Gebruik voor de
iPod de juiste aansluitkabel. De mu‐
ziekfunctie start automatisch.
Let op
Bij het verbinden van een niet-lees‐
baar USB-apparaat of een iPod ver‐
schijnt er een bijbehorende foutmel‐ ding en schakelt het Infotainment‐
systeem automatisch terug naar de
vorige functie.Ontkoppel het USB-apparaat of de
IPod door een andere functie te se‐
lecteren en daarna het USB-opslag‐
medium te verwijderen.Voorzichtig
Koppel het toestel tijdens het af‐
spelen niet los. Hierdoor kan het
toestel of het Infotainmentsysteem beschadigd raken.
Audiofunctie USB
Het Infotainmentsysteem kan mu‐
ziekbestanden op USB-opslagmedia
of iPod/iPhone-producten afspelen.
SD-kaart
U kunt een SD-kaart in de SD-kaart‐
sleuf plaatsen.
Na het plaatsen van de SD-kaart,
werken de diverse functies via de
knoppen en menu's van het Infotain‐
mentsysteem.
Let op
Het Infotainmentsysteem onder‐
steunt niet alle SD-kaarttypen.
Plaatsen/verwijderen van een
SD-kaartVoorzichtig
Probeer nooit een gescheurde,
vervormde of met plakband gere‐
pareerde SD Card te gebruiken.
Als u dat toch doet, kan de appa‐
ratuur beschadigd raken.
Plaats de SD-kaart in de sleuf zoals
onderstaand is weergegeven. De mu‐
ziekfunctie start automatisch.
Page 135 of 149

Externe apparaten135
Let op
Na het verbinden van een niet-lees‐
bare SD-kaart verschijnt er een fout‐
melding en schakelt het Infotain‐
mentsysteem automatisch terug
naar de vorige functie.
Activeer eerst een andere functie om
de SD-kaart te verwijderen. Duw de
SD-kaart vervolgens voorzichtig die‐
per in de sleuf. De SD-kaart wordt uit
de sleuf geduwd en kan worden ver‐
wijderd.Voorzichtig
Koppel het toestel tijdens het af‐
spelen niet los. Hierdoor kan het
toestel of het Infotainmentsysteem beschadigd raken.
Audiofunctie SD
Het Infotainmentsysteem kan op de
SD-kaart opgeslagen muziekbestan‐ den afspelen.
Bluetooth
Bluetooth-compatibele audiobronnen(bijv. mobiele telefoons voor muziek,
mp3-spelers met Bluetooth enz.) die
de Bluetooth-muziekprofielen A2DP
en AVRCP ondersteunen, werken
draadloos op het Infotainmentsys‐
teem.
Een apparaat aansluiten
Vind een gedetailleerde beschrijving
van de Bluetooth-verbinding 3 138.
Audiofunctie Bluetooth
Het Infotainmentsysteem kan mu‐
ziekbestanden op Bluetooth-appara‐
tuur zoals een iPod of Smartphone
afspelen.
Bestandsindelingen
Er wordt alleen apparatuur onder‐
steund die volgens FAT32, NTFS of
HFS+ zijn geformatteerd.
Let op
Sommige bestanden worden wel‐
licht niet goed afgespeeld. Dit kan
worden veroorzaakt door een ander
opnameformaat of de staat van het
bestand.Bestanden van online-winkels met digitaal rechtenbeheer (DRM) kun‐nen niet worden afgespeeld.
Het Infotainmentsysteem kan de vol‐ gende audiobestanden op externe
apparaten afspelen/weergeven.
Audiobestanden
De afspeelbare audiobestandsinde‐
lingen zijn .mp3, .wma, .aac en .aif.
Bij het afspelen van een bestand met ID3 tag-informatie kan het Infotain‐
mentsysteem informatie weergeven,
bijv. over de titel van de track en de
artiest.
Audio afspelen
Afspelen starten Aansluiten van het apparaat 3 133.
Druk herhaaldelijk op MEDIA om de
gewenste mediabron te selecteren.
Voorbeeld: hoofdmenu USB.
Page 136 of 149

136Externe apparaten
FunctietoetsenLet op
Tijdens het afspelen via AUX zijn de functietoetsen niet beschikbaar.
Afspelen pauzeren
Selecteer / om het afspelen te pau‐
zeren.
Selecteer 6 om het afspelen te her‐
vatten.
Naar het vorige of volgende bestand
gaan
Druk op d of c om het vorige of vol‐
gende nummer af te spelen.
U kunt ook aan MENU draaien om
naar het vorige of volgende nummer
te gaan.
Snel vooruit of achteruit spoelen Houd d of c ingedrukt om snel voor-
of achteruit te spoelen.
Afspeelvolgorde
Selecteer 9 om de nummers in wil‐
lekeurige volgorde af te spelen.
Let op
Bij het afspelen van USB, SD of
iPod, is de shuffle-functie afhankelijk van de gekozen filtermodus voor het
afspelen van muzieknummers, bv.
album, artiest, genre.
Selecteer 9 opnieuw om de shuffle-
functie te deactiveren.
Let op
Is de shuffle-functie geactiveerd,
dan is 9 rood gemarkeerd.
Zoekfunctie Let op
De zoekfunctie is niet beschikbaar voor AUX- en Bluetooth mediabron‐
nen.Mappen
(alleen beschikbaar als het apparaat
een folderstructuur heeft)
Druk op MENU en selecteer vervol‐
gens Map overzicht . De folderstruc‐
tuur op het betreffende apparaat
wordt weergegeven.
Navigeer zo nodig door de folder‐
structuur en kies het gewenste num‐
mer.
Media-categorieën
Druk op MENU en selecteer vervol‐
gens Zoek. Er verschijnt een lijst met
verschillende zoekcategorieën, bv.
Afspeellijsten , Artiesten of Albums .
Blader door de lijst en selecteer de
gewenste titel.
Navigeer zo nodig door de subcate‐
gorieën en kies het gewenste num‐
mer.