40BasisbedieningGeluidsinstellingen
In het geluidsinstellingenmenu kun‐
nen de toonkarakteristieken worden
ingesteld. Stelt u deze in een van de
hoofdmenu's in, dan wordt dit auto‐
matisch ook voor alle overige bron‐
modi overgenomen. Het menu is toe‐ gankelijk vanuit elk specifiek hoofd‐menu audio.
Let op
U kunt een set geluidsinstellingen
als favoriet opslaan. Voor een gede‐
tailleerde beschrijving 3 27.
Selecteer MENU in het betreffende
audiohoofdmenu om het geluidsin‐ stellingenmenu te openen. Selecteer
Instellingen klankkleur .
Treble
Met deze instelling kunt u de hogefrequenties van de audiobronnen ver‐
sterken of dempen.
Pas de instelling aan door op ─ of w
te tikken.
MiddenbereikMet deze instelling kunt u de midden‐
frequenties van de audiobron verster‐
ken of dempen.
Pas de instellingen aan door op ─ of
w te tikken.
Bas
Met deze instelling kunt u de lage fre‐
quenties van de audiobronnen ver‐
sterken of dempen.
Pas de instellingen aan door op ─ of
w te tikken.
Balance en fader instellen Selecteer in de illustratie rechts in hetmenu, het punt in de auto waarop het
geluid optimaal moet zijn.
Pas de instellingen aan door op n,
o , p en q te tikken.
Selecteer Voor of Achter boven en
onder in het voertuigdiagram om snel
tussen de voor- en achterspeakers te wisselen.
Surround (indien voorzien van een Surround
systeem)
Gebruik deze instelling om het sur‐
round-effect te versterken of te dem‐
pen.
Pas de instellingen aan door op ─ of
w te tikken.