Page 65 of 86
![YAMAHA YBR125 2014 Instructieboekje (in Dutch) PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-31
6
schade aan het elektrische systeem
en mo gelijk bran d te voorkomen.[DWA15132]
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel de elektrische circuits i YAMAHA YBR125 2014 Instructieboekje (in Dutch) PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-31
6
schade aan het elektrische systeem
en mo gelijk bran d te voorkomen.[DWA15132]
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel de elektrische circuits i](/manual-img/51/53621/w960_53621-64.png)
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-31
6
schade aan het elektrische systeem
en mo gelijk bran d te voorkomen.[DWA15132]
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel de elektrische circuits in om te
zien of de apparatuur werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU49112
Koplamp gloeilamp vervan genDe koplamp op dit model heeft een halo-
geen gloeilamp. Vervang de koplampgloei-
lamp als volgt als deze is doorgebrand.LET OP
DCA10651
Pas op en zor g d at de vol gen de on der-
d elen niet wor den bescha digd:
Koplampg loeilamp
Raak het glas van de koplamp gloei-
lamp niet aan zo dat dit vetvrij blijft,
an ders kan de doorzichti ghei d van
het glas, de lichtintensiteit en d e le-
vens duur na deli g wor den beïn-
vloe d. Wrijf eventuele
verontreini gin gen en vin geraf druk-
ken op het g loeilampglas we g met
een doekje ged renkt in alcohol of
thinner.
Koplamplens
Plak geen kleurfolie of stickers op
d e kopl
amplens.
Ge bruik geen koplamp gloeilamp
met een ho ger watta ge dan is voor-
g eschreven.
1. Verwijder het koplamppaneel samen
met de koplampunit door de bouten te
verwijderen en het geheel naar voren
te trekken.
Voo r
geschreven zekerin g:
15.0 A1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Bout
1
1
U51DD1D0.book Page 31 Friday, August 30, 2013 9:02 AM
Page 66 of 86
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-32
6
2. Maak de koplampstekker los en ver-wijder dan de gloeilampkap.
3. Haak de gloeilamphouder los en ver- wijder dan de defecte gloeilamp. 4. Breng een nieuwe koplampgloeilamp
aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.
5. Breng de gloeilampkap aan en sluit dan de koplampstekker aan.
6. Monteer het koplamppaneel (samen
met de koplampunit) door het geheel
in de oorspronkelijke positie te plaat-
sen en dan de bouten aan te brengen.
7. Vraag indien nodig een Yamaha dea- ler de koplamplichtbundel af te stel-
len.
DAU24134
Gloeilamp in remlicht/achterlicht
vervan gen1. Verwijder de lamplens van het rem-
licht/achterlicht door de schroeven los
te draaien.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door deze in te drukken en linksom te draai-
en.
1. Bout
1. Koplampstekker
2. Gloeilampkap
1
1
2
1. Gloeilamphouder
1
1. Schroef
U51DD1D0.book Page 32 Friday, August 30, 2013 9:02 AM
Page 67 of 86

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-33
6
3. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit-ting, druk deze in en draai rechtsom
tot hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de schroe- ven aan te brengen. LET OP: Draai de
schroeven niet te vast, hier door kan
d e lens b reken.
[DCA10682] DAU24205
Gloeilamp in richtin
gaanwijzer
vervan gen1. Verwijder de lamplens van de richting-
aanwijzer door de schroeven te verwij-
deren.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door deze in te drukken en linksom te draai-
en.
3. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit- ting, druk deze in en draai rechtsom
tot hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de schroef aan te brengen. LET OP: Draai d e
schroef niet te vast, hier door kan de
lens breken.
[DCA11192] DAU45226
Parkeerlicht
gloeilamp vervan genVervang een parkeerlichtgloeilamp als volgt
als deze is doorgebrand.
1. Verwijder de koplampunit. (Zie pagina
6-31.)
2. Verwijder de parkeerlichtfitting (samen met de gloeilamp) door deze uit te
trekken.
3. Verwijder de defecte gloeilamp door deze uit te trekken.
1. Gloeilamp remlicht/achterlicht
1. Schroef
1
1. Fitting parkeerlichtgloeilamp
1
U51DD1D0.book Page 33 Friday, August 30, 2013 9:02 AM
Page 68 of 86
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-34
6
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-ting.
5. Breng de lampfitting aan (samen met
de gloeilamp) door deze vast te druk-
ken.
6. Breng de koplampunit aan.
DAU24361
Voorwiel
DAU56302
Om het voorwiel te verwij deren
WAARSCHUWING
DWA10822
Zor g d at de machine veili g wor dt on der-
steun d, zo dat deze niet kan omvallen.1. Verwijder de rubber dop en draai dan
de wielasmoer terug.
2. Zet de motorfiets op de middenbok.
3. Maak de snelheidsmeterkabel los van het voorwiel. 4. Verwijder de wielasmoer en de onder-
legring.
5. Trek de wielas uit en verwijder dan het
wiel. LET OP: Bekrachti g d e rem
niet terwijl het wiel en de remschijf
zijn verwij der d, an ders wor den de
rem blokken te gen elkaar g eperst.
[DCA11073]
1. Parkeerlichtgloeilamp
1
1. Rubber dop
2. Wielasmoer
3. Ring
1. Snelheidsmeterkabel
1. Wielas
1
U51DD1D0.book Page 34 Friday, August 30, 2013 9:02 AM
Page 69 of 86

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-35
6
Aanbren gen van het voorwiel
1. Monteer de wielnaaf en de tand- wieloverbrenging voor de snelheids-
meter zodanig aan elkaar dat de
nokjes in de sleuven vallen.
2. Breng het wiel omhoog tussen de vorkpoten.OPMERKINGControleer of er voldoende afstand bestaat
tussen de remblokken alvorens de rem-
schijf ertussen te schuiven; de sleuf in de
tandwieloverbrenging voor de snelheids-
meter moet over de aanslag op de vork-
poot vallen.
3. Steek de wielas in en breng vervol-gens de onderlegring en wielasmoer
aan.
4. Haal de motorfiets van de middenbok, zodat het voorwiel op de grond staat
en klap daarna de zijstandaard om-
laag.
5. Zet de wielasmoer vast met het voor- geschreven aanhaalmoment en breng
dan de rubber dop aan, zodat hij over
de onderlegring past.
6. Bekrachtig de voorrem en druk het stuur een paar keer stevig naar bene-
den om te controleren of de voorvork
soepel in- en uitveert. 7. Sluit de snelheidsmeterkabel aan.
1. Tandwieloverbrenging snelheidsmeter
1. Bevestiging snelheidsmeterunit
Aanhaalmoment:
Wielasmoer:59 Nm (5.9 m·kgf, 43 ft·lbf)
U51DD1D0.book Page 35 Friday, August 30, 2013 9:02 AM
Page 70 of 86

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-36
6
DAU25081
Achterwiel
DAU56650
Verwijderen van het achterwiel
WAARSCHUWING
DWA10822
Zor g d at de machine veili g wor dt on der-
steun d, zo dat deze niet kan omvallen.1. Draai de wielasmoer los en de moer
van de remankerstang bij de reman-
kerplaat.
2. Haal de remankerstang los van de re- mankerplaat door de splitpen van de
remankerstang, de moer en de bout te
verwijderen. 3. Zet de motorfiets op de middenbok.
4. Verwijder de stelmoer waarmee de
vrije slag van het rempedaal wordt af-
gesteld en haal dan de rempedaal-
stang los van de remnokhefboom. 5. Draai de borgmoer op de kettingspan-
ner en de stelbout voor kettingspan-
ning aan beide uiteinden van de
achterbrug los.
1. Wielasmoer
2. Remankerstang
3. Remankerstangmoer en -bout
4. Splitpen remankerstang
13
2
4
1. Stelmoer vrije slag rempedaal
2. Rempedaalstang
3. Remnokhefboom
1. Wielas
2. Borgmoer kettingspanner
3. Stelbout spanning aandrijfketting
3
1
2
U51DD1D0.book Page 36 Friday, August 30, 2013 9:02 AM
Page 71 of 86

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-37
6
6. Verwijder de wielasmoer en trek dande voorwielas los.
7. Druk het wiel naar voren en haal dan de aandrijfketting van het achtertand-
wiel.OPMERKINGDe aandrijfketting hoeft niet te worden ge-
demonteerd om het achterwiel te verwijde-
ren en aan te brengen.8. Verwijder het wiel.
Om het achterwiel aan te b rengen
1. Monteer het wiel door de wielas vanaf de linkerzijde in te steken.
2. Breng de aandrijfketting aan op het achtertandwiel.
3. Breng de wielasmoer aan.
4. Monteer de rempedaalstang aan de
remnokhefboom en breng dan de
stelmoer voor vrije rempedaalslag aan
op de rempedaalstang.
5. Koppel de remankerstang aan de re- mankerplaat door de bout en moer
aan te brengen.
6. Stel de spanning van de aandrijfket- ting af. (Zie pagina 6-22.)
7. Haal de motorfiets van de middenbok, zodat het achterwiel op de grond staat
en klap daarna de zijstandaard om-
laag. 8. Zet de bevestigingsmoer van de re-
mankerstang en de wielasmoer vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
9. Breng een nieuwe splitpen aan.
10. Stel de vrije slag van het rempedaal af. (Zie pagina 6-19.)
WAARSCHUWING
DWA10661
Controleer de werkin g van het remlicht
na het afstellen van de vrije rempe daal-
sla g.
DAU25852
Prob lemen oplossenYamaha motorfietsen ondergaan een gron-
dige inspectie voordat ze vanaf de fabriek
op transport gaan, maar tijdens gebruik
kunnen toch storingen optreden. Proble-
men in de brandstof-, compressie- of ont-
stekingssystemen kunnen bijvoorbeeld de
oorzaak zijn van slecht starten of een afna-
me in motorvermogen.
In het volgende storingzoekschema is een
snelle en gemakkelijke werkwijze weerge-
geven om deze essentiële systemen zelf te
kunnen controleren. Ga met uw motorfiets
echter wel naar een Yamaha dealer als re-
paraties nodig zijn, hier zijn vakkundige
monteurs aanwezig die beschikken over
het benodigde gereedschap en de ervaring
en vakkennis om het nodige onderhoud
aan de motorfiets correct te verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-
vangingsonderdelen. Niet-originele onder-
delen lijken misschien op Yamaha
onderdelen maar zijn toch vaak van minde-
re kwaliteit en hebben een kortere levens-
duur, zodat dan later mogelijk toch dure
reparaties nodig zijn.
Aanhaalmomenten:
Bevestigingsmoer remankerstang:19 Nm (1.9 m·kgf, 14 ft·lbf)
Wielasmoer: 80 Nm (8.0 m·kgf, 58 ft·lbf)
U51DD1D0.book Page 37 Friday, August 30, 2013 9:02 AM
Page 72 of 86
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-38
6
WAARSCHUWING
DWA15142
Rook niet tijdens het controleren van het
b ran dstofsysteem en let erop dat er
g een open vuur of vonken in de omg e-
vin g zijn, inclusief waakvlammen van
g eisers of ovens. Benzine en benzine-
d ampen kunnen vlam vatten of explo de-
ren, met ernsti g letsel of scha de aan
ei gen dommen tot g evolg.U51DD1D0.book Page 38 Friday, August 30, 2013 9:02 AM