Page 49 of 86

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-15
6
DAU21402
KlepspelingDe klepspeling kan tijdens gebruik gaan af-
wijken, waardoor de lucht/brandstof-ver-
houding kan veranderen en/of het
motorgeluid toeneemt. Om dit te voorko-
men moet de klepspeling door een Yamaha
dealer worden afgesteld volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU21568
BandenBanden zijn het enige contact tussen de
machine en het wegdek. Veiligheid onder
alle rijomstandigheden hangt af van een re-
latief klein contactoppervlak met het weg-
dek. Het is daarom essentieel om de
banden te allen tijde in een goede conditie
te houden en deze op tijd te vervangen
door de voorgeschreven banden.
Ban denspannin g
De bandenspanning moet voor elke rit wor-
den gecontroleerd en indien nodig worden
bijgesteld.
WAARSCHUWING
DWA10504
Rij den met deze machine met een on-
juiste ban denspannin g kan lei den tot
verlies van de controle met mo gelijk ern-
sti g letsel of overlij den tot gevol g.
De ban dspanning moet wor den ge-
controleer d en af gestel d terwijl de
b an den kou d zijn (wanneer de tem-
peratuur van de ban den gelijk is aan
d e omg evingstemperatuur).
De ban dspannin g moet wor den
aan gepast aan de rijsnelhei d en het
totale gewicht van rij der, passa gier,
b ag ag e en accessoires d at
voor dit
mo del is vast gestel d.
WAARSCHUWING
DWA10512
Belaa d uw machine nooit te zwaar. Rij-
d en met een te zwaar belaste machine
kan lei den tot een on geval.
Ban denspannin g (g emeten op kou-
d e ban den):
Bela din g tot 90 k g (198 l b):
Voor: 175 kPa (1.75 kgf/cm², 25 psi)
Achter: 200 kPa (2.00 kgf/cm², 29 psi)
90 k g (198 l b) tot maximum bela-
d in g:
Voor: 175 kPa (1.75 kgf/cm², 25 psi)
Achter: 280 kPa (2.80 kgf/cm², 41 psi)
Maximale belastin g*:
194 kg (428 lb)
* Totaal gewicht van bestuurder, pas- sagier, bagage en accessoires
U51DD1D0.book Page 15 Friday, August 30, 2013 9:02 AM
Page 50 of 86

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-16
6
Inspectie van ban den
Voor elke rit moeten de banden worden ge-
controleerd. Als de bandprofieldiepte op
het midden van de band de vermelde limiet
heeft bereikt, de band spijkers of stukjes
glas bevat of wanneer de wang van de
band scheurtjes vertoont, moet de band
onmiddellijk door een Yamaha dealer wor-
den vervangen.
OPMERKINGDe slijtagelimiet voor bandprofieldiepte is
voor diverse landen verschillend. Neem al-
tijd de lokale voorschriften in acht.Ban deninformatie
Deze motorfiets is uitgerust met gietwielen
en tubeless banden met bandventielen.
Banden verouderen, zelfs als ze niet of
slechts sporadisch zijn gebruikt. Scheuren
in het rubber van het loopvlak en de wang
van de band, soms in combinatie met ver-
vorming van het karkas, zijn een teken van
veroudering. Oude banden moeten worden
gecontroleerd door bandenspecialisten om
na te gaan of ze geschikt zijn voor verder
gebruik.
WAARSCHUWING
DWA10462
Monteer altij d voor- en achter ban den
van hetzelf de merk en type. Verschillen-
d e ban den kunnen het wegge dra g van
d e machine veran deren, wat kan lei den
tot een on geval.Na uitgebreide tests zijn alleen de hieron-
der vermelde banden voor dit model goed-
gekeurd door Yamaha Motor Co., Ltd.
WAARSCHUWING
DWA10472
Laat sterk versleten b anden door
een Yamaha d ealer vervangen. Rij-
d en op een machine met versleten
b an den is niet alleen ver boden,
maar dit heeft ook een averechts
effect op de rijsta biliteit, waar door
u de macht over het stuur zou kun-
nen verliezen.
De vervan gin g van on der delen van
wielen en remmen, inclusief b an-
d en, dient te wor den over gelaten
aan een Yamaha d ealer, die over d e
no dig e vakkun dig e kennis en erva-
rin g b eschikt om d it te doen.
1. Wang van band
2. BandprofieldiepteMinimale ban dprofiel diepte (voor en
achter):
1.6 mm (0.06 in)
Voor ban d:
Maat:
2.75-18 42P
Fabrikant/model: CHENG SHIN/C-910
Achter ban d:
Maat: 90/90-18 57P
Fabrikant/model: CHENG SHIN/C-905
U51DD1D0.book Page 16 Friday, August 30, 2013 9:02 AM
Page 51 of 86

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-17
6
Rijd niet te snel direct na het ver-
wisselen van een ban d. Het ban d-
oppervlak dient eerst te zijn
in gere den voor dat het zijn optimale
ei genschappen verkrij gt.
DAU21963
GietwielenLet ten aanzien van de voorgeschreven
wielen op het volgende voor een optimale
prestatie, levensduur en veilige werking van
uw voertuig.
Voor elke rit moeten de velgranden
worden gecontroleerd op scheurtjes,
verbuiging, kromheid of andere scha-
de. Laat in geval van schade het wiel
door een Yamaha dealer vervangen.
Probeer het wiel nooit zelf te repare-
ren, hoe klein de reparatie ook is. Ver-
vang een wiel dat vervormd is of
haarscheurtjes vertoont.
Na het vervangen van een wiel of
band moet het wiel worden uitgeba-
lanceerd. Een niet uitgebalanceerd
wiel zal mogelijk slecht functioneren of
kan een slechte wegligging en een
verkorte levensduur van de banden
tot gevolg hebben.
DAUP0131
Vrije sla g van koppelin gshend el
afstellenDe vrije slag van de koppelingshendel dient
10.0–15.0 mm (0.39–0.59 in) te bedragen,
zoals weergegeven. Controleer de vrije slag
van de koppelingshendel regelmatig en stel
indien nodig als volgt af.
1. Schuif de rubber afdekking terug naar de koppelingshendel.
2. Draai de borgmoer los.
3. Draai de stelbout van de koppelings-
speling richting (a) voor meer vrije slag
van de koppelingshendel. Draai de
stelbout richting (b) voor minder vrije
slag van de koppelingshendel.1. Rubberafdekking
2. Borgmoer
3. Stelbout voor vrije slag koppelingshendel
4. Vrije slag van koppelingshendel4 123
U51DD1D0.book Page 17 Friday, August 30, 2013 9:02 AM
Page 52 of 86

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-18
6
OPMERKINGAls de voorgeschreven vrije slag van de
koppelingshendel wordt gehaald, zoals
hierboven beschreven, kunt u de stappen
4–7 overslaan.4. Draai de stelbout bij de koppelings-hendel richting (a) om de koppelings-
kabel losser te stellen.
5. Draai de borgmoer op de koppelings- kabel, die zich in het midden van de
kabel bevindt, los.
6. Draai de stelmoer van de koppelings- speling richting (a) voor meer vrije slag
van de koppelingshendel. Draai de
stelmoer richting (b) voor minder vrije
slag van de koppelingshendel. 7. Draai de borgmoer op de koppelings-
kabel vast.
8. Draai de borgmoer op de koppelings- hendel vast en schuif de rubber afdek-
king weer naar de oorspronkelijke
positie.
DAU37914
Vrije sla g van remhen del contro-
lerenAan het uiteinde van de remhendel mag
geen vrije slag aanwezig zijn. Als er toch
een vrije slag is, laat dan een Yamaha dea-
ler het remsysteem inspecteren.
WAARSCHUWING
DWA14212
Een zacht of sponzi g g evoel in d e rem-
hend el kan betekenen dat er lucht in het
hy draulisch systeem aanwezi g is. Als er
lucht in het hy draulisch systeem zit, laat
d an het systeem d oor een Yamaha d ea-
ler ontluchten voor dat de machine wor dt
g eb ruikt. Lucht in het hy draulisch sy-
steem heeft een ne gatief effect op de
1. Borgmoer
2. Stelmoer voor vrije slag van de koppelings-
hendel
1. Geen vrije slag remhendel
1
U51DD1D0.book Page 18 Friday, August 30, 2013 9:02 AM
Page 53 of 86

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-19
6
remwerking, waar door u de macht over
het stuur zou kunnen verliezen met een
on geluk als gevol g.
DAU39814
Vrije slag van rempe daal afstel-
lenDe vrije slag van het rempedaal dient 20.0–
30.0 mm (0.79–1.18 in) te bedragen, geme-
ten aan het uiteinde van het pedaal, zoals
getoond. Controleer de vrije slag van het
rempedaal regelmatig en stel indien nodig
als volgt af.
Draai de stelmoer van het rempedaal op de
rempedaalstang richting (a) voor meer vrije
slag van het rempedaal. Draai de stelmoer
richting (b) voor minder vrije slag van het
rempedaal.
WAARSCHUWING
DWA10681
Controleer altij d d e vrije sla g van
het rempe daal na het spannen van
d e kettin g of na het verwij deren en
monteren van het achterwiel.
Vraa g een Yamaha d ealer de afstel-
lin g te doen als d e juiste afstellin g
niet haal baar is vol gens de be-
schreven werkwijze.
Controleer de werkin g van het rem-
licht na het afstellen van d e vrije
rempe daalsla g.
1. Vrije slag rempedaal
1. Stelmoer vrije slag rempedaal
1
(a) (b)
U51DD1D0.book Page 19 Friday, August 30, 2013 9:02 AM
Page 54 of 86

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-20
6
DAU44821
Schakelpedaal controlerenDe werking van het schakelpedaal hoort
voorafgaand aan elke rit te worden gecon-
troleerd. Als de bediening niet soepel gaat,
vraag dan een Yamaha dealer de machine
te controleren.
DAU22295
RemlichtschakelaarsHet remlicht, dat wordt geactiveerd door
het rempedaal en de remhendel, moet op-
lichten nét voordat de remmen aangrijpen.
Stel de remlichtschakelaar achter indien
nodig als volgt af. De remlichtschakelaar
voor dient te worden afgesteld door een
Yamaha dealer. 1. Verwijder paneel A. (Zie pagina 6-8.)
2. Verdraai de stelmoer van de achterste remlichtschakelaar en houd daarbij de
remlichtschakelaar vast. Draai de stel-
moer in de richting (a) om het remlicht
eerder te laten branden. Draai de stel-
moer in de richting (b) om het remlicht
later te laten branden.
3. Monteer het paneel.
DAU22382
Controleren van voorrem blokken
en achterremschoenen De voorremblokken en achterremschoenen
moeten worden gecontroleerd op slijtage
volgens de intervalperioden voorgeschre-
ven in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
DAU22431
Rem blokken voorrem
Elk voorremblok is voorzien van slijtage-in-
dicatorgroeven, zodat het remblok kan
worden gecontroleerd zonder de rem te
hoeven demonteren. Let op de slijtage-in-
dicatorgroeven om de remblokslijtage te
controleren. Wanneer een remblok zover is
afgesleten dat de slijtage-indicatorgroeven
1. Remlichtschakelaar
2. Stelmoer remlichtschakelaar
1. Slijtage-indicatorgroef remblok
U51DD1D0.book Page 20 Friday, August 30, 2013 9:02 AM
Page 55 of 86

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-21
6
vrijwel zijn verdwenen, vraag dan een
Yamaha dealer de remblokken als set te vervangen.
DAU43171
Remschoenen achterrem
De achterrem heeft een slijtage-indicator
zodat de remschoenslijtage kan worden
gecontroleerd zonder de rem te hoeven de-
monteren. Bekrachtig de rem en let op de
stand van de slijtage-indicator om de rem-
schoenslijtage te controleren. Wanneer een
remschoen zover is afgesleten dat de slijta-
ge-indicator bij de slijtagelimiet komt, vraag
dan een Yamaha dealer de remblokken als
set te vervangen.
DAU37003
Controleren van remvloeistofni-
veauControleer alvorens te gaan rijden of de
remvloeistof boven de merkstreep voor mi-
nimumniveau staat. Meet het remvloeistof-
niveau en let erop dat de bovenzijde van
het reservoir horizontaal staat. Vul indien
nodig remvloeistof bij.
WAARSCHUWING
DWA15981
Onjuist uit gevoer d on derhou d kan resul-
teren in verlies van remvermo gen. Neem
d e vol gen de voorzor gsmaatre gelen in
acht:
Bij een te laa g remvloeistofniveau
kan lucht b innendrin gen in het rem-
systeem, waar door de rempresta-
ties afnemen.
Reini g de reservoir dop alvorens
d eze te verwij deren. Ge bruik uit-
sluiten d DOT 3 of DOT 4 remvloei-
stof uit een onaan geb roken
verpakkin g.
Gebruik uitsluiten d d e aan bevolen
remvloeistof, an ders kunnen de
ru bberaf dichtin gen bescha digd ra-
ken met lekka ge tot g evolg.
Vul bij
met hetzelf de type remvloei-
stof. Toevoe gin g van een and er
type remvloeistof dan DOT 3 of DOT
4 kan resulteren in een scha delijke
chemische reactie.
Pas op en zor g d at tij dens bijvullen
g een water het remvloeistofreser-
voir kan b innendrin gen. Water zal
het kookpunt van de remvloeistof
aanzienlijk verla gen zo dat damp-
b elvormin g kan optre den.
LET OP
DCA17641
Remvloeistof kan gelakte of kunststof
on der delen beschad ig en. Vee g g emors-
te remvloeistof stee ds direct af.
1. Slijtagelimiet van remschoen
2. Slijtage-indicator remschoen
1
2
1. Merkstreep minimumniveau
Aanbevolen remvloeistof:
DOT 3 of DOT 4
1
U51DD1D0.book Page 21 Friday, August 30, 2013 9:02 AM
Page 56 of 86

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-22
6
Naarmate de remblokken afslijten, zal het
remvloeistofniveau geleidelijk verder dalen.
Een laag remvloeistofniveau kan duiden op
versleten remblokken en/of lekkage in het
remsysteem. Controleer daarom de rem-
blokken op slijtage en het remsysteem op
lekkage. Vraag als het remvloeistofniveau
plotseling sterk is gedaald een Yamaha
dealer om een inspectie alvorens verder te
rijden.
DAU22723
Remvloeistof verversenVraag een Yamaha dealer de remvloeistof
te verversen volgens de intervalperioden
voorgeschreven in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema. Laat bovendien de
oliekeerringen van de hoofdremcilinder, de
remklauwen en de remslang vervangen vol-
gens de intervalperioden of wanneer ze lek-
ken of zijn beschadigd. Vloeistofafdichtingen: Vervang elke
twee jaar.
Remslang: Vervang elke vier jaar.
DAU22762
Spannin g aan drijfkettin gDe spanning van de aandrijfketting moet
voorafgaand aan elke rit worden gecontro-
leerd en indien nodig worden bijgesteld.
DAU22795
Aandrijfkettin g controleren op spannin g
1. Zet de motorfiets op de middenbok.
2. Schakel de versnellingsbak in de vrij- stand.
3. Meet de spanning van de aandrijfket- ting zoals getoond.
4. Stel de spanning van de ketting als volgt bij als deze niet correct is.1. Spanning aandrijfkettingSpannin g aan drijfkettin g:
20.0–30.0 mm (0.79–1.18 in)
U51DD1D0.book Page 22 Friday, August 30, 2013 9:02 AM