Page 17 of 86

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-2
3
Om het stuur te ontgrendelenSteek de sleutel in het contactslot en draai
deze naar “OFF”.
DAU11008
Controlelampjes en waarschu-
wingslampje
DAU11031
Controlelampjes
richtin gaanwijzers “ ” en “ ”
Het bijbehorende controlelampje knippert
terwijl de schakelaar voor richtingaanwij-
zers naar de linker- of rechterstand is ge-
drukt.
DAU11061
Vrijstan dcontrolelampje “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de versnel-
lingsbak in de vrijstand staat.
DAU11081
Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de kop-
lamp is ingeschakeld voor grootlicht.
DAU11506
Waarschuwin gslampje
motorstorin g“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden of
knipperen wanneer er een probleem wordt
aangegeven in het elektrisch circuit dat de
motor controleert. Vraag in dat geval een
Yamaha dealer het zelfdiagnosesysteem te
controleren. (Zie pagina 3-3 voor uitleg over
de werking van het zelfdiagnosesysteem.)
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan.
Licht het waarschuwingslampje niet met-
een op wanneer u de sleutel naar “ON”
draait of blijft het lampje branden, laat het
elektrisch circuit dan door een Yamaha
dealer controleren.
1. Draaien.
LOCKOFF
1
1. Controlelampje linker richtingaanwijzers “ ”
2. Vrijstandcontrolelampje “ ”
3. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
4. Controlelampje grootlicht “ ”
5. Controlelampje rechter richtingaanwijzers “ ”
5
4
3
2
1
U51DD1D0.book Page 2 Friday, August 30, 2013 9:02 AM
Page 18 of 86

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-3
3
DAU11631
SnelheidsmeterunitDe snelheidsmeterunit is voorzien van een
snelheidsmeter, een kilometerteller en een
ritteller. De snelheidsmeter toont de actuele
rijsnelheid. De kilometerteller toont de tota-
le afgelegde afstand. De ritteller toont de
afstand afgelegd sinds de teller het laatst
via de terugstelknop werd teruggesteld op
nul. De ritteller kan worden gebruikt om de
afstand te schatten die met een volle
brandstoftank kan worden afgelegd. Deze
informatie stelt u in staat de volgende tank-
stops te plannen.
DAU11852
ToerentellerMet de elektrische toerenteller kan de mo-
torrijder het motortoerental controleren en
dit binnen het ideale bereik houden.LET OP
DCA10032
Laat de motor niet draaien terwijl de toe-
renteller in de ro de zone wijst.
Ro de zone: 10000 tpm en ho ger
DAU12095
Zelf dia gnosesysteemDit model is uitgerust met een zelfdiagno-
sesysteem voor diverse elektrische circuits.
Indien er in een van deze circuits een pro-
bleem wordt gedetecteerd, gaat het waar-
schuwingslampje voor motorstoring
branden of knipperen. Als dit zich voordoet,
vraag dan een Yamaha dealer de machine
te controleren.LET OP
DCA11171
Neem als dit geb eurt direct contact op
met een Yamaha d ealer, om mogelijke
motorschad e te voorkomen.
1. Snelheidsmeter
2. Kilometerteller
3. Ritteller
4. Terugstelknop tripmeter
km/h
1234
1. Toerenteller
2. Rode zone toerenteller
x 1000 r/min
1
2
U51DD1D0.book Page 3 Friday, August 30, 2013 9:02 AM
Page 19 of 86

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-4
3
DAU37053
BrandstofniveaumeterDe brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De
naald beweegt naar “E” (leeg) naarmate het
brandstofniveau daalt. Wanneer de aan-
wijsnaald bij de rode zone staat, is er nog
ca. 3.4 L (0.90 US gal, 0.75 Imp.gal) in de
tank aanwezig. Vul in dat geval zo snel mo-
gelijk brandstof bij.OPMERKINGDe contactsleutel moet naar “ON” gedraaid
zijn om ervoor te zorgen dat de brandstof-
niveaumeter een nauwkeurige aflezing van
het brandstofniveau geeft.
DAU1234F
StuurschakelaarsLinks
Rechts
DAU12401
Dimlichtschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” voor groot-
licht en op “ ” voor dimlicht.
DAU12461
Richtin gaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de rich-
tingaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is terugge-
keerd in de middenstand.
DAU12501
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU12713
Startknop “ ”
Druk deze knop in om via de startmotor de
motor rond te draaien. Zie pagina 5-1 voor
startinstructies voordat u de motor start.
1. Brandstofniveaumeter
2. Rode zonekm/h
x 1000 r/m
i
1
2
1. Dimlichtschakelaar “ / ”
2. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
3. Claxonschakelaar “ ”
1. Startknop “ ”
U51DD1D0.book Page 4 Friday, August 30, 2013 9:02 AM
Page 20 of 86

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-5
3
DAU12821
Koppelingshen delDe koppelingshendel bevindt zich aan de
linkerstuurgreep. Trek de hendel naar het
stuur toe om de koppeling te ontkoppelen.
Laat de hendel los om de koppeling te laten
aangrijpen. Voor een soepele werking van
de koppeling moet de hendel snel ingetrok-
ken worden en langzaam worden losgela-
ten.
De koppelingshendel is voorzien van een
sperschakelaar die deel uitmaakt van het
startspersysteem. (Zie pagina 3-11.)
DAU12872
Schakelpe daalHet schakelpedaal bevindt zich aan de lin-
kerzijde van de motor en wordt in combina-
tie met de koppelingshendel gebruikt bij
het schakelen van de versnellingen van de
5-traps constant-mesh versnellingsbak op
deze motorfiets.
DAU12892
Remhen delDe remhendel bevindt aan de rechterzijde
van het stuur. Trek de hendel naar gas-
greep toe om de voorrem te bekrachtigen.
1. Koppelingshendel
1. Schakelpedaal
1
1. Remhendel
1
U51DD1D0.book Page 5 Friday, August 30, 2013 9:02 AM
Page 21 of 86
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-6
3
DAU12942
RempedaalHet rempedaal bevindt zich aan de rechter-
zijde van de motorfiets. Trap op het rempe-
daal om de achterrem te bekrachtigen.
DAU13003
Tank dopOm de tankd op te verwij deren
Steek de sleutel in het slot en draai deze
een kwartslag rechtsom. Het slot wordt
ontgrendeld en de tankdop kan worden
verwijderd.
Om de tankd op aan te bren gen
1. Druk de tankdop in positie met de
sleutel in het slot.
2. Draai de sleutel linksom naar de oor- spronkelijke positie en neem deze dan
uit.
OPMERKINGDe tankdop kan alleen worden aange-
bracht met de sleutel in het slot. Bovendien
kan de sleutel niet worden uitgenomen als
de tankdop niet correct aangebracht en
vergrendeld is.
WAARSCHUWING
DWA11142
Controleer voor u gaat rij den of d e tank-
d op correct is aan geb racht. Door b rand-
stoflekkag e ontstaat bran dgevaar.
1. Rempedaal
1
1. Ontgrendelen.
1
U51DD1D0.book Page 6 Friday, August 30, 2013 9:02 AM
Page 22 of 86

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-7
3
DAU13222
BrandstofControleer of er voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is.
WAARSCHUWING
DWA10882
Benzine en benzined ampen zijn zeer
b ran dbaar. Vol g de on derstaan de in-
structies om bran d en ontploffin g te
voorkomen en het letselrisico tij dens het
tanken te verla gen.1. Zet alvorens te tanken de motor af en
zorg dat er niemand op de machine
zit. Rook nooit tijdens het tanken en
tank nooit in de nabijheid van vonken,
open vuur of andere ontstekingsbron-
nen zoals de waakvlammen van gei-
sers en kledingdrogers.
2. Maak de brandstoftank niet te vol.
Steek bij het tanken het vulpistool
goed in de vulopening van de brand-
stoftank. Stop met vullen zodra de
brandstof de onderkant van de vulhals
heeft bereikt. Omdat brandstof uitzet
als deze warm wordt, kan de warmte
van de motor of de zon ervoor zorgen
dat brandstof uit de brandstoftank
stroomt. 3. Veeg uitgestroomde brandstof on-
middellijk af. LET OP: Veeg g emors-
te bran dstof onmi ddellijk af met een
schone, dro ge, zachte doek, aan ge-
zien de bran dstof de gelakte opper-
vlakken en kunststof delen kan
aantasten.
[DCA10072]
4. Draai de tankdop stevig vast.
WAARSCHUWING
DWA15152
Benzine is gifti g en kan letsel of overlij-
d en veroorzaken. Sprin g zor gvul dig om
met benzine. Pro beer nooit om benzine
via de mon d over te hevelen. Roep on-
mi ddellijk me dische hulp in na dat u b en-
zine heeft in geslikt, veel benzine damp
heeft in gead emd of b enzine in uw o gen
heeft gekreg en. Als b enzine op uw hui dterechtkomt, was
deze dan af met water
en zeep. Als u benzine op uw kle din g
morst, trek dan an dere kled ing aan.
DAU49742
LET OP
DCA11401
Ge bruik uitsluiten d loo dvrije benzine.
Loo dhou den de benzine veroorzaakt
ernsti ge schad e aan inwen dig e motor-
on der delen als kleppen en zui gerveren
en ook aan het uitlaatsysteem.Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van normale loodvrije benzine met
een octaangetal van RON 95 of hoger. Als
de motor gaat detoneren (pingelen), ge-
bruik dan benzine van een ander merk of
gebruik loodvrije superbenzine. Door lood-
vrije benzine te gebruiken gaan bougies
langer mee en blijven de onderhoudskos-
ten beperkt.
1. Vulpijp brandstoftank
2. Maximaal brandstofniveau
1 2
Voorgeschreven bran dstof:
Normale loodvrije benzine (Gasohol
(E10) acceptabel)
Inhou d b ran dstoftank:
13.0 L (3.43 US gal, 2.86 Imp.gal)
Bran dstofreserve:
3.4 L (0.90 US gal, 0.75 Imp.gal)
U51DD1D0.book Page 7 Friday, August 30, 2013 9:02 AM
Page 23 of 86

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-8
3
Gasohol
Er bestaan twee typen gasohol: gasohol
met ethanol en gasohol met methanol.
Gasohol met ethanol kan worden gebruikt,
mits het ethanolgehalte niet hoger is dan
10% (E10). Gasohol met methanol wordt
niet aangeraden door Yamaha aangezien
deze schade kan toebrengen aan het
brandstofsysteem of problemen kan ople-
veren met de voertuigprestaties.
DAU13446
UitlaatkatalysatorenDit voertuig is uitgerust met uitlaatkatalysa-
toren in het uitlaatsysteem.
WAARSCHUWING
DWA10863
Het uitlaatsysteem is heet nadat de mo-
tor heeft ged raai d. Let op het vol gen de
om bran dgevaar of bran dwon den te
voorkomen:
Parkeer de machine nooit nab ij
b ran dgevaarlijke stoffen, zoals op
g ras of op an der materiaal dat ge-
makkelijk vlam vat.
Parkeer de machine op een plek
waar voet gan gers of kin deren niet
g emakkelijk met het hete uitlaatsy-
steem in aanrakin g kunnen komen.
Controleer of het uitlaatsysteem is
afgekoel d alvorens on derhou ds-
werkzaamhed en uit te voeren.
Laat de motor niet lan ger dan enke-
le minuten stationair draaien. Lan g
stationair draaien kan lei den tot
oververhittin g.
LET OP
DCA10702
Ge bruik uitsluiten d loo dvrije benzine. Bij
g eb ruik van loo dhou den de benzine zal
onherstel bare scha de wor den toe ge-
b racht aan de uitlaatkatalysator.
U51DD1D0.book Page 8 Friday, August 30, 2013 9:02 AM
Page 24 of 86

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-9
3
DAU43151
KickstarterAls de motor na indrukken van de startknop
niet wil starten, probeer dan m.b.v. de kick-
starter te starten. Klap om de motor te star-
ten het kickstartpedaal uit, beweeg dit met
uw voet iets naar beneden totdat de tand-
wielen aangrijpen en trap het pedaal dan
soepel maar krachtig omlaag. Dit model is
uitgerust met een primaire kickstarter,
waardoor de motor in elke versnelling kan
worden gestart zolang de koppeling ont-
koppeld is en de zijstandaard opgeklapt is.
Het is echter toch beter om de versnellings-
bak in de vrijstand te schakelen voordat
wordt gestart.
DAU14883
Afstellen van de schok dem-
perunits
WAARSCHUWING
DWA10211
Geef bei de vorkpoten stee ds dezelf de
afstellin g, an ders kan slecht we ggedra g
en vermin der de rijsta biliteit het g evolg
zijn.Elke schokdemperunit is uitgerust met een
stelring voor veervoorspanning.LET OP
DCA10102
Pro beer nooit voor bij de maximum- of
minimuminstellin gen te d raaien om
scha de aan het mechanisme te voorko-
men.Stel de veervoorspanning als volgt af.
Draai om de veervoorspanning te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
ring op beide schokdemperunits in de rich-
ting (a). Draai om de veervoorspanning te
verlagen en zo de vering zachter te maken
de stelring op beide schokdemperunits in
de richting (b).
Zet de gewenste inkeping in de stelring te-
genover de positie-indicator op de schok-
demper.
1. Kickstartpedaal
1. Stelring veervoorspanning
2. Positie-indicatorAfstellin g veervoorspannin g:
Minimum (zacht):
1
Standaard: 2
Maximum (hard): 5
U51DD1D0.book Page 9 Friday, August 30, 2013 9:02 AM