Page 33 of 86

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-3
5
DAU16811
Tips voor een zuinig b ran dstof-
ver bruikHet brandstofverbruik is vooral afhankelijk
van uw rijstijl. Hierna volgen enkele tips om
het brandstofverbruik te verlagen:
Schakel snel en soepel door en ver-
mijd hoge toerentallen terwijl u accele-
reert.
Geef geen gas tijdens het terugscha-
kelen en voorkom dat de motor onbe-
last met een hoog toerental draait.
Laat de motor niet langdurig stationair
draaien maar zet hem af (bijvoorbeeld
in files, bij stoplichten of bij spoorweg-
overgangen).
DAU16831
Inrijperiod eDe belangrijkste periode in de levensduur
van het motorblok is de tijd tussen 0 en
1000 km (600 mi). Lees daarom de volgen-
de informatie aandachtig door.
Omdat het motorblok gloednieuw is, mag
dit gedurende de eerste 1000 km (600 mi)
niet te zwaar worden belast. De verschillen-
de onderdelen van de motor slijten op el-
kaar in totdat de juiste bedrijfsspelingen zijn
bereikt. Rijd tijdens deze periode nooit
langdurig volgas en vermijd ook andere
manoeuvres die tot oververhitting van de
motor kunnen leiden.
DAU49211
0–150 km (0–90 mi)
Laat de motor niet langer dan 5000 tpm
achtereen draaien.
Zet de motor steeds af nadat deze een uur
heeft gedraaid en laat deze dan vijf tot tien
minuten lang afkoelen.
Varieer van tijd tot tijd het motortoerental.
Laat de motor niet steeds in één vaste
stand van de gasgreep draaien.
150–500 km (90–300 mi)
Laat de motor niet langer dan 6000 tpm
achtereen draaien. Gebruik de motor in alle versnellingen,
maar draai het gas nooit helemaal open.
500–1000 km (300–600 mi)
Laat de motor niet langdurig volgas draai-
en.
Laat de motor niet langer dan 7500 tpm
achtereen draaien. LET OP:
Na 1000 km
(600 mi) moet de motorolie wor den ver-
verst.
[DCA10282]
1000 km (600 mi) en ver der
De machine kan nu normaal worden ge-
bruikt.LET OP
DCA10311
Voer het toerental niet zover op dat
d e toerenteller in d e rode zone
wijst.
Als tij dens de inrijperio de motor-
scha de optree dt, vraa g d an direct
een Yamaha dealer de machine te
controleren.
U51DD1D0.book Page 3 Friday, August 30, 2013 9:02 AM
Page 34 of 86
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-4
5
DAU17214
ParkerenZet om te parkeren de motor af en neem
dan de sleutel uit het contactslot.
WAARSCHUWING
DWA10312
De motor en het uitlaatsysteem
kunnen zeer heet wor den, parkeer
d us op een plek waar voet gan gers
of kin deren niet g emakkelijk met
d eze on der delen in aanrakin g kun-
nen komen en bran dwon den kun-
nen oplopen.
Parkeer nooit op een hellin g of een
zachte on der gron d, hier door kan
d e machine kantelen met mo gelijk
b ran dstoflekka ge en bran d tot ge-
vol g.
Parkeer niet na bij gras of an dere
b ran dbare materialen d ie vlam zou-
d en kunnen vatten.
U51DD1D0.book Page 4 Friday, August 30, 2013 9:02 AM
Page 35 of 86

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-1
6
DAU17245
Door periodiek inspecties, afstellingen en
smeerbeurten uit te laten voeren, zorgt u
ervoor dat uw machine in zo veilig en effi-
ciënt mogelijke conditie blijft. De eige-
naar/bestuurder van de machine is
verplicht de optimale veiligheid te waarbor-
gen. Op de volgende pagina’s wordt de be-
langrijkste informatie met betrekking tot
inspecties, afstellingen en smeerbeurten
gegeven.
De intervalperioden vermeld in de periodie-
ke onderhoudsschema’s moeten worden
beschouwd als een algemene richtlijn on-
der normale rijcondities. Het is echter mo-
gelijk dat de intervalperioden voor
onderhoud moeten worden verkort afhan-
kelijk van het weer, het terrein, de geografi-
sche locatie en individueel gebruik.
WAARSCHUWING
DWA10322
Het niet of onjuist uitvoeren van onder-
hou d aan de machine ver groot het risico
op letsel of overlij den tij dens het uitvoe-
ren van on derhou d of het rij den met d e
machine. Als u niet b ekend b ent met
voertui gon derhou d, laat het on derhou d
d an uitvoeren door uw Yamaha dealer.
WAARSCHUWING
DWA15123
Zet voor het uitvoeren van on derhou d d e
motor af tenzij an ders aan geg even.
Een draaien de motor heeft bewe-
g en de delen die lichaams delen of
kle din g kunnen grijpen en elektri-
sche on der delen die schokken of
b ran d kunnen veroorzaken.
Het laten d raaien van de motor tij-
d ens het uitvoeren van ond erhoud
kan lei den tot oo gletsel, bran dwon-
d en, bran d of koolmonoxi dever gif-
ti g in g, mo gelijk met de dood tot
g evol g. Zie pa gina 1-2 voor meer in-
formatie over koolmonoxi de.
WAARSCHUWING
DWA15461
Remschijven, -klauwen, -trommels en
-voering en kunnen tij dens het g eb ruik
zeer heet wor den. Laat on der delen van
het remsysteem afkoelen alvorens d eze
aan te raken.
DAU17303
Emissiecontroles zorgen niet alleen voor
een betere luchtkwaliteit, maar zijn ook zeer
belangrijk voor een juiste werking van de
motor en om maximale prestaties te beha-
len. In de volgende periodieke onderhouds-
schema’s is het emissiecontrole-
onderhoud apart gegroepeerd. Dit onder-
houd vereist gespecialiseerde gegevens,
kennis en gereedschap. Onderhoud, ver-
vanging, of reparatie van emissiecontrole-
apparatuur en -systemen kan door elke
gecertificeerde reparateur worden uitge-
voerd (indien van toepassing). Yamaha
dealers beschikken over de training en het
gereedschap om dit onderhoud uit te voe-
ren.
U51DD1D0.book Page 1 Friday, August 30, 2013 9:02 AM
Page 36 of 86
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-2
6
DAU17342
Boordgereed schapssetDe boordgereedschapsset is te vinden
achter paneel B. (Zie pagina 6-8.)
De onderhoudsinformatie in deze handlei-
ding en het gereedschap in de boordge-
reedschapsset zijn bedoeld om u te
ondersteunen bij het uitvoeren van preven-
tief onderhoud en kleinere reparaties. Voor
de correcte uitvoering van bepaalde onder-
houdswerkzaamheden kan echter het ge-
bruik van extra gereedschap zoals een
momentsleutel vereist zijn.OPMERKINGLaat een Yamaha dealer onderhoud ver-
richten als u niet beschikt over het gereed-
schap of de ervaring die voor bepaalde
werkzaamheden vereist zijn.1. BoordgereedschapssetU51DD1D0.book Page 2 Friday, August 30, 2013 9:02 AM
Page 37 of 86

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-3
6
DAU46872
OPMERKINGDe jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te wor den uit gevoer d, b ehalve wanneer in plaats daarvan een on derhou ds-
b eurt op kilometer basis of, voor Groot-Brittannië, op mijl basis wor dt verricht.
Herhaal de onderhoudsintervallen vanaf 30000 km (17500 mi), beginnend vanaf 6000 km (3500 mi).
Werkzaamheden gemarkeerd met een asterisk horen te worden ui tgevoerd door een Yamaha dealer, omdat hiertoe speciaal ge-
reedschap, technische gegevens en vakmanschap vereist zijn.
DAU46921
Period iek onderhou dsschema voor het uitstootcontrolesysteemNR. ITEM CONTROLE OF ONDERHOUDS-
BEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-TROLE
1000 km
(600 mi) 6000 km
(3500 mi) 12000 km
(7000 mi) 18000 km
(10500 mi) 24000 km
(14000 mi)
1 *Bran dstoflei din g • Controleer de brandstofslangen
op scheurtjes of beschadigingen. √√√√√
2Bou gie • Controleer de conditie.
• Reinigen en elektrodenafstand af-
stellen. √√
• Vervangen. √√
3 *Ventielen • Controleer de klepspeling.
• Afstellen.
√√√√
4 *Bran dstofinjectie • Controleer het stationair toeren-
tal. √√√√√√
5 *Luchtinlaatsysteem • Controleer de luchtafsluitklep, de
membraanklep en de slang op
beschadiging.
• Vervang beschadigde onderde- len indien nodig. √√√√√
U51DD1D0.book Page 3 Friday, August 30, 2013 9:02 AM
Page 38 of 86

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-4
6
DAU1771A
Algemeen smeer- en on derhou dsschemaNR. ITEM CONTROLE OF ONDERHOUDS-
BEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-TROLE
1000 km
(600 mi) 6000 km
(3500 mi) 12000 km
(7000 mi) 18000 km
(10500 mi) 24000 km
(14000 mi)
1 Luchtfilterelement • Reinigen.
√√
• Vervangen. √√
2 Koppelin g• Controleer de werking.
•Afstellen.
√√√√√
3 *Voorrem • Controleer de werking en het
vloeistofniveau en controleer de
machine op vloeistoflekkage. √√√√√√
• Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
4 *Achterrem • Controleer de werking en stel de
speling van het rempedaal af. √√√√√√
• Vervang de remschoenen. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
5 *Remslan g • Controleer op scheurtjes en be-
schadigingen.
• Zorg voor een correcte plaatsing van slang(en) en klem(men). √√√√√
• Vervangen. Elke 4 jaar
6 *Remvloeistof • Vervangen. Elke 2 jaar
7 *Wielen • Controleer de speling en contro-
leer op beschadigingen. √√√√
8 *Ban den • Controleer op slijtage en bescha-
digingen.
• Vervang indien nodig.
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig. √√√√√
U51DD1D0.book Page 4 Friday, August 30, 2013 9:02 AM
Page 39 of 86

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-5
6
9*Wiella gers • Controleer op speling of bescha-
digingen. √√√√
10 *Bussen scharnier-
punt achter
bru g • Controleer de bussen op loszit-
ten. √√√√
• Smeren met lithiumvet. Elke 10000 km (6000 mi)
11 Aan drijfkettin g • Controleer de spanning, uitlijning
en conditie van de aandrijfketting.
• Stel de ketting af en smeer deze grondig met een speciale smering
voor o-ringkettingen. Elke 1000 km (600 mi) en nadat de motorfiets is gewassen of ermee in de regen
of vochtige gebieden is gereden
12 *Balhoof dla gers • Controleer de lagers op speling
en oppervlakteruwheid. √√√√√
• Smeren met lithiumvet. Elke 24000 km (14000 mi)
13 *Frame
bevesti gin-
g en • Controleer of alle moeren, bouten
en schroeven stevig zijn vastge-
zet. √√√√√
14 Scharnieras van
remhen
del • Smeren met siliconenvet.
√√√√√
15 Scharnieras van
rempe
daal • Smeren met lithiumvet.
√√√√√
16 Scharnieras van
koppelin
gshen del • Smeren met lithiumvet.
√√√√√
17 Zijstan
daar d, mi d-
d en bok • Controleer de werking.
• Smeren met lithiumvet.
√√√√√
18 *Zijstan
daar dscha-
kelaar • Controleer de werking.
√√√√√√
NR. ITEM
CONTROLE OF ONDERHOUDS-
BEU
RT KILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-TROLE
1000 km
(600 mi) 6000 km
(3500 mi) 12000 km
(7000 mi) 18000 km
(10500 mi) 24000 km
(14000 mi)
U51DD1D0.book Page 5 Friday, August 30, 2013 9:02 AM
Page 40 of 86

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-6
6
DAU18661
OPMERKINGHet luchtfilter dient vaker te worden gecontroleerd wanneer u in een extreem vochtige of stoffige omgeving rijdt.
Hydraulisch remsysteem
• Controleer regelmatig het remvloeistofniveau en vul indien nodig bij.19 *Voorvork • Controleer op een correcte wer-
king en olielekkage. √√√√
20 *Schok demperunits • Controleer op een correcte wer-
king en olielekkage. √√√√
21 Motorolie • Verversen.
• Controleer het olieniveau en con-
troleer de machine op olielekka-
ge. √√√√√√
22 *Voor- en achterrem-
schakelaar • Controleer de werking.
√√√√√√
23 Bewe
gen de delen
en ka bels •Smeren.
√√√√√
24 *Gas greep • Controleer de werking.
• Controleer de vrije slag van de
gasgreep en stel deze indien no-
dig af.
• Smeer de kabel en het kabelhuis. √√√√√
25 *Lampen, richting
-
aanwijzers en scha-
kelaars • Controleer de werking.
• Stel de koplamplichtbundel af.
√√√√√√
NR. ITEM
CONTROLE OF ONDERHOUDS-
BEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-TROLE
1000 km
(600 mi) 6000 km
(3500 mi) 12000 km
(7000 mi) 18000 km
(10500 mi) 24000 km
(14000 mi)U51DD1D0.book Page 6 Friday, August 30, 2013 9:02 AM