Page 9 of 404
.
94124
In één oogopslag
7
Openen
Achterklep
Panoramadak
1.
Zonnescherm openen.
1.
Ontgrendelen van de auto.
2.
Openen van de achterklep.
2.
Zonnescherm sluiten.
Page 10 of 404

166
173
63
269
313
367
292,
348,
374
297,
335,
377
265
In één oogopslag
8
Interieur
Elektrische parkeerrem
Dit systeem trekt
de parkeerrem automatisch aan
bij het
afzetten van de motor en zet
deze weer automatisch vrij
bij het wegrijden.
De bestuurder kan op elk moment zelf de parkeerrem
aantrekken of vrijzetten met de bedieningshendel.
Audio- en communicatiesystemen
Deze systemen kunnen zijn voorzien van de
nieuwste technologie: Peugeot Connect Sound
de MP3 -compatible, de Peugeot Connect
USB, Peugeot Connect Bluetooth, de Peugeot
Connect Com 3D of Peugeot Connect Nav+
met wegklapbaar kleurendisplay 16x9, het JBL
audiosysteem, de AUX-aansluitingen.
Head-up display
Dit systeem projecteert in het gezichtsveld van de
bestuurder een aantal gegevens over: de wagensnelheid,
de snelheidsregelaar/-begrenzer en de "Distance alert".
Automatische airconditioning met
gescheiden regeling
Met dit systeem kunnen de bestuurder en de
voorpassagier naar eigen wens een comfortniveau
instellen. Het systeem zorgt er voor dat dit niveau
ver volgens automatisch wordt gehandhaafd,
onafhankelijk van de weersomstandigheden.
Peugeot Connect
Sound Peugeot Connect
Nav+ Peugeot Connect
USB
Peugeot Connect
Bluetooth
Peugeot Assistance
Peugeot Connect
Com 3D
Page 11 of 404
.In één oogopslag
9
Cockpit
1.
Schakelaar snelheidsregelaar/
snelheidsbegrenzer.
2.
Hendel stuurwielverstelling.
3.
Schakelaar verlichting en
richtingaanwijzers.
4.
Instrumentenpaneel.
5.
Airbag bestuurder.
Claxon.
6.
Ver snellingshendel.
7.
Elektrische parkeerrem.
8.
12V- aansluiting.
9.
Bediening panoramadak.
10.
Opbergvak bestuurderszijde
(Instructieboekje).
11.
Hendel motorkapontgrendeling.
12 .
Schakelaars buitenspiegels.
Schakelaars ruitbediening.
Kinderbeveiliging.
13.
Handmatig verstellen van de koplampen.
14 .
Buitenste rij drukschakelaars.
15.
Zijruitontwaseming.
16.
Voor r uitont waseming.
Page 12 of 404
In één oogopslag
10
Cockpit
1.
Contact-/stuurslot.
2.
Stuurkolomschakelaar audio- en
telematicasysteem.
3.
Schakelaar ruitenwissers/ruitensproeiers/
boordcomputer.
4.
Verstelbare en afsluitbare middelste
ventilatieroosters.
5.
Head-up display.
6.
Multifunctioneel display.
7.
Uitschakelen passagiersairbag.
8.
Verstelbaar en afsluitbaar
zijventilatierooster.
9.
Dashboardkastje - Aansluitingen audio/
video.
10.
Middenconsole.
11.
12V- aansluiting.
12 .
Bedieningspaneel verwarming/
airconditioning.
13.
Audio- en telematicasysteem.
14 .
Tu i m e l s c h a k e l a a r s .
Page 13 of 404
.
66
67
In één oogopslag
11
Comfort
Bestuurdersstoel
In lengterichting
In hoogte
Handmatig verstellen
Elektrisch verstellen
Rugleuningverstelling
Page 14 of 404
68, 69
80
119, 122
In één oogopslag
12
Comfort
Voor sto el en
Hoogte- en hoekverstelling van
de hoofdsteun
Lendensteun
Stuurwiel verstellen
1.
Ontgrendelen van het stuur wiel met de
hendel.
2.
Verstellen in hoogte en diepte.
3.
Vergrendelen van het stuur wiel met de
hendel.
Voer deze handelingen om veiligheidsredenen
uitsluitend uit bij stilstaande auto.
Middenconsole
De middenconsole bevat veel opbergruimte
(plaats voor 2 flessen, ...) voor de bestuurder
en voorpassagier, en een multimediasysteem
voor de achterpassagiers (volgens uitvoering).
Page 15 of 404
.
78
79
79158
In één oogopslag
13
Comfort
Buitenspiegels
Verstellen
A.
Selecteren van de te verstellen
buitenspiegel.
B.
Verstellen van de buitenspiegel in vier
richtingen.
Binnenspiegel
Handmatig verstellen
1.
Selecteren van de dagstand van de spiegel.
2.
Verstellen van de binnenspiegel.
Automatische binnenspiegel
1.
Verstellen van de binnenspiegel.
Veiligheidsgordels vóór
1.
Vastmaken van de gesp.
2.
In hoogte verstellen.
En verder...
C.
Inklappen
Uitklappen.
Page 16 of 404
101
102152
109
11 0
In één oogopslag
14
Zicht
Verlichting
Ring A
Uit.
Ring B
Parkeerlicht.
Dimlicht/grootlicht.
Mistachterlicht.
of
Mistlampen vóór en mistachterlicht.
Automatisch inschakelen verlichting.
Richtingaanwijzer
Beweeg de verlichtingshendel omhoog
of omlaag tot voorbij het zware punt. De
richtingaanwijzers aan de desbetreffende zijde
functioneren totdat ze worden uitgeschakeld.
Functie "drie keer knipperen"
Beweeg de verlichtingshendel kort omhoog
of omlaag tot aan het zware punt. De
richtingaanwijzers aan de desbetreffende zijde
knipperen drie keer.
Deze functie is bij elke snelheid beschikbaar,
maar is in het bijzonder geschikt voor het
wisselen van rijstrook op snelwegen.
Ruitenwissers
Hendel A: ruitenwissers vóór
Inschakelen van de stand "AUTO"
)
Beweeg de hendel omlaag en laat deze
los.
Uitschakelen van de stand "AUTO"
)
Beweeg de hendel omhoog en zet deze
ver volgens in de stand "0"
.
Ring B: ruitenwisser achter
Uit.
Interval.
Ruitensproeier.