Page 57 of 336

55
2
Toegang tot de auto
Achterklep
Ontgrendel de achterklep of de auto met de afstandsbediening of de sleutel, druk op de knop en til de achterklep omhoog.
Noodbediening
Hiermee kan bij een eventuele storing in de centrale vergrendeling, de achterklep mechanisch ontgrendeld worden.
Openen Sluiten
Trek de achterklep omlaag aan de handgreep aan de binnenzijde. Druk indien nodig op de bovenzijde van de achterklep om deze volledig te sluiten.
- bij draaiende motor gaat bij draaiende motor gaat bij draaiende motorhet verklikkerlampje enkele seconden branden in combinatie met een waarschuwingsmelding,
- tijdens het rijden (snelheid hoger dan 10 km/h) gaat het verklikkerlampje enkele seconden branden in combinatie met een geluidssignaal en een waarschuwingsmelding. Ontgrendelen
Klap de achterbank naar voren om bij het slot in de bagageruimte te komen, Steek een kleine schroevendraaier in de opening A van het slot om de achterklep te ontgrendelen.
Als de achterklep niet goed is gesloten:
Page 58 of 336

56
!
Toegang tot de auto
Panoramadak
Openen
Beweeg de schakelaar A naar achteren. Zodra u de schakelaar loslaat, houdt het zonnescherm op te bewegen.
Elektrisch bedienbaar zonnescherm
Sluiten
Beweeg de schakelaar A naar voren. Zodra u de schakelaar loslaat, houdt het zonnescherm op te bewegen.
Als er iets of iemand bekneld raakt tijdens de beweging van het zonnescherm, moet u de bewegingsrichting van het scherm omdraaien. Druk daartoe op de desbetreffende schakelaar. Wanneer de bestuurder het zonnescherm bedient, moet hij er zeker van zijn dat niemand het sluiten van het zonnescherm kan hinderen. De bestuurder moet ervoor zorgen dat de passagiers het zonnescherm op de juiste wijze gebruiken. Let op kinderen in de auto wanneer u het scherm bedient.
U hebt de beschikking over een panoramadak met regelbare sfeerverlichting en getint glas, waardoor de lichtinval en het zicht in het interieur worden vergroot. Voor een aangenaam thermisch comfort en om geluiden te dempen is het dak voorzien van een elektrisch bedienbaar zonnescherm.
Page 59 of 336
57
3
Comfort
Handmatig verstelbare voorstoelen
Til de beugel op en schuif de stoel in de gewenste stand. Trek de hendel omhoog of duw deze omlaag tot de gewenste stand bereikt is. Duw de handgreep naar achteren.
Verstelling in lengterichting Hoogteverstelling Rugleuningverstelling
Uit veiligheidsoverwegingen mogen de stoelen uitsluitend bij stilstaande auto worden versteld.
Zorg er bij het verstellen van de stoel naar achteren voor dat het schuiven van de stoel niet wordt verhinderd door personen of hinderlijke voor werpen op de vloer achter de stoel om te voorkomen dat de stoel wordt geblokkeerd. Onderbreek het schuiven van de stoel meteen als dit het geval is.
Page 60 of 336

58
Comfort
Bij draaiende motor is de stoelver warming voor beide voorstoelen afzonderlijk regelbaar. Met de draaiknop naast de voorstoel kan de stoelverwarming ingeschakeld worden en kan een verwarmingsstand worden geselecteerd: 0 : Uit. 1 : Laag. 2 : Gemiddeld. 3 : Hoog.
Trek de hoofdsteun omhoog om hem hoger te zetten. Druk op de pal A en trek de hoofdsteun omhoog om hem te ver wijderen. Steek om de hoofdsteun terug te zetten de pennen van de hoofdsteun recht in de openingen van de rugleuning tot de
hoofdsteun op zijn plaats blijft. Druk gelijktijdig op de pal A en op de hoofdsteun om deze lager te zetten.
Voor de veiligheid is het frame van de hoofdsteun gekarteld om te voorkomen dat de hoofdsteun zakt in het geval van een aanrijding. De juiste stand van de hoofdsteun is als de bovenzijde van de hoofdsteun
zich ter hoogte van de bovenzijde van het hoofd bevindt. Ga nooit rijden als de hoofdsteunen zijn verwijderd. De hoofdsteunen moeten zijn geplaatst en correct zijn afgesteld.
Hoogte van de hoofdsteun Bediening stoelverwarming
Page 61 of 336

59
3
Comfort
Achterbank
Schuif de desbetreffende voorstoel indien nodig naar voren. Houd de desbetreffende buitenste veiligheidsgordel tegen de rugleuning en maak deze vast. Zet de hoofdsteunen in de laagste stand.
Zet de rugleuning 2 rechtop en vergrendel deze. Controleer of de rode markering bij de knop 1 niet meer zichtbaar is. Maak de buitenste veiligheidsgordel los en plaats deze naast de rugleuning.
Bij het neerklappen van de rugleuning mag de middelste veiligheidsgordel niet worden vastgemaakt, deze moet plat tegen de rugleuning worden gelegd.
Duw op de knop 1 om de rugleuning 2 te ontgrendelen. Klap de rugleuning 2 op de zitting 3 .
Neerklappen van de rugleuning Terugplaatsen van de rugleuning
U kunt het linkerdeel (2/3) en/of het rechterdeel (1/3) van de rugleuning van de achterbank neerklappen om de bagageruimte te vergroten. De zitting bestaat uit één deel en kan niet opgeklapt worden.
Let erop dat bij het terugplaatsen van de rugleuning van de achterbank de veiligheidsgordels niet klem komen te zitten.
Om de inhoud van de bagageruimte te vergroten kunt u uitsluitend de rugleuningen van de achterbank neerklappen; de zitting kan niet worden opgeklapt.
Page 62 of 336
60
Comfort
Stuurwielverstelling
Zorg dat de auto stilstaat en trek aan de hendel om het stuurwiel te ontgrendelen. Verstel het stuur wiel in hoogte en diepte voor een optimale zithouding. Druk de hendel goed vast om het stuur wiel te vergrendelen.
Voer deze handelingen om veiligheidsredenen uitsluitend uit bij stilstaande auto.
De hoofdsteunen hebben een gebruiksstand (hoog) en een ingeklapte stand (laag). De hoofdsteunen kunnen worden verwijderd en onderling worden uitgewisseld. Verwijderen van een hoofdsteun: trek de hoofdsteun omhoog tot aan de
aanslag, druk vervolgens de pal A in.
Hoofdsteunen achter
Ga nooit rijden als de hoofdsteunen zijn verwijderd; de hoofdsteunen moeten zijn geplaatst en correct zijn afgesteld.
Page 63 of 336

61
3
Comfort
Spiegels
De verstelbare buitenspiegels zorgen voor het benodigde zicht naar achteren bij een inhaalmanoeuvre of het parkeren van de auto. De buitenspiegels kunnen ook worden ingeklapt voor het parkeren in een smalle straat.
Buitenspiegels
De waargenomen objecten in de buitenspiegels lijken verder af dan ze in werkelijkheid zijn. Hiermee moet rekening worden gehouden om de afstand ten opzichte van achteropkomend verkeer goed in te schatten.
Ontwaseming - ontdooiing
Verstellen Verstellen
Handmatig verstelbare buitenspiegels
Inklappen
Tijdens het parkeren kunt u de spiegels handmatig inklappen.
Uitklappen
Klap voordat u de motor start de spiegels uit.
Elektrisch verstelbare buitenspiegels
Beweeg de hendel in de vier richtingen om de spiegel in de gewenste stand te verstellen.
Zet de knop A naar links of rechts om de desbetreffende spiegel te selecteren. Duw de knop B in de 4 richtingen om de
spiegel af te stellen. Zet de knop A weer in het midden.
Deze functie kunt u inschakelen door bij draaiende motor op de toets van de achterruitver warming te drukken. Raadpleeg voor meer informatie over de ontwaseming en ontdooiing van de achterruit de desbetreffende rubriek.
Page 64 of 336

62
!
Comfort
Als de buitenspiegels zijn ingeklapt met behulp van de schakelaar A , worden ze niet automatisch uitgeklapt als de auto wordt ontgrendeld. Trek nogmaals de schakelaar A naar achteren om de A naar achteren om de Abuitenspiegels uit te klappen.
Het automatisch in- en uitklappen van de buitenspiegels kan worden gedeactiveerd door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats. Klap de buitenspiegels in als u uw auto in een automatische autowasstraat laat wassen.
Inklappen
- Automatisch: vergrendel de auto met de afstandsbediening of de sleutel. - Handmatig: trek bij aangezet contact de schakelaar A naar achteren.
Uitklappen
- Automatisch: ontgrendel de auto met de afstandsbediening of de sleutel. - Handmatig: trek bij aangezet contact de schakelaar A naar achteren.
Automatisch dimmende binnenspiegel
Dankzij een sensor die de hoeveelheid licht die vanaf de achterzijde van de auto op de spiegel
valt meet, gaat de binnenspiegel geleidelijk en automatisch over van de dag- in de nachtstand.
Verstelbare spiegel voor het zicht recht achter de auto. De binnenspiegel is voorzien van een nachtstand waardoor de spiegel donkerder wordt en de bestuurder minder hinder ondervindt van de zon en van koplampverlichting van achteropkomend
verkeer...
Binnenspiegel
Binnenspiegel met handbediende dag-/nachtstand
Verstellen
Stel de spiegel af als deze in de dagstand staat.
Dag-/nachtstand
Trek aan het hendeltje om de spiegel in de nachtstand te zetten. Duw het hendeltje naar voren om de spiegel terug te zetten in de dagstand. Zodra de achteruitversnelling wordt ingeschakeld, wordt de spiegel in de dagstand gezet voor een maximaal zicht naar achteren.
Om veiligheidsredenen moeten de spiegels zo zijn ingesteld dat de "dode hoek" zo klein mogelijk is.
Indien nodig kunt u de buitenspiegels handmatig inklappen.