Page 145 of 336
143
6
Veiligheid
Bevestiging kinderzitjes met de veiligheidsgordel
Gewicht van het kind/ leeftijdsindicatie Gewicht van het kind/ leeftijdsindicatie Gewicht van het kind/
PlaatsTot 13 kg (groep 0 (b) en 0+) Tot ± 1 jaar
9 tot 18 kg (groep 1) Van ± 1 tot ± 3 jaar
15 tot 25 kg (groep 2) Van ± 3 tot ± 6 jaar
22 tot 36 kg (groep 3) Van ± 6 tot ± 10 jaar
Passagiersstoel vóór (c)
- met hoogteverstelling U (R)U(R)U(R)U(R)
- zonder hoogteverstelling UUUU
Zitplaats links of rechts achter (d) UUUU
Middelste zitplaats achter XXXX
Overeenkomstig de Europese wetgeving geeft dit overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen met de veiligheidsgordel van een universeel gehomologeerd kinderzitje (a) in uw auto, gerangschikt naar het gewicht van het kind en de plaats in de auto.
Page 146 of 336

144
Veiligheid
(a) Universeel kinderzitje: kinderzitje dat in alle auto's met de veiligheidsgordel kan worden bevestigd. (b) Groep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg. Reiswiegen en "autobedjes" mogen niet op de passagiersstoel vóór worden bevestigd. (c) Raadpleeg de wetgeving in uw land alvorens een kinderzitje op deze plaats te bevestigen. (d) Als u een kinderzitje met de rug of met het gezicht in de rijrichting op de zitplaats achter bevestigt, schuif dan de voorstoel naar voren en zet vervolgens de rugleuning rechtop om voldoende ruimte over te laten voor het kinderzitje en de benen van het kind. U : plaats geschikt voor het bevestigen van een universeel goedgekeurd kinderzitje met de veiligheidsgordel. Kinderzitje geplaatst met de rug in de rijrichting of het gezicht in de rijrichting. U(R) : als U , waarbij de stoel van de auto in de hoogste stand en zo ver mogelijk naar achteren moet staan. X : plaats ongeschikt voor de bevestiging van een kinderzitje van de desbetreffende gewichtsgroep.
Ver wijder de hoofdsteun en berg hem op alvorens een kinderzitje met een rugleuning te bevestigen op een passagiersstoel. Plaats de hoofdsteun terug zodra het kinderzitje is verwijderd.
Page 147 of 336

145
6
Veiligheid
De onjuiste bevestiging van een kinderzitje brengt de veiligheid van het kind in gevaar bij een aanrijding. Controleer of er geen veiligheidsgordel of gesp van de veiligheidsgordel onder het kinderzitje zit; dat zou de stabiliteit van het zitje in gevaar kunnen brengen. Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels of het tuigje van het kinderzitje, zelfs bij korte ritten, worden vastgemaakt waarbij de speling ten opzichte van het lichaam van het kind zoveel mogelijk moet worden beperkt. Zorg er bij het bevestigen van het kinderzitje met de veiligheidsgordel voor dat de veiligheidsgordel correct tegen het kinderzitje is gespannen en dat de gordel het kinderzitje stevig op zijn plaats houdt. Schuif de passagiersstoel, wanneer deze versteld kan worden, indien nodig naar voren.
Laat bij de achterzitplaatsen altijd voldoende ruimte tussen de voorstoel en: - het kinderzitje "met de rug in de rijrichting", - de voeten van het kind in het kinderzitje "met het gezicht in de rijrichting". Schuif daartoe de voorstoel naar voren en zet de rugleuning ervan, indien nodig, rechter op.
Adviezen voor kinderzitjes
Plaatsen van een
stoelverhoger
Zorg er voor een optimale bevestiging van het kinderzitje "met het gezicht in de rijrichting" voor dat de afstand tussen de rugleuning van het zitje en de rugleuning van de stoel van de auto zo klein mogelijk is. Laat indien mogelijk de rugleuning van het zitje tegen de rugleuning van de stoel aandrukken. Verwijder de hoofdsteun alvorens een kinderzitje met een rugleuning te plaatsen op een passagiersstoel. Berg de hoofdsteun zorgvuldig op om te voorkomen dat de hoofdsteun door de auto vliegt bij krachtig afremmen. Plaats de hoofdsteun terug zodra het kinderzitje is verwijderd.
Kinderen voorin
De regelgeving met betrekking tot het vervoer van kinderen op de passagiersstoel vóór is per land verschillend. Raadpleeg de in uw land geldende regelgeving. Schakel de airbag aan passagierszijde uit zodra een kinderzitje met de rug in de rijrichting op de voorstoel wordt geplaatst. Het kind kan anders bij het afgaan van de
airbag levensgevaarlijk gewond raken.
Het bovenste gedeelte van de veiligheidsgordel moet over de schouder van het kind liggen zonder de hals te raken. Controleer of de heupgordel goed over de bovenbenen van het kind ligt. PEUGEOT beveelt aan een stoelverhoger met rugleuning te gebruiken voorzien van een gordelgeleider ter hoogte van de schouder. Laat uit veiligheidsoverwegingen: - geen kinderen zonder toezicht achter in een auto, - nooit een kind of een dier in een auto achter wanneer alle ruiten gesloten zijn en de auto in de zon staat, - de sleutels nooit binnen bereik van de
kinderen achter in de auto. Gebruik de kindersloten om te voorkomen dat de portieren en de portierruiten achter per ongeluk geopend worden. Zorg er voor dat de portierruiten achter niet verder dan voor 1/3 deel geopend worden. Plaats zonneschermen om uw jonge kinderen tegen de zon te beschermen.
Page 148 of 336

146
Veiligheid
Uw auto voldoet aan de meest recente ISOFIX-normen . De hieronder aangegeven zitplaatsen zijn uitgerust met de voorgeschreven ISOFIX-bevestigingen:
ISOFIX-bevestigingen
Elke zitplaats is voorzien van drie bevestigingsringen: - twee bevestigingsringen A , die zich tussen de rugleuning en de zitting van de zitplaats bevinden, aangegeven met een merkteken,
Voor u een ISOFIX-kinderzitje op de linker achterstoel kunt plaatsen, moet u eerst de middelste veiligheidsgordel achter naar het midden van de auto duwen op een zodanige manier dat de gordel normaal blijft werken.
Houd u nauwgezet aan de montagevoorschriften die in de handleiding van het kinderzitje zijn vermeld.
Raadpleeg het overzicht voor de bevestiging van ISOFIX-kinderzitjes in uw auto, waarin staat vermeld welke kinderzitjes voor welke zitplaatsen geschikt zijn.
- één bevestigingsring B achter de stoel, Top Tether genoemd, voor de bevestiging Top Tether genoemd, voor de bevestiging Top Tethervan de bovenste riem.
Aan de Top Tether kan de bovenste bevestigingsriem (indien aanwezig) van een kinderzitje worden vastgemaakt. Bij een frontale aanrijding beperkt dit systeem het naar voren kantelen van het kinderzitje. De ISOFIX-bevestigingen zorgen voor een veilige, degelijke en snelle montage van het kinderzitje in uw auto.
Kinderzitje vastmaken aan de Top Tether: - ver wijder de hoofdsteun en berg hem op alvorens het kinderzitje op deze zitplaats te bevestigen (plaats de hoofdsteun terug zodra het kinderzitje is verwijderd), - voer de riem van het kinderzitje over de rugleuning van de zitplaats, tussen de openingen voor de pennen van de hoofdsteun door, - bevestig de aansluiting van de bovenste bevestigingsriem aan de ring B , - trek de bovenste bevestigingsriem strak.
Bij een onjuist geplaatst kinderzitje kan het kind bij een aanrijding ernstig letsel oplopen.
De ISOFIX-kinderzitjes zijn voorzien van twee sloten die aan de twee bevestigingsringen Akunnen worden verankerd. Sommige kinderzitjes zijn bovendien voorzien van een bovenste bevestigingsriem die kan worden vastgemaakt aan de bevestigingsring B .
Page 149 of 336

147
6
Veiligheid
ISOFIX-kinderzitjes aanbevolen door PEUGEOT en
gehomologeerd voor uw auto
Volg bij het plaatsen van de kinderzitjes de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van het zitje.
"RÖMER Baby- Safe Plus met basis Baby- Safe Plus ISOFIX" (lengtecategorie: E )
Groep 0+: vanaf de geboor te tot 13 kg
Dit zitje dient te worden geplaatst met de rug in de rijrichting met behulp van een ISOFIX-basis, die
wordt bevestigd aan de ringen A . De basis is voorzien van een in hoogte verstelbare steun die op de vloer van de auto rust. Dit zitje kan ook worden bevestigd met een veiligheidsgordel. In dat geval wordt het zitje zonder basis met de driepuntsgordel op de zitplaats van de auto bevestigd.
Baby P2C Midi met ISOFIX-basis (lengtecategorie: D, C, A, B, B1 )
Groep 1 : 9 tot 18 kg
Dit zitje dient te worden geplaatst met de rug in de rijrichting met behulp van een ISOFIX-basis, die wordt bevestigd aan de ringen A . De basis is voorzien van een in hoogte verstelbare steun die op de vloer van de auto rust. Dit zitje kan ook met het gezicht in de rijrichting worden geplaatst. Dit zitje kan niet worden bevestigd met een veiligheidsgordel. We adviseren u het zitje voor kinderen tot 3 jaar met de rug in de rijrichting te plaatsen.
Page 150 of 336

148
Veiligheid
RÖMER Duo Plus ISOFIX (lengtecategorie: B1 )
Groep 1: van 9 tot 18 kg
Dit zitje wordt met het gezicht in de rijrichting geplaatst. Het wordt verankerd met een bovenste riem aan de ringen A en de ring B , de Top Tether. Drie standen: rechtop, ruststand en ligstand.
IL4 FAIR G 0/1 S met RWF A ISOFIX- onderstel (gewichtsklasse C )
Groep 0+ en 1 : van de geboor te tot 18 kg
Wordt "met de rug in de rijrichting" geplaatst met behulp van een ISOFIX-onderstel dat aan de ogen A wordt bevestigd. A wordt bevestigd. A Er zijn 6 verschillende standen mogelijk. Gebruik de ISOFIX-basis RWF type A . Dit kinderzitje kan ook "met het gezicht in de rijrichting"worden bevestigd op zitplaatsen die niet zijn voorzien van ISOFIX-bevestigingen. Het is in dat geval verplicht het kinderzitje met de normale driepuntsveiligheidsgordel op de zitplaats van de auto te bevestigen.
Dit kinderzitje kan ook worden gebruikt op zitplaatsen die niet zijn voorzien van ISOFIX-bevestigingspunten. In dat geval moet het zitje met de driepuntsveiligheidsgordel op de stoel van de auto worden bevestigd. Stel de voorstoel zo af dat de voeten van het kind de rugleuning niet kunnen raken.
Volg bij het plaatsen van kinderzitjes de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van deze zitjes.
Page 151 of 336

149
6
Veiligheid
Overzicht van zitplaatsen geschikt voor ISOFIX-kinderzitjes
Overeenkomstig de Europese wetgeving geeft het overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen van een ISOFIX-kinderzitje op een plaats in de auto voorzien van ISOFIX-bevestigingen. Bij universele en semi-universele ISOFIX-kinderzitjes wordt de ISOFIX-maat op het kinderzitje naast het ISOFIX-logo aangegeven met een letter ( A t /m G ).
Gewicht van het kind / leeftijdsindicatie
Tot 10 kg (groep 0) Tot ca. 6 maanden
Tot 10 kg (groep 0) Tot 13 kg (groep 0+) Tot ca. 1 jaar
Van 9 tot 18 kg (groep 1) Van 1 tot ca. 3 jaar
Type ISOFIX-kinderzitjeReiswieg"rug in de rijrichting""rug in de rijrichting""gezicht in de rijrichting"
ISOFIX-maatFGCDECDABB1
Passagiersstoel voor Geen ISOFIX
Buitenste zitplaatsen achter XIL- SU * IL- SUIL- SU * IL- SUIUF IL- SU
Middelste zitplaats achter Geen ISOFIX
I UF: zitplaats geschikt voor de bevestiging van een universeel gehomologeerd ISOFIX- kinderzitje met het gezicht in de rijrichting en een bovenste riem. IL- SU: zitplaats geschikt voor de bevestiging van een semi-universeel gehomologeerd ISOFIX-kinderzitje: - rug in de rijrichting voorzien van een bovenste riem of een steun, - gezicht in de rijrichting voorzien van een steun, - reiswieg voorzien van een bovenste riem of een steun. Raadpleeg de paragraaf "Isofix-bevestigingen" voor meer informatie over de bevestiging van de bovenste riem. X : zitplaats die niet geschikt is voor een kinderzitje voor de aangegeven gewichtscategorie.
* Stoel van de auto in een specifieke stand: schuif de voorpassagiersstoel naar voren.
Ver wijder de hoofdsteun en berg hem op alvorens een kinderzitje met een rugleuning te bevestigen op een passagiersstoel. Plaats de hoofdsteun terug zodra het kinderzitje is verwijderd.
Page 152 of 336

150
Veiligheid
Elektrische kinderbeveiliging
De elektrische kinderbeveiliging voorkomt dat beide achterportieren van binnenuit kunnen worden geopend.
Inschakelen
Druk bij ingeschakeld contact op deze knop. Het verklikkerlampje van de knop gaat branden in combinatie met een melding die het inschakelen bevestigt. Het lampje blijft branden zolang de elektrische kinderbeveiliging is ingeschakeld. Het blijft mogelijk de portieren van buitenaf te openen en de elektrisch bedienbare achterste zijruiten te bedienen vanaf de bestuurdersstoel.
Uitschakelen
Druk nogmaals bij ingeschakeld contact op deze knop. Het verklikkerlampje van de knop gaat uit in combinatie met een melding die het uitschakelen bevestigt. Het lampje blijft uit zolang de elektrische kinderbeveiliging is uitgeschakeld.
Als het lampje een ander signaal geeft, wijst dit op een storing in de elektrische kinderbeveiliging. Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Dit systeem werkt onafhankelijk van de centrale vergrendeling; gebruik het nooit in plaats daarvan. Controleer bij het aanzetten van het contact altijd de stand van de kinderbeveiliging. Neem vóór het verlaten van de auto altijd de sleutel uit het contact, zelfs voor korte periodes.
Mechanisch
kinderslot
Vergrendelen
Draai de rode knop met de contactsleutel tot de aanslag: - naar links bij het linker achterportier, - naar rechts bij het rechter achterportier.
Ontgrendelen
Draai de rode knop met de contactsleutel tot de aanslag: - naar rechts bij het linker achterportier,
- naar links het rechter achterportier.
Beide achterportieren zijn voorzien van een kinderslot om het openen van binnenuit te verhinderen. De knop bevindt zich op de zijkant van beide achterportieren.