Page 169 of 225

Verzorging van de auto167
Betekenis van symbolen:■ Geen vonken of open vlammen en niet roken.
■ Bescherm de ogen altijd. Explo‐ sieve gassen kunnen blindheid of
letsel veroorzaken.
■ Houd de accu buiten het bereik van
kinderen.
■ De accu bevat zwavelzuur dat aan‐
leiding kan geven tot blindheid of
ernstige brandwonden.
■ Zie de Gebruikershandleiding voor meer informatie.
■ Explosief gas kan in de buurt van de accu aanwezig zijn.Dieselbrandstofsysteem
ontluchten
Na het leegrijden van de tank moet het dieselbrandstofsysteem worden
ontlucht. Het contact driemaal
15 seconden per keer aanzetten. Mo‐ tor vervolgens maximaal
40 seconden starten. Deze procedure na minstens 5 seconden herhalen.
Slaat de motor niet aan, dan de hulp van een werkplaats inroepen.
Wisserblad vervangenTil de ruitenwisser op, druk op de
knop om het wisserblad los te maken en verwijder dit.
Maak het ruitenwisserblad in een
lichte hoek vast aan de ruitenwisser‐
arm en druk het in tot het vastklikt.
Breng de ruitenwisserarm voorzichtig
naar omlaag.
Wisserblad achterruit
1. Demonteer de wisserkap van de wisser compleet.
Page 170 of 225
168Verzorging van de auto
2. Til het wisserblad op.
3. Druk op de schuifborgpen.
4. Trek het wisserblad eruit.
Gloeilamp vervangen
Ontsteking uitschakelen en desbe‐
treffende schakelaar uitschakelen of
portieren sluiten.
Nieuwe gloeilamp alleen aan fitting vastpakken. Het glas van de gloei‐
lamp niet met blote handen aanraken.
Bij vervangen altijd hetzelfde type
gloeilamp gebruiken.
Vervang de gloeilampen van de kop‐
lampen vanuit de motorruimte.Halogeenkoplampen
Grootlicht en dimlicht
Koplampafdekking verwijderen.
Page 171 of 225
Verzorging van de auto169
Dimlicht
1. Ontkoppel de stekker van de ko‐plampfitting.
2. Druk de veerklem in, maak hem los.
3. Verwijder de gloeilamp uit de fit‐ting en vervang de lamp.
4. Bij het aanbrengen van de nieuwe
gloeilamp de lipjes in de uitsparin‐ gen van het reflectorhuis steken.
5. Plaats de koplampeenheid terug.
6. Draadveerklem vastklikken.
7. Sluit de stekker van de koplamp‐ fitting aan.
8. Koplampafdekking aanbrengen en vastdraaien.
Grootlicht
1. Trek de fitting eruit.
2. Verwijder de gloeilamp uit de fit‐ ting en vervang de lamp.
3. Bij het aanbrengen van de nieuwe
gloeilamp de lipjes in de uitsparin‐ gen van het reflectorhuis steken.
4. Plaats de koplampeenheid terug.
5. Koplampafdekking aanbrengen en vastdraaien.
Page 172 of 225
170Verzorging van de auto
Zijmarkeringslichten
1. Draai de fitting linksom van hetgeheel af.
2. Trek de fitting uit de reflector. 3. Stekker van gloeilamp losnemen.
4. Gloeilamp uit fitting nemen.
5. Nieuwe gloeilamp plaatsen.
6. Stekker aan gloeilamp bevesti‐ gen.
7. Steek de fitting in de reflector.
8. Plaats het geheel terug.
Xenonkoplampen9 Gevaar
Xenonkoplampen werken met een
zeer hoge elektrische spanning.
Niet aanraken. Gloeilampen door
een werkplaats laten vervangen.
Bochtverlichting
1. Verwijder de beschermhoes.
Page 173 of 225
Verzorging van de auto171
2. Trek de fitting eruit.
3. Verwijder de gloeilamp uit de fit‐ting en vervang de lamp.
4.Bij het aanbrengen van de nieuwe
gloeilamp de lipjes in de uitsparin‐ gen van het reflectorhuis steken.
5. Plaats de koplampeenheid terug.
6. Koplampafdekking aanbrengen en vastdraaien.
Mistlampen
Gloeilampen door een werkplaats la‐
ten vervangen.
Richtingaanwijzers
vooraan
1. Lamphouder linksom losdraaien.
2. Gloeilamp iets in fitting duwen, linksom draaien, verwijderen en
nieuwe gloeilamp plaatsen.
3. Lamphouder in reflectorhuis plaatsen en rechtsom vergrende‐len.
Page 174 of 225
172Verzorging van de autoAchterlichten
Linkerzijde
1. Verwijder beide deksels en schroef de schroeven eruit. Ver‐
wijder het paneel.
2. Verwijder het deksel.
Rechterzijde
1. Verwijder de klep van het opberg‐
vak en de bandenreparatieset.
2. Verwijder het deksel.
Page 175 of 225
Verzorging van de auto173
3. Achter-/remlicht (1)Richtingaanwijzer (2)
Achteruitrijlicht (3)
4. Lamphouder verwijderen. Gloei‐ lamp verwijderen en vervangen.
5. Steek de lamphouder in het ach‐ terlicht compleet. Achterlicht com‐pleet in carrosserie aanbrengen
en vastdraaien. Afdekkingen slui‐
ten en vastklikken.
6. Schakel de ontsteking in en kijk of
alle lampen werken.
Zijrichtingaanwijzers
Laat de lichten door een werkplaats
controleren als deze niet werken.
Derde remlicht
Laat het derde remlicht door een
werkplaats controleren als het niet
werkt.
Page 176 of 225
174Verzorging van de autoKentekenverlichting
1. Verlichting met schroevendraaierloswerken.
2. Lamphuis naar beneden toe ver‐ wijderen, hierbij niet aan de kabel
trekken.
Lamphouder linksom losdraaien.
3. Gloeilamp uit lamphouder nemen en nieuwe gloeilamp plaatsen.
4. Lamphouder in lamphuis plaatsen
en rechtsom draaien.
5. Lamphouder aanbrengen en met een schroevendraaier vast‐
draaien.
Binnenverlichting
Instapverlichting 1. Demonteer deze door de andere kant van de lichtschakelaar met
een platte schroevendraaier los te wrikken.
2. Verwijder de gloeilamp.
3. Vervang de gloeilamp.
4. Plaats de lampeenheid terug.
Bagageruimteverlichting1. Verlichting met schroevendraaier loswerken.
2. Lamp verwijderen.
3. Nieuwe gloeilamp plaatsen.
4. Verlichting monteren.