CENTRALE PORTIERVERGRENDELING(voor bepaalde uitvoeringen/landen) .........25
KEYLESS ENTER-N-GO™ ..................26
RAMEN .................................29
ELEKTRISCH BEDIENDE VENTILATIERAMEN .....................29
ELEKTRISCH BEDIENDE RAMEN ..........29
WINDGERUIS ..........................32
SCHUIFDEUR ............................32
ELEKTRISCH BEDIENDE SCHUIFDEUR (voor bepaalde uitvoeringen/landen) .........32
KINDERSLOT SCHUIFDEUREN ............35
ACHTERKLEP ...........................37
ELEKTRISCH BEDIENDE ACHTERKLEP (voor bepaalde uitvoeringen/landen) .........37
BEVEILIGINGSSYSTEMEN VOOR INZITTENDEN ...........................39
DRIEPUNTSGORDELS ...................40
VEILIGHEIDSGORDELS OP PASSAGIERSZITPLAATSEN ...............44
AUTOMATISCH BLOKKEREND OPROLMECHANISME ....................45
SPANKRACHTBEGRENZER ................46
GORDELSPANNERS .....................46
EXTRA ACTIEVE HOOFDSTEUNEN (AHR) (voor bepaalde uitvoeringen/landen) .........47
ACTIEF MOTORKAPSYSTEEM .............49
11
UW SLEUTELS
Uw auto is uitgerust met een startcon-
tact zonder sleutel. Dit systeem be-
staat uit een sleutelhouder met af-
standsbediening en Wireless Ignition
Node (WIN) met geïntegreerde con-
tactschakelaar. U kunt de sleutelhou-
der op twee manieren in de contact-
schakelaar steken; het maakt niet uit
welke kant van de sleutel zich aan de
bovenzijde bevindt.
Functie Keyless Enter-N-Go™ (voor
bepaalde uitvoeringen/landen)
Deze auto is mogelijk uitgerust met de
functie Keyless Enter-N-Go™. Raad-
pleeg "Startprocedures" in het hoofd-
stuk "Starten en rijden" voor meer
informatie hierover.
IGNITION NODE MODULE
(IGNM, MODULE VAN
ONTSTEKINGSKNOOPPUNT)
— (voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
De Ignition Node Module (IGNM)
werkt op dezelfde manier als een con-
tactschakelaar. Er zijn vier bedie-
ningsstanden, waaronder drie klik-
standen en een stand met
veerbelasting. De klikstanden zijn
OFF, ACC en ON/RUN. De stand
START is een veerbelaste contact-
stand. Bij het loslaten uit de stand
START keert de schakelaar automa-
tisch terug in de stand ON/RUN.
OPMERKING: Als uw auto is uit-
gerust met Keyless Enter-N-Go™,
wordt op het elektronisch voer-
tuiginformatiecentrum (EVIC) de
stand van de contactschakelaar
(OFF/ACC/RUN) getoond. Raad-
pleeg "Elektronisch voertuiginfor-
matiecentrum (EVIC)" (voor be-
paalde uitvoeringen/landen) in het
hoofdstuk "Het instrumentenpa-
neel" voor meer informatie hier-
over.
SLEUTELHOUDER
De sleutelhouder bevat ook de af-
standsbediening en de noodsleutel,
die in de achterzijde van de sleutel-
houder is ondergebracht.
Met de noodsleutel kunnen de portie-
ren worden geopend wanneer de accu
van de auto of de batterij van de sleu-
telhouder leeg is. U kunt de noodsleu-
tel bij u houden als iemand anders de
auto voor u parkeert.
Schuif, om de noodsleutel te verwijde-
ren, de mechanische vergrendeling
Ignition Node Module (IGNM, Modulevan ontstekingsknooppunt)
1 — OFF
2 — ACC (ACCESSOIRESTAND)
3 — ON/RUN
4—START
13
aan de voorkant van de sleutelhouder
met uw duim opzij en trek de sleutel
vervolgens met uw andere hand uit de
houder.
OPMERKING: U kunt de nood-
sleutel op twee manieren in de
slotcilinders steken; het maakt
niet uit welke kant van de sleutel
zich aan de bovenzijde bevindt.
DE SLEUTELHOUDER UIT
HET CONTACT
VERWIJDEREN
Zet de schakelhendel in de stand
PARK. Draai de sleutelhouder naar de
stand OFF en verwijder vervolgens de
sleutelhouder.OPMERKING: De schakelaars
voor elektrische raambediening
blijven ook 10 minuten lang wer-
ken nadat de contactschakelaar in
de stand OFF is gezet, afhankelijk
van de instelling voor vertraagd
uitschakelen van de accessoires.
Door het openen van een voorpor-
tier wordt deze functie uitgescha-
keld.
WAARSCHUWING!
Trek, voordat u de auto verlaat,
altijd de handrem aan, zet de
schakelhendel in de stand PARK
en zet de contactschakelaar in de
stand OFF. Sluit altijd de auto af
wanneer u de auto verlaat.
Laat nooit kinderen alleen in een auto achter of in de buurt van een
auto die niet is afgesloten.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Het achterlaten van kinderenzonder toezicht in een auto is om
verschillende redenen gevaarlijk.
Kinderen of derden lopen dan het
risico op ernstig of zelfs dodelijk
letsel. Waarschuw kinderen dat
ze niet aan de handrem, het rem-
pedaal of de schakelhendel mo-
gen komen.
Laat de sleutelhouder niet achter in of in de buurt van de auto of op
een voor kinderen bereikbare
plaats, en laat het contact van een
voertuig met Keyless Enter-N-
Go™ niet in de stand ACC of
ON/RUN staan. Een kind zou de
knoppen van de elektrische
raambediening of andere schake-
laars kunnen bedienen of de auto
in beweging kunnen zetten.
Laat nooit kinderen of dieren achter in een geparkeerde auto bij
warm weer. De warmte in het in-
terieur kan ernstige gezondheids-
problemen veroorzaken en zelfs
dodelijk zijn.
Noodsleutel van Ignition Node
Module (IGNM, module van
ontstekingsknooppunt) verwijderen
14
LET OP!
Een niet-afgesloten auto is een uit-
nodiging voor dieven. Verwijder al-
tijd de sleutelhouder uit de contact-
schakelaar en vergrendel alle
portieren wanneer u de auto zonder
toezicht achterlaat.
WAARSCHUWINGSSYSTEEM
CONTACTSLEUTEL
Als u het bestuurdersportier opent
terwijl de sleutelhouder zich in het
contact bevindt en de contactschake-
laar in de stand OFF of ACC staat,
klinkt er een geluidssignaal om u er-
aan te herinneren de sleutel te verwij-
deren.
OPMERKING: Het waarschu-
wingssysteem voor de contactsleu-
tel werkt alleen wanneer de sleu-
telhouder in de stand OFF of ACC
staat.
Als uw auto is uitgerust met Keyless
Enter-N-Go™, klinkt er een geluids-
signaal wanneer u het bestuur-
dersportier opent terwijl de contact-
schakelaar in de stand ACC of ON/RUN (motor uitgeschakeld) staat.
Raadpleeg de paragraaf "Startproce-
dures" in het hoofdstuk "Starten en
rijden" voor meer informatie hierover.
STUURSLOT — (voor
bepaalde uitvoeringen/
landen)
Uw auto is mogelijk uitgerust met een
passief elektronisch stuurslot. Dit slot
zorgt ervoor dat de auto zonder con-
tactsleutel niet kan worden bestuurd.
Als het stuurwiel naar een van de ver-
grendelingsposities wordt bewogen
terwijl de sleutel zich in de stand OFF
bevindt, wordt het stuurwiel vergren-
deld.
HANDMATIG HET STUUR
VERGRENDELEN
Draai het stuurwiel een kwartslag in
een van beide richtingen bij draaiende
motor. Zet de motor af en verwijder de
contactsleutel. Draai het stuur ietwat
in een willekeurige richting tot het
wordt vergrendeld.
HET STUURSLOT
ONTGRENDELEN
Schakel het contact uit en weer in en
start de motor.
OPMERKING: Als u het stuur
naar rechts hebt gedraaid om het
slot te vergrendelen, moet u het
stuur iets naar rechts draaien om
het te ontgrendelen. Als u het stuur
naar links hebt gedraaid om het
slot te vergrendelen, moet u het
stuur iets naar links draaien om
het te ontgrendelen.
SENTRY KEY®
De Sentry Key® startonderbreker
voorkomt ongeoorloofd gebruik van
de auto door derden door de motor te
blokkeren. U hoeft het systeem niet te
activeren of in te schakelen. Dit sys-
teem werkt automatisch, ongeacht of
de auto is afgesloten.
Het systeem maakt gebruik van een
sleutelhouder met een afstandsbedie-
ning, een Keyless Ignition Node (KIN)
15
SLEUTELS LATEN
PROGRAMMEREN
Sleutelhouders of afstandsbedienin-
gen kunnen worden geprogrammeerd
door een erkende dealer.
ALGEMENE INFORMATIE
Sentry Key® werkt op een draaggolf-
frequentie van 433,92 MHz. De Sentry
Key® startonderbreker wordt gebruikt
in de volgende Europese landen waar-
voor richtlijn 1999/5/EG geldt: België,
Croatië, Denemarken, Duitsland, Fin-
land, Frankrijk, Griekenland, Honga-
rije, Ierland, Italië, Luxemburg, Neder-
land, Noorwegen, Oostenrijk, Polen,
Portugal, Roemenië, Rusland, Slove-
nië, Spanje, Tsjechië, het Verenigd Ko-
ninkrijk, Zweden en Zwitserland.
De werking moet voldoen aan de vol-
gende voorwaarden:
De apparatuur mag geen schade-lijke interferentie veroorzaken.
De apparatuur moet eventuele ont- vangen interferentie tolereren, ook
interferentie die mogelijk een onge-
wenste werking veroorzaakt.
ALARMSYSTEEM —
(voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
Het alarmsysteem bewaakt zowel de
portieren, achterklep/elektrisch be-
diende achterklep, motorkap en elek-
trisch bediende schuifdeuren van de
auto tegen toegang door onbevoegden
als de contactschakelaar tegen onbe-
voegd gebruik. Als het alarmsysteem
is ingeschakeld, zijn de schakelaars
van de portiersloten, elektrisch be-
diende schuifdeuren en elektrisch be-
diende achterklep geblokkeerd. Het
alarmsysteem geeft zowel geluids- als
lichtsignalen.
LET OP!
U mag het alarmsysteem niet wijzi-
gen of aanpassen. Door wijzigingen
of aanpassingen kan de beveili-
gingsfunctie van het alarmsysteem
verloren gaan.
ALARM OPNIEUW
INSCHAKELEN
Als het alarm afgaat en er geen actie
wordt ondernomen om het alarm te
uit te schakelen, schakelt het alarm-
systeem de claxon na 29 seconden uit.
Na nog eens 31 seconden worden ook
alle lichtsignalen uitgeschakeld,
waarna het alarmsysteem zichzelf
weer activeert.
VOOR HET INSCHAKELEN
VAN HET SYSTEEM
Volg deze stappen om het alarmsys-
teem in te schakelen:
1. Verwijder de sleutel uit de contact-
schakelaar (raadpleeg de paragraaf
"Startprocedures" in het hoofdstuk
"Starten en rijden" voor meer infor-
matie hierover).
Als uw auto is uitgerust met Keyless
Enter-N-Go™, controleer dan of de
contactschakelaar in de stand OFF
staat.
17
Indien uw auto niet is uitgerust met
Keyless Enter-N-Go™, controleer
dan of de contactschakelaar in de
stand OFF staat en de sleutel is ver-
wijderd uit de contactschakelaar.
2. Sluit de auto op een van de vol-
gende manieren af:
Druk op LOCK op de schakelaar
voor de centrale portiervergrendeling
in het interieur terwijl het
bestuurders- en/of passagiersportier
is geopend.
Druk op de vergrendelknop op de
Passive Entry-portiergreep aan de
buitenzijde, terwijl een geldige sleu-
telhouder zich ook aan buitenzijde
bevindt (raadpleeg de paragraaf
"Keyless Enter-N-Go™" in het
hoofdstuk "Uw auto" voor meer in-
formatie hierover).
Druk op de vergrendeltoets op de
afstandsbediening.
3. Sluit eventuele geopende portie-
ren.HET SYSTEEM
UITSCHAKELEN
Het alarmsysteem kan op de volgende
manieren worden uitgeschakeld:
Druk op de ontgrendelknop op deafstandsbediening.
Pak de Passive Entry Unlock- portiergreep vast (voor bepaalde
uitvoeringen/landen). Zie de para-
graaf "Keyless Enter-N-Go™" in
het hoofdstuk "Uw auto" voor meer
informatie hierover.
Draai de contactschakelaar uit de stand OFF.
Als uw auto is uitgerust met Keyless Enter-N-Go™, druk dan
op Start/Stop-knop van Keyless
Enter-N-Go™ (hiertoe dient mi-
nimaal één geldige sleutelhouder
aanwezig te zijn in de auto).
Wanneer uw auto niet is uitgerust met Keyless Enter-N-Go™, steek
dan een geldige sleutel in de con-
tactschakelaar en draai de sleutel
naar de stand ON. OPMERKING:
Het alarmsysteem kan niet wor-
den in- of uitgeschakeld via de
slotcilinder van het bestuur-
dersportier of de achterklep-
knop op de afstandsbediening.
Het alarmsysteem blijft actief wanneer de elektrisch bediende
achterklep wordt geopend. Als u
op de achterklepknop drukt,
wordt het alarmsysteem niet uit-
geschakeld. Als iemand de auto
binnendringt via de achterklep
en een portier opent, gaat het
alarm af.
Als het alarmsysteem is geacti- veerd, kunt u de portieren niet
ontgrendelen met de schake-
laars voor de centrale portier-
vergrendeling in het interieur.
Het alarmsysteem is bedoeld om uw
auto te beveiligen, maar er zijn om-
standigheden die een ongewenst
alarm veroorzaken. Als een van de
eerder beschreven procedures voor
het inschakelen van het alarm is uit-
gevoerd, zal het alarmsysteem worden
ingeschakeld, ongeacht of u zich in de
18
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Laat de sleutelhouder niet achterin of in de buurt van de auto of op
een voor kinderen bereikbare
plaats, en laat het contact van een
voertuig met Keyless Enter-N-
Go™ niet in de stand ACC of
ON/RUN staan. Een kind zou de
knoppen van de elektrische
raambediening of andere schake-
laars kunnen bedienen of de auto
in beweging kunnen zetten.
CENTRALE
PORTIERVERGRENDELING
(voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
Op het bekledingspaneel van beide
voorportieren bevindt zich u een
schakelaar voor de centrale portier-
vergrendeling. Met deze schakelaar
kunt u de portieren vergrendelen en
ontgrendelen. Als u op de schakelaar van de centrale
portiervergrendeling drukt wanneer
de sleutelhouder zich in de contact-
schakelaar bevindt en een voorportier
is geopend, zal de centrale portierver-
grendeling niet werken. Hierdoor
wordt voorkomen dat u per ongeluk
uw sleutels insluit in de auto. Na het
verwijderen van de sleutelhouder of
het sluiten van het portier werken de
sloten weer zoals gebruikelijk. Er
klinkt een geluidssignaal als de sleu-
telhouder in de contactschakelaar zit
en er een portier open staat om u
eraan te herinneren de sleutelhouder
te verwijderen.
Als u de knop voor centrale portier-
vergrendeling indrukt terwijl de
schuifdeur is geopend, zal de schuif-
deur worden vergrendeld.
Automatische
portiervergrendelingen
Wanneer deze ingeschakeld is, wor-
den de portieren automatisch ver-
grendeld zodra de rijsnelheid hoger is
dan 24 km/u. De automatische por-
tiervergrendeling kan door de er-
kende dealer in of buiten werking
worden gesteld op schriftelijk verzoek
van de klant. Bezoek uw erkende dea-
ler voor service.
Schakelaars centrale
portiervergrendeling bestuurderSchakelaars centrale
portiervergrendeling voorpassagier
1 - Raam open/dicht
2 - Centrale portiervergrendeling
25
Portieren automatisch
ontgrendelen bij uitstappen (voor
bepaalde uitvoeringen/landen)
De functie Portieren automatisch ont-
grendelen bij uitstappen ontgrendelt
alle portieren als één portier wordt
geopend. Dit gebeurt alleen als de
schakelhendel in de stand PARK is
gezet nadat er met de auto is gereden
(de versnellingshendel uit de stand
PARK was geschakeld en alle portie-
ren waren vergrendeld).
De functie Portieren automatisch ont-
grendelen bij uitstappen werkt niet
als de centrale portiervergrendeling
handmatig worden bediend (vergren-
delen of ontgrendelen).
Raadpleeg de paragraaf "Elektro-
nisch voertuiginformatiecentrum
(EVIC)/Persoonlijke instellingen
(door de klant te programmeren func-
ties)" in het hoofdstuk "Het instru-
mentenpaneel" voor meer informatie
hierover.OPMERKING: Neem bij gebruik
van de functies Portieren automa-
tisch vergrendelen bij 24 km/u en
Portieren automatisch ontgrende-
len bij uitstappen de lokale voor-
schriften in acht.
KEYLESS ENTER-N-GO™
Het Passive Entry-systeem is een uit-
breiding van het afstandsbediening-
systeem van de auto en een functie
van Keyless Enter-N-Go™. Met deze
functie kunt u portieren van uw auto
vergrendelen en ontgrendelen zonder
dat u op de vergrendel- en ontgrendel-
knoppen van de afstandsbediening
hoeft te drukken.
OPMERKING:
Passive Entry kan door middel
van programmeren worden in-
en uitgeschakeld. Raadpleeg de
paragraaf "Elektronisch voer-
tuiginformatiecentrum (EVIC)/
Persoonlijke instellingen (door
de klant te programmeren func-
ties)" in het hoofdstuk "Het in-
strumentenpaneel" voor meer
informatie hierover. Als een van de Passive Entry-
portiergrepen langere tijd niet is
gebruikt, kan de Passive Entry-
functie voor deze portiergreep
zijn uitgeschakeld. Als u aan de
desbetreffende portiergreep
trekt, wordt de Passive Entry-
functie voor de portiergreep op-
nieuw geactiveerd.
Als u handschoenen draagt of als de portiergreep met Passive
Entry is natgeregend, is het mo-
gelijk dat de vergrendeling min-
der gevoelig wordt en daardoor
langzamer reageert.
Als u de portieren ontgrendelt door middel van de portiergre-
pen met Passive Entry, maar
NIET aan de portiergrepen
trekt, zullen de portieren na 60
seconden automatisch worden
vergrendeld.
26