SPIEGELS KANTELEN BIJ
ACHTERUITRIJDEN (alleen
aanwezig met geheugenstoel),
(voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
Met deze functie worden de buiten-
spiegels automatisch gekanteld bij
achteruitrijden zodat de bestuurder
de grond achter de voorportieren kan
zien. De linkerbuitenspiegel beweegt
iets omlaag op het moment dat naar
de achteruitversnelling wordt gescha-
keld. De linkerbuitenspiegel keert
vervolgens terug naar zijn oorspron-
kelijke positie wanneer een andere
versnelling wordt gekozen. Elke opge-
slagen geheugeninstelling heeft een
bijbehorende positie voor het kante-
len van spiegels bij achteruitrijden.
OPMERKING:
De functie Tilt Mir-
rors In Reverse (spiegels kantelen
bij achteruitrijden) is af-fabriek
niet geactiveerd. De functie Tilt
Mirrors In Reverse (spiegels kante-
len bij achteruitrijden) kan worden
in- of uitgeschakeld in het elektro-
nische voertuiginformatiecentrum
(EVIC). Raadpleeg de paragraaf "Elektronisch voertuiginformatie-
centrum (EVIC)/Door de klant te
programmeren functies" in het
hoofdstuk "Het instrumentenpa-
neel" voor meer informatie hier-
over.
ELEKTRISCH
INKLAPBARE SPIEGELS
(voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
De schakelaar voor de elektrische in-
klapbare spiegels bevindt zich tussen de
spiegelschakelaars L (links) en R
(rechts). Druk eenmaal op de schake-
laar om de spiegels in te klappen en
druk nogmaals op de schakelaar om de
spiegels naar de normale rijstand terug
te klappen.
Als de spiegels zich in de ingeklapte
stand bevinden en de snelheid van het
voertuig is gelijk aan of hoger dan
16 km/u, worden ze automatisch uit-
geklapt.
VERLICHTE MAKE-
UPSPIEGELS (voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
Op de zonneklep bevindt zich een ver-
lichte make-upspiegel. Als u deze
spiegel wilt gebruiken, klapt u de zon-
neklep omlaag en het spiegelklepje
omhoog. De verlichting gaat dan au-
tomatisch aan. Als u het spiegelklepje
sluit, wordt de verlichting uitgescha-
keld.
Schakelaar elektrisch inklapbare
spiegels
Verlichte spiegel
95
OPMERKING: De stoel keert te-
rug naar de geheugenstand (als
Geheugen oproepen op ON is inge-
steld met afstandsbediening) zo-
dra de afstandsbediening wordt
gebruikt om het portier te ontgren-
delen. Raadpleeg de paragraaf
"Geheugenstoel" in het hoofdstuk
"De functies van uw auto" voor
meer informatie hierover.
Tilt Mirror In Reverse (Spiegel
kantelen bij achteruitrijden)
(voor bepaalde uitvoeringen/
landen)
Als deze functie is geselecteerd, kan-
telt de bestuurdersspiegel naar bene-
den wanneer de achteruitversnelling
wordt ingeschakeld, zodat de be-
stuurder zicht heeft op wat eerder een
dode hoek was, waardoor voorwerpen
die zich dicht bij de achterkant van de
auto bevinden, kunnen worden ont-
weken. Om uw keuze te maken drukt
u herhaald kort op de selectieknop,
totdat een vinkje naast de functie ver-
schijnt, waarmee aangegeven wordtdat het systeem geactiveerd is, of tot-
dat het vinkje verdwijnt waarmee
wordt aangegeven dat het systeem is
uitgeschakeld.
Blind Spot Alert
(dodehoekwaarschuwing) (voor
bepaalde uitvoeringen/landen)
Er zijn drie keuzemogelijkheden voor
de dodehoekbewaking: "Blind Spot
Alert Lights" (Dodehoekwaarschu-
wing d.m.v. lampjes), "Blind Spot
Alert Lights/CHM" (Dodehoekwaar-
schuwing d.m.v. lampjes/
geluidssignaal) en "Blind Spot Alert
Off" (Dodehoekwaarschuwing Uit).
De dodehoekwaarschuwingsfunctie
kan worden geactiveerd in de modus
"Dodehoekwaarschuwing" (Blind
Spot Alert). Wanneer deze modus is
geselecteerd, is het dodehoekwaar-
schuwingssysteem geactiveerd en zal
het een visuele waarschuwing in de
buitenspiegels tonen. De functie Do-
dehoekwaarschuwing kan worden ge-
activeerd in de modus "Blind Spot
Alert Lights/CHM" (Dodehoekwaar-
schuwing d.m.v. lampjes/
geluidssignaal). In deze modus zal het
systeem voor dodehoekbewaking(BSM) een visuele waarschuwing to-
nen in de buitenspiegels en een ge-
luidssignaal geven wanneer de rich-
tingaanwijzers worden ingeschakeld.
Wanneer "Blind Spot Alert Off" (do-
dehoekwaarschuwing uit) wordt ge-
selecteerd, wordt de dodehoekbewa-
king uitgeschakeld.
Om uw keuze te maken drukt u her-
haald kort op de selectieknop, totdat
een vinkje naast de functie verschijnt,
waarmee aangegeven wordt dat het
systeem geactiveerd is, of totdat het
vinkje verdwijnt waarmee wordt aan-
gegeven dat het systeem is uitgescha-
keld.
OPMERKING: Wanneer uw auto
schade heeft opgelopen in het ge-
bied waar zich de sensor bevindt,
kan het zijn dat de sensor niet
meer juist uitgelijnd is, ook wan-
neer het plaatwerk niet bescha-
digd is. Laat in een dergelijk geval
de uitlijning van de sensor contro-
leren door een erkende dealer. Als
een sensor niet correct is uitge-
lijnd, zal de dodehoekbewaking
niet op de juiste manier werken.
221