WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Ongewenste beweging van deauto kan lichamelijk letsel tot ge-
volg hebben van mensen in en bij
de auto. Net als bij alle andere
voertuigen, mag u een auto nooit
verlaten als de motor draait. Zet
voordat u de auto verlaat altijd de
schakelhendel in de stand PARK,
trek de handrem aan en neem de
sleutelhouder uit het contact.
Wanneer de contactschakelaar in
de stand LOCK staat, wordt de
versnellingsbak in de parkeer-
stand vergrendeld, waardoor de
auto niet ongewenst in beweging
kan komen.
Verwijder altijd uw sleutelhouder bij het uitstappen en sluit de auto
af.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Laat nooit kinderen alleen in eenauto achter of in de buurt van een
auto die niet is afgesloten. Het
achterlaten van kinderen zonder
toezicht in een auto is om ver-
schillende redenen gevaarlijk.
Kinderen of derden lopen dan het
risico op ernstig of zelfs dodelijk
letsel. Waarschuw kinderen dat
ze niet aan de handrem, het rem-
pedaal of de schakelhendel mo-
gen komen.
Laat de sleutelhouder niet achter in of in de buurt van de auto (of
op een voor kinderen bereikbare
plaats) en laat het contact (van
een voertuig met Keyless Enter-
N-Go™) niet in de stand ACC of
ON/RUN staan. Een kind zou de
knoppen van de elektrische
raambediening of andere schake-
laars kunnen bedienen of de auto
in beweging kunnen zetten.
SLEUTELBLOKKERING
Omdat deze auto is uitgerust met een
sleutelblokkering, moet de versnel-
lingsbak in de parkeerstand worden
gezet voordat de contactschakelaar
naar de stand LOCK kan worden ge-
draaid. De sleutelhouder kan alleen
uit het contact worden verwijderd
wanneer de contactschakelaar in de
stand LOCK staat, en de schakelhen-
del is vergrendeld in de stand PARK
wanneer de contactschakelaar in de
stand LOCK staat.
OPMERKING: Wanneer er een
storing optreedt, zal het systeem de
sleutelhouder in de contactscha-
kelaar blokkeren, om u zo te waar-
schuwen dat deze beveiliging niet
meer werkt. U kunt de motor star-
ten en afzetten, maar u kunt de
sleutelhouder niet uit het contact-
slot nemen zolang u de auto niet
voor onderhoud heeft aangeboden.
271
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Ongewenste beweging van deauto kan lichamelijk letsel tot ge-
volg hebben van mensen in en bij
de auto. Net als bij alle andere
voertuigen, mag u een auto nooit
verlaten als de motor draait. Zet
voordat u de auto verlaat altijd de
schakelhendel in de stand PARK,
trek de handrem aan en neem de
sleutelhouder uit het contact.
Wanneer de contactschakelaar in
de stand LOCK staat, wordt de
versnellingsbak in de parkeer-
stand vergrendeld, waardoor de
auto niet ongewenst in beweging
kan komen.
Verwijder altijd uw sleutelhouder bij het uitstappen en sluit de auto
af.
Laat nooit kinderen alleen in een auto achter of in de buurt van een
auto die niet is afgesloten.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Het achterlaten van kinderenzonder toezicht in een auto is om
verschillende redenen gevaarlijk.
Kinderen of derden lopen dan het
risico op ernstig of zelfs dodelijk
letsel. Waarschuw kinderen dat
ze niet aan de handrem, het rem-
pedaal of de schakelhendel mo-
gen komen.
Laat de sleutelhouder niet achter in of in de buurt van de auto (of
op een voor kinderen bereikbare
plaats) en laat het contact (van
een voertuig met Keyless Enter-
N-Go™) niet in de stand ACC of
ON/RUN staan. Een kind zou de
knoppen van de elektrische
raambediening of andere schake-
laars kunnen bedienen of de auto
in beweging kunnen zetten.
LET OP!
Voordat u de schakelhendel uit destand PARK beweegt, moet u de
contactschakelaar van de stand
LOCK/OFF in de stand ON/RUN
zetten en tevens het rempedaal
ingetrapt houden. Anders kan de
schakelhendel beschadigd raken.
Laat de motor NOOIT met hoge toerentallen draaien als u vanuit
de standen PARK of NEUTRAL
naar een andere versnelling scha-
kelt. Anders kan schade aan de
aandrijflijn ontstaan.
U kunt aan de hand van de volgende
indicatoren controleren of u naar de
stand PARK hebt geschakeld:
Wanneer u naar de stand PARK schakelt, beweeg de schakelhendel
dan krachtig helemaal naar voren
en naar links totdat de pook stopt
en volledig op zijn plaats zit.
274
OPMERKING:
Als de parkeerrem is ingescha-keld en de automatische ver-
snellingsbak in een versnelling
staat, gaat het "Waarschuwings-
lampje remsysteem" knipperen.
Als beweging van de auto wordt
gedetecteerd, klinkt er een ge-
luidssignaal om de bestuurder
hierop te wijzen. Zet de hand-
rem volledig vrij voordat u met
de auto gaat rijden.
Dit lampje geeft dan alleen aan dat de handrem is aangetrok-
ken. Het geeft niet aan hoe
krachtig de handrem is aange-
trokken.
Wanneer u op een helling parkeert is
het belangrijk dat u op een afdaling de
voorwielen naar de stoeprand toe
draait en op een helling van de stoep-
rand af. Trek bij voertuigen met een
automatische versnellingsbak de hand-
rem aan voordat u de versnellingspook
in de stand PARK zet. Anders kan het
door de belasting die op het vergren-
delmechanisme van de versnellingsbak werkt moeilijk zijn om de versnellings-
pook uit de PARK-stand te verwijde-
ren. De handrem moet altijd aange-
trokken zijn als de bestuurder niet in de
auto zit.
WAARSCHUWING!
Gebruik de stand PARK nooit als
vervanging voor de handrem.
Trek de handrem altijd volledig
aan als u de auto parkeert, om te
voorkomen dat de auto gaat rol-
len en mogelijk letsel of schade
veroorzaakt.
Verwijder altijd uw sleutelhouder bij het uitstappen en sluit de auto
af.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Laat nooit kinderen alleen in eenauto achter of in de buurt van een
auto die niet is afgesloten. Het
achterlaten van kinderen zonder
toezicht in een auto is om ver-
schillende redenen gevaarlijk.
Kinderen of derden lopen dan het
risico op ernstig of zelfs dodelijk
letsel. Waarschuw kinderen dat
ze niet aan de handrem, het rem-
pedaal of de schakelhendel mo-
gen komen.
Laat de sleutelhouder niet achter in of in de buurt van de auto (of
op een voor kinderen bereikbare
plaats) en laat het contact van een
voertuig met Keyless Enter-N-
Go™ niet in de stand ACC of
ON/RUN staan. Een kind zou de
knoppen van de elektrische
raambediening of andere schake-
laars kunnen bedienen of de auto
in beweging kunnen zetten.
282
Inleiding....................4
Inrijden van nieuwe auto,aanbevelingen
.............78
Inrijperiode nieuw voertuig......78
Instapruimte, verlicht..........19
Instelbare stuurkolom.........154
Instellingen, persoonlijk........217
Instructieboekje(gebruiksaanwijzing)
..........6
Instrumentengroep.......195, 197
Instrumentenpaneel enbedieningsinstrumenten
......194
Instrumentenpaneel, reinigen. . . .370
Interieurverlichting...........147
Interieur, verzorging enonderhoud
.............. .369
Intervention Regeneration
Strategy
................354
iPod®/USB/MP3-bediening,Bluetooth Streaming Audio
. . .125
Kaart-/leeslampen...........165
Kalibreren, kompas..........215
Keuze van koelvloeistof(antivries)
...........361, 381
Keyless Enter-N-Go.......26, 266
Keyless Go................214
Kilometerteller............. .197
Kindersloten................35
Kinderstoeltje...............64
Kinderzitjes.................64
Kledinghaak.............. .178
Kleerhaakje................178
Klimaatregeling.............252
Knipperlichten,
richtingaanwijzer
. . .81, 197, 379
waarschuwingsknipperlichten. .329
Koelmiddel................357
Koelsysteem.............. .360
Koelsysteem,
aftappen, spoelen, bijvullen
. . .361
(antivries) kloelvloeistof
bijvullen
.............. .362
belangrijke punten........363
controle................363
inhoud koelvloeistofreservoir. .381
keuze van de koelvloeistof
(antivries)
..........361, 381
koelvloeistofpeil.......360, 363
oude koelvloeistof afvoeren. . .362
Koelvloeistof (antivries) bijvullen. .362
Kompas..................214
Kompasafwijking............215
Kompas, afwijkingen.........215
Kompas kalibreren...........215
Koolstofmonoxide, waarschuwing. .79
Koplampen................147
Koplampen,
lichtsignaal
.............150
reinigen................370
sproeiers............148, 186
uitschakelvertraging.......148
verstellen.............. .151
Koplampsproeiers............186
Krik, gebruik...............331
Laden van het voertuig........294
Lading.................. .178
Lading,
banden
................293
Lakonderhoud............. .367
Lampen...................81
Lampen,
mist-
..........149, 197, 379
vervangen...........377, 378
Lampen, verlichting.......81, 377
Lampen vervangen...........378
Lampje Motor controleren(storingslampje)
...........200
Lampjes,ABS
..................198
airbag.........58, 62, 80, 201
LampjesIndicatielampje grootlicht
. . . .197
Lampjes,waarschuwing
(Instrumentengroep)
.......197
401