Page 137 of 192

135
5
VEILIGHEID
Kinderen aan boord
RÖMER BabySafe Plus ISOFIX
(gewichtsgroep E
)
Groep 0+: tot ongeveer 13 kg
Dit zitje wordt met de rug in de rijrichting geplaatst met behulp van een ISOFIX-onderstel dat
wordt bevestigd aan de ringen A
.
De steun van het ISOFIX-onderstel moet op de juiste hoogte worden afgesteld zodat deze op
de vloer van de auto rust.
RÖMER Duo Plus ISOFIX
(gewichtsgroep B1
)
Groep 1: van 9 tot 18 kg
Dit zitje wordt met het gezicht in de rijrichting geplaatst.
Het wordt verankerd met een bovenste riem aan de bovenste ISOFIX-ring, de TOP TETHER.
Er zijn drie standen mogelijk: rechtop, ruststand en ligstand.
Dit kinderzitje kan ook worden bevestigd op zitplaatsen die niet zijn voorzien van ISOFIX-bevestigingen.
Het is in dat geval verplicht het kinderzitje met de normale driepunts veiligheidsgordel op de zitplaats van de auto te bevestigen.
Volg bij het plaatsen van het kinderzitje de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van het zitje.
ISOFIX-KINDERZITJE AANBEVOLEN DOOR CITROËN EN GOEDGEKEURD
VOOR UW AUTO (COMBI)
Page 138 of 192

136
Kinderen aan boord
OVERZICHT BEVESTIGING ISOFIX-KINDERZITJES (COMBI)
Overeenkomstig de Europese wetgeving geeft het overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen van een ISOFIX-kinderzitje op een
plaats in de auto voorzien van ISOFIX-bevestigingen.
Bij universele en semi-universele ISOFIX-kinderzitjes wordt de ISOFIX-maat op het kinderzitje naast het ISOFIX-logo aangegeven met een
letter ( A
t/m G
).
IUF :
zitplaats geschikt voor de bevestiging van een u
niverseel gehomologeerd I
SOFIX-kinderzitje met het gezicht in de rijrichting en een
bovenste riem (" T op Tether" bevestiging).
IL-SU :
zitplaats geschikt voor de bevestiging van een s
emi- u
niverseel gehomologeerd I
SOFIX-kinderzitje:
- rug in de rijrichting voorzien van een bovenste riem ("Top Tether" bevestiging) of een steun,
- gezicht in de rijrichting voorzien van een steun.
Raadpleeg het hoofdstuk "ISOFIX-bevestigingen" voor meer informatie over de bevestiging van de bovenste riem ("Top Tether" bevestigingen).
X:
plaats niet geschikt voor het bevestigen van een ISOFIX-kinderzitje uit de aangegeven gewichtsgroep.
Gewicht van het kind
/ leeftijdsindicatie
Tot 10 kg
(groep 0)
Tot ca.
6 maanden
Tot 10 kg
(groep 0)
Tot 13 kg
(groep 0+)
Tot ca. 1 jaar
Van 9 tot 18 kg (groep 1)
Van ca. 1 tot ca. 3 jaar
Type ISOFIX-kinderzitje
Reiswieg
*
"rug in de rijrichting"
"rug in de
rijrichting"
"gezicht in de
rijrichting"
ISOFIX-maat
F
G
C
D
E
C
D
A
B
B1
ISOFIX-kinderzitjes universeel en
semi-universeel geschikt voor bevestiging
op de buitenste zitplaatsen achter
X
IL-SU
IL-SU
IUF
*
Op de voorpassagiersstoel kan geen reiswieg of reisbedje worden bevestigd.
Page 139 of 192
137
6
ACCESSOIRES
Trekken van een aanhanger
TREKKEN VAN EEN AANHANGER, EEN CARAVAN...
Adviezen
De motorventilateur wordt elektrisch bediend
en is niet afhankelijk van het motortoerental.
Gebruik daarom een zo hoog mogelijke
versnelling om het toerental te beperken en
pas uw snelheid aan. Let in elk geval goed op de aanwijzing van
de koelvloeistoftemperatuurmeter. Bij het slepen van een auto dienen de wielen
van de gesleepte auto vrij rond te draaien;
de versnellingsbak moet in de neutraalstand
staan.
Koeling:
het trekken van een aanhanger
op een helling veroorzaakt een hogere
koelvloeistoftemperatuur.
Page 140 of 192

138
Trekken van een aanhanger
Bij zeer zware gebruiksomstandigheden (het
trekken van het maximale aanhangergewicht
op een steile helling bij hoge temperatuur),
kan de airconditioning automatisch worden
uitgeschakeld om de prestaties van de
motor weer te verhogen.
Als het verklikkerlampje van
de koelvloeistoftemperatuur
gaat branden, stop dan zo snel
mogelijk en zet de motor af.
Zie in de rubriek 7 het gedeelte
"Niveaus".
Banden:
controleer de bandenspanning
van de auto (zie rubriek 7 het gedeelte
"Identificatie") en de aanhanger en breng
deze indien nodig op de juiste waarde.
Remmen:
het trekken van een aanhanger
vergroot de remweg. Rijd met matige
snelheid, schakel tijdig terug en rem
geleidelijk.
Zijwind:
de zijwindgevoeligheid van de auto
is groter. Rijd daarom soepel en met matige
snelheid.
ABS:
dit systeem werkt uitsluitend op de
auto en niet op de aanhanger.
Parkeerhulp achter:
bij het gebruik
van een originele CITROËN-trekhaak
wordt de parkeerhulp achter automatisch
uitgeschakeld (zie in rubriek 3 het gedeelte
"Parkeerhulp achter").
Trekhaak
Wij raden u aan gebruik te maken van
een originele trekhaak van CITROËN
en bijbehorende kabelset, die tijdens de
ontwikkeling van uw auto uitgebreid zijn
getest, en deze te laten monteren door een
servicepunt van het CITROËN-netwerk of
door een gekwalificeerde werkplaats.
Wanneer de trekhaak buiten het
CITROËN-netwerk wordt gemonteerd, dient
dit volgens de aanwijzingen van de fabrikant
te worden uitgevoerd met behulp van de
daarvoor bestemde elektrische aansluitingen
aan de achterzijde van de auto.
De sensoren van de parkeerhulp achter
worden bij het aankoppelen van een
aanhanger automatisch uitgeschakeld.
Als de stekker van de aanhanger uit de
stekkerdoos op de auto wordt gehaald,
treden de sensoren van de parkeerhulp
achter weer in werking.
Verdeling gewicht
Verdeel het gewicht in de caravan/
aanhanger gelijkmatig met de zwaarste
voorwerpen zo dicht mogelijk bij de as
en houd u aan de toegestane kogeldruk.
Door een geringere luchtdichtheid nemen
de prestaties van de motor af als men
op grotere hoogte boven de zeespiegel
komt. Trek boven de 1000 m 10% van het
maximum aanhangergewicht af en herhaal
dit voor elke volgende 1000 m. Raadpleeg
het hoofdstuk "Technische gegevens" voor
de gewichten en aanhangergewichten die
voor uw auto van toepassing zijn. Zie ook
de documenten van uw auto en caravan/
aanhanger (kentekenbewijs...).
Page 141 of 192

139
6
ACCESSOIRES
Uitrusting
IMPERIAAL EN ALLESDRAGERS
Monteer de dwarsdragers of imperiaal op de
daarvoor bestemde bevestigingspunten.
Maximale belasting: 75 kg .
OVERIGE ACCESSOIRES
Het CITROËN-netwerk biedt u een ruime
keuze aan accessoires en originele
onderdelen.
Al deze accessoires en onderdelen zijn
getest en goedgekeurd ten aanzien van
zowel bedrijfszekerheid als veiligheid.
Deze accessoires en onderdelen zijn
volledig aangepast aan uw auto en voorzien
van een onderdeelnummer en de garantie
van CITROËN.
Zorg ervoor dat het maximaal
toelaatbare totaalgewicht van de auto
nooit wordt overschreden.
Gamma professionele uitrusting
De Directie Onderdelen geeft een catalogus
met accessoires uit waarin u uitrustingen en
voorzieningen kunt vinden, zoals:
- houten vloerbeschermingsplaten,
houten vloer met antisliplaag, houten
betimmering, beschermingsrooster voor
de ruiten,
- imperiaal, set dakstangen, laadrol,
- trekhaken, 7/13-, 7/7- en 13-polige
trekhaakkabelsets...
Montage van elektrische uitrusting of
accessoires die niet door CITROËN
zijn goedgekeurd, kan leiden tot storingen in
het elektrische systeem van uw auto en een
verhoogd brandstofverbruik.
Houd rekening met deze bijzonderheid en
wij raden u aan contact op te nemen met
een vertegenwoordiger van CITROËN om
u te laten informeren over het assortiment
uitrustingen en accessoires voorzien van
een onderdeelnummer.
Afhankelijk van het land van bestemming
is de aanwezigheid van een reflecterend
veiligheidsvest, een gevarendriehoek, een
lampenset en reservezekeringen in de auto
verplicht.
Als u communicatieapparatuur met een
externe antenne laat inbouwen, kunt u
contact opnemen met het CITROËN-netwerk
voor informatie over de eisen waaraan de
apparatuur moet voldoen (frequentiebereik,
maximum uitgangsvermogen, plaatsing van
de antenne, installatie-eisen) volgens de
Europese richtlijn 2004/104/CE.
Bij montage van een trekhaak en
de bijbehorende kabelset buiten het
CITROËN-netwerk is het verplicht gebruik te
maken van de elektrische voorbereiding van
de auto en de installatievoorschriften van de
fabrikant.
Page 142 of 192

140
Uitrusting
Overige accessoires
Er is ook een ander aanbod van accessoires
beschikbaar in het CITROËN-netwerk.
"Comfort":
thermomodule, kleerhanger op hoofdsteun,
leeslamp, parkeerhulp achter...
"Transportmiddelen":
bagagebak, opbergnet op achterdeur, set
dakstangen in dwars- en lengterichting,
dakkoffers...
"Styling":
wieldoppen, beveiligde wieldoppen...
"Veiligheid":
alarminstallatie, graveren van ruiten,
alcoholtester, verbanddoos, veiligheidsvest,
gevarendriehoek, zitverhogingen en zitjes
voor kinderen, sneeuwkettingen...
"Bescherming":
rubber matten, moquette matten, 3D matten,
stoelhoezen geschikt voor zijairbags,
spatlappen voor en achter...
"Multimedia":
autoradio's, handsfree kit, luidsprekers,
portable navigatiesystemen, radarverklikker,
WiFi on Board...
Bij het CITROËN-netwerk zijn tevens
reinigings- en onderhoudsmiddelen
(voor interieur en exterieur) verkrijgbaar,
waaronder de milieuvriendelijke producten
van het gamma "TECHNATURE", evenals
producten voor het bijvullen van reservoirs
(ruitensproeiervloeistof...), lakstiften
en spuitbussen voor het bijwerken van
lakschades met de exacte kleur van de
carrosserie van uw auto, vulpatronen voor
de bandenreparatieset, ...
Om te voorkomen dat de werking van de
pedalen wordt gehinderd:
- controleer of de mat goed op zijn plaats
ligt en goed is bevestigd,
- leg nooit meerdere matten boven op
elkaar.
Page 143 of 192

141
7
SNEL WEER OP WEG
Accu
ACCU
Uitvoering zonder
Stop & Start-systeem
A.
Metalen pluspool van uw auto.
B.
Hulpaccu.
C.
Massapunt van uw auto.
D.
Metalen minpool van uw auto.
Laden met behulp van een acculader
Starten met een hulpaccu
- Sluit de rode kabel eerst aan op de
metalen pluspool A
en vervolgens op de
(+) pool van de hulpaccu B
.
- Sluit de groene of zwarte kabel aan op de
(-) pool van de hulpaccu B
.
- Sluit het andere uiteinde van de groene
of zwarte kabel aan op het massapunt
C
van uw auto (nooit op de metalen
minpool D
van uw auto).
- Stel de startmotor in werking en laat de
motor draaien.
- Wacht tot de motor stationair draait en
neem dan de kabels los.
Laad de accu niet op zonder de
accukabels los te nemen.
- Maak de twee accupoolklemmen met
snelkoppeling los van de accu.
- Volg de aanwijzingen van de fabrikant van
de acculader.
- Controleer of de accupolen en de
klemmen schoon zijn. Indien ze bedekt
zijn met een (witte of groene) oxidatielaag,
neem dan de accukabels los en reinig de
polen en de klemmen.
- Sluit de twee accupoolklemmen met
snelkoppeling weer aan, te beginnen met
de minpool (-).
Een aantal functies is niet
beschikbaar als de laadtoestand van
de accu onvoldoende is.
Page 144 of 192

142
Accu
Uitvoering met Stop & Start-systeem
A.
Beschermkap.
B.
Metalen pluspool van uw auto.
C.
Hulpaccu.
D.
Massapunt van uw auto.
E.
Ontgrendelingsknop van de stekker.
F.
Stekker van de controlesensor.
G.
Controlesensor van de laadtoestand.
H.
Metalen minpool van uw auto.
Laden met behulp van een acculader
- Volg de aanwijzingen van de fabrikant
van de acculader.
- Controleer of de accupolen en de
klemmen schoon zijn. Indien ze
bedekt zijn met een (witte of groene)
oxidatielaag, neem dan de accukabels
los en reinig de polen en de klemmen.
- Sluit de stekker F
van de controlesensor
G
aan.
- Plaats de beschermkap A
van de metalen
pluspool B
.
Starten met een hulpaccu
- Verwijder de beschermkap A
van de
metalen pluspool B
.
- Sluit de rode kabel aan op de metalen
pluspool B
en vervolgens op de pluspool
(+) van de hulpaccu C
.
- Sluit de groene of zwarte kabel aan de
minpool (-) van de hulpaccu C
.
- Sluit het andere uiteinde van de groene
of zwarte kabel aan op het massapunt
D
van uw auto (nooit op de metalen
minpool H
van uw auto).
- Stel de startmotor in werking en laat de
motor draaien.
- Wacht tot de motor stationair draait en
neem dan de kabels los.
- Plaats de beschermkap A
van de metalen
pluspool B
.
Koppel de accu niet los om deze op te
laden.
- Druk op de ontgrendelingsknop E
om de
stekker F
los te kunnen maken.
- Maak de stekker F
van de controlesensor
G
los.
- Verwijder de beschermkap A
van de
metalen pluspool B
.
- Sluit de kabels van de acculader aan:
(+) op de metalen pluspool B
; (-) op de
metalen minpool H
. Maak de controlesensor G
nooit los
van de metalen minpool H
, behalve
als de accu vervangen wordt.