Page 145 of 336

6/
RIJDEN
Uitschakelen/activeren van de parkeerhulp vóór en achter
Grafische weergave
PARKEERHULP VÓÓR
De parkeerhulp vóór is een aanvulling op de parkeerhulp achter en wordt
geactiveerd zodra er bij een wagensnelheid van maximaal 10 km/h vóór
de auto een obstakel wordt gedetecteerd.
De parkeerhulp vóór wordt uitgeschakeld zodra de auto langer dan drie
seconden stilstaat met een ingeschakelde versnelling vooruit, als er geen
obstakel meer wordt gedetecteerd of wanneer de wagensnelheid hoger
wordt dan 10 km/h.
De grafi sche weergave is een aanvulling op het geluidssignaal. Op het
multifunctionele display worden blokjes weergegeven die het pictogram
van de auto steeds dichter naderen. Als de auto het obstakel zeer dicht
genaderd is, verschijnt het symbool "Gevaar" op het display.
De functie kan worden uitgeschakeld door deze knop in te drukken. Het
controlelampje in de knop gaat branden.
Door de knop opnieuw in te drukken wordt de functie weer geactiveerd.
Het controlelampje dooft.
Aan de hand van het geluid dat via de luidspreker (voor of achter) wordt
weergegeven, is te herkennen of het obstakel zich voor of achter de
auto bevindt.
Page 146 of 336

144
Uitschakelen/activeren parkeerhulp achter
De parkeerhulp kan worden geactiveerd of uitgeschakeld
via het confi guratiemenu van de auto.
De status van de functie wordt opgeslagen bij het afzetten
van het contact.
Raadpleeg voor meer informatie over de toegang tot het menu
van de parkeerhulp het hoofdstuk over het instellen van de
uitrustingen van uw auto.
STORING
Als er een storing optreedt, gaat bij het inschakelen
van de achteruitversnelling dit verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel branden en/of wordt er een bericht op het
display weergegeven, in combinatie met een geluidssignaal
(korte pieptoon).
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalifi ceerde werkplaats.
Controleer bij slecht weer of in winterse omstandigheden of de
sensoren soms bedekt zijn met modder, ijs of sneeuw. Bij het
inschakelen van de achteruitversnelling geeft een geluidssignaal
(lange pieptoon) aan dat de sensoren vuil kunnen zijn.
De parkeerhulp kan geluidssignalen geven als reactie op
bepaalde omgevingsgeluiden (motoren, vrachtwagens, drilboren,
enz.).
De functie wordt automatisch uitgeschakeld zodra een aanhanger
wordt aangekoppeld of een fi etsendrager wordt gemonteerd
(auto's voorzien van een door PEUGEOT aanbevolen trekhaak of
fi etsendrager).
Page 147 of 336
7/
ONDERHOUD
PARTNERS IN PRESTATIES
EN VERMINDERING VAN HET
BRANDSTOFVERBRUIK
Innovatie voor optimale prestaties
De afdelingen Research & Development van TOTAL
ontwikkelen voor PEUGEOT smeermiddelen die
geschikt zijn voor de nieuwste technologieën die in
auto's van het merk PEUGEOT worden toegepast.
U bent op die manier verzekerd van optimale
prestaties en een maximale levensduur van de
motor van uw auto.
Vermindering van de uitstoot van schadelijke stoffen
De smeermiddelen van TOTAL zijn ontwikkeld
om het rendement van de motoren nog
verder te verbeteren en de systemen voor
uitlaatgasnabehandeling te beschermen. Voor een
correcte werking van deze systemen is het van het
grootste belang dat de onderhoudsvoorschriften van
PEUGEOT worden nageleefd.
ADVISEERT
Page 148 of 336

146
BRANDSTOFTANK
Inhoud van de brandstoftank: ongeveer 55 liter.
WAARSCHUWING BRANDSTOFNIVEAU
TANKEN
Als dit verklikkerlampje gaat branden in combinatie met een
geluidssignaal en een waarschuwingsmelding, is het minimale
niveau in de brandstoftank bereikt. Op het moment dat het
lampje gaat branden, is er nog ongeveer 5 liter brandstof
over in de tank.
Zolang er nog niet voldoende brandstof is getankt, zal dit lampje steeds
bij het aanzetten van het contact gaan branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding. Tijdens het rijden zullen dit geluidssignaal
en deze waarschuwingsmelding worden herhaald en, naarmate het
niveau "0"
dichterbij komt, met steeds kortere tussenpozen.
Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen dat u met een lege tank strandt.
Raadpleeg indien u strandt met een lege tank (Diesel) de paragraaf
"Brandstoftank leeg (Diesel)".
Op een label aan de binnenzijde van de brandstofvulklep staat de
voorgeschreven soort brandstof voor uw auto aangegeven.
Voor een juiste weergave van de brandstofniveaumeter is het raadzaam
minimaal 5 liter brandstof te tanken. Veilig tanken:
)
zet altijd de motor af,
)
druk op de achterste gedeelte van de brandstofvulklep om deze te openen,
)
draai de dop linksom,
)
verwijder de dop en bevestig deze aan de haak aan de binnenzijde
van de klep,
)
u kunt de auto voltanken, maar laat het vulpistool nooit meer
dan 3 keer afslaan
. Indien dit wel gebeurt, kunnen er storingen
optreden. Bij het openen van de brandstofvulklep kan een aanzuiggeluid van
lucht hoorbaar zijn. Dit is normaal en komt doordat de afdichting
van het brandstofcircuit een onderdruk veroorzaakt.
Page 149 of 336

7/
ONDERHOUD
BRANDSTOFKWALITEIT VOOR
BENZINEMOTOREN
Auto's met benzinemotoren kunnen probleemloos rijden op
biobrandstoffen van het type E10 en E24 (deze bevatten resp. 10% en
24% ethanol) die voldoen aan de Europese richtlijnen EN 228 en
EN 15376.
Brandstoffen van het type E85 (deze bevatten tot 85% ethanol) zijn
uitsluitend geschikt voor auto's die speciaal bestemd zijn voor dit type
brandstof (BioFlex-auto's). De kwaliteit van de ethanol moet voldoen
aan de Europese richtlijn EN 15293.
Auto's die kunnen rijden op brandstoffen met een ethanolgehalte tot
100% (type E100), worden alleen verkocht in Brazilië.
Alleen auto's die in Rusland worden verkocht, kunnen rijden op loodvrije
benzine met een octaangetal van 92 RON.
BRANDSTOFKWALITEIT VOOR
DIESELMOTOREN
Auto's met dieselmotoren kunnen probleemloos rijden op biobrandstoffen
die aan de huidige en toekomstige Europese richtlijnen voldoen (diesel
die voldoet aan de richtlijn EN 590 gemengd met biobrandstof die voldoet
aan de richtlijn EN 14214) en die aan de pomp getankt kunnen worden
(met een gehalte aan methyl-estervetzuren van 0 tot 7%).
Het gebruik van biobrandstof B30 is mogelijk bij bepaalde
dieselmotoren op voorwaarde dat de bijzondere
onderhoudsvoorschriften strikt worden nageleefd. Raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalifi ceerde werkplaats.
Het gebruik van elk ander type (bio)brandstof (zuivere of verdunde
plantaardige of dierlijke olie, stookolie ...) is nadrukkelijk verboden (kans
op schade aan de motor en het brandstofcircuit).
Na het tanken:
)
breng de dop aan,
)
draai deze naar rechts,
)
sluit de brandstofvulklep.
Bij vorst
Bij vorst kan het voorkomen dat de brandstofvulklep vastzit.
In dat geval kunt u de klep vanuit de bagageruimte met de hand
losmaken.
Page 150 of 336