INHOUD
2
ECO-RIJDEN 20-21
Richtingaanwijzers 102Alarmknipperlichten 102Urgence-oproep of Assistance-oproep 103Claxon 103
Controlesysteem bandenspanning 103Hulpsystemen bij het remmen 105Stabiliteitscontrolesystemen 106Actieve motorkap 108
Beweegbare spoiler 109Veiligheidsgordels 111Airbags 114Kinderzitjes 119
Voorstoelen 65Stuurwielverstelling 69Spiegels 70Achterbank 73Ventilatie 74
Automatische airconditioning met gescheiden regeling 76Ontwaseming - Ontdooiing achterruit 78Plafonnier 79Sfeerverlichting 80
Indeling interieur 82Armleuning vóór 85Indeling van de bagageruimte 88
Lichtschakelaar 90LED-verlichting 93Automatische verlichting 94
Koplampen verstellen 96Bochtverlichting 97Ruitenwisserschakelaar 98
Automatische ruitenwissers 100
IN EEN OOGOPSLAG 4-19
1/CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN 22-51
2/TOEGANG TOT DE AUTO 52-64
3/ERGONOMIE EN COMFORT 65-89
4/ZICHT 90-101
5/VEILIGHEID 102-126
Sleutel met afstandsbediening 52Alarm 56Elektrisch bedienbare ruiten 59Portieren 61Kofferdeksel 64
Instrumentenpanelen 22Verklikkerlampjes 26Meters 33
Knoppen op het instrumentenpaneel 37Klokje 38Boordcomputer 39
Monochroom display C (Peugeot Connect Sound)42Wegklapbaar kleurendisplay (Peugeot Connect Nav)46Wegklapbaar kleurendisplay (Peugeot Connect 3D Nav) 48
10
MIDDENCONSOLES
1.
Microfoon van het audio- en
telematicasysteem.
2.
Plafonnier / Kaartleeslampjes /
Sfeerverlichting.
3.
Display verklikkerlampjes
veiligheidsgordels en passagiersairbag
vóór.
4.
Detectie interieurbeveiliging (alarm).
5.
Multifunctioneel display.
6.
Klokje.
7.
Schakelaar noodoproep.
Schakelaar alarm.
Schakelaar centrale vergrendeling.
Schakelaar alarmknipperlichten.
Schakelaar elektronisch
stabiliteitsprogramma (ESC/ASR/AFU).
Schakelaar parkeerhulp.
Schakelaar diensten PEUGEOT.
8.
Peugeot Connect Sound en opbergvak,
Peugeot Connect Nav of Peugeot
Connect 3D Nav.
9.
Bedieningspaneel verwarming/
airconditioning.
10.
Asbak vóór.
11 .
12 V-aansluiting.
12.
Schakelaar beweegbare spoiler.
13.
Opbergvak of bedieningspaneel voor de
Peugeot Connect 3D Nav.
14.
Bekerhouder.
15.
Armleuning vóór / USB-/JACK-aansluiting.
22
INSTRUMENTENPANEEL BENZINE - DIESEL
MET HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK
OF AUTOMATISCHE TRANSMISSIE
KLOKKEN
1.
Toerenteller
Geeft het motortoerental aan (x 1000 t/min).
2.
Koelvloeistoftemperatuurmeter.
Geeft de koelvloeistoftemperatuur aan (°Celsius).
3.
Brandstofniveaumeter.
Geeft de resterende hoeveelheid brandstof in de tank aan.
4.
Snelheidsmeter.
Geeft de wagensnelheid aan (km/h of mph).
5.
Klein display.
6.
Centraal display.
7.
Weergaveknop.
Voor het uitvoeren van een handmatige CHECK.
Toont onderhoudsinformatie.
Knop voor de nulstelling van de geselecteerde functie (dagteller of
onderhoudsindicator).
8.
Dimmer verlichting.
Knop voor de instelling van de lichtsterkte in de cockpit.
Met groot centraal display
De klokken en verklikkerlampjes op het instrumentenpaneel geven
informatie over de werking van de auto en worden permanent verlicht.
Raadpleeg voor meer informatie over de werking en de weergave
van een bepaalde functie de desbetreffende paragraaf.
Met klein centraal display
1/
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
DISPLAYS
*
Afhankelijk van de motoruitvoering.
**
Uitsluitend bij groot centraal display.
***
Uitsluitend bij groot centraal display met Peugeot Connect 3D Nav.
Klein display
A.
Dagteller.
(km of miles)
B.
Kilometerteller.
(km of miles)
C.
Onderhoudsindicator,
als binnenkort onderhoud nodig is of het
interval is verstreken.
Centraal display
D. Snelheidsbegrenzer
(km/h of mph) of
Snelheidsregelaar.
E. Weergave:
- voor opschakelen * (handgeschakelde versnellingsbak),
of
- van het programma of de versnelling
(
automatische
transmissie
)
.
F. Motorolieniveaumeter,
Onderhoudsindicator.
(km of miles)
Deze twee functies worden weergegeven na het aanzetten van het
contact en verdwijnen na enkele seconden.
Waarschuwingslampjes en weergave status / CHECK.
Bandenspanningscontrole.
Boordcomputer.
Herhaling wagensnelheid ** .
Parameters van de auto ** .
Navigatie *** .
Deze zes functies worden, afhankelijk van de selectie, weergegeven.
24
NAVIGATIETOETSEN VAN HET
INSTRUMENTENPANEEL MET GROOT
CENTRAAL DISPLAY
Bediening
U beschikt over vier toetsen om het grote centrale display van het
instrumentenpaneel te bedienen:
1.
toegang tot het algemene menu, bevestigen van de keuze,
2.
naar boven verplaatsen in het menu,
3.
naar beneden verplaatsen in het menu,
4.
terugkeren naar het vorige scherm, het menu verlaten.
Algemeen menu
)
Druk op toets 1
voor toegang tot het algemene menu en om één
van de volgende functies te kiezen:
- "Parameters van de auto",
- "Taalkeuze",
- "Keuze van de eenheden",
)
Druk op toets 2
of 3
om op het scherm te verplaatsen.
)
Druk opnieuw op toets 1
om de keuze te bevestigen.
Met behulp van de toetsen kunnen:
- bij stilstaande auto
, de uitrusting van de auto en de parameters
van het centrale display (taal, eenheden) worden ingesteld,
- bij rijdende auto
, de actieve functies achtereenvolgend worden
weergegeven (boordcomputer, navigatie...).
Het algemene menu en de bijbehorende functies zijn
uitsluitend toegankelijk bij stilstaande auto
, via de toetsen 1
tot en met 4
.
Boven een bepaalde snelheid verschijnt een melding op het
centrale display die aangeeft dat toegang tot het algemene menu
onmogelijk is.
De weergave van de boordcomputer is uitsluitend toegankelijk bij
rijdende auto, via de toetsen 2
en 3
(zie rubriek "Boordcomputer").
26
VERKLIKKERLAMPJES
De verklikkerlampjes waarschuwen de bestuurder in het geval van een
storing (waarschuwingslampje) of geven de bestuurder informatie over
de werking van een systeem (ingeschakeld of uitgeschakeld).
Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan sommige waarschuwingslampjes
enkele seconden branden.
Zodra de motor wordt gestart, moeten deze lampjes weer uitgaan.
Als het lampje blijft branden, controleer dan voordat u gaat rijden welke
functie het betreft.
Bijbehorende waarschuwingen
Sommige verklikkerlampjes kunnen gaan branden in combinatie met
een geluidssignaal.
Afhankelijk van de uitvoering van het instrumentenpaneel van uw auto
wordt het branden van het verklikkerlampje ook gecombineerd met:
- een pictogram op het centrale display van het instrumentenpaneel
en een melding op het multifunctionele display,
of
- een pictogram en een melding op het centrale display van het
instrumentenpaneel.
Waarschuwingslampjes
Als bij draaiende motor of tijdens het rijden een van de volgende
verklikkerlampjes gaat branden, wijst dit op een storing in het
desbetreffende systeem en moet de bestuurder actie ondernemen.
Een waarschuwingslampje gaat altijd branden in combinatie met
een aanvullende melding om u te helpen bij het opsporen van de
storing.
Raadpleeg indien nodig het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats.
1/
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
Controlelampje
brandt
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
STOP
permanent, alleen
of in combinatie
met een ander
waarschuwingslampje,
een geluidssignaal en
een melding op het
display.
Dit waarschuwingslampje
brandt bij een ernstige
storing in het remsysteem,
de stuurbekrachtiging, het
motoroliecircuit, het koelcircuit en
bij een lekke band. Zet de auto zo snel mogelijk op een veilige plaats stil, want
de motor kan onder het rijden afslaan.
Zet het contact af en neem contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalifi ceerde werkplaats .
Te hoge
koelvloeistoftemperatuur
permanent, met
de wijzer in het
rode gebied. De temperatuur van de
koelvloeistof is te hoog. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Wacht met het eventueel bijvullen van de koelvloeistof tot
de motor is afgekoeld.
Als het probleem zich blijft voordoen, raadpleeg dan het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalifi ceerde werkplaats.
Remsysteem
permanent,
in combinatie
met het STOP-
lampje. Het remvloeistofniveau is te laag. Stop onmiddellijk op een veilige plek.
Vul het niveau bij met remvloeistof voorzien van een
artikelnummer van PEUGEOT.
Als het probleem zich blijft voordoen, laat het systeem
dan controleren door het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalifi ceerde werkplaats.
+
permanent, in
combinatie met het
waarschuwingslampje
ABS en het STOP-
lampje.
Er is een storing in de
elektronische remdrukregelaar
(EBD). Stop onmiddellijk op een veilige plek.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-netwerk
of door een gekwalifi ceerde werkplaats.
28
Zelfdiagnose
motor
knippert. Er is een storing in het
motormanagementsysteem. Kans op beschadiging van de katalysator.
Laat dit controleren door het PEUGEOT-netwerk of door
een gekwalifi ceerde werkplaats.
permanent. Er is een storing in de
emissieregeling. Het verklikkerlampje moet doven als de motor wordt gestart.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalifi ceerde
werkplaats als dit niet het geval is.
Laag
brandstofniveau
permanent, met
de wijzer in het
rode gebied,
in combinatie
met een
geluidssignaal en
een melding. Als het lampje gaat branden zit er
nog ongeveer 5 liter
brandstof in
de tank.
Vanaf dit moment worden de
laatste liters brandstof in de tank
aangesproken.
Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen dat u met een
lege tank strandt.
Dit verklikkerlampje gaat elke keer na het aanzetten van het
contact branden, in combinatie met een geluidssignaal en een
melding, zolang er niet voldoende brandstof getankt is.
Het geluidssignaal en de melding worden steeds herhaald; de
frequentie ervan neemt toe naarmate het niveau "0"
dichterbij
komt.
Inhoud brandstoftank: ongeveer 55 liter
.
Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is, hierdoor kunnen het
emissieregelsysteem en het injectiesysteem beschadigd raken.
Controlelampje
brandt
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
Service
tijdelijk, in
combinatie met
een melding. Er is een kleine storing
opgetreden waarbij geen
specifi ek verklikkerlampje gaat
branden. Identifi ceer de storing met behulp van de melding op het
display zoals:
- portier, kofferdeksel of motorkap open,
- minimumniveau van de motorolie,
- minimumniveau van de ruitensproeiervloeistof/
koplampsproeiervloeistof,
- staat van de batterij van de afstandsbediening,
- afname van de bandenspanning,
- vervuiling van het roetfi lter (diesel) (zie "Onderhoud",
rubriek "Controles/Roetfi lter").
Raadpleeg in andere gevallen het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalifi ceerde werkplaats.
permanent, in
combinatie met
een melding en
een geluidssignaal.
Er is een ernstige storing
opgetreden waarbij geen
specifi ek verklikkerlampje gaat
branden. Identifi ceer de storing met behulp van de melding op het
display en raadpleeg in elk geval
het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalifi ceerde werkplaats.