2/
TOEGANG TOT DE AUTO
SLEUTELS VERLOREN
Ga met het kentekenbewijs van de auto, uw legitimatiebewijs en indien mogelijk de sticker met de sleutelcode naar het PEUGEOT-netwerk.
Het PEUGEOT-netwerk kan de speciale code van de sleutel en de transponder opzoeken en voor nieuwe sleutels zorgen.
VERGRENDELEN VAN DE AUTO
Het rijden met vergrendelde portieren kan in geval van nood de toegang tot het interieur belemmeren.
De portieren worden echter automatisch ontgrendeld bij een aanrijding waarbij de airbags worden geactiveerd.
Laat uit veiligheidsoverwegingen geen kinderen alleen achter in de auto.
Neem in alle gevallen de sleutel mee als u de auto verlaat.
AFSTANDSBEDIENING
De radiografi sche afstandsbediening is een systeem met een groot bereik. Het is raadzaam om niet met de knop van de afstandsbediening te
spelen, om te voorkomen dat de portieren per ongeluk ontgrendeld worden.
Druk nooit op de knoppen van uw afstandsbediening buiten het bereik en het zicht van uw auto. De afstandsbediening kan dan onbruikbaar
worden en moet in dat geval opnieuw worden gesynchroniseerd.
Geen enkele afstandsbediening kan functioneren als de sleutel in het contactslot zit, zelfs als het contact uitstaat, behalve voor het
synchroniseren.
DIEFSTALBEVEILIGING
Breng geen wijzigingen aan in de elektronische startblokkering; dit kan tot storingen leiden.
Gooi de lege batterijen van de afstandsbediening niet weg: ze bevatten metalen die schadelijk zijn voor het milieu.
Lever lege batterijen in bij een speciaal verzamelpunt.
BIJ HET AANSCHAFFEN VAN EEN GEBRUIKTE AUTO
Laat door het PEUGEOT-netwerk controleren of alle in uw bezit zijnde sleutels met uw auto zijn gelinkt, zodat u er zeker van kunt zijn dat deze
sleutels de enige zijn waarmee uw auto ontgrendeld en gestart kan worden.
56
ALARM *
Dit systeem beveiligt uw auto tegen inbraak en diefstal. Het systeem
bestaat uit de volgende typen beveiliging:
- uitwendige beveiliging
Dit systeem houdt de te openen carrosseriedelen van de auto in de gaten.
Het alarm gaat af als iemand een portier, de achterklep of de motorkap
probeert te openen.
- interieurbeveiliging
Dit systeem treedt in werking als er bewegingen in het interieur worden
waargenomen.
Het alarm gaat af als er een ruit wordt ingeslagen, als iets of iemand de
auto binnendringt of als iets of iemand in de auto beweegt.
- wegsleepbeveiliging
Dit systeem treedt in werking als er veranderingen in de wagenhoogte
worden waargenomen.
Het alarm gaat af als de auto wordt opgetild, verplaatst of aangestoten.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalifi ceerde
werkplaats alvorens u wijzigingen aan het alarmsysteem
aanbrengt.
VERGRENDELEN VAN DE AUTO MET
VOLLEDIG INGESCHAKELD ALARM
Inschakelen
)
Zet het contact af en verlaat de auto.
)
Druk op de vergrendelknop van de afstandsbediening.
Het alarmsysteem is geactiveerd: het verklikkerlampje van de knop zal
één keer per seconde knipperen.
De uitwendige beveiliging wordt 5 seconden nadat de vergrendelknop
van de afstandsbediening is ingedrukt, geactiveerd. De interieur- en
wegsleepbeveiliging worden 45 seconden nadat de vergrendelknop van
de afstandsbediening is ingedrukt, geactiveerd.
Uitschakelen
)
Druk op de ontgrendelknop van de afstandsbediening.
Het alarmsysteem wordt uitgeschakeld; het verklikkerlampje van de
knop gaat uit.
Automatische beveiligingsfunctie
Dit systeem treedt in werking als iemand probeert het alarm te
saboteren.
Het alarm gaat af als iemand probeert de accu, de
bedieningseenheid of de kabels van de sirene uit te schakelen of
te beschadigen.
*
Volgens land van bestemming. Indien een portier of de achterklep niet goed is gesloten, wordt de
auto niet vergrendeld, maar worden de uitwendige beveiliging, de
interieurbeveiliging en de wegsleepbeveiliging na 45 seconden
wel ingeschakeld.