START en laat deze los zodra de start-
motor aanslaat. De startmotor blijft
draaien en slaat automatisch af als de
motor begint te draaien. Als de motor
niet aanslaat, slaat de startmotor au-
tomatisch binnen 10 seconden af. Als
dit gebeurt, draai dan de contactscha-
kelaar in de vergrendelstand (LOCK),
wacht 10 tot 15 seconden en herhaal
dan de procedure "Normaal starten".
KEYLESS ENTER-N-GO
(voor bepaalde
uitvoeringen/landen)Met deze functie
kan de bestuurder
de contactschake-
laar met een druk
op de knop bedie-
nen, mits de EN-
GINE START/
STOP-knop (motorstart/-stopknop)
is aangebracht en de afstandsbedie-
ning (RKE) zich in het passagiers-
compartiment bevindt. ENGINE START/STOP-knop
aanbrengen en verwijderen
Knop aanbrengen
1. Neem de sleutelhouder uit de con-
tactschakelaar.
2. Steek de ENGINE START/STOP-
knop in de contactschakelaar met de
letters naar boven en leesbaar.
3. Druk stevig midden op de knop
zodat deze goed op de plaats zit.
Knop verwijderen
1. De ENGINE START/STOP-knop
kan uit de contactschakelaar worden
verwijderd voor gebruik van de sleu-
telhouder.
2. Steek het metalen gedeelte van de
noodsleutel onder de verchroomde
ring in de stand 6 uur en wrik de knop
voorzichtig los.
OPMERKING: De ENGINE
START/STOP-knop mag alleen
worden verwijderd of aangebracht
wanneer de contactschakelaar in
de stand OFF staat (stand OFF bij
Keyless EnterNGo™).NORMAAL STARTEN —
BENZINEMOTOR
Gebruik van de knop ENGINE
START/STOP (motor aan/uit)
OPMERKING: Bij normaal star-
ten van een koude of warme motor
hoeft u het gaspedaal niet te bedie-
nen.
Om de motor te starten, moet de scha-
kelhendel in de stand PARK of NEU-
TRAL staan. Houd het rempedaal in-
getrapt terwijl u één keer op de knop
ENGINE START/STOP drukt. Het
systeem neemt het dan over en pro-
beert de auto te starten. Als de auto
niet start, wordt de startmotor auto-
matisch na 10 seconden uitgescha-
keld. Als u de startpogingen wilt on-
derbreken voordat de motor aanslaat,
druk dan nogmaals op de knop.
Motor uitschakelen met de knop
ENGINE START/STOP (motor
aan/uit)
1. Zet de schakelhendel in de stand
PARK en druk vervolgens kort op de
knop ENGINE START/STOP.256
2. De contactschakelaar keert terug
naar de stand OFF.
3. Als de schakelhendel niet in de
stand PARK staat en de rijsnelheid
hoger is dan 8 km/u, moet de knop
ENGINE START/STOP twee secon-
den lang worden ingedrukt voordat de
motor wordt uitgeschakeld. De con-
tactschakelaar blijft in de stand ACC,
totdat de schakelhendel in de stand
PARK staat en de knop twee keer
wordt ingedrukt naar de stand OFF
(uit). Als de schakelhendel niet in de
stand PARK staat en de knop EN-
GINE START/STOP één keer wordt
ingedrukt, verschijnt op het scherm
van het EVIC het bericht “Vehicle Not
In Park” (auto niet in PARK) en blijft
de motor draaien. Verlaat een auto
nooit als deze niet in de stand PARK
staat, omdat de auto dan kan wegrol-
len.OPMERKING: Wanneer de con-
tactschakelaar in de stand ACC of
RUN (motor draait niet) blijft
staan terwijl de schakelhendel in
de stand PARK staat, wordt het
systeem, nadat het 30 minuten niet
actief is geweest, automatisch uit-
geschakeld en wordt de contact-
schakelaar in de stand OFF gezet.
Functies van de Keyless
EnterNGo™ – rempedaal niet
ingedrukt (in de stand PARK of
NEUTRAL)
De werking van Keyless Enter-N-
Go™ is vergelijkbaar met die van een
contactschakelaar. Er zijn vier stan-
den: OFF, ACC, RUN en START. Om
de contactschakelaar in een andere
stand te zetten zonder de auto te star-
ten en om de accessoires te kunnen
gebruiken, volgt u de onderstaande
stappen.
Starten met de contactschakelaar
in de stand OFF:
Druk één keer op de ENGINE START/STOP-knop om de con-
tactschakelaar in de stand ACC te
zetten (op het EVIC verschijnt de melding "IGNITION MODE AC-
CESSORY" (contactschakelaar
accessoires)),
Druk nogmaals op de ENGINE START/STOP-knop om de con-
tactschakelaar in de stand RUN te
zetten (op het EVIC verschijnt de
melding "IGNITION MODE RUN"
(contactschakelaar aan)),
Druk voor de derde keer op de EN- GINE START/STOP-knop om de
contactschakelaar weer in de stand
OFF te zetten (op het EVIC ver-
schijnt de melding "IGNITION
MODE OFF" (contactschakelaar
uit)).
EXTREEM LAGE
TEMPERATUREN (LAGER
DAN 29°C)
Om te zorgen voor betrouwbaar star-
ten bij deze temperaturen wordt het
gebruik van een van buitenaf gevoede
elektrische motorblokverwarming
aanbevolen.
257
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Ongewenste beweging van de auto kan lichamelijk letsel tot ge-
volg hebben van mensen in en bij
de auto. Net als bij alle andere
voertuigen, mag u een auto nooit
verlaten als de motor draait. Zet
voordat u de auto verlaat altijd de
schakelhendel in de stand PARK,
trek de handrem aan en neem de
sleutelhouder uit het contact.
Wanneer de contactschakelaar in
de stand OFF staat, wordt de
schakelhendel in de stand PARK
vergrendeld, waardoor de auto
niet ongewenst in beweging kan
komen.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
Laat nooit kinderen alleen in een auto achter of in de buurt van een
auto die niet is afgesloten. Het
achterlaten van kinderen zonder
toezicht in een auto is om ver-
schillende redenen gevaarlijk.
Kinderen of derden lopen dan het
risico op ernstig of zelfs dodelijk
letsel. Waarschuw kinderen dat
ze niet aan de handrem, het rem-
pedaal of de schakelhendel mo-
gen komen.
Laat de sleutelhouder niet achter in of in de buurt van de auto en
laat het contact van auto's met
Keyless EnterNGo™ niet in de
stand ACC of ON/RUN staan.
Een kind zou de knoppen van de
elektrische raambediening of an-
dere schakelaars kunnen bedie-
nen of de auto in beweging kun-
nen zetten.
SLEUTELBLOKKERING
Omdat deze auto is uitgerust met een
sleutelblokkering, moet de keuzehen-
del in de stand PARK worden gezet voordat de contactschakelaar naar de
stand LOCK/OFF kan worden ge-
draaid. De sleutelhouder kan alleen
worden verwijderd wanneer de con-
tactschakelaar in de stand LOCK/
OFF staat. Wanneer de sleutelhouder
eenmaal is verwijderd, is de keuze-
hendel vergrendeld in de stand PARK.
OPMERKING: Wanneer er een
storing optreedt, zal het systeem de
sleutelhouder in de contactscha-
kelaar blokkeren, om u zo te waar-
schuwen dat deze beveiliging niet
meer werkt. U kunt de motor star-
ten en afzetten, maar u kunt de
sleutelhouder niet uit het contact-
slot nemen zolang u de auto niet
voor onderhoud heeft aangeboden.
BLOKKEERSYSTEEM
REM/TRANSMISSIE
Deze auto is voorzien van rem-/
schakelblokkering (BTSI) die ervoor
zorgt dat de schakelhendel in de stand
PARK blijft tenzij het rempedaal
wordt ingetrapt. Om de schakelhen-
del uit de stand PARK te kunnen be-
wegen, moet de contactschakelaar in
261
WAARSCHUWING!
Gebruik de stand PARK nooit alsvervanging voor de handrem.
Trek de handrem altijd volledig
aan als u de auto parkeert, om te
voorkomen dat de auto gaat rol-
len en mogelijk letsel of schade
veroorzaakt.
Verwijder altijd uw sleutelhouder bij het uitstappen en sluit de auto
af.
Laat nooit kinderen alleen in een auto achter of in de buurt van een
auto die niet is afgesloten. Het
achterlaten van kinderen zonder
toezicht in een auto is om ver-
schillende redenen gevaarlijk.
Kinderen of derden lopen dan het
risico op ernstig of zelfs dodelijk
letsel. Waarschuw kinderen dat
ze niet aan de handrem, het rem-
pedaal of de schakelhendel mo-
gen komen.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
Laat de sleutelhouder niet achter in of in de buurt van de auto en
laat het contact van auto's met
Keyless EnterNGo™ niet in de
stand ACC of ON/RUN staan.
Een kind zou de knoppen van de
elektrische raambediening of an-
dere schakelaars kunnen bedie-
nen of de auto in beweging kun-
nen zetten.LET OP!
Als het indicatielampje van het
remsysteem aan blijft nadat de par-
keerrem is losgelaten, duidt dit op
een defect van het remsysteem.
Laat het remsysteem onmiddellijk
controleren door een erkende dea-
ler.
ABS-SYSTEEM
Het ABS-systeem zorgt voor extra
voertuigstabiliteit en meer remwer-
king onder de meeste remomstandig-
heden. Het systeem heeft een eigen regeleenheid die de hydraulische rem-
druk moduleert om blokkeren van de
wielen te voorkomen en ervoor te zor-
gen dat de wielen niet slippen op een
gladde ondergrond.
ABS wordt geactiveerd onder be-
paalde weg- en remomstandigheden.
ABS grijpt mogelijk in als de auto over
ijs, sneeuw, grint, kuilen, spoorrails of
voorwerpen rijdt of wanneer u een
noodstop maakt.
Wanneer het ABS-systeem actief is,
kunt u dit als volgt merken:
de ABS-pompmotor draait (deze
kan nog korte tijd blijven draaien
nadat de auto al tot stilstand is ge-
komen),
de magneetventielen maken klikgeluiden,
u voelt pulsaties in het rempedaal,
het rempedaal daalt iets of kan iets verder ingetrapt worden bij de ein-
daanslag.
272
Informatiecentrum, voertuig. . . . .197
inklapbare buitenspiegels . . . . . . .86
Inklapbare stoelen (Stow `n Go) . .124
Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
Inrijden van nieuwe auto, aanbevelingen . . . . . . . . . . . . .72
Inrijperiode nieuw voertuig . . . . . .72
Instapruimte, verlicht . . . . . . . . . .17
Instelbare stuurkolom . . . . . . . . .144
Instellingen, persoonlijk . . . . . . . .210
Instructieboekje (gebruiksaanwijzing) . . . . . . . . . .6
Instrumentengroep . . . . . . .184, 186
Instrumentenpaneel en bedieningsinstrumenten . . . . . .183
Instrumentenpaneel, reinigen . . . .357
Interieurverlichting . . . . . . . . . . .137
Interieur, verzorging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . .356
Intervention Regeneration Strategy . . . . . . . . . . . . . . . .342
Kaart-/leeslampen . . . . . . . . . . .156
Kalibreren, kompas . . . . . . .197, 207
Keuze van koelvloeistof (antivries) . . . . . . . . . . .349, 368
Keyless Go . . . . . . . . . . . . . .12, 207
Kilometerteller . . . . . . . . . . . . . .186
Kindersloten . . . . . . . . . . . . . . . .33 Kinderstoelen
. . . . . . . . . . . . . . .64
Kinderstoeltje . . . . . . . . . .61, 65, 71
Kinderstoeltje, gordelverankering . .67
Kinderzitje . . . . . . . . . . . . . . . . .64
Kinderzitjes . . . . . . . . . . . . . .61, 71
Kledinghaak . . . . . . . . . . . . . . .169
Kleerhaakje . . . . . . . . . . . . . . . .169
Klimaatregeling . . . . . . . . . . . . .241
Knipperlichten, richtingaanwijzer . . .75, 186, 365
waarschuwingsknipperlichten
. .317
Koelmiddel . . . . . . . . . . . . . . . .345
Koelsysteem . . . . . . . . . . . . . . .348
Koelsysteem, aftappen, spoelen, bijvullen . . .348
(antivries) kloelvloeistof
bijvullen . . . . . . . . . . . . . . .349
belangrijke punten . . . . . . . .351
controle . . . . . . . . . . . . . . . .350
inhoud koelvloeistofreservoir . .367
keuze van de koelvloeistof
(antivries) . . . . . . .349, 367, 368
koelvloeistofpeil . . . . . . .348, 350
oude koelvloeistof afvoeren . . .350
Koelvloeistof (antivries) bijvullen . . . . . . . . . . . . . . . .349
Kompas . . . . . . . . . . .194, 197, 207
Kompasafwijking . . . . . . . .195, 208
Kompas, afwijkingen . . . . . .195, 208 Kompas kalibreren
. . . . . . .197, 207
Koolstofmonoxide, waarschuwing . .73
Koplampen . . . . . . . . . . . . . . . .138
Koplampen, lichtsignaal . . . . . . . . . . . . .141
reinigen . . . . . . . . . . . . . . . .357
sproeiers . . . . . . . . . . . .138, 177
uitschakelvertraging . . . . . . .139
verstellen . . . . . . . . . . . . . . .141
Koplampsproeiers . . . . . . . . . . . .177
Krik, gebruik . . . . . . . . . . . . . . .318
Laden van het voertuig . . . . . . . .289
Lading . . . . . . . . . . . . . . . . . . .169
Lading, banden . . . . . . . . . . . . . . . .289
Lakonderhoud . . . . . . . . . . . . . .355
Lampen . . . . . . . . . . . . . . . . . . .75
Lampen, vervangen . . . . . . . . . . .363, 364
Lampen, verlichting . . . . . . .75, 363
Lampen vervangen . . . . . . . . . . .364
Lampje Motor controleren (storingslampje) . . . . . . . . . . .190
Lampjes Indicatielampje grootlicht . . . .186
LATCH-systeem (Onderste bevesti- gingspunten en -banden voor
kinderzitjes) . . . . . . . . . . . . . . .67
385
Opbergruimte. . . . . . . . . . . . . .363
Opbergvak . . . . . . . . . . . . . . . .166
Opname, gebeurtenisgegevens . . . .60
Opslag van het voertuig . . . .249, 363
Oververhitting van de motor . . . . . . . . . . . . . .193, 317
Parapluhouder . . . . . . . . . . . . . .167
Parkeerhulp achter . . . . . . . . . . .148
Pedalen, verstelbaar . . . . . . . . . .145
Peilstokken, automatische transaxle . . . . . .354
(motor)olie . . . . . . . . . . . . . .340
stuurbekrachtiging . . . . . . . .270
Persoonlijke instellingen . . . . . . .210
Portierontgrendeling met afstandsbediening . . . . . . . . . . .17
Portiersloten . . . . . . . . . . . . . . . .22
Portiersloten, automatisch . . . . . . .23
Programmeerbare elektronische onderdelen . . . . . . . . . . . . . . .210
Radiaalbanden . . . . . . . . . . . . . .280
Radio, afstandsbediening . . . . . . .239
Radio (geluidssystemen) . . . . . . .215
Ramen, elektrisch bediend . . . . . . . . . .27
Reinigen van glasoppervlakken . . .357Reiniging,
wielen . . . . . . . . . . . . . . . . .356
Rembekrachtiging . . . . . . . . . . .274
Remmen . . . . . . . . . . . . . . . . . .351
Remregelsysteem, elektronisch . . .274
Remsysteem . . . . . . . . . . . . . . .351
Remsysteem, handrem . . . . . . . . . . . . . . .271
remvloeistofpeil controleren . .352
waarschuwingslampje . . . . . .192
Reserveonderdelen . . . . . . . . . . .339
Reservewiel . . . . . . . .280, 281, 318
Resetten controlelampje olie verversen . . . . . . . .187, 188, 204
Richtingaanwijzers . . . .75, 140, 186,
365, 366
Rijden, door stromend, opkomend, of
ondiep stilstaand water . . . . .268
Rijden bij lage temperaturen . . . .257
Rijden met caravan . . . . . . . . . . .313
Rotatie, banden . . . . . . . . . . . . .292
Ruitensproeier, reservoir vullen . . . . . . . . . . .347
Ruitensproeiers . . . . . . . . . . . . .347
Ruitenwisserbladen . . . . . . . . . . .346
Ruitenwissers, wisbladen vervangen . . . . . . . . . . . . . . .346 Ruitontdooier
. . . . . . . . . . . . . . .74
Schakelhendel ontgrendelen . . . . .333
Schema, onderhoud . . . . . . .374, 377
Schone benzine . . . . . . . . . . . . .301
Schone brandstof . . . . . . . . . . . .301
Schoudergordels . . . . . . . . . . . . . .38
Schuifdeur . . . . . . . . . . . . . . . . .30
Sentry Key, programmeren . . . . . .15
Sentry Key (startonderbreker) . . . .14
Sentry Key, vervangen . . . . . . . . . .15
Slepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . .303
Slepen, handleiding . . . . . . . . . . . . .306
voertuig met pech . . . . . . . . .332
vouwwagen of caravan . . . . . .313
Slepen van een voertuig met pech . . . . . . . . . . . . . . . . . . .332
Sleutel, programmering . . . . . . . . .15
Sleutels . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12
Sleutels, Sentry Key (startonderbreking) . . . . . . . . . .14
Sleutel, vervanging . . . . . . . . . . . .15
Slijtagemarkeringen . . . . . . . . . .282
Sloten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22
Sloten, automatische portiersloten . . . .23
Sloten Stuurslot . . . . . . . . . . . . . . . .14
387
SmartBeams. . . . . . . . . . . . . . .141
Smering, carosserie . . . . . . . . . . .346
Snelheidsmeter . . . . . . . . . . . . .191
Snelheidsregeling (cruisecontrol) . .146
Specificaties, brandstof (benzine) . . . . . . . .368
olie . . . . . . . . . . . . . . . . . . .368
Spiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . .85
Spiegels, automatisch dimmen . . . . . . . .85
binnenspiegel . . . . . . . . . . . . .85
geheugen . . . . . . . . . . . . . . .133
make-upspiegel . . . . . . . . . . .88
verwarmd . . . . . . . . . . . . . . .86
Spraakherkenningssysteem (VR) . .114
Sproeiers, koplamp . . . . . . . . . . .177
Stallen van het voertuig . . . .249, 363
Starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . .255
Starten, automatische
versnellingsbak . . . . . . . . . . .255
bij lage temperaturen . . . . . . .257
motor start niet . . . . . . . . . . .258
Starten en rijden . . . . . . . . . . . .255
Starten met startkabels . . . . . . . .327
Startonderbreking (Sentry Key) . . .14
Startprocedures . . . . . . . . . . . . .255
Startprocedures (dieselmotoren) . .259Steun, hoofdsteun
. . . . . . . . . . . .122
Sticker, band- en beladingsinformatie . . . . . . . . .289
Stoelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . .117
Stoelen, elektrische bediend . . . . . . . .117
geheugen . . . . . . . . . . . . . . .133
inklapbare stoelen
(Stow `n Go) . . . . . . . . . . . . .124
Stow `n Go-stoelen
(inklapbaar in de vloer) . . . . .124
verstelbaar . . . . . . . . . . . . . .122
verstellen . . . . . . . . . . .117, 121
verwarmd . . . . . . . . . . . . . .119
Stoel met geheugenfunctie . . .86, 133
Stof, onderhoud . . . . . . . . . . . . .356
Storingslampje, motorcontrole . . . . . . . . . . . .190
Storingslampje (motorcontrole) . . .190
Stow `n Go-stoelen (inklapbaar in de vloer) . . . . . .124
Stuur, verstellen . . . . . . . . . . . . . . .144
Stuurbediening geluidsinstallatie . .239
Stuurbedieningselementen geluidsinstallatie . . . . . . . . . . .239
Stuurbekrachtiging . . . . . . .269, 270
Stuurkolom, verstellen . . . . . . . . . . . . . . .144
Stuurkracht . . . . . . . . . . . .269, 270 Stuurslot
. . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
Synthetische motorolie . . . . . . . .341
Systeem, navigatie (Uconnect™ gps) . . . . . . . . . .215
Tabel, bandenmaten . . . . . . . . . .285
Tanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . .302
Telefoon, handsfree (Uconnect™) . .93
Telefoon, mobiele . . . . . . . . . . . . .93
Telescopische stuurkolom . . . . . .144
Temperatuurmeter, motorkoeling . . . . . . . . .193, 317
Temperatuurregeling, automatisch (ATC) . . . . . . . . . . . . . . . . . .241
Toerenteller . . . . . . . . . . . . . . . .186
Tractieregeling . . . . . . . . . . . . . .274
Tractieregelingsschakelaar . . . . . .274
Travel Information Center . . . . . .156
Trekgewicht . . . . . . . . . . . . . . .306
Trekken aanhangwagen, bedrading . . . . . . . . . . . . . .309
gewicht aanhanger en dissel . .306
minimumvereisten . . . . . . . . .306
tips voor koelssyteem . . . . . . .311
trekhaak . . . . . . . . . . . . . . .312
Turbo afkoelen . . . . . . . . . . . . . .259
UCI-schakelaar . . . . . . . . . . . . .215
Uconnect™ (handsfree telefoon) . . .93
388