Page 81 of 420

Verlichte make-upspiegelsDe verlichte make-upspiegels zijn bereikbaar
wanneer u de zonnekleppen omlaagklapt.
Til de kap op om de spiegel zichtbaar te maken.
Het lampje gaat automatisch branden.
Zonneklepverlengstuk — indien
aanwezig
Met deze uitrusting kan de zonneklep worden
verlengd door het verlengstuk uit te trekken.
Uconnect® Phone — INDIEN
AANWEZIG
OPMERKING:
Raadpleeg het gedeelte over Uconnect®
Phone in de gebruikershandleiding van het
navigatiesysteem of de multimediaradio (af-
zonderlijk boekje) voor meer informatie over
Uconnect® Phone met navigatie of multime-
diaradio.
Uconnect® Phone is een via spraak te active-
ren, handsfree communicatiesysteem voor in
de auto. Met Uconnect® Phone kunt u een
nummer kiezen op uw mobiele telefoon* met
behulp van eenvoudige gesproken opdrachten
(zoals"Call"(bel)…"Jan"…"Work" (werk) of
"Dial" (kies) …"012 34 56 78"). Het geluid van
de mobiele telefoon wordt doorgegeven via het
audiosysteem van de auto en het systeem
dempt automatisch de radio wanneer
Uconnect® Phone wordt gebruikt.
Met Uconnect® Phone kunt u tijdens het in- of
uitstappen gesprekken doorschakelen tussen
Uconnect® Phone en uw mobiele telefoon, ter- wijl u ook de microfoon van het Uconnect®
systeem kunt uitschakelen wanneer u een pri-
végesprek wilt voeren.
Uconnect® Phone wordt aangestuurd via het
Bluetooth® Handsfree-profiel van uw mobiele
telefoon. Uconnect® Phone is voorzien van
Bluetooth® technologie, de wereldwijde stan-
daard waarmee verschillende elektronische ap-
paraten zonder draden of docking station aan
elkaar kunnen worden gekoppeld. Uconnect®
Phone werkt dan ook ongeacht de plaats waar
uw mobiele telefoon zich bevindt (handtas, zak
of aktetas), op voorwaarde dat uw telefoon is
ingeschakeld en aan Uconnect® Phone van de
auto is gekoppeld. Met Uconnect® Phone kun-
nen maximaal zeven mobiele telefoons op het
systeem worden aangesloten. Met Uconnect®
Phone kan slechts één aangesloten (of gekop-
pelde) mobiele telefoon tegelijk worden ge-
bruikt. Uconnect® Phone is verkrijgbaar in de
talen Engels, Nederlands, Frans, Duits, Itali-
aans of Spaans (zoals aanwezig).
Verlichte make-upspiegel
77
Page 82 of 420

WAARSCHUWING!
Elk spraakgestuurd systeem mag alleen
worden gebruikt als de rijomstandigheden dit
toelaten en het gebruik in overeenstemming
is met de verkeersregels. Uw aandacht moet
gericht zijn op het veilig besturen van de
auto. Anders bestaat er een risico op een
ongeluk en ernstig of zelfs dodelijk letsel.
Uconnect® Phone toets De bedieningselementen op de ra-
dio of op het stuurwiel (indien aan-
wezig) bestaan uit twee bedie-
ningstoetsen (de toets Uconnect®
Phone
en de toets Voice Com-
mand) voor toegang tot het systeem.
Wanneer u op de toets drukt, hoort u het woord
Uconnect® en vervolgens een pieptoon. De
pieptoon is het teken dat u een opdracht kunt
geven. Voice Command-toets
De plaats van de toets kan afhan-
kelijk van de radio verschillen. De
afzonderlijke toetsen worden be-
schreven in het hoofdstuk "Bedie-
ning".
Uconnect® Phone kan worden gebruikt in com-
binatie met mobiele telefoons met Bluetooth®
Handsfree-profiel. Het is mogelijk dat sommige
telefoons niet alle functies van Uconnect®
Phone ondersteunen. Raadpleeg de leveran-
cier van uw mobiele telefoon of de telefoonfa-
brikant voor nadere bijzonderheden.
Uconnect® Phone is volledig geïntegreerd in
het audiosysteem van de auto. De geluids-
sterkte van Uconnect® Phone kan worden in-
gesteld met de volumeregelaar van de radio of,
indien aanwezig, via de radiotoetsen op het
stuurwiel.
Het radioscherm wordt gebruikt voor visuele
meldingen van Uconnect® Phone, zoals
"CELL" (GSM) of beller-ID bij bepaalde radio’s.
Compatibele telefoons* Voor het gebruik van Uconnect® Phone is
een mobiele telefoon met Bluetooth®
Handsfree-profiel, versie 1.0 of hoger ver-
eist.Raadpleeg de Uconnect® website voor
een overzicht van de compatibele telefoons.
• www.UconnectPhone.com
Navigeer door de volgende menu’s om de lijst
met compatibele telefoons op te vragen:
• Selecteer het bouwjaar van uw auto
• Selecteer het voertuigtype
• Selecteer compatibele telefoons onder de
tab Beginnen.
BedieningU kunt gesproken opdrachten gebruiken om
Uconnect® Phone te bedienen en door de
menu’s van Uconnect® Phone te navigeren. Na
de meeste prompts van Uconnect® Phone zijn
gesproken opdrachten nodig. U wordt gevraagd
een specifieke opdracht uit te spreken, waarnu
u door de beschikbare opties wordt geleid.
78
Page 83 of 420

•Voordat u een gesproken opdracht geeft,
moet u wachten op de pieptoon, die volgt op
de prompt "Ready"(Gereed) of op een an-
dere prompt.
• Voor bepaalde bewerkingen kunnen samen-
gestelde opdrachten worden gebruikt. U kunt
bijvoorbeeld in plaats van "Setup"(instellen)
en daarna "Pair a Device" (apparaat koppe-
len) ook de volgende samengestelde op-
dracht geven: "Pair a Bluetooth® Device"
(Bluetooth® apparaat koppelen).
• In de beschrijvingen van de functies in dit
hoofdstuk wordt alleen de samengestelde
vorm van de gesproken opdracht vermeld. U
kunt de opdrachten ook in delen splitsen en
elk onderdeel van de opdracht afzonderlijk
zeggen, indien dat wordt gevraagd. U kunt
bijvoorbeeld de samengestelde opdracht
"Phonebook New Entry" (Telefoonboek
nieuwe invoer) geven, maar u kunt deze
opdracht ook opsplitsen in de twee gespro-
ken opdrachten "Phonebook"(Telefoonboek)
en "New Entry" (Nieuwe invoer). Denk eraan
dat Uconnect® Phone het beste werkt wan- neer u op een normale toon spreekt, alsof u
tegen iemand praat die enkele meters van u
vandaan zit.
Structuur gesproken opdrachten
Raadpleeg "Structuur gesproken opdrachten"
in dit hoofdstuk.
Opdracht Help
Als u hulp nodig hebt bij een prompt of als u wilt
weten wat de mogelijkheden zijn bij een be-
paalde prompt, zegt u na de pieptoon "Help".
Uconnect® Phone geeft alle opties voor de
prompt weer wanneer u om hulp vraagt.
Als u Uconnect® Phone na uitschakeling op-
nieuw wilt activeren, drukt u op de toets
en
volgt u de gesproken aanwijzingen. Alle sessies
met Uconnect® Phone beginnen met het druk-
ken op de toets
, die zich bij de bedienings-
elementen op de radio bevindt.
Opdracht Cancel(annuleer)
Bij elke prompt kunt u na de pieptoon "Cancel"
(annuleer) zeggen, waarna u terugkeert naar
het hoofdmenu. In een sommige gevallen
brengt het systeem u echter terug naar het
vorige menu. Uconnect® Phone koppelen aan
(aansluiten op) een mobiele telefoon
Voordat u Uconnect® Phone kunt gebruiken,
dient u een koppeling tot stand te brengen met
uw compatibele, met Bluetooth® uitgeruste mo-
biele telefoon (raadpleeg de paragraaf
"Compa-
tibele telefoons" voor informatie over het type
telefoon).
Om de koppeling tot stand te brengen, dient u
de gebruikshandleiding van uw mobiele tele-
foon te raadplegen. De Uconnect® website
biedt mogelijk ook gedetailleerde aanwijzingen
voor het koppelen van uw telefoon.
Hieronder volgen algemene aanwijzingen voor
het koppelen van een telefoon aan Uconnect®
Phone:
• Druk op de toetsom te beginnen.
• Na de prompt "Ready"(Gereed) en de daar-
opvolgende pieptoon zegt u "Setup Phone
Pairing" (Telefoonkoppeling instellen).
• Na de prompt en de pieptoon zegt u "Pair a
Phone" (Telefoon koppelen) en volgt u de
gesproken aanwijzingen.
79
Page 84 of 420

•Er wordt u gevraagd een pincode van vier
cijfers in te spreken, die u later nodig zult
hebben voor toegang tot uw mobiele tele-
foon. U kunt een willekeurige pincode van
vier cijfers invoeren. U hoeft deze pincode
niet te onthouden na de eerste koppeling.
• Om identificatie mogelijk te maken, wordt u
gevraagd op Uconnect® Phone een naam
voor uw mobiele telefoon in te voeren. Voer
voor elke gekoppelde mobiele telefoon een
unieke telefoonnaam in.
•
Vervolgens wordt u gevraagd uw mobiele tele-
foon een prioriteitsnummer tussen 1 en 7 te
geven, waarbij 1 de hoogste prioriteit is. U kunt
maximaal zeven mobiele telefoons aan
Uconnect® Phone koppelen. Er kan echter
slechts één aangesloten mobiele telefoon te-
gelijk worden gebruikt met het Uconnect® sys-
teem. Het prioriteitssysteem laat Uconnect®
Phone weten welke mobiele telefoon moet
worden gebruikt als er meerdere mobiele tele-
foons in de auto aanwezig zijn. Als er bijvoor-
beeld twee telefoons, één met prioriteit 3 en
één met prioriteit 5, in de auto aanwezig zijn,
gebruikt Uconnect® Phone de mobiele tele-
foon met prioriteit 3 om te bellen. U kunt op elk gewenst ogenblik een mobiele telefoon met
een lagere prioriteit gebruiken (raadpleeg
"Ge-
avanceerde telefoonverbindingen ").
Kiezen door het nummer uit te spreken
•Druk op de toets
om te beginnen.
• Na de prompt "Ready"(Gereed) en de daar-
opvolgende pieptoon zegt u "Dial"(kies).
• Het systeem vraagt u vervolgens het ge-
wenste nummer in te spreken.
• U kunt bijvoorbeeld zeggen: "012 34 56 78".
• Uconnect® Phone zal dan het telefoonnum-
mer bevestigen en vervolgens het nummer
kiezen. Het nummer verschijnt bij bepaalde
radio’s in het display.
Bellen door een naam uit te spreken
• Druk op de toets
om te beginnen.
• Na de prompt "Ready"(Gereed) en de daar-
opvolgende pieptoon zegt u "Call"(bel).
• Het systeem vraagt u vervolgens de naam
van de persoon in te spreken die u wilt
bellen. •
Na de prompt "Ready"(Gereed) en de daar-
opvolgende pieptoon zegt u de naam van de
persoon die u wilt bellen. U kunt bijvoorbeeld
"Jan Jansen" zeggen, waarbij Jan Jansen
een eerder opgeslagen naam is in
Uconnect® telefoonboek of in het gedown-
loade telefoonboek. Raadpleeg "Namen toe-
voegen aan uw Uconnect® telefoonboek"
om te leren hoe u een naam opslaat in het
telefoonboek.
• Uconnect® Phone bevestigt de naam en
kiest vervolgens het bijbehorende telefoon-
nummer, dat bij sommige radio’s mogelijk
ook op het display wordt weergegeven.
Telefoonboek downloaden — telefoonboek
van mobiele telefoon automatisch
overbrengen
Uconnect® Phone downloadt automatisch de
namen (in tekstvorm) en telefoonnummers uit
het telefoonboek van uw mobiele telefoon, in-
dien deze aanwezig zijn en de mobiele telefoon
deze functie ondersteunt. Deze functie is mo-
gelijk met bepaalde mobiele telefoons met
Bluetooth®, die PBAP (Phone Book Access
80
Page 85 of 420

Profile)ondersteunen. Raadpleeg de Uconnect®
website voor een overzicht van de compatibele
telefoons.
• Als u een naam uit het gedownloade tele-
foonboek (of uit het Uconnect® telefoon-
boek) wilt bellen, volgt u de procedure in het
gedeelte "Bellen door een naam uit te spre-
ken".
• Indien ondersteund, wordt het automatisch
downloaden en bijwerken gestart zodra de
draadloze Bluetooth® koppeling tussen de
mobiele telefoon en Uconnect® Phone tot
stand is gebracht. Bijvoorbeeld direct nadat u
de auto hebt gestart.
• Elke keer wanneer een telefoon wordt ver-
bonden met Uconnect® Phone, worden er
maximaal 1000 items per telefoon gedown-
load en bijgewerkt.
• Afhankelijk van het maximum aantal ge-
downloade gegevens, kan er een korte ver-
traging optreden voordat de laatste gedown-
loade namen kunnen worden gebruikt. Tot
dat moment is het eerder gedownloade tele-
foonboek, indien aanwezig, voor gebruik
beschikbaar. •
Alleen het telefoonboek van de op dat mo-
ment gekoppelde mobiele telefoon is
toegankelijk.
• Alleen het telefoonboek van de mobiele tele-
foon wordt gedownload. Het telefoonboek op
de SIM-kaart maakt geen deel uit van het
telefoonboek van de mobiele telefoon, tenzij
het telefoonboek van de telefoon minder dan
20 vermeldingen bevat.
• Dit gedownloade telefoonboek kan niet wor-
den gewijzigd of verwijderd op Uconnect®
Phone. Dit telefoonboek kan uitsluitend wor-
den gewijzigd op de mobiele telefoon. De
eerstvolgende keer dat de mobiele telefoon
wordt gekoppeld, worden de wijzigingen
overgebracht en de gegevens op Uconnect®
Phone bijgewerkt.
Namen toevoegen aan uw Uconnect®
telefoonboek
OPMERKING:
Het wordt afgeraden namen aan het
Uconnect® telefoonboek toe te voegen tij-
dens het rijden.
• Druk op de toets
om te beginnen. •
Na de prompt "Ready"(Gereed) en de daar-
opvolgende pieptoon zegt u "Phonebook
New Entry" (Telefoonboek nieuwe invoer).
• Na de prompt zegt u de naam van de nieuwe
invoer. Het is raadzaam lange, niet-afgekorte
namen te gebruiken, omdat hierdoor de
spraakherkenning wordt vergemakkelijkt.
Zeg bijvoorbeeld "Robert Smit"of"Robert" in
plaats van "Rob".
• Na de prompt voert u de aanduiding van het
nummer in (bijvoorbeeld "Home"(Thuis),
"Work" (Werk), "Mobile" (Mobiel) of "Other"
(Overig)). Op die manier kunt u naar wens
verschillende nummers voor een persoon in
het telefoonboek opslaan.
• Na de prompt spreekt u het telefoonnummer
in dat u aan het telefoonboek wilt toevoegen.
Nadat u een naam of nummer aan het telefoon-
boek heeft toegevoegd, heeft u de mogelijkheid
om hier nog meer telefoonnummers aan toe te
voegen of naar het hoofdmenu terug te keren.
Uconnect® Phone biedt u de mogelijkheid
maximaal 32 namen aan het telefoonboek toe
te voegen, waarbij aan iedere naam maximaal 81
Page 86 of 420

vier telefoonnummers en aanduidingen kunnen
worden gekoppeld. Elke taal bevat een apart
telefoonboek met 32 namen dat alleen in die
taal toegankelijk is. Bovendien, indien aanwezig
en door uw telefoon ondersteund, downloadt
Uconnect® Phone automatisch het telefoon-
boek van uw mobiele telefoon.
Uconnect® telefoonboekvermeldingen
wijzigen
OPMERKING:
•Het wordt afgeraden vermeldingen in het
telefoonboek te wijzigen tijdens het rij-
den.
• De automatisch gedownloade telefoon-
boekvermeldingen kunnen niet worden
verwijderd of gewijzigd.
• Druk op de toets
om te beginnen.
• Na de prompt "Ready"(Gereed) en de daar-
opvolgende pieptoon zegt u "Phonebook
Edit" (Telefoonboek bewerken).
• Vervolgens wordt u gevraagd om de naam
van de telefoonboekvermelding die u wilt
bewerken. •
Vervolgens kiest u de aanduiding (thuis,
werk, mobiel of overig) van het nummer dat u
wilt bewerken.
• Na de prompt spreekt u het nieuwe telefoon-
nummer in de te bewerken telefoon-
boekvermelding.
Nadat u klaar bent met de bewerking van een
telefoonboekvermelding, heeft u de mogelijk-
heid om een andere vermelding in het telefoon-
boek te wijzigen, het zojuist gewijzigde nummer
te bellen of terug te keren naar het hoofdmenu.
"Phonebook Edit" (Telefoonboek bewerken)
kan worden gebruikt om een telefoonnummer
aan een reeds bestaande naam in het telefoon-
boek toe te voegen. Bij de naam Jan Jansen is
bijvoorbeeld al een mobiel nummer en een
thuisnummer ingevoerd, maar u kunt het werk-
nummer van Jan Jansen later toevoegen door
middel van de functie "Phonebook Edit"(Tele-
foonboek bewerken).
Uconnect® telefoonboekvermelding wissen
OPMERKING:
Het wordt afgeraden vermeldingen in het
telefoonboek te wijzigen tijdens het rijden. •
Druk op de toets
om te beginnen.
• Na de prompt "Ready"(Gereed) en de daar-
opvolgende pieptoon zegt u "Phonebook De-
lete" (Telefoonboek wissen).
• Als het menu Telefoonboek wissen is ge-
opend, wordt u gevraagd om de naam van de
vermelding die u wilt verwijderen. U kunt of
de naam van de telefoonboekvermelding die
u wilt wissen uitspreken of u kunt "List Na-
mes" (Namen weergeven) zeggen om een
lijst van namen in het telefoonboek te horen,
waaruit u vervolgens kunt kiezen. Als u een
vermelding in de lijst wilt selecteren, drukt u
op de toets
wanneer Uconnect® Phone
de gewenste naam uitspreekt en zegt u
"Delete" (Verwijderen).
• Nadat u de naam hebt ingevoerd, vraagt
Uconnect® Phone welke aanduiding u wilt
verwijderen: thuis, werk, mobiel, overig of
alle. Spreek de aanduiding uit die u wenst te
verwijderen.
• Bedenk dat alleen de vermelding in het tele-
foonboek van de huidige taal wordt
verwijderd.
82
Page 87 of 420

•De automatisch gedownloade telefoonboek-
vermeldingen kunnen niet worden verwijderd
of gewijzigd.
Alle vermeldingen uit het Uconnect®
telefoonboek wissen
• Druk op de toets
om te beginnen.
• Na de prompt "Ready"(Gereed) en de daar-
opvolgende pieptoon zegt u "Phonebook
Erase All" (Telefoonboek alles wissen).
• Uconnect® Phone vraagt u te bevestigen dat
u alle vermeldingen uit het telefoonboek wilt
verwijderen.
• Na die bevestiging worden alle vermeldingen
uit het telefoonboek verwijderd.
• Bedenk dat alleen de vermeldingen in het
telefoonboek van de huidige taal wordt
verwijderd.
• De automatisch gedownloade telefoonboek-
vermeldingen kunnen niet worden verwijderd
of gewijzigd.
Lijst van alle namen in het Uconnect®
telefoonboek weergeven
• Druk op de toets
om te beginnen. •
Na de prompt "Ready"(Gereed) en de daar-
opvolgende pieptoon zegt u "Phonebook List
Names" (Telefoonboek namen weergeven).
• Uconnect® Phone geeft alle namen uit het
telefoonboek weer, inclusief de gedownloade
telefoonboekvermeldingen, indien aanwezig.
• Als u een van de namen in de lijst wilt bellen,
drukt u op de toets
wanneer de ge-
wenste naam wordt uitgesproken en zegt u
"Call" (bellen).
OPMERKING:
U kunt op dit moment ook de functies Edit
(Bewerken) of Delete(Verwijderen) uitvoe-
ren.
• Uconnect® Phone vraagt u vervolgens naar
de aanduiding van het nummer dat u wilt
bellen.
• Het geselecteerde nummer wordt gekozen.
Functies telefoongesprekkenDe volgende functies zijn toegankelijk via
Uconnect® Phone, indien deze functies worden
ondersteund door uw mobiele telefoon. Als via
uw mobiele telefoon bijvoorbeeld driewegge- sprekken mogelijk zijn, is deze functie ook
toegankelijk via Uconnect® Phone. Neem con-
tact op met de leverancier van uw mobiele
telefoon voor informatie over de beschikbare
functies op uw telefoon.
Een inkomend gesprek beantwoorden of
weigeren — bij niet in gesprek
Wanneer u op uw mobiele telefoon wordt ge-
beld, onderbreekt Uconnect® Phone het audio-
systeem van de auto, indien dit is ingeschakeld,
en vraagt het u of u de oproep wilt beantwoor-
den. Druk op de toets
om het gesprek te
beantwoorden. Om het gesprek te weigeren,
houdt u de toets
ingedrukt tot u een pieptoon
hoort die aangeeft dat het inkomende gesprek
is geweigerd.
Een inkomend gesprek beantwoorden of
weigeren — bij in gesprek
Als er een nieuwe oproep binnenkomt terwijl u
in gesprek bent, hoort u dezelfde netwerktonen
voor een wisselgesprek als op uw mobiele
telefoon. Druk op de toets
om het huidige
gesprek in de wacht te zetten en de inkomende
oproep te beantwoorden.
83
Page 88 of 420

OPMERKING:
De huidige mobiele telefoons die compatibel
zijn met Uconnect® Phone, bieden niet de
mogelijkheid een inkomend gesprek te wei-
geren terwijl een ander gesprek wordt ge-
voerd. Daarom kan de gebruiker óf het inko-
mende gesprek beantwoorden óf negeren.
Een tweede telefoongesprek voeren terwijl
u al in gesprek bent
Als u wilt bellen terwijl u al een ander gesprek
voert, drukt u op de toets
en zegt u"Dial"
(Kiezen) of "Call"(Bellen), gevolgd door het
telefoonnummer dat u wilt bellen of de naam uit
het telefoonboek. Het eerste gesprek wordt in
de wacht gezet terwijl het tweede gesprek actief
is. Raadpleeg de paragraaf "Wisselgesprek
voeren" voor informatie over het terugschake-
len naar het eerste gesprek. Raadpleeg "Ver-
gadergesprek" voor informatie over het combi-
neren van twee gesprekken.
Een gesprek in de wacht zetten / uit de
wacht halen
Om een gesprek in de wacht te zetten, drukt u
op de toets
tot u één enkele pieptoon hoort.
Dit geeft aan dat het gesprek in de wacht is gezet. Om het gesprek uit de wacht te halen,
houdt u de toets
ingedrukt tot u één enkele
pieptoon hoort.
Wisselgesprek voeren
Als er twee gesprekken gaande zijn (één actief
en de andere in de wacht), houdt u de toets
ingedrukt tot u één enkele pieptoon hoort.
Hiermee wordt aangegeven dat de status van
de twee gesprekken (één actief en de andere in
de wacht) is verwisseld. Er kan slechts één
gesprek tegelijk in de wacht gezet worden.
Vergadergesprek
Als er twee gesprekken gaande zijn (één actief
en de andere in de wacht) houdt u de toets
ingedrukt tot u twee pieptonen hoort. Hier-
mee wordt aangegeven dat de twee gesprek-
ken samengevoegd zijn tot één vergaderge-
sprek.
Drieweggesprekken
Als u een drieweggesprek wilt beginnen, drukt u
tijdens een gesprek op de toets
en belt u
het tweede nummer, zoals wordt beschreven in
de paragraaf "Een tweede telefoongesprek voe-
ren terwijl u al in gesprek bent". Nadat het
tweede gesprek tot stand is gekomen, houdt u de toets
ingedrukt totdat u twee pieptonen
hoort. Hiermee wordt aangegeven dat de twee
gesprekken zijn samengebracht in één verga-
dergesprek.
Gesprek beëindigen
Om een actief gesprek te beëindigen, drukt u
kort op de toets
. Alleen actieve gesprekken
worden dan beëindigd en als er een gesprek in
de wacht is gezet wordt dit het nieuwe actieve
gesprek. Als het actieve gesprek door de an-
dere beller wordt beëindigd, wordt het gesprek
in de wacht mogelijk niet automatisch actief. Dit
hangt af van de mobiele telefoon. Om het
gesprek uit de wacht te halen, houdt u de toets
ingedrukt tot u één enkele pieptoon hoort.
Opnieuw kiezen
• Druk op de toets
om te beginnen.
• Na de prompt "Ready"(Gereed) en de daar-
opvolgende pieptoon zegt u "Redial"
(Herhaal).
• Uconnect® Phone belt het laatst gekozen
nummer op uw mobiele telefoon.
84