Page 25 of 97

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-11
DAU26822
Remhendel
1. Remhendel
2. Stelwiel voor afstelpositie
3. Pijlteken
4. Afstand
De remhendel bevindt zich aan de rech-
terstuurgreep. Trek de hendel naar het
stuur toe om de voorrem te bekrachti-
gen. De remhendel is voorzien van een
stelwiel voor afstelpositie. Om de af-
stand tussen de remhendel en de stuur-
greep af te stellen, wordt het stelwiel ge-
draaid terwijl de hendel van het stuur
vandaan wordt gehouden. Controleer of
het correcte instelpunt op het stelwiel
tegenover het “˙” merkteken op de
remhendel staat.
DAU12941
Rempedaal
1. Rempedaal
Het rempedaal bevindt zich aan de
rechterzijde van de motorfiets. Trap op
het rempedaal om de achterrem te be-
krachtigen.
DAU13070
Tankdop
1. Slotplaatje op de tankdop
2. Ontgrendelen
Openen van de tankdop
Open het slotplaatje op de tankdop,
steek de sleutel in het slot en draai
hem dan een kwartslag rechtsom. Het
slot wordt ontgrendeld en de tankdop
kan worden verwijderd.
Page 26 of 97

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Sluiten van de tankdop
1. Druk de tankdop in positie met de
sleutel in het slot.
2. Draai de sleutel linksom naar de
oorspronkelijke positie, neem hem
uit en sluit dan het slotplaatje.
OPMERKING:
De tankdop kan alleen worden geslo-
ten met de sleutel in het slot. Boven-
dien kan de sleutel niet worden uitge-
nomen als de tankdop niet correct
gesloten en vergrendeld is.
DWA11090
WAARSCHUWING0
Controleer voor u gaat rijden of de
tankdop correct is afgesloten.
DAU13210
Brandstof
1. Vulpijp brandstoftank
2. Brandstofniveau
Controleer of voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is. Vul de
brandstoftank tot onderaan de vulpijp
zoals getoond.
DWA10880
WAARSCHUWING0
• Overvul de brandstoftank niet,
anders zal benzine uitstromen
zodra deze warm wordt en uitzet.
• Mors geen brandstof op een
heet motorblok.
DCA10070LET OP:
Veeg gemorste brandstof direct af
met een schone, droge en zachte
doek, de brandstof kan immers
schade toebrengen aan de lak of
aan kunststof onderdelen.
DAU13390
Voorgeschreven brandstof:
UITSLUITEND LOODVRIJE
SUPERBENZINE
Inhoud brandstoftank:
15,0 L (3,96 US gal) (3,29 Imp.gal)
Hoeveelheid reservebrandstof (als
het waarschuwingslampje brand-
stofniveau gaat branden):
4,25 L (1,12 US gal) (0,93 Imp.gal)
Page 27 of 97

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-13
DAUB1300
Tankbeluchtingsslang/
overloopslang
1. Tankbeluchtingsslang/overloopslang
2. Slangklem
Alvorens de motorfiets te gebruiken:
●Controleer de aansluiting van de
tankbeluchtingsslang/overloop-
slang.
●Controleer de tankbeluchtings-
slang/overloopslang op scheuren
of beschadiging en vervang indien
nodig.
●Controleer of het uiteinde van de
tankbeluchtingsslang/overloop-
slang niet verstopt is en reinig in-
dien nodig.
DCA11400LET OP:
Gebruik uitsluitend loodvrije benzi-
ne. Loodhoudende benzine veroor-
zaakt ernstige schade aan inwendi-
ge motoronderdelen als kleppen en
zuigerveren en ook aan het uitlaat-
systeem.
Uw Yamaha motorblok is gebouwd op
het gebruik van loodvrije superbenzi-
ne met een octaangetal van RON 95
of hoger. Als de motor gaat detoneren
(pingelen), gebruik dan benzine van
een ander merk. Door loodvrije benzi-
ne te gebruiken gaan bougies langer
mee en blijven de onderhoudskosten
beperkt.
●Zorg dat het uiteinde van de tank-
beluchtingsslang/overloopslang
binnen de slangklem geplaatst is.
DAU13431
Uitlaatkatalysator
Dit model is uitgerust met een uitlaat-
katalysator.
DWA10860
WAARSCHUWING0
Het uitlaatsysteem is heet nadat de
motor heeft gedraaid. Controleer of
het uitlaatsysteem is afgekoeld al-
vorens onderhoudswerkzaamheden
uit te voeren.
Page 28 of 97
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-14
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Aanbrengen van het duozadel
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging
1. Steek het uitsteeksel aan de
voorzijde van het duozadel in de
zadelbevestiging zoals getoond,
en druk dan de achterzijde van
het zadel omlaag om te vergren-
delen.
2. Neem de sleutel uit.
DAUB1311
Zadels
Duozadel
1. Ontgrendelen
Verwijderen van het duozadel
1. Steek de sleutel in het zadelslot
en draai hem linksom.
2. Trek het duozadel los.
DCA10700LET OP:
De volgende voorzorgsmaatrege-
len moeten worden genomen om
brand of andere schaderisico's te
voorkomen.
●Gebruik uitsluitend loodvrije
benzine. Bij gebruik van lood-
houdende benzine zal onher-
stelbare schade worden toege-
bracht aan de uitlaatkatalysator.
●Parkeer de machine nooit nabij
brandgevaarlijke stoffen, zoals
op gras of op ander materiaal
dat gemakkelijk vlamvat.
●Laat de motor niet te lang aan-
een stationair draaien.
Page 29 of 97

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-15
1. Yamaha U-LOCK-slot (optie)
2. Riemen
3. Boordgereedschapsset
Het duozadel is dusdanig ontworpen
dat er een origineel Yamaha U-slot on-
deraan het zadel kan worden beves-
tigd. (Andere typen sloten passen mo-
gelijk niet.) Als u een U-slot aan het
zadel bevestigt, zet het dan goed vast
met de riemen. Als het U-slot niet aan
het zadel bevestigd is, maak dan de
riemen vast om deze niet te verliezen.
Bestuurderszadel
1. Bouten de bestuurderszadel
Verwijderen van het
bestuurderszadel
1. Verwijder het duozadel.
2. Verwijder de bouten en trek dan
het bestuurderszadel los.
Aanbrengen van het
bestuurderszadel
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging
1. Steek het uitsteeksel aan de voor-
zijde van het bestuurderszadel in
de zadelbevestiging zoals ge-
toond, plaats het zadel in de oor-
spronkelijke positie en zet de bou-
ten daarna vast.
2. Installeer het duozadel.
OPMERKING:
Controleer of de zadels stevig zijn ver-
grendeld alvorens te gaan rijden.
Page 30 of 97

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-16
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10A. Afstand (veervoorspanning)
Stel de veervoorspanning als volgt af.
1. Draai de borgmoer los.
2. Draai om de veervoorspanning te
verhogen en zo de vering stugger
te maken de stelmoer in de rich-
ting (a). Draai om de veervoor-
spanning te verlagen en zo de ve-
ring zachter te maken de
stelmoer in de richting (b).
OPMERKING:
●Verricht de afstelling met de spe-
ciale sleutel in de boordgereed-
schapsset.
●De afstelling voor veervoorspan-
ning wordt gecontroleerd door de
afstand A te meten, zoals getoond
in de afbeelding. Hoe korter de af-
stand A, hoe lager de veervoor-
spanning; hoe langer de afstand
A, hoe hoger de veervoorspan-
ning. Per elke complete omwente-
ling van de stelmoer verandert af-
stand A met 1,5 mm (0,059 in).
●Bij het meten van de afstand A
moet het achterwiel van de grond
af zijn. (Zie pagina 6-36.)
DAUB1330
Afstellen van de
schokdemperunit
1. Stelring veervoorspanning
2. Borgmoer
(a) Draai om de veervoorspanning te verhogen
(b) Draai om de veervoorspanning te verlagen
Deze schokdemperunit is uitgerust met
een stelmoer voor veervoorspanning.
DCA10100
WAARSCHUWING0
Probeer nooit een stelmechanisme
voorbij de maximum- of minimu-
minstelwaarden te verdraaien.
Page 31 of 97
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-17
Veervoorspanning:
Minimum (zacht):
Afstand A = 174,5 mm (6,87 in)
Standaard:
Afstand A = 170 mm (6,69 in)
Maximum (hard):
Afstand A = 165,5 mm (6,49 in)Veervoorspanning Afstand A
ZACHT
174,5 mm
(6,87 in)
Voor lichte motorrijders en gebruik overwegend zonder passagier
STANDAARD
170 mm
(6,69 in)
HARD
165,5 mm
(6,49 in)
Voor gebruik met zware motorrijder en zware passagier en accessoires
(koffer, tassen, enz.)
Page 32 of 97

DAU15301
Zijstandaard
1. Zijstandaard
De zijstandaard bevindt zich aan de
linkerzijde van het frame. Trek of druk
de zijstandaard met uw voet omhoog
of omlaag terwijl u de machine rechtop
houdt.
OPMERKING:
De ingebouwde sperschakelaar voor
de zijstandaard maakt deel uit van het
startspersysteem, dat in bepaalde si-
tuaties de werking van het ontste-
kingssysteem blokkeert. (Zie hierna
voor een nadere uitleg over het starts-
persysteem.)
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-18
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
3. Draai de borgmoer vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
DCA11240LET OP:
Draai de borgmoer altijd vast tegen
de stelmoer, en draai dan de borg-
moer vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment.
DWA10220
WAARSCHUWING0
Deze schokdemper is gevuld met
stikstofgas onder hoge druk. Lees
en begrijp de volgende informatie
alvorens de schokdemper te ge-
bruiken. De fabrikant kan niet aan-
sprakelijk worden gesteld voor
schade aan eigendommen of voor
persoonlijk letsel als dit voortvloeit
uit verkeerd gebruik.
●Probeer de gascilinder niet te
openen en blijf er verder vanaf.
●Stel de schokdemper niet bloot
aan open vuur of aan andere
hittebronnen, anders kan deze
door de oplopende druk explo-
deren.
●Vervorm of beschadig de gasci-
linder op geen enkele wijze, de
dempende werking zal dan ach-
teruitgaan.
●Laat onderhoud aan de schok-
demper altijd uitvoeren door
een Yamaha dealer.
Aanhaalmoment:
Borgmoer:
45 Nm (4,5 m·kgf, 32,5 ft·lbf)