Page 11 of 97

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
VEILIGHEIDSINFORMATIE
• Omvangrijke accessoires kun-
nen door hun aërodynamisch
effect van invloed zijn op de
rijstabiliteit van de motor. De
motor kan door rijwind worden
opgetild of bij zijwind instabiel
worden. Zulke accessoires kun-
nen ook instabiliteit veroorza-
ken terwijl u grote voertuigen in-
haalt of door deze wordt
ingehaald.
• Sommige accessoires noodza-
ken de bestuurder om een an-
dere dan de normale zitpositie
in te nemen. Zo'n verkeerde zit-
positie beperkt de bewegings-
vrijheid van de bestuurder en
kan een comfortabele bedie-
ning hinderen, zodat we derge-
lijke accessoires sterk afraden.
●Wees voorzichtig bij het aanbren-
gen van elektrische accessoires.
Als elektrische accessoires de
capaciteit van het elektrisch sys-
teem van de motorfiets te boven
gaan, kan zich een gevaarlijke
elektrische storing voordoen
waardoor de verlichting of de mo-
tor uitvalt.Benzine en uitlaatgassen
●BENZINE IS ZEER GEMAKKE-
LIJK ONTVLAMBAAR:
• Zet de motor altijd af als u ben-
zine tankt.
• Pas op en mors tijdens het tan-
ken geen benzine op de motor
of op het uitlaatsysteem.
• Tank niet terwijl u rookt of in de
nabijheid bent van open vuur.
●Start de motor nooit in een afge-
sloten ruimte en laat hem dan niet
draaien. De uitlaatgassen zijn gif-
tig en kunnen al heel snel bewus-
teloosheid of dodelijk letsel ver-
oorzaken. Start de motor alleen in
de open lucht of in een ruimte die
voldoende ventilatie heeft.
●Zet de motor altijd uit voordat u de
motorfiets onbeheerd achterlaat
en neem de sleutel uit het contact-
slot. Let op het volgende als u de
motor gaat parkeren:
• De motor en het uitlaatsysteem
kunnen heet zijn, parkeer de mo-
torfiets daarom op een plek waar
voetgangers en kinderen hier
geen last van hebben.• Parkeer de motor niet op een
helling of op een zachte onder-
grond, om omvallen te voorko-
men.
• Parkeer de motor niet nabij een
brandend toestel (bijv. een pe-
troleumkachel) of bij open vuur,
hij zou zo vlam kunnen vatten.
●Als u de motor in een ander voer-
tuig vervoert, zorg dan dat deze
rechtop staat. Als de motor schuin
staat, kan er benzine uit de
brandstoftank stromen.
●Roep onmiddellijk medische hulp
in als u benzine heeft ingeslikt,
veel benzinedamp heeft inge-
ademd of benzine in uw ogen is
terechtgekomen. Morst u benzine
op uw huid of kleding, spoel de
bewuste plek dan direct met
zeepwater en trek andere kleding
aan.
1-4
Page 72 of 97

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
1. Stekker de brandstoftank
2. Brandstofslangen
3. Tankbeluchtingsslang/overloopslang
4. Slangklem
3. Verwijder de brandstoftank door
de bout en de onderlegring aan
de achterzijde van de brandstof-
tank en de twee bouten aan de
voorzijde van de brandstoftank te
verwijderen.
4. Verwijder de getoonde slang-
klem, en verwijder vervolgens de
brandstofslangen.
5. Verwijder de brandstoftank door
deze omhoog te trekken.
6. Verwijder de accukap door deze
omhoog te trekken.
1. Positieve accupool
2. Negatieve accupool
Om de accu op te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha
dealer de accu te laden als deze ont-
laden lijkt te zijn. Vergeet niet dat de
accu sneller ontladen raakt als de ma-
chine is uitgerust met optionele elektri-
sche accessoires.
DWA10760
WAARSCHUWING0
●Elektrolyt is giftig en gevaarlijk
omdat het zwavelzuur bevat,
een stof die ernstige brand-
wonden veroorzaakt. Vermijd
contact met de huid, ogen of
kleding en bescherm uw ogen
altijd bij werkzaamheden nabij
accu's. Voer als volgt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk con-
tact is geweest met elektrolyt.
•UITWENDIG: Spoel overvloe-
dig met water.
•INWENDIG: Drink grote hoe-
veelheden water of melk en
roep direct de hulp in van een
arts.
•OGEN: Spoel gedurende 15
minuten met water en roep di-
rect medische hulp in.
●Accu's produceren het explosie-
ve waterstofgas. Houd daarom
vonken, open vuur, sigaretten
e.d. uit de buurt van de accu en
zorg voor voldoende ventilatie bij
acculaden in een afgesloten
ruimte.
6-30
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Page 82 of 97

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
DAU25921 Storingzoekschema’s
Startproblemen of slechte werking van de motor
WAARSCHUWING0
Houd open vuur uit de buurt en rook niet terwijl het brandstofsysteem wordt getest of hieraan wordt gewerkt.
1. Brandstof
2. Compressie
3. Ontsteking
4. Accu
Controleer het
brandstofniveau in de
brandstoftank.
Bedien de elektrische
startknop.
Verwijder de bougie en
controleer de elektroden.
Bedien de elektrische
startknop.
Er is voldoende brandstof
aanwezig.
Er is compressie.
Nat
De motor draait
snel rond.
Er is geen brandstof
aanwezig.
Er is geen
compressie.
Droog
De motor draait
langzaam rond.
Controleer de
compressie.
Controleer de
ontsteking.
Schoonvegen met een droge doek.
Stel de elektrodenafstand van de
bougie af of vervang de bougie.
De accu is in orde.
Vraag een Yamaha dealer de machine
te controleren.
Controleer de aansluitingen van de
accukabels en laad de accu indien nodig.
Draai de gasgreep tot
halverwege open en bedien de
elektrische startknop.
De motor start niet. Controleer
de accu.
De motor start niet.
Vraag een Yamaha
dealer de machine te
controleren.
Vul brandstof bij.
Vraag een Yamaha dealer de
machine te controleren.
De motor start niet.
Controleer de compressie.
6-40