Als het menu Telefoonboek wissenis geopend, wordt u gevraagd om de
naam van de vermelding die u wilt
verwijderen. U kunt of de naam van
de telefoonboekvermelding die u
wilt wissen uitspreken of u kunt
"Namen weergeven" zeggen om een
lijst van namen in het telefoonboek
te horen, waaruit u vervolgens kunt
kiezen. Als u een vermelding in de
lijst wilt selecteren, drukt u op de
toets
wanneer Uconnect™
Phone de gewenste naam uitspreekt
en zegt u "Verwijderen".
Nadat u de naam hebt ingevoerd, vraagt Uconnect™ Phone welke
aanduiding u wilt verwijderen:
thuis, werk, mobiel, overig of alle.
Spreek de aanduiding uit die u
wenst te verwijderen.
Bedenk dat alleen de vermelding in het telefoonboek van de huidige
taal wordt verwijderd.
De automatisch gedownloade tele- foonboekvermeldingen kunnen
niet worden verwijderd of gewij-
zigd. "Alle" vermeldingen uit het
Uconnect™ telefoonboek wissen
Druk op de toets
om te begin-
nen.
Na de prompt "Gereed" en de daar- opvolgende pieptoon zegt u "Tele-
foonboek alles wissen".
Uconnect™ Phone vraagt u te be- vestigen dat u alle vermeldingen uit
het telefoonboek wilt verwijderen.
Na die bevestiging worden alle ver- meldingen uit het telefoonboek ver-
wijderd.
Bedenk dat alleen de vermeldingen in het telefoonboek van de huidige
taal wordt verwijderd.
De automatisch gedownloade tele- foonboekvermeldingen kunnen
niet worden verwijderd of gewij-
zigd.
Alle namen uit het Uconnect™
telefoonboek weergeven
Druk op de toetsom te begin-
nen. Na de prompt "Gereed" en de daar-
opvolgende pieptoon zegt u "Tele-
foonboek namen weergeven".
Uconnect™ Phone geeft alle namen uit het telefoonboek weer, inclusief
de gedownloade telefoonboekver-
meldingen, indien aanwezig.
Als u een van de namen in de lijst wilt bellen, drukt u op de toets
wanneer de gewenste naam
wordt uitgesproken en zegt u "Bel-
len".
OPMERKING:
U kunt op dit moment ook de func-
ties "Bewerken" of "Verwijderen"
uitvoeren.
Uconnect™ Phone vraagt u vervol- gens naar de aanduiding van het
nummer dat u wilt bellen.
Het geselecteerde nummer wordt gekozen.
76
FUNCTIES
TELEFOONGESPREKKEN
De volgende functies zijn toegankelijk
via Uconnect™ Phone, indien deze
functies worden ondersteund door uw
mobiele telefoon. Als via uw mobiele
telefoon bijvoorbeeld driewegge-
sprekken mogelijk zijn, is deze functie
ook toegankelijk via Uconnect™
Phone. Neem contact op met de leve-
rancier van uw mobiele telefoon voor
informatie over de beschikbare func-
ties op uw telefoon.
Een inkomend gesprek
beantwoorden of weigeren — bij
niet in gesprek
Wanneer u op uw mobiele telefoon
wordt gebeld, onderbreekt Ucon-
nect™ Phone het audiosysteem van
de auto, indien dit is ingeschakeld, en
vraagt het u of u de oproep wilt beant-
woorden. Druk op de toets
om het
gesprek te beantwoorden. Om het ge-
sprek te weigeren, houdt u de toets
ingedrukt tot u een pieptoon hoort
die aangeeft dat het inkomende ge-
sprek is geweigerd. Een inkomend gesprek
beantwoorden of weigeren — bij
in gesprek
Als er een nieuwe oproep binnenkomt
terwijl u in gesprek bent, hoort u de-
zelfde netwerktonen voor een wissel-
gesprek als op uw mobiele telefoon.
Druk op de toets
om het huidige
gesprek in de wacht te zetten en de
inkomende oproep te beantwoorden.
OPMERKING:
De huidige mobiele telefoons die
compatibel zijn met Uconnect™
Phone, bieden niet de mogelijk-
heid een inkomend gesprek te wei-
geren terwijl een ander gesprek
wordt gevoerd. Daarom kan de ge-
bruiker óf het inkomende gesprek
beantwoorden óf negeren.
Een tweede telefoongesprek
voeren terwijl u al in gesprek
bent
Als u wilt bellen terwijl u al een ander
gesprek voert, drukt u op de toets
en zegt u "Kiezen" of "Bellen",
gevolgd door het telefoonnummer dat
u wilt bellen of de naam uit het tele-
foonboek. Het eerste gesprek wordt in
de wacht gezet terwijl het tweede ge- sprek actief is. Raadpleeg de para-
graaf "Wisselgesprek voeren" voor in-
formatie over het terugschakelen naar
het eerste gesprek. Raadpleeg "Verga-
dergesprek" voor informatie over het
combineren van twee gesprekken.
Een gesprek in de wacht zetten /
uit de wacht halen
Om een gesprek in de wacht te zetten,
drukt u op de toets
tot u één
enkele pieptoon hoort. Dit geeft aan
dat het gesprek in de wacht is gezet.
Om het gesprek uit de wacht te halen
houd u de toets
ingedrukt tot u
één enkele pieptoon hoort.
Wisselgesprek voeren
Als er twee gesprekken gaande zijn
(één actief en de andere in de wacht),
houdt u de toetsingedrukt tot u
één enkele pieptoon hoort. Hiermee
wordt aangegeven dat de status van
de twee gesprekken (één actief en de
andere in de wacht) is verwisseld. Er
kan slechts één gesprek tegelijk in de
wacht gezet worden.
Vergadergesprek
Als er twee gesprekken gaande zijn
(één actief en de andere in de wacht)
77
houdt u de toets
ingedrukt tot u
twee pieptonen hoort. Hiermee wordt
aangegeven dat de twee gesprekken
samengevoegd zijn tot één vergader-
gesprek.
Drieweggesprekken
Als u een drieweggesprek wilt begin-
nen, drukt u tijdens een gesprek op de
toets
en belt u het tweede num-
mer, zoals wordt beschreven in de pa-
ragraaf "Een tweede telefoongesprek
voeren terwijl u al in gesprek bent".
Nadat het tweede gesprek tot stand is
gekomen, houdt u de toets
inge-
drukt totdat u twee pieptonen hoort.
Hiermee wordt aangegeven dat de
twee gesprekken zijn samengebracht
in één vergadergesprek.
Gesprek beëindigen
Om een actief gesprek te beëindigen,
drukt u kort op de toets
. Alleen
actieve gesprekken worden dan
beëindigd en als er een gesprek in de
wacht is gezet wordt dit het nieuwe
actieve gesprek. Als het actieve ge-
sprek door de andere beller wordt
beëindigd, wordt het gesprek in de
wacht mogelijk niet automatisch ac-
tief. Dit hangt af van de mobiele tele- foon. Om het gesprek uit de wacht te
halen houd u de toets
ingedrukt
tot u één enkele pieptoon hoort.
Opnieuw kiezen
Druk op de toets
om te begin-
nen.
Na de prompt "Gereed" en de daar- opvolgende pieptoon zegt u "Op-
nieuw kiezen".
Uconnect™ Phone belt het laatst gekozen nummer op uw mobiele
telefoon.
OPMERKING:
Het is mogelijk dat dit niet het
laatste nummer is dat u via Ucon-
nect™ Phone hebt gekozen.
Voortzetting telefoongesprek
De functie "Voortzetting telefoonge-
sprek" maakt het mogelijk een tele-
foongesprek via Uconnect™ Phone
voort te zetten nadat de contactscha-
kelaar naar de stand OFF is gedraaid.
Uw auto kan zijn uitgerust met een
van de volgende drie versies van de
functie "Voortzetting telefoonge-
sprek": Nadat de contactschakelaar in de
stand OFF is gezet, kunt u het ge-
sprek voortzetten via Uconnect™
Phone totdat het wordt beëindigd,
totdat een voertuigspecifieke tijd
verstrijkt, of totdat de accu van de
auto dermate leeg is dat het gesprek
via Uconnect™ Phone moet wor-
den doorgeschakeld naar de mo-
biele telefoon.
Nadat de contactschakelaar in de stand OFF is gezet, kunt u een ge-
sprek gedurende een bepaalde tijd
voortzetten via Uconnect™ Phone,
waarna het gesprek automatisch
wordt doorgeschakeld naar de mo-
biele telefoon.
Een actief gesprek wordt automa- tisch doorgeschakeld naar de mo-
biele telefoon nadat de contact-
schakelaar in de stand OFF is gezet.
FUNCTIES VAN
UCONNECT™ PHONE
Taalkeuze
Taal van Uconnect™ Phone wijzigen:
Druk op de toets
om te begin-
nen.
78
Na de prompt "Gereed" en dedaarop volgende pieptoon spreekt u
de naam in van de taal die u wilt
gebruiken (Engels, Nederlands,
Frans, Duits, Italiaans of Spaans,
indien aanwezig).
Volg de verdere aanwijzingen van het systeem om de taalkeuze te vol-
tooien.
Nadat u een taal hebt geselecteerd,
worden alle prompts en gesproken op-
drachten in die taal uitgevoerd.
OPMERKING:
Nadat u de taal van Uconnect™
Phone hebt gewijzigd, is alleen het
telefoonboek met 32 namen be-
schikbaar dat bij de nieuwe taal
hoort. De naam van de gekoppelde
telefoon is niet taalspecifiek en
kan voor alle talen worden ge-
bruikt.
Raadpleeg "Opdrachten" bij "Wer-
king van het spraakbedieningssys-
teem" voor de vertaling van opdrach-
ten en alternatieve opdrachten in de
ondersteunde talen. Hulp in noodsituaties (voor
bepaalde uitvoeringen/landen)
Als u zich in een noodsituatie bevindt
en de mobiele telefoon is binnen
handbereik:
Pak de telefoon en kies zelf het
alarmnummer.
Als de telefoon niet binnen handbe-
reik is, maar Uconnect™ Phone wel is
ingeschakeld, kunt als volgt het
alarmnummer kiezen:
Druk op de toets
om te begin-
nen.
Na de prompt "Gereed'' en de daarop volgende pieptoon zegt u
''Noodgeval''. Vervolgens zal Ucon-
nect™ Phone aan de gekoppelde
mobiele telefoon de opdracht geven
het alarmnummer te bellen.
OPMERKING:
Het standaardnummer is 112. Het is mogelijk dat het gekozen
nummer niet van toepassing is
op de beschikbare mobiele tele-
foonservice en de regio waar u
zich bevindt. Sommige systemen bieden de
mogelijkheid het alarmnummer,
indien ondersteund, in te stel-
len. Druk hiertoe op de toets
en zeg "Instellen", gevolgd door
"Noodgeval".
Wanneer u via Uconnect™ Phone belt, is de kans op een
geslaagde verbinding iets klei-
ner dan wanneer u rechtstreeks
met de mobiele telefoon belt.WAARSCHUWING!
Als u het Uconnect™ Phone systeem
wilt gebruiken in noodgevallen,
moet uw mobiele telefoon:
zijn ingeschakeld,
zijn gekoppeld aan het Ucon-nect™ systeem,
binnen bereik van het netwerk
zijn.
Hulp bij pech (voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
Als u pechhulp nodig heeft:
Druk op de toets
om te begin-
nen.
79
Na de prompt "Gereed" en de daar-opvolgende pieptoon zegt u "Pech-
hulp".
OPMERKING:
Het nummer voor pechhulp moet
vóór gebruik worden ingesteld. Als
u dit nummer wilt instellen, drukt
u op de toets
, zegt u "Instellen,
pechhulp" en volgt u de aanwij-
zingen.
Oppiepen
Raadpleeg "Werken met automati-
sche systemen" voor informatie over
het oproepen via een pieper. Oppiepen
werkt correct, behalve bij piepers van
sommige merken, die iets te vroeg uit-
gaan om goed in combinatie met
Uconnect™ Phone te kunnen werken.
Voicemail bellen
Raadpleeg "Werken met automati-
sche systemen" voor informatie over
het beluisteren van uw voicemail.
Werken met automatische
systemen
Deze methode wordt gebruikt in situ-
aties waarin normaal gesproken cij-
fers moeten worden ingedrukt op het
toetsenbord van de mobiele telefoon tijdens het navigeren door een geau-
tomatiseerd telefoonsysteem.
U kunt Uconnect™ Phone gebruiken
voor toegang tot uw voicemail of een
geautomatiseerde service, zoals een
oproepservice voor piepers of een ge-
automatiseerde klantenservice. Bij
sommige diensten moet onmiddellijk
een respons worden gegeven. In een
aantal gevallen is het mogelijk dat
deze respons niet snel genoeg kan
worden gegeven via Uconnect™
Phone.
Wanneer u via Uconnect™ Phone een
nummer belt waarvoor u normaal ge-
sproken een reeks toetsen op uw mo-
biele telefoon moet indrukken, kunt u
de toets
indrukken en de reeks
inspreken die u wilt invoeren, gevolgd
door het woord "Zenden". Als u bij-
voorbeeld uw pincode en daarna een
hekje (3 7 4 6 #) moet invoeren, kunt
u op de toets
drukken en ver-
volgens zeggen: "3 7 4 6 hekje zen-
den". Het inspreken van een cijfer of
een cijferreeks, gevolgd door "zen-
den" kan ook worden gebruikt om
door de menustructuur van een geau- tomatiseerde klantenservice te navi-
geren of een nummer achter te laten
op een pieper.
U kunt ook de opgeslagen vermeldin-
gen uit het Uconnect™ telefoonboek
verzenden als tonen, zodat u snel en
gemakkelijk toegang krijgt tot voice-
mail en piepers. Om deze functie te
gebruiken, kiest u het nummer dat u
wilt bellen, drukt u vervolgens op de
toets
toets en zegt u "Zenden".
Het systeem vraagt u de naam of het
nummer in te voeren en de naam van
de telefoonboekvermelding uit te
spreken die u wilt zenden. Ucon-
nect™ Phone zal vervolgens het tele-
foonnummer dat aan deze vermelding
is gekoppeld via de telefoon verzen-
den als tonen.
OPMERKING:
Het is mogelijk dat u vanwege de
netwerkconfiguratie van de mo-
biele telefoon niet alle tonen
kunt horen. Dit is echter nor-
maal.
80
Sommige leveranciers van pieper-
en voicemaildiensten hebben een
uitschakeltijd die te kort is, waar-
door deze functie niet bruikbaar
is.Onderbreken — prompts negeren
De toets Voice Command-toets kan
worden gebruikt als u een deel van
een prompt wilt overslaan en de ge-
sproken opdracht onmiddellijk wilt
geven. Als bijvoorbeeld de prompt
"Wilt u een telefoon koppelen, an-
nule…," klinkt, kunt u de toetsindrukken en zeggen "Een telefoon
koppelen" om die optie te selecteren
zonder dat u naar de rest van de
prompt hoeft te luisteren.
Controlevragen in- of
uitschakelen
Als u de controlevragen uitschakelt,
vraagt het systeem u niet langer uw
keuzes te bevestigen (Uconnect™
Phone zal bijvoorbeeld het telefoon-
nummer niet herhalen voordat het
wordt gekozen).
Druk op de toets
om te begin-
nen. Na de prompt "Gereed" en de daar-
opvolgende pieptoon zegt u:
"Instellen Controlevragen Aan"
"Instellen Controlevragen Uit"
Indicatoren voor telefoon- en
netwerkstatus
Uconnect™ Phone meldt de status
van uw telefoon en netwerk wanneer
u probeert een oproep tot stand te
brengen via Uconnect™, indien uw
mobiele telefoon, de radio en/of een
display van hoge kwaliteit, zoals het
instrumentenpaneel, deze functie on-
dersteunen. De status wordt aange-
duid voor de signaalsterkte van het
netwerk, de status van de telefoon-
accu, etc.
Kiezen via de toetsen van de
mobiele telefoon
U kunt via uw mobiele telefoon een
nummer kiezen en tegelijkertijd
Uconnect™ Phone gebruiken (wan-
neer u de toetsen van de mobiele tele-
foon gebruikt, moet u echter voor-
zichtig te werk gaan en zorgen dat u
de veiligheid niet in gevaar brengt).
Als u een nummer kiest via de gekop-
pelde mobiele Bluetooth® telefoon, wordt het geluid hoorbaar via het au-
diosysteem van uw auto. Uconnect™
Phone werkt op dezelfde wijze als
wanneer u het nummer kiest via een
gesproken opdracht.
OPMERKING:
Sommige merken mobiele tele-
foons verzenden de kiestoon niet
naar Uconnect™Phone. In dat ge-
val zult u de kiestoon dus niet ho-
ren. In dit geval heeft de gebruiker,
ook als het nummer goed gekozen
is, wellicht het gevoel dat er geen
verbinding is, terwijl deze in feite
al tot stand is gebracht. Zodra de
oproep wordt beantwoord, hoort u
het geluid.
Geluid uit/geluid aan
Wanneer u het geluid van Uconnect™
Phone uitschakelt, kunt u nog steeds
horen wat uw gesprekspartner zegt,
maar deze kan u niet horen. Geluid
van Uconnect™ Phone uitschakelen:
Druk op de knop
.
Na de pieptoon zegt u: "Geluid uit".
81
Geluid van Uconnect™ Phone weer
inschakelen:
Druk op de knop
.
Na de pieptoon zegt u: "Geluid aan".
GEAVANCEERDE
TELEFOONVERBINDINGEN
Telefoongesprek doorschakelen
van en naar een mobiele telefoon
Met Uconnect™ Phone kunt u actieve
gesprekken doorschakelen van uw
mobiele telefoon naar Uconnect™
Phone, zonder het gesprek te beëindi
gen. Als u een actief gesprek wilt door-
schakelen van de aan Uconnect™ ge-
koppelde mobiele telefoon naar
Uconnect™ Phone of omgekeerd,
drukt u op de toetsen zegt u
"Gesprek doorschakelen".
De verbinding tussen Uconnect™
Phone en de mobiele telefoon tot
stand brengen of verbreken
Uw mobiele telefoon kan aan veel ver-
schillende apparaten worden gekop-
peld, maar kan met slechts één elek-
tronisch apparaat tegelijk actief zijn
"verbonden". Als u de Bluetooth® verbinding tus-
sen een aan Uconnect® gekoppelde
mobiele telefoon en het Uconnect™
Phone systeem tot stand wilt brengen
of verbreken, volg dan de aanwijzin-
gen in de handleiding van uw mobiele
telefoon.
Namen van gekoppelde mobiele
telefoons weergeven
Druk op de toets
om te begin-
nen.
Na de prompt "Gereed" en de daar- opvolgende pieptoon zegt u "Tele-
foonkoppeling instellen".
Na de prompt zegt u "Telefoons weergeven".
Uconnect™ Phone geeft vervolgens de namen van alle gekoppelde mo-
biele telefoons weer, op volgorde
van hoogste naar laagste prioriteit.
Als u een gekoppelde telefoon die
wordt aangekondigd, wilt selecte-
ren of verwijderen, drukt u op de
toets
en zegt u "Selecteren"
of "Verwijderen". Lees ook de twee
volgende paragrafen voor informa-
tie over een alternatieve manier om een gekoppelde telefoon te selecte-
ren of te verwijderen.
Een andere mobiele telefoon
selecteren
Met deze functie kunt u een andere
aan Uconnect™ Phone gekoppelde
telefoon selecteren en in gebruik ne-
men.
Druk op de toets
om te begin-
nen.
Na de prompt "Gereed" en de daar- opvolgende pieptoon zegt u "Instel-
len Selecteren Telefoon" en volgt u
de aanwijzingen.
U kunt ook op elk gewenst moment op de toets
drukken terwijl de
lijst wordt afgespeeld en vervolgens
de telefoon kiezen die u wilt selec-
teren.
De geselecteerde telefoon wordt ge- bruikt bij het eerstvolgende tele-
foongesprek. Als de geselecteerde
telefoon niet beschikbaar is, ge-
bruikt Uconnect™ Phone automa-
tisch opnieuw de telefoon met de
hoogste prioriteit in of nabij (bin-
nen ca. 9 m) de auto.
82
Aan Uconnect™ Phone
gekoppelde mobiele telefoons
verwijderen
Druk op de toets
om te begin-
nen.
Na de prompt "Gereed" en de daar- opvolgende pieptoon zegt u "Tele-
foonkoppeling instellen".
Bij de volgende prompt zegt u "Ver- wijderen" en volgt u de aanwijzin-
gen.
U kunt ook op elk gewenst moment op de toets
drukken terwijl de
lijst wordt afgespeeld en vervolgens
de telefoon kiezen die u wilt verwij-
deren.
WAT U MOET WETEN
OVER UCONNECT™
PHONE
Gebruiksaanwijzing Uconnect™
Phone
Als u een korte beschrijving van de
functies van Uconnect™ Phone wilt
horen, drukt u op de toets
en zegt
u "Uconnect™ gebruiksaanwijzing". Stemtraining
Als u bij het herkennen van uw ge-
sproken opdrachten of telefoonnum-
mers door Uconnect™ Phone proble-
men ondervindt, kunt u de functie
Stemtraining van Uconnect™ Phone
gebruiken. Om deze training te acti-
veren, volgt u een van de volgende
twee procedures:
Wanneer de Uconnect™ Phone mo-
dus niet actief is (maar bijvoorbeeld
de radiomodus)
Houd de toets
vijf seconden
lang ingedrukt tot de trainingsessie
begint of
Druk op de toetsen spreek de
volgende opdracht in: "Stemtrai-
ning, systeemtraining of start stem-
training".
U kunt op de Uconnect™ Phone toets
drukken om de fabrieksinstellingen te
herstellen, of u kunt de woorden en
zinnen herhalen wanneer Uconnect™
Phone u daarom vraagt. U bereikt de
beste resultaten wanneer de stemtrai-
ning plaatsvindt terwijl de auto is ge- parkeerd, de motor draait, alle ramen
zijn gesloten en de aanjager is uitge-
schakeld.
Deze procedure kan herhaald worden
met een nieuwe gebruiker. Het sys-
teem past zich alleen aan aan de laatst
getrainde stem.
Resetten
Druk op de toets
.
Na de prompt "Gereed" en de daar- opvolgende pieptoon zegt u "Instel-
len" en vervolgens "Reset".
Hiermee verwijdert u alle telefoon-
koppelingen, telefoonboekvermeldin-
gen en overige instellingen in alle ta-
len. Het systeem zal u om een
bevestiging vragen voordat de fa-
brieksinstellingen worden hersteld.
Gesproken opdrachten
Voor optimale prestaties stelt u de achteruitkijkspiegel zo in dat er ten
minste 1 cm afstand is tussen de
spiegel en de dakconsole (voor be-
paalde uitvoeringen/landen).
Wacht altijd op de pieptoon voor u begint spreken.
83