Page 1 of 78
Lees deze handleiding aandachtig door voordat u deze
machine gaat gebruiken.
HANDLEIDING
1CB-F8199-D0
EC-03
Page 2 of 78
Lees deze handleiding aandachtig door voordat u deze machine gaat gebruiken. Deze handleiding dient bij
DAU46090
Q
de machine te blijven als deze wordt verkocht.
Page 3 of 78

INLEIDING
DAU10113
Welkom in de wereld van Yamaha!
Als eigenaar van de EC-03 profiteert u van de enorme ervaring en technische kennis van Yamaha op het gebied van het ontwerpen en
fabriceren van hoogwaardige producten, waarmee Yamaha zijn reputatie van betrouwbaarheid heeft verworven.
Neem rustig de tijd om deze handleiding aandachtig door te lezen, zodat u plezier zult hebben van alle functies van uw EC-03. De Gebrui-
kershandleiding geeft instructies voor de bediening, inspectie en het onderhoud van de scooter, en beschrijft hoe u uzelf en anderen kunt
beschermen tegen persoonlijk letsel of schade.
De vele tips in deze handleiding helpen u bovendien om uw scooter in optimale conditie te houden. Als er ten slotte toch nog vragen zijn,
aarzel dan niet en neem contact op met de Yamaha dealer.
Het Yamaha team wenst u veilig en plezierig rijden toe. En vergeet niet, veiligheid voor alles!
Yamaha werkt voortdurend aan verbeteringen ten aanzien van productontwerp en kwaliteit. Om deze reden kan er soms sprake zijn van
kleine verschillen tussen uw scooter en de beschrijving ervan in deze handleiding, ook al bevat de handleiding de meest recente product-
informatie ten tijde van publicatie. Als u vragen hebt over deze handleiding, neem dan contact op met uw Yamaha dealer.
WAARSCHUWING
DWA12411
Lees deze handleiding aandachtig helemaal door voordat u deze scooter gaat gebruiken.1CB-F8199-D0.book 1 ページ 2010年10月18日 月曜日 午後5時58分
Page 4 of 78
BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING
DAU10132
Bijzonder belangrijke informatie is in deze handleiding gemarkeerd met de volgende aanduidingen:
Dit is het Safety Alert-symbool. Het wordt gebruikt om u te waarschuwen voor risico’s op
persoonlijk letsel. Volg alle veiligheidsaanwijzingen bij dit symbool op om mogelijk letsel of
overlijden te voorkomen.
Een WAARSCHUWING duidt een gevaarlijke situatie aan die, indien niet vermeden, kan resul-
teren in ernstig letsel of overlijden.
De aanduiding LET OP staat bij speciale voorzorgen die moeten worden genomen om
schade aan de machine of andere eigendommen te voorkomen.
De aanduiding OPMERKING staat bij belangrijke informatie die procedures kan vergemakkelijken of
verhelderen.
WAARSCHUWING
LET OPOPMERKING
1CB-F8199-D0.book 1 ページ 2010年10月18日 月曜日 午後5時58分
Page 5 of 78
BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING
DAU36390
EC-03
HANDLEIDING
©2010 door Yamaha Motor Co., Ltd.
1e uitgave, September 2010
Alle rechten voorbehouden.
Elke vorm van herdruk of onbevoegd
gebruik
zonder schriftelijke toestemming van
Yamaha Motor Co., Ltd.
is uitdrukkelijk verboden.
Gedrukt in Nederland.
1CB-F8199-D0.book 2 ページ 2010年10月18日 月曜日 午後5時58分
Page 6 of 78

INHOUDSOPGAVEVEILIGHEIDSINFORMATIE .............. 1-1
Andere aandachtspunten voor
veilig rijden .................................. 1-4
Accu veilig opladen ......................... 1-5
BESCHRIJVING ................................ 2-1
Aanzicht linkerzijde .......................... 2-1
Aanzicht rechterzijde ....................... 2-2
Bedieningen en instrumenten .......... 2-3
FUNCTIES VAN DE EC-03................ 3-1
Kenmerken ..................................... 3-1
Standaardmodus/powermodus ....... 3-1
Afgelegde afstand ........................... 3-2
Effectief gebruik van de accu ......... 3-3
Accuniveau ..................................... 3-4
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN
EN BEDIENINGEN............................. 4-1
Zoemer ........................................... 4-1
Contactslot/stuurslot ....................... 4-1
Multifunctioneel display .................. 4-2
Veiligheidsslot gebruiken ................ 4-7
Stuurschakelaars .......................... 4-10
Voorremhendel ............................. 4-11
Achterremhendel .......................... 4-11
Zadel ............................................. 4-11
Helmbevestiging ........................... 4-12
Bagagehaak ................................. 4-13
Handgreep .................................... 4-13VOOR UW VEILIGHEID –
CONTROLES VOOR HET RIJDEN... 5-1
ACCU OPLADEN............................... 6-1
Oplaadlocatie voor accu ................. 6-1
Laadprocedure ............................... 6-3
Laadtijd ........................................... 6-8
Display met voortgang van
laden ........................................... 6-9
Accu ............................................... 6-9
GEBRUIK EN BELANGRIJKE
RIJ-INFORMATIE.............................. 7-1
Voorbereidingen voordat u
wegrijdt ....................................... 7-1
Wegrijden ....................................... 7-3
Sneller en langzamer rijden ........... 7-4
Remmen ......................................... 7-5
Parkeren ......................................... 7-5
PERIODIEK ONDERHOUD EN
AFSTELLINGEN................................ 8-1
Algemeen smeer- en
onderhoudsschema .................... 8-2
Controleren op afwijkende
motorgeluiden ............................. 8-4
Snelheidsregelaar controleren ....... 8-4
Banden ........................................... 8-5
Gietwielen ...................................... 8-6
Vrije slag van voor- en
achterremhendel afstellen .......... 8-6Controleren van voor- en
achterremschoenen ..................... 8-7
Kabels controleren en smeren ........ 8-8
Voor- en achterremhendel
smeren ........................................ 8-8
Middenbok controleren en
smeren ........................................ 8-9
Voorvork controleren ...................... 8-9
Stuursysteem controleren ............. 8-10
Controleren van wiellagers ........... 8-10
Koplampgloeilamp vervangen ...... 8-11
Gloeilamp in remlicht/achterlicht
vervangen .................................. 8-12
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen .................................. 8-13
Laadkabel en laadstekker
controleren ................................ 8-13
Problemen oplossen ..................... 8-14
VERZORGING EN STALLING VAN
DE SCOOTER.................................... 9-1
Matkleur, let op ............................... 9-1
Verzorging ...................................... 9-1
Stalling ............................................ 9-3
SPECIFICATIES .............................. 10-1
GEBRUIKERSINFORMATIE............ 11-1
Identificatienummers ..................... 11-1
1CB-F8199-D0.book 1 ページ 2010年10月18日 月曜日 午後5時58分
Page 7 of 78

1-1
1
VEILIGHEIDSINFORMATIE
DAU50653
Wees een verantwoordelijke eigenaar
Als eigenaar van de machine bent u verant-
woordelijk voor de veilige en juiste bedie-
ning ervan.
Scooters zijn tweewielige voertuigen.
Voor een veilig gebruik zijn de toepassing
van de juiste rijtechnieken en de ervaring
van de bestuurder van belang. Elke be-
stuurder moet bekend zijn met de volgende
vereisten alvorens met deze scooter te
gaan rijden.
Hij of zij moet:
Door een competente informatiebron
grondig zijn ingelicht over alle aspec-
ten van scooterrijden.
Zich houden aan de waarschuwingen
en onderhoudseisen zoals vermeld in
deze Gebruikershandleiding.
Grondig getraind zijn in veilige en cor-
recte rijtechnieken.
Gebruikmaken van professionele
technische service, zoals aangegeven
in deze Gebruikershandleiding en/of
wanneer de mechanische condities dit
vereisen.
Veilig rijden
Voer vóór elke rit de controles voor het rij-den uit om u ervan te verzekeren dat de ma-
chine in veilige staat verkeert. Onvoldoende
inspectie of onderhoud van de machine ver-
groot het risico op ongeval of schade. Zie
pagina 5-1 voor een lijst met controles voor
het rijden.
Deze scooter is ontworpen om uitslui-
tend de bestuurder te vervoeren. Pas-
sagiers zijn niet toegestaan.
Het niet opmerken en herkennen van
scooters door andere weggebruikers
vormt de belangrijkste oorzaak van
auto-/scooterongevallen. Vaak wor-
den ongevallen veroorzaakt doordat
een autobestuurder de scooter niet
heeft gezien. Zorg dat u opvalt, dat
blijkt het meest effectief om het risico
op een dergelijk type ongeval te ver-
minderen.
Dus:
• Draag een jack in felle kleuren.
• Wees extra voorzichtig bij het nade-
ren en passeren van kruisingen,
daar doen ongelukken met scooters
zich namelijk het meest voor.
• Ga daar rijden waar andere wegge-
bruikers u kunnen zien. Ga niet rij-
den in de dode zichthoek van een
andere weggebruiker.
Bij veel ongevallen zijn onervaren be-
stuurders betrokken. Vaak waren bijeen ongeval betrokken bestuurders
zelfs niet in het bezit van een geldig rij-
bewijs.
• Zorg dat u bekwaam bent om te rij-
den en leen uw scooter alleen uit
aan ervaren scooterrijders.
• Weet wat u wel en niet aankunt.
Door rekening te houden met uw
beperkingen helpt u ongelukken
voorkomen.
• We raden aan om het scooterrijden
te oefenen op plekken waar geen
verkeer is, totdat u grondig bekend
bent met de scooter en zijn bedie-
ning.
Ongelukken worden vaak veroorzaakt
door een fout van de scooterbestuur-
der. Veel bestuurders houden bij het
ingaan van een bocht een te hoge rij-
snelheid aan of gaan onvoldoende
schuinliggen voor de rijsnelheid, waar-
door ze wijd uit de bocht komen.
• Neem altijd de maximumsnelheid in
acht en rijd nooit sneller dan de
wegcondities en het verkeer toe-
staan.
• Geef altijd richting aan voordat u af-
slaat of van rijstrook wisselt. Zorg
dat andere weggebruikers u kunnen
zien.
De zithouding van de bestuurder is be-
1CB-F8199-D0.book 1 ページ 2010年10月18日 月曜日 午後5時58分
Page 8 of 78

1-2
VEILIGHEIDSINFORMATIE
1
langrijk voor een goede besturing. De
bestuurder moet tijdens het rijden bei-
de handen aan het stuur houden en
beide voeten op de bestuurdersvoet-
steunen, om zo de macht over het
stuur te behouden.
Plaats geen magneten of voorwerpen
met een krachtig magnetisch veld in
de buurt van de snelheidsregelaar.
Plaats bovendien geen voorwerpen
die gevoelig zijn voor magnetische vel-
den (zoals creditcards, horloges, en-
zovoort) in de buurt van de
snelheidsregelaar.
Rijd nooit onder invloed van alcohol of
andere drugs.
Deze scooter is uitsluitend ontworpen
voor gebruik op verharde wegen. De
machine is niet bedoeld voor off-road-
gebruik.
Vermijd ondergelopen wegen
Rijd niet over overstroomde wegen. Water
kan tot storingen aan de aandrijving, elektri-
sche lekkage en/of kortsluiting leiden.
Beschermende uitrusting
Scooterongelukken met dodelijke afloop
betreffen meestal hoofdletsel. Het dragen
van een helm is de belangrijkste factor bij
het voorkomen of reduceren van hoofdlet-sel.
Draag altijd een goedgekeurde helm.
Draag ook een vizier of een veilig-
heidsbril. Zonder oogbescherming kan
uw zicht door de rijwind verslechteren,
waardoor u gevaren mogelijk te laat
opmerkt.
Door een jack, stevige schoenen, een
lange broek, handschoenen e.d. te
dragen verkleint u de kans op schaaf-
wonden of ontvellingen.
Draag nooit loszittende kleding, deze
kan blijven haken aan schakelhand-
grepen of door de wielen worden ge-
grepen en zo een ongeval of letsel
veroorzaken.
Draag altijd beschermende kleding die
uw benen, enkels en voeten bedekt.
De motor en het uitlaatsysteem kun-
nen tijdens en na het rijden zeer heet
zijn en brandwonden veroorzaken.
Beladen
Het monteren van accessoires of het ver-
voer van bagage kan een negatief effect
hebben op de rijstabiliteit en het weggedrag
als hierdoor de gewichtsverdeling van de
scooter verandert. Wees uiterst voorzichtig
bij het monteren van accessoires of het be-
laden van uw scooter, om zo mogelijke on-
gevallen te vermijden. Pas extra opwanneer u op een scooter rijdt die beladen
is of waaraan accessoires zijn gemonteerd.
Hieronder volgen naast de informatie over
accessoires enkele richtlijnen voor het bela-
den van uw scooter:
Het totale gewicht van bestuurder, acces-
soires en bagage mag de maximale ge-
wichtslimiet niet overschrijden. Rijden met
een te zwaar belaste machine kan leiden
tot een ongeval.
Let op het volgende wanneer u tot deze ge-
wichtslimiet belaadt:
Het zwaartepunt van bagage en ac-
cessoires moet zo laag en zo dicht mo-
gelijk bij de scooter liggen. Bevestig
zware goederen zo dicht mogelijk bij
het midden van de machine en verdeel
het gewicht zo gelijkmatig mogelijk
over beide zijden om onbalans of in-
stabiliteit te minimaliseren.
Als gewicht gaat schuiven kan zich
een plotselinge onbalans voordoen.
Controleer voordat u gaat rijden of ac-
cessoires en bagage stevig aan de
scooter zijn bevestigd. Controleer de
bevestigingspunten voor accessoires
en bagage regelmatig.
• Pas de vering aan de te vervoeren Maximale belasting:
87 kg (192 lb)
1CB-F8199-D0.book 2 ページ 2010年10月18日 月曜日 午後5時58分