Page 41 of 78

ACCU OPLADEN
6-7
2
3
4
567
8
9
laadstekker tijdens het opladen uit het
stopcontact wordt genomen.
Tijdens het opladen gaat de machine
niet naar de stand-bymodus wanneeru de sleutel naar “ON” draait.
Opladen voltooien
Wanneer de accu volledig is opgeladen,
gaat het display na enkele minuten automa-
tisch uit.
1. Pak de laadstekker vast en neem deze
uit het stopcontact. LET OP: Trek niet
aan de laadkabel om de laadstekker
uit het stopcontact te halen. Hier-
door kan de laadkabel beschadigd
raken.
[DCA17470]
2. Open het zadel. (Zie pagina 4-11 voor
meer informatie.)3. Houd de laadstekker vast en wind de
laadkabel rechtsom in de groef zoals
aangegeven. LET OP: Als de laadka-
bel niet correct is gewonden, kan de
machine, laadkabel of laadstekker
beschadigd raken als u het zadel
sluit.
[DCA17480]
4. Zet de laadkabel vast door deze in de
houder te plaatsen zoals aangegeven.
5. Sluit het zadel en duw het aan de ach-
terzijde omlaag om het te vergrende-
len.
OPMERKING
Controleer of zich niets onder het za-
del bevindt voordat u het zadel sluit.
Controleer of het zadel stevig is ver-grendeld voordat u gaat rijden.
6. Neem de sleutel uit.WAARSCHUWING
DWA15900
Laat de laadstekker niet achter in een
stopcontact wanneer u deze niet ge-
bruikt. Stof of vreemde materialen zou-
den zich kunnen verzamelen en brand
veroorzaken. Neem de laadstekker na
1. Laadstekker
1
1. Laadstekker
2. Groef
3. Laadkabel
12
3
1. Houder
1
1CB-F8199-D0.book 7 ページ 2010年10月18日 月曜日 午後5時58分
Page 42 of 78

ACCU OPLADEN
6-8
1
2
3
4
56
7
8
9
gebruik uit het stopcontact.
DAU50402
Laadtijd Normaal opladen
De laadtijd hangt af van de rijomstandighe-
den vóór opladen, het resterende accuni-
veau en de omgevingstemperatuur. Het
duurt ongeveer zeven uur om de accu volle-
dig op te laden vanuit een niveau van 0% bij
een optimale omgevingstemperatuur van
15–25 C.OPMERKINGWanneer het laadproces is voltooid, wordt
de voeding van de ingebouwde acculaderautomatisch afgesloten.
Wachtmodus voor opladen
De machine gaat in de volgende gevallen
naar de wachtmodus als de temperatuur
niet geschikt is om op te laden:
Direct na het rijden is de temperatuur
van de accu mogelijk hoger dan de
maximale 50 C. In dat geval wordt
naar de wachtmodus geschakeld en
knippert “HEAT” totdat de accu en ac-
culader de opgegeven temperatuur
bereiken.
Als de omgevingstemperatuur lager is
dan –5 C, knippert “COOL” totdat de
accu en acculader de opgegeven tem-
peratuur bereiken.
Wanneer de temperatuur geschikt is om op
te laden, wordt het opladen automatisch ge-
start.
100
50
0
2.0 4.0 7.0
Laadtijd (uur) Accuni-
veau
(%)
1CB-F8199-D0.book 8 ページ 2010年10月18日 月曜日 午後5時58分
Page 43 of 78

ACCU OPLADEN
6-9
2
3
4
567
8
9
DAU50411
Display met voortgang van laden Het oplaadproces wordt weergegeven door
de accuniveau-indicator.
DAU50425
Accu Lithium-ion-accu (Li-ion-accu)
De Li-ion-accu in de EC-03 beschikt over
een hoge energiedichtheid en een hoog vol-
tage (ongeveer driemaal zoveel als nik-
kel-cadmiumaccu’s (NiCd) en
nikkel-metaalhydrideaccu’s (NiMH)), waar-
door de accu compact en licht kan worden
gehouden.
Nikkel-cadmium- en nikkel-metaalhydride-
accu’s hebben een geheugeneffect waarbij
het elektrisch uitgangsvermogen afneemt
als gevolg van herhaaldelijk gedeeltelijk
ontladen en opladen, zodat deze accu’s van
tijd tot tijd volledig moeten worden ontladen.
Li-ion-accu’s kunnen herhaaldelijk gedeel-
telijk worden opgeladen zonder dat ze volle-
dig moeten worden ontladen.OPMERKING
Het is niet noodzakelijk de accu volle-
dig te ontladen voordat u deze oplaadt.
Het elektrisch uitgangsvermogen
neemt af in de loop van de tijd en het
gebruik, maar de snelheid waarmee
de accu uitgeput raakt, hangt af van de
gebruiksomstandigheden.
Het ontladen van de accu hangt af van
de omgevingstemperatuur. Bij lage
temperaturen is de rijafstand op eenenkele lading korter in vergelijking met
normale temperaturen en duurt het op-
laden ook langer. Bij lage temperatu-
ren neemt het elektrisch
uitgangsvermogen af in vergelijking
met normale temperaturen en is de rij-
afstand op een enkele lading korter.
Dit is echter normaal.
Bij opslag van de machine op een zeer
warme of koude locatie kan het elek-
trisch uitgangsvermogen afnemen.
Zelfs wanneer u de accu niet gebruikt,wordt de accu geleidelijk ontladen.
Accu recyclen
Li-ion-accu’s kunnen worden gerecycled.
Als het elektrisch uitgangsvermogen sterk
afneemt als gevolg van uitputting, moet u de
accu laten vervangen door een
Yamaha-dealer. Volg altijd de plaatselijke
voorschriften voor het verwijderen van ac-
cu’s.
0 2020 40
40 60
60 80
80 99
100
Laadvoortgang
in display Laadvoortgang
(%)Niet weergegeven
BrandtKnippert
1CB-F8199-D0.book 9 ページ 2010年10月18日 月曜日 午後5時58分
Page 44 of 78

ACCU OPLADEN
6-10
1
2
3
4
56
7
8
9
Uitputting van accu
Het elektrisch uitgangsvermogen van de
Li-ion-accu in de EC-03 neemt geleidelijk af
in de loop van het gebruik. Hoewel de mate
van uitputting afhangt van de gebruiksom-
standigheden, neemt het elektrisch uit-
gangsvermogen doorgaans af tot 70% van
een nieuwe accu nadat gedurende twee
jaar 8000–10000 km is afgelegd. Dit staat
gelijk aan ongeveer 500 keer opladen wan-
neer 16–20 km wordt afgelegd op een en-
kele lading.
Automatische uitschakelfunctie voor
elektrisch uitgangsvermogen van accu
De accu is voorzien van een functie waar-
mee verder gebruik van de accu wordt voor-
komen wanneer deze sterk is uitgeput.
Wanneer acht jaar zijn verstreken nadat de
accu voor het eerst is opgeladen of wan-neer de opgetelde laadhoeveelheid 14000
Ah heeft bereikt, is de accu niet langer
bruikbaar.
OPMERKING
Wanneer de accu is vervangen door
een nieuw exemplaar, moet u de accu
eenmaal volledig opladen voordat u
deze gaat gebruiken. Als de accu niet
volledig wordt opgeladen, geeft de ac-
cuniveau-indicator niet het exacte ac-
cuniveau aan.
Bij lage temperaturen zoals 0 C
neemt het elektrisch uitgangsvermo-
gen af met ongeveer 20% in vergelij-
king met normale temperaturen.
Als u een uitgeputte accu gebruikt bij
lage temperaturen, neemt het elek-
trisch uitgangsvermogen af met onge-
veer 20% in vergelijking met normaletemperaturen.
1CB-F8199-D0.book 10 ページ 2010年10月18日 月曜日 午後5時58分
Page 45 of 78

7-1
2
3
4
5
678
9
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
DAU15951
Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle be-
dieningselementen. Als u de werking van
een functie of bedieningselement niet be-
grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit-
leg.
WAARSCHUWING
DWA10271
Een onvoldoende vertrouwdheid met de
bedieningselementen kan leiden tot ver-
lies van de controle, met mogelijk eenongeval of letsel tot gevolg.
DAU50092
Voorbereidingen voordat u
wegrijdt OPMERKINGControleer voordat u wegrijdt of de snel-
heidsregelaar is dichtgedraaid. Als de snel-
heidsregelaar open is gedraaid, kan eenfout optreden.
1. Ga aan de linkerkant van de machine
staan.
2. Houd met uw linkerhand de achter-
remhendel ingedrukt, houd met uw
rechterhand de handgreep vast en
duw de machine van de middenbok af.
WAARSCHUWING
DWA15660
Draai de sleutel naar “OFF” voordat u de
machine op of van de middenbok duwt
of op het zadel gaat zitten. Anders kan
de machine plotseling gaan rijden als ude snelheidsregelaar per ongeluk open-
draait.
3. Zet uw rechtervoet op de voetsteun en
ga op het zadel zitten. Ondersteun de
machine tegelijkertijd met uw linker-
voet zodat de machine niet omvalt.
4. Druk met uw linkerhand de achterrem-
hendel in zodat de machine niet weg
kan rijden.
5. Draai de sleutel naar “ON”.
1CB-F8199-D0.book 1 ページ 2010年10月18日 月曜日 午後5時58分
Page 46 of 78

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
7-2
1
2
3
4
5
67
8
9
Nadat gedurende enkele seconden
alle displaysegmenten zijn weergege-
ven, gaat de machine naar de
stand-bymodus.
OPMERKING
Wanneer het veiligheidsslot is ver-
grendeld, wordt de veiligheidsslotindi-cator “ LOCK” weergegeven.
Als u de snelheidsregelaar opendraait
terwijl de machine in de stand-bymo-dus staat, klinkt de zoemer.
6. Annuleer de stand-bymodus door op
een van de knoppen te drukken.
De machine gaat naar de ontgrendel-
modus voor het veiligheidsslot.
“– – – – –” wordt weergegeven.
OPMERKINGWanneer het veiligheidsslot niet is vergren-
deld, gaat de machine naar de rijmodus na-
dat de stand-bymodus is geannuleerd.
Wanneer de machine in de rijmodus staat,
klinkt de zoemer. De zoemer stopt wanneer
u de remhendel bedient of met de machinegaat rijden. Ga door naar stap 8.
7. Voer het veiligheidsnummer in met de
knoppen.
Wanneer u het juiste nummer invoert,
wordt het veiligheidsslot ontgrendeld
en gaat de machine naar de rijmodus.OPMERKINGWanneer de machine naar de rijmodus
gaat, klinkt de zoemer. De zoemer stopt
1. Veiligheidsslotindicator “ LOCK”
1
1. Knop 1 “POWER”
2. Knop 2 “SET”
3. Knop 3 “SELECT”
12
3
1. Indicator ingevoerd nummer “– – – – –”
1
1CB-F8199-D0.book 2 ページ 2010年10月18日 月曜日 午後5時58分
Page 47 of 78

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
7-3
2
3
4
5
678
9
wanneer u de remhendel bedient of met demachine gaat rijden.
Als een onjuist veiligheidsnummer is
ingevoerd, klinkt de zoemer, knippert
“NG” gedurende enkele seconden en
keert de machine terug naar de
stand-bymodus.
Herhaal in dat geval de procedure van-
af stap 6.OPMERKINGAls u driemaal achter elkaar een onjuist vei-
ligheidsnummer invoert, kan het veilig-
heidsslot niet worden ontgrendeld, ook niet
als u hierna wel het juiste veiligheidsnum-
mer invoert. Herhaal de procedure nadat u
eerst de sleutel naar “OFF” en vervolgensterug naar “ON” hebt gedraaid.8. Controleer de accuniveau-indicator
om er zeker van te zijn dat het reste-
rende accuniveau voldoende is. (Zie
pagina 3-4 voor meer informatie over
het accuniveau.)
DAU50103
Wegrijden 1. Controleer of de bedrijfsstatusindica-
tor “RUN” wordt weergegeven en of de
machine in de rijmodus staat.OPMERKINGWanneer de machine in de powermodus
staat, wordt de powermodusindicator “PO-
WER” weergegeven. (Zie pagina 3-1 voor
meer informatie over het schakelen van het
display tussen de standaardmodus en depowermodus.)
2. Zet de richtingaanwijzer aan.
1. Indicator onjuist nummer “NG”
1
1. Accuniveau-indicator
1
1. Bedrijfsstatusindicator “RUN”
2. Powermodusindicator “POWER”
1
2
1CB-F8199-D0.book 3 ページ 2010年10月18日 月曜日 午後5時58分
Page 48 of 78

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
7-4
1
2
3
4
5
67
8
9
OPMERKINGDe zoemer klinkt wanneer de richtingaan-wijzerschakelaar aanstaat.
3. Kijk voor en achter de machine om te
controleren of het veilig is om weg te
rijden.
4. Laat de achterremhendel los.
5. Controleer op tegemoetkomend ver-
keer en draai voorzichtig aan de snel-
heidsregelaar om weg te rijden.6. Druk de richtingaanwijzerschakelaar
in om de richtingaanwijzers uit te zet-
ten.
OPMERKINGDe EC-03 is uitgevoerd met een automati-
sche uitschakelfunctie om de accu te be-
schermen. De voeding wordt automatisch
uitgeschakeld als de machine langer dan
vijf minuten stilstaat. Als u de machine op-
nieuw wilt starten nadat deze langer dan vijf
minuten heeft stilgestaan, draait u de sleutelnaar “OFF” en vervolgens terug naar “ON”.
DAU50111
Sneller en langzamer rijden U kunt de rijsnelheid regelen door de snel-
heidsregelaar open of dicht te draaien.
Draai de snelheidsregelaar richting (a) om
sneller te gaan rijden. Draai de snelheidsre-
gelaar in richting (b) om langzamer te gaan
rijden.
(a) (b)
1CB-F8199-D0.book 4 ページ 2010年10月18日 月曜日 午後5時58分