Page 65 of 232
63
ERGONOMIE EN COMFOR
T
3
Ventilatie
ONTDOOIEN EN ONTWASEMEN
Handbediening
Zet de knop van de
temperatuurregeling in deze
stand.
Zet de aanjager in de hoogste
stand. Schakel de airconditioning in.
Schakel zodra de
omstandigheden dit toelaten de
toevoer van buitenlucht weer in
om de lucht in het interieur te
verversen (lampje uit). Zet de schakelaar van de
luchtverdeling in deze stand.
Achterruitverwarming en/of
verwarming buitenspiegels
Druk bij draaiende motor
op deze toets om de
achterruitverwarming en/of de
verwarming van de elektrisch
verstelbare buitenspiegels in
te schakelen.
Deze functie wordt uitgeschakeld:
- door op de toets te drukken,
- door de motor af te zetten,
- automatisch, om onnodig
stroomverbruik te voorkomen.
Page 66 of 232

64
Ventilatie
ONTDOOIEN EN ONTWASEMEN GEBRUIKSVOORSCHRIFT
Ventilatieroosters
Houd de ventilatieroosters altijd geopend
Voor een optimale verdeling van de
lucht over het interieur hebt u de
beschikking over 4 ventilatieroosters
in het midden en opzij, die gekanteld
en naar links of rechts en omhoog of
omlaag gedraaid kunnen worden. Sluit
de ventilatieroosters niet, maar richt de
luchtstroom voor een optimaal comfort
tijdens het rijden naar de zijruiten.
Uitstroomopeningen in de beenruimte
en bij de voorruit completeren het
geheel.
Dek de uitstroomopeningen bij de
voorruit en de openingen van de
luchttoevoer in de bagageruimte niet af.
Stoffilter/geurfilter (actieve kool)
Dit fi lter beperkt het binnendringen van
stof en stank in het interieur.
Zorg ervoor dat dit fi lter in goede staat
verkeert en laat de fi lterelementen
regelmatig vervangen.
Zie in de rubriek 6 het gedeelte
"Controles".
Airconditioning
Voor een doeltreffende werking van de
airconditioning moeten de ruiten onder
alle weersomstandigheden gesloten
zijn. Als de auto echter langdurig in de
zon heeft gestaan en de temperatuur
in het interieur zeer hoog blijft, kunnen
de ruiten wel even geopend worden
om de ventilatie te bevorderen.
Het is raadzaam de stand AUTO
zo veel mogelijk te gebruiken: het
systeem regelt de luchtopbrengst, de
comforttemperatuur in het interieur, de
luchtverdeling, de luchttoevoer
of -recirculatie automatisch en
optimaal.
Laat de airconditioning minimaal
één keer per maand 5 à 10 minuten
functioneren om het systeem in
perfecte staat te houden.
Condensvorming in de airconditioning
kan ertoe leiden dat er zich een klein
plasje water onder de stilstaande auto
vormt, dit is een normaal verschijnsel.
Gebruik de airconditioning niet als
deze niet koelt en laat het systeem in
dat geval door het PEUGEOT-netwerk
controleren.
Automatische stand: programma
"zicht"
Voor het snel ontwasemen of
ontdooien van de ruiten (bij vocht, veel
inzittenden, vorst) kan het programma
"comfort" (AUTO) niet toereikend
blijken.
Kies dan het programma "zicht". Het
verklikkerlampje van het programma
"zicht" gaat branden.
Het systeem schakelt de airconditioning
in, regelt de luchtopbrengst en stuurt de
optimale luchtstroom naar de voorruit
en de zijruiten.
De luchtrecirculatie wordt
uitgeschakeld.
Page 67 of 232
65
ERGONOMIE EN COMFOR
T
3
Stoelen
VOORSTOELEN
De volgende verstellingen zijn
mogelijk:
1 - Verstelling in lengterichting
Til de beugel op en schuif de stoel naar
voren of naar achteren tot de gewenste
stand is bereikt.
3 - Hoogteverstelling van de
bestuurdersstoel
Omhoog: trek de hendel omhoog en
verlicht de druk op de stoel.
Omlaag: trek de hendel omhoog en
laat uw gewicht op de stoel rusten.
2 - Rugleuningverstelling
Trek de hendel naar voren en zet
de rugleuning in de gewenste stand
door met uw rug tegen de leuning te
drukken.
Page 68 of 232

66
Stoelen
Rijd nooit zonder hoofdsteunen,
deze dienen te zijn geplaatst en
correct afgesteld.
Verstelbare armsteun
Omhoogklappen van de armsteun:
beweeg de armsteun omhoog tot deze
wordt vergrendeld.
Klap de armsteun omlaag om hem in
de gebruiksstand te zetten.
Verwijderen: zet de armsteun
in verticale positie, druk op de
ontgrendelingsknop en verwijder de
armsteun.
Terugplaatsen: klik de armsteun vast in
verticale positie.
Om de passagiersstoel neer te kunnen
klappen in de tafelstand, moet de
extra console of de armsteun worden
verwijderd.
Schakelaars stoelverwarming
vóór
Elke voorstoel kan worden uitgerust
met een schakelaar aan de zijkant van
de zitting.
Druk op de schakelaar om de
stoelverwarming in te schakelen.
Druk nogmaals op de schakelaar om
de verwarming uit te schakelen.
Hoogteverstelling van de hoofdsteun
Omhoog: schuif de hoofdsteun
omhoog in verticale richting.
Omlaag: druk de knop in en schuif de
hoofdsteun omlaag in verticale richting.
De hoofdsteun is correct afgesteld als
de bovenzijde van het hoofd en de
bovenzijde van de hoofdsteun zich op
dezelfde hoogte bevinden.
Verwijderen: druk op de knop en trek
de hoofdsteun omhoog.
Terugplaatsen: steek de stangen van
de hoofdsteunen in de desbetreffende
openingen, onder dezelfde hoek als de
rugleuning.
Page 69 of 232
67
ERGONOMIE EN COMFOR
T
3
Stoelen
ACHTERBANK
Elk deel 1/3 - 2/3 is neerklapbaar, en
vervolgens los te verwijderen.
Hoofdsteun
Hoogste stand: optillen en omhoog
trekken.
Laagste stand: druk op de bovenkant
om hem lager te zetten.
Om hem te verwijderen, na hem
omhoog te hebben gebracht, op de lip
drukken en de hoofdsteun optillen.
Om hem weer te plaatsen, de stangen
van de hoofdsteun in de openingen
plaatsen, loodrecht ten opzichte van de
rugleuning
.
De achterbank 1/3 - 2/3 is voorzien van
hoofdsteunen.
Page 70 of 232
68
Stoelen
Neergeklapte stand
Voorbeeld van handelingen voor het
deel 1/3. Deze zijn identiek voor het
deel 2/3.
- Zet de hoofdsteunen in de laagste
stand.
- Schuif, indien nodig, de voorstoelen
naar voren.
- Druk de grijze knop aan de
bovenzijde van de rugleuning in.
- Klap de rugleuning op de zitting.
- Til de grijze bedieningsstang aan
de achterzijde van de zitting op.
- Kantel het geheel naar voren.
Terugplaatsen
Druk de rode knop in en kantel het geheel
naar achteren tot in de vergrendeling.
Zet de rugleuning rechtop.
De vergrendeling van de stoel is correct
als de rode knop (aan de bovenzijde van
de rugleuning) niet meer zichtbaar is.
Controleer de correcte
vergrendeling op de vloer van de
stoel als hij is teruggeklapt.
Page 71 of 232
69
ERGONOMIE EN COMFOR
T
3
Stoelen
Verwijderen van de achterbank
- Schuif, indien nodig, de voorstoelen
naar voren.
- Plaats de bank (deel 1/3 en/of 2/3)
in neergeklapte stand.
Terugplaatsen van de achterbank
- Plaats de achterbank
(deel 1/3 en/of 2/3) in verticale stand.
- Plaats de haken tussen de twee
stangen.
- Klap de achterbank naar achteren.
Zie de vorige pagina bij
"neergeklapte stand".
Om de achterbank (deel 1/3 en/of
2/3) terug te plaatsen in de stand
"vervoer van passagiers", zie de
vorige pagina bij "neergeklapte
stand".
- Kantel het geheel ongeveer 45°
naar achteren.
- Til de achterbank in verticale
stand tot de aanslag van de
verankeringen.
- Zet de bank weer rechtop door
deze naar voren te kantelen en
vervolgens op te tillen.
Page 72 of 232
70
Stoelen
ACHTERSTOELEN (5 ZITPLAATSEN)
Hoofdsteun
Omhoog: trek de hoofdsteun omhoog.
Omlaag: duw de hoofdsteun omlaag.
Trek de hoofdsteun volledig omhoog,
druk op de borglip en til de hoofdsteun
op om hem te verwijderen.
Steek om de hoofdsteun terug
te zetten de pennen recht in de
openingen van de rugleuning.
Alle achterstoelen zijn afzonderlijk
uitneembaar.
Controleer na het rechtop zetten van
de rugleuning of het terugzetten van
een stoel of de stoel goed op de vloer
is verankerd. De drie afzonderlijke achterstoelen
zijn voorzien van kommavormige
hoofdsteunen.
Als de rugleuning van de middelste
stoel op de zitting is geklapt, kan de
achterzijde daarvan gebruikt worden
als tafeltje met bekerhouder.