Page 153 of 232

151
SNEL WEER OP WE
G
7
Lamp vervangen
ACHTERLICHTEN
- Bepaal de plaats van de defecte
lamp en open de achterdeuren in
een hoek van 180°.
Raadpleeg in rubriek 2 het gedeelte
"Toegang tot de auto".
- Verwijder de twee schroeven met
behulp van de schroevendraaier
uit de gereedschapsset onder de
rechter voorstoel.
- Trek aan de buitenzijde de
lampunit los.
- Houd de lampunit vast en neem de
stekker los.
Let er bij het terugplaatsen van
de lampunit op dat de borglippen
juist geplaatst worden en dat de
bedrading niet bekneld raakt.
Na het vervangen van een
richtingaanwijzer achter duurt het meer
dan ongeveer 2 minuten voordat deze
opnieuw geïnitialiseerd is.
- Maak de 4 borglippen los en verwijder
de lamphouder uit de lampunit.
- Druk de defecte lamp iets in en
draai hem linksom om hem te
verwijderen.
- Vervang de lamp.
Voor het verwijderen van de lampunit:
- auto's met achterklep: beweeg de
lampunit richting het midden van de
auto,
- auto's met achterdeuren: trek de
lampunit naar u toe.
Zie voor meer informatie "Lampen".
1.
Remlichten/achterlichten
Type B
, P21/5W - 21/5W
2.
Richtingaanwijzers
Type B
, PY21W - 21W
(amberkleurig)
3.
Achteruitrijlichten
Type B
, P21W - 21W
4.
Mistachterlicht
Type B
, P21W - 21W
Hogedrukreiniging
Probeer hardnekkig vuil niet van
de koplampen, achterlichten en
omgeving te verwijderen met een
hogedrukreiniger, om te voorkomen
dat de vernislaag en de afdichtrubbers
beschadigd raken.
Page 154 of 232
152
Lamp vervangen
KENTEKENPLAATVERLICHTING
- Draai de twee moeren los.
- Druk de pennen in.
- Neem indien nodig de stekker los
om de het remlicht te verwijderen.
- Vervang de lamp.
Met achterklep
- Wip het lampglas met behulp van
een schroevendraaier los.
- Vervang de lamp.
- Breng het lampglas aan en druk het
aan de bovenzijde vast.
DERDE REMLICHT
Ty p e A , W16W - 16 W
Met achterdeuren
- Maak de bekleding aan de
binnenzijde los.
- Druk de borglip opzij en neem de
stekker los.
- Draai de lamphouder een kwart
omwenteling linksom.
- Vervang de lamp.
- Plaats de lamphouder terug en sluit
de stekker weer aan.
- Plaats de bekleding terug.
Type A
, W5W - 5W
Page 155 of 232

153
SNEL WEER OP WE
G
7
Zekering vervangen
ZEKERINGEN VERVANGEN
De zekeringkasten bevinden zich:
- links aan de onderzijde van het
dashboard (achter de klep),
- in de motorruimte (bij de accu).
De aanwijzingen in dit boekje hebben
uitsluitend betrekking op zekeringen
die met behulp van de speciale
tang (achter het opbergvak aan de
rechterzijde van het dashboard) door
de gebruiker vervangen kunnen
worden. Raadpleeg voor overige
werkzaamheden het PEUGEOT-
netwerk.
Zekeringen vervangen
Vervang een defecte zekering altijd
door een zekering met dezelfde
stroomsterkte.
Voor technici: raadpleeg voor
alle informatie met betrekking tot
zekeringen en relais de elektrische
schema's van de "Reparatiemethoden"
die verkrijgbaar zijn via het netwerk.
PEUGEOT is niet aansprakelijk voor
kosten die voortvloeien uit storingen
veroorzaakt door het monteren van
extra accessoires die niet door het
PEUGEOT-netwerk geleverd en
aanbevolen zijn en niet volgens haar
voorschriften gemonteerd zijn. Dit geldt
met name voor apparatuur met een
totaal stroomverbruik van meer dan
10 milliampère.
Voordat u een zekering vervangt, dient
u eerst de oorzaak van de storing op te
sporen en te (laten) verhelpen.
- Gebruik de speciale tang.
Page 156 of 232
154
Zekering vervangen
ZEKERINGEN DASHBOARD
Kantel het opbergvak omlaag om bij de
zekeringen te komen. Zekering
F
Ampère
A
Functies
1 15 Ruitenwisser achter
2 - Niet gebruikt
3 5 Airbag
4 10
Airconditioning, diagnoseaansluiting, bediening elektrisch
verstelbare buitenspiegels, draadbundel koplampen
5 30 Elektrische ruitbediening
6 30 Sloten
7 5 Plafonnier achter, kaartleeslampje vóór
8 20 Autoradio, display, controlesysteem bandenspanning,
sirene en inbraakalarm
9 30 12V-aansluiting voor en achter
10 15 Middenconsole
11 15 Contactslot circuit lage stroomsterkte
12 15 Regen-/lichtsensor, airbag
13 5 Instrumentenpaneel
14 15 Parkeerhulp, bediening automatische airconditioning,
handsfree set
15 30 Soten
16 - Niet gebruikt
17 40 Achterruitverwarming, buitenspiegelverwarming
Page 157 of 232
155
SNEL WEER OP WE
G
7
Zekering vervangen
ZEKERINGEN INTERIEUR
Zekering
F
Ampère
A
Functies
1 - Niet gebruikt
2 20 Stoelverwarming
3 - Niet gebruikt
4 15 Relais inklapbare buitenspiegels
5 15 Relais aansluiting koelapparatuur
Page 158 of 232
156
Zekering vervangen
ZEKERINGEN ONDER DE
MOTORKAP
Maak de zekeringkast open en kantel
deze omlaag om bij de zekeringen te
komen. Zekering
F
Ampère
A
Functie
1 20 Motormanagement
2 15 Claxon
3 10 Pomp ruitensproeiers voor en achter
4 20 Pomp koplampsproeiers
5 15 Motorcomponenten
6 10 Sensor verdraaiing stuurwiel, ESP
7 10 Rempedaalschakelaar, schakelaar koppelingspedaal
8 25 Startmotor
9 10 Motor koplampverstelling, elektronische eenheid
parkeerhulp
10 30 Motorcomponenten
11 40 Niet gebruikt
12 30 Ruitenwissers
13 40 Intelligente servicecentrale (BSI)
14 30 Pomp
15 10 Grootlicht rechts
16 10 Grootlicht links
17 15 Dimlicht rechts
18 15 Dimlicht links
Page 159 of 232
157
SNEL WEER OP WE
G
7
Ruitenwisserblad vervangen
De ruitenwissers vóór in een
speciale stand zetten
- Beweeg de ruitenwisserschakelaar
binnen één minuut na het afzetten
van het contact omlaag om de
ruitenwissers naar de voorruitstijlen
te bewegen (speciale stand).
Vervangen van een wisserblad vóór
- Til de ruitenwisserarm op.
- Maak het wisserblad los en
verwijder het.
- Monteer het nieuwe wisserblad.
- Zet de ruitenwisserarm terug.
Zet het contact aan en bedien
de ruitenwisserschakelaar om de
ruitenwissers in de ruststand te zetten.
Vervangen van het wisserblad achter
- Til de ruitenwisserarm op, maak de
clip los en verwijder het wisserblad.
- Monteer het nieuwe wisserblad en
zet de ruitenwisserarm terug.
WISSERBLADEN VERVANGEN
Page 160 of 232

158
Slepen van uw auto
Zonder takelen
(4 wielen op de grond)
Gebruik hiervoor altijd een sleepstang.
SLEPEN VAN DE AUTO
Het sleepoog is opgeborgen in de
gereedschapsset, onder de rechter
voorstoel.
Aan de voorzijde
- maak het klepje aan de onderkant
los met behulp van het vlakke
gedeelte van het sleepoog,
- draai het demonteerbare sleepoog
vast tot het stuit.
Aan de achterzijde
- maak het klepje los met behulp van
een muntstuk of het platte uiteinde
van het sleepoog,
- draai het demonteerbare sleepoog
vast tot het stuit.
Bij het slepen van de auto met
stilstaande motor werken de
rem-en stuurbekrachtiging niet.
Getakeld (2 wielen op de grond)
Het takelen van de wagen bij de wielen
geniet de voorkeur.
Auto's met handgeschakelde
versnellingsbak (diesel)
Bij auto's met een handgeschakelde
versnellingsbak moet de versnellings-
hendel in de neutraalstand staan, het
niet opvolgen van deze bijzonderheid
kan er toe leiden dat bepaalde
onderdelen van het remsysteem
beschadigd raken en dat de
rembekrachtiger na het starten niet
meer werkt.