Page 121 of 232

11 9
VEILIGHEID
4
11 9
Airbags
Airbags vóór
Deze zijn voor de bestuurder in
het midden van het stuurwiel en
voor de passagier in het dashboard
aangebracht.
Activering
Ze worden tegelijkertijd geactiveerd, behalve als de airbag aan
passagierszijde is uitgeschakeld, bij
een ernsti
ge frontale aanrijding binnen
de impactzone A, in de lengterichtingvan de auto en vanaf de voorzijde
richting de achterzijde van de auto, die zich op een horizontale ondergrond
moet bevinden.
De airba
g vóór wordt opgeblazen
tussen de inzittende vóór en hetdashboard om te voorkomen dat deinzittende naar voren wordt geworpen.Uitschakelen
Alleen de airbag aan passagierszijdekan worden uitgeschakeld:
- Zet het contact af , steek de sleutel
in de schakelaar voor uitschakelen
van de airbag aan passagierszijde,
-
draai deze in de stand "OFF",
- verwi
jder de sleutel zonder de stand van de sleutel te veranderen.
Het verklikkerlampje op
het instrumentenpaneel
brandt zolang de airbag is
uitgeschakeld.
Als de twee verklikkerlampjesairbag permanent branden, plaatsdan geen kinderzitje met de rugin de rijrichting. Raadpleeg hetPEUGEOT-netwerk.
Storin
g airbag vóór
Schakel voor de veiligheid van uw kind de airbag aan passagierszijde
altijd uit als u een kinderzitje met
de ru
g in de rijrichting op de voorstoel plaatst. Anders kan een kind bij het
afgaan van de airbag levensgevaarlijk gewond raken.
Inschakelen
In
de stand "OFF" werkt de airbag
aan passagierszijde bij een eventuele
aanrijding niet.
Als u het kinderzitje hebt verwijderd,zet dan de schakelaar weer op "ON"
om de airbag opnieuw in te schakelen
en zo de veiligheid van uw passagier
te garanderen.
Als dit verklikkerlampje op
het instrumentenpaneel gaat
branden in combinatie met
een geluidssignaal en een
melding op het display, laat
het systeem dan controleren
door het PEUGEOT-netwerk .
Page 122 of 232

120 120
Kinderen aan boord
ALGEMENE INFORMATIE MET
BETREKKING TOT KINDERZITJES
Hoewel PEUGEOT bij het ontwerp vanuw auto veel aandacht heeft besteedaan veiligheidsvoorzieningen voor uw kinderen, is hun veiligheid natuurlijk
ook afhankelijk van uzelf.
Vo l
g voor een optimale veiligheid de
volgende adviezen op:
- kinderen
jonger dan 12 jaar
of kleiner dan 1,50 meter
dienen in goedgekeurde,
aan het lichaamsgewicht
aangepaste kinderzitjes op met
veiligheidsgordels of ISOFIX-
bevestigingen uitgeruste plaatsen
te worden vervoerd,
- de veili
gste plaats voor het
vervoeren van een kind is volgens
de statistieken een plaats op de
ac
hterbank van uw auto,
- kinderen tot 9 kg moeten zowel
voor- als achterin met de rug in de rijrichting worden vervoerd,
- een kind ma
g nooit op de schoot
van een passagier worden
vervoerd.
BEVESTIGEN VAN EEN KINDERZITJE MET EEN DRIEPUNTS VEILIGHEIDSGORDEL
"Met de rug in de rijrichting"
Aanbevolen op de zitplaatsen achter
tot 2 jaar.
Wanneer een kinderzit
je met de rug in de rijrichting op de passagiersstoelvóór wordt geplaatst, moet de airbagaan passagierszijde zijn uitgeschakeld.Anders kan het kind bij het afgaan van
de airbag levensgevaarlijk gewond raken.
"Met het
gezicht in de rijrichting"
Aanbevolen op de zitplaatsen achter
vanaf 2
jaar.
Wanneer een kinderzit
je met het gezicht in de rijrichting op de
passagiersstoel vóór wordt geplaatst,
mag de airbag aan passagierszijde niet
worden uitgeschakeld.
De re
gels voor het vervoeren
van kinderen zijn per land
verschillend. Raadpleeg hiervoor de wetgeving in uw land.
Raadpleeg de lijst met de voor uw
land
goedgekeurde kinderzitjes.
De aanwezigheid van ISOFIX-
bevestigingen, achterzitplaatsen en
een (uitschakelbare) passagiersairbagis afhankelijk van de uitvoering.
Page 123 of 232

121
4
121
Kinderen aan boord
Zie rubriek 4, gedeelte "Airbags".
De procedure voor kinderzit
jes en de functie uitschakelen van de airbag aan passagierszijde zijn gelijk voor het hele PEUGEOT-gamma.
Als de airbag aan passagierszijde
niet kan worden uitgeschakeld, is het
absoluut verboden een kinderzitje "met de rug in de rijrichting" op dezitplaatsen voor te bevestigen.
DOOR PEUGEOT AANBEVOLEN KINDERZITJES
PEUGEOT levert een complete reeks kinderzitjes met een artikelnummer van
Peugeot die met een driepunts veiligheidsgordel
kunnen worden vastgemaakt:
Groep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg
Groep 0+: vanaf de geboorte tot 13 kg
Groep 1, 2 en 3: van 9 tot 36 kg
L1
"RÖMER
Baby-Safe Plus"
Wordt met de rug
in de rijrichting
geplaatst.
L2
"KIDDY Life"
Het gebruik van de
gordelbeschermer
is verplicht voor
het vervoeren van
jonge kinderen
(van 9 tot 18 kg).
Groep 2 en 3: van 15 tot 36 kg
L3
"RECARO Start".
L4
"KLIPPAN
Optima"
Vanaf 6 jaar
(ongeveer 22 kg):
gebruik alleen de
zitverhoging.
L5
"RÖMER KIDFIX"
Kan worden bevestigd op de
ISOFIX-bevestigingen van de auto.
Het kind wordt door de veiligheidsgordel
op zijn plaats gehouden.
L3: verwijder de hoofdsteunen om dit type kinderzitje op de 2e zitrij te kunnen plaatsen.
Page 124 of 232

122 122
Kinderen aan boord
BEVESTIGING KINDERZITJES MET DE VEILIGHEIDSGORDEL
Conform de Europese wetgeving geeft dit overzicht de mogelijkheden weer met betrekking tot het bevestigen, met een
veiligheidsgordel, van een universeel gehomologeerd kinderzitje, gerangschikt naar gewicht van het kind en de plaats in de auto:
a:
Groep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg.
b: raadpleeg de huidige wetgeving in uw land alvorens een kinderzitje op deze plaats te bevestigen.
c: de stoelen op zitrij 2 dienen te zijn neergeklapt.
d: de hoo
fdsteunen van de stoelen op zitrij 2 dienen te worden verwijderd voor een betere aansluiting van het kinderzitje op de stoel.
U: zitplaats geschikt voor de bevestiging van een universeel gehomologeerd kinderzitje met een veiligheidsgordel, zowel
met de "rug in de rijrichting" als met het "gezicht in de rijrichting".
Plaats
Gewicht van het kind en leeftijdsindicatie
Minder dan 13 kg
(Groep 0 (a) en 0+)
Tot ongeveer 1 jaar
Van 9 tot 18 kg
(Groep 1)
Van 1 tot ongeveer 3 jaar
Van 15 tot 25 kg
(Groep 2)
Van 3 totongeveer 6 jaar
Van 22 tot 36 kg
(Groep 3)
Van 6 tot ongeveer 10 jaar
Zitrij 1 (b) Passagiersstoel
U
U
U
U
Zitrij 2 (d)
(5 en 7 zitplaatsen)
Buitenste zitplaatsen
U
U
U
U
Middelstezitplaats
U
U
U
U
Zitrij 3 (c, d)
(7 zitplaatsen)
U
U
U
U
Page 125 of 232

123
VEILIGHEID
4
123
Kinderen aan boord
ISOFIX-BEVESTIGINGEN
Uw auto voldoet aan de nieuwe
ISOFIX-normen.
Elke zitplaats is voorzien van drie
bevesti
gingsringen:
- twee bevestigingsringen A en B vóór,
die zich tussen de rugleuning en de
zitting van de zitplaats bevinden,
- één bevestigingsring C achter, die
zich aan de achterzijde van de
rugleuning van de zitplaats bevinden,
voor de bevestiging van de bovenste
riem, de TOP TETHER-bevestiging,
De ISOFIX-bevestigingen zorgen
voor een veilige, degelijke en snelle
montage van het kinderzitje op de twee
buitenste zitplaatsen achter in uw auto.
De ISOFIX-kinderzitjes beschikken
over twee sloten die eenvoudig aan de
twee bevestigingsringen voor kunnen
worden verankerd.
Sommige kinderzitjes zijn bovendien
voorzien van een bovenste
bevestigingsriem die kan worden
vastgemaakt aan de bevestigingsring C
achter.
Z
et om de bovenstebevestigingsriem vast te maken
de hoofdsteun van de zitplaats
om
hoog en steek de haak tussen
de hoofdsteun en de rugleuningdoor. Bevestig de haak aan de
bevestigingsring achter en trek de
riem aan.
Isofi x kinderzit
je met steun
I
SOFIX-kinderzitjes voorzien van een steun (voor op de vloer vanuw auto) kunnen niet worden bevestigd
op achterzitplaatsen voorzien van
opbergvakken in de vloer (onder de
voeten).
Page 126 of 232
124 124
Kinderen aan boord
Dit kinderzitje kan ook wordenbevestigd op zitplaatsen die niet zijn
voorzien van ISOFIX bevestigingen.
Het is in dat
geval verplicht hetkinderzitje met de normale driepunts
veiligheidsgordel op de zitplaats van
de auto te bevestigen.
Volg bij het plaatsen van hetkinderzitje de gebruiksaanwijzingvan de fabrikant van het zitje.
VOOR UW AUTO GOEDGEKEURD ISOFIX-KINDERZITJE
Het RÖMER Duo Plus ISOFIX-kinderzitje (gewichtsgroep B1 )
Groep 1: van 9 tot 18 kg
Wordt met het gezicht in de rijrichting geplaatst.
Voorzien van een bovenste riem voor verankering aan de bovenste ISOFIX
bevestiging,
de TOP TETHER.
Drie standen: rechtop, ruststand en ligstand.
Page 127 of 232

125
VEILIGHEI
D
4
125
Kinderen aan boord
OVERZICHT BEVESTIGING ISOFIX-KINDERZITJES
Overeenkomstig de Europese wetgeving geeft het overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen van een ISOFIX-
kinderzitje op een plaats in de auto voorzien van ISOFIX-bevestigingen.
Bij universele en semi-universele ISOFIX-kinderzitjes wordt de ISOFIX-maat op het kinderzitje naast het ISOFIX-logo
aangegeven met een letter ( A
t/m G
).
Gewicht van het kind
/leeftijdsindicatie
Tot 10 kg
(groep 0)
Tot ca.
6 maanden
Tot 10 kg
(groep 0)
Tot 13 kg
(groep 0+)
Tot ca. 1 jaar
Van 9 tot 18 kg (groep 1)
1 tot ca. 3 jaar
Type ISOFIX-kinderzitje
Reiswieg
"rug in de
rijrichting"
"rug in de
rijrichting"
"gezicht in de
rijrichting"
ISOFIX-maat
F
G
C
D
E
C
D
A
B
B1
2e zitrij
(5 en
7 * zitplaatsen)
Buitenste
zitplaatsen
IL-SU
IL-SU
IL-SU
IUF, IL-SU
Middelste
zitplaats
Zitplaats zonder ISOFIX-bevestigingen
3e zitrij
(7 zitplaatsen)
Zitplaatsen
Zitplaatsen zonder ISOFIX-bevestigingen
IUF:
Zitplaats geschikt voor het bevestigen van een universeel gehomologeerd ISOFIX-kinderzitje met het gezicht in de
rijrichting en een riem aan de bovenzijde, waarmee het zitje wordt bevestigd aan de bovenste bevestigingsring van de
zitplaatsen van de auto met ISOFIX-bevestigingen.
IL-SU:
Zitplaats geschikt voor de bevestiging van een semi-universeel gehomologeerd ISOFIX-kinderzitje met het gezicht
in de rijrichting.
*
Bij de 7-persoons uitvoering dienen de drie stoelen van de 2e zitrij allemaal te zijn geplaatst als er kinderzitjes worden
bevestigd.
Page 128 of 232

126 126
Kinderen aan boord
ADVIEZEN VOOR KINDERZITJES
De onjuiste bevestiging van eenkinderzitje brengt de veiligheid van het kind in gevaar in geval van een botsing.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels
of het tuigje van het kinderzitje, zelfs
bij korte ritten, worden vastgemaakt
waarbij de speling ten opzichte van
het lichaam van het kind zoveelmogelijk moet worden beperkt.
Zorg er voor een optimale bevestigingvan het kinderzitje "met het gezicht in
de rijrichting" voor dat de rugleuning
van het zitje tegen de rugleuning van de stoel van de auto aandrukt en dat dehoofdsteun geen belemmering vormt.
Als de hoo
fdsteun verwijderd moet
worden, berg deze dan zorgvuldig op om
te voorkomen dat de hoofdsteun door deauto vliegt bij krachtig afremmen.
Kinderen
jonger dan 10 jaar mogen niet
met het gezicht in de rijrichting op de
passagiersstoel voor worden vervoerd,
behalve als de achterzitplaatsen al
bezet zi
jn door andere kinderen of
als de achterbank niet bruikbaar,
neergeklapt of niet aanwezig is.
Schakel de airba
g aan passagierszijde
uit zodra een kinderzitje met de rug in de
rijrichting op de voorstoel wordt geplaatst.
Het kind kan anders bi
j het afgaan van de
airbag levensgevaarlijk gewond raken.
Laat uit veiligheidsoverwegingen:
- geen kinderen zonder toezicht
achter in een auto,
- nooit een kind of een dier in een auto
achter wanneer alle ruiten gesloten
zijn en de auto in de zon staat,
- de sleutels nooit binnen bereik van
de kinderen achter in de auto.
Plaatsen van een stoelverhoger
Het bovenste gedeelte van de
veiligheidsgordel moet over deschouder van het kind liggen zonder de hals te raken.
Controleer of de heup
gordel goed over
de bovenbenen van het kind ligt.
PEUGEOT beveelt aan een stoelverhoger
met rugleuning te gebruiken voorzien
van een gordelgeleider ter hoogte van de
schouder.
KINDERBEVEILIGING
De kinderbeveiliging verhindert het openen van binnenuit van deschuifdeuren.
Handmati
ge bediening
De plaats van de kinderbeveiligingwordt aangegeven door een sticker.
-
Open de schuifdeur volledig tot
voorbij het zware punt.
- Kantel de hendel op de achterste
zijkant van de schuifdeur naar beneden.
Elektrische bedienin
g
Druk met het contact aan op
deze knop. Het lampje gaat
branden.
Let op: dit systeem werkt
onafhankelijk van de centrale
vergrendeling.
N
eem voor het verlaten van de autoaltijd de sleutel uit het contact, zelfs
voor korte periodes.
Controleer na het aanzetten van hetcontact altijd of de kinderbeveiliging is ingeschakeld.
Bij een zware aanrijding wordt de elektrische kinderbeveiligingautomatisch uitgeschakeld.
Gebruik de kindersloten om te
voorkomen dat de portieren per
ongeluk worden geopend.
Zor
g er voor dat de achterzijruitenniet verder dan voor 1/3 deel wordengeopend.
Plaats zonneschermen om uw jonge
kinderen tegen de zon te beschermen.