Page 89 of 410
49
Kenmerken van uw auto
Ontgrendelen
Alle portieren (en de achterklep) worden
ontgrendeld als u op de toets in de
portiergrepen van de voorportieren of de
greep van de achterklep drukt terwijl alle
portieren (en de achterklep) gesloten en
vergrendeld zijn. De alarmknipperlichten
knipperen tweemaal om aan te geven dat
alle portieren (en de achterklep)
ontgrendeld zijn. De toets werkt alleen
als de Smart Key zich binnen een
afstand van 0,7 m van de portiergrepen
aan de buitenzijde bevindt. Als de Smart
Key zich binnen 0,7 meter van de
portiergrepen aan de buitenzijde bevindt,
kunnen ook personen zonder Smart Key
een portier openen.
Starten
U kunt de motor starten zonder de
sleutel in het contactslot te plaatsen. Zie
voor meer informatie "Starten met een
Smart Key" in hoofdstuk 5.Voorzorgsmaatregelen voor de
Smart Key
✽✽
AANWIJZING
Page 90 of 410

Kenmerken van uw auto
10
4
Beperkingen voor het gebruik van sleutels
Voer de volgende procedure uit om te
voorkomen dat het dashboardkastje kan
worden geopend, als u uw auto parkeert
en de sleutel erbij moet bliijven.
1. Houd toets (1) ingedrukt en verwijder
de mechanische sleutel (2).
2. Sluit het dashboardkastje en vergrendel het vervolgens met de mechanische sleutel.
3. Geef de Smart Key af. Het dashboardkastje kan niet worden
geopend zonder de mechanischesleutel. Vervangen van batterij
De batterij van een Smart Key zou een aantal jaren mee moeten gaan, maar
vervang als uw Smart Key niet correct
werkt eerst de batterij door een nieuwe.
Raadpleeg voor vragen over het gebruik
van de Smart Key of voor het vervangen
van de batterij een officiële HYUNDAI-
dealer.
✽✽
AANWIJZING
Als de Smart Key aan vocht of statische elektriciteit wordt blootgesteld, kunnen
er storingen ontstaan in het circuit van
de Smart Key. Raadpleeg voor vragen
over het gebruik van de Smart Key of
voor het vervangen van de batterij een
officiële HYUNDAI-dealer.
1. Wrik het deksel aan de achterzijde van de Smart Key los.
2. Vervang de batterij door een nieuwe. Plaats de nieuwe batterij op de
aangegeven manier met de pluskant
"+" naar beneden gericht.
3. Plaats de batterij in omgekeerde volgorde van verwijderen.
✽✽ AANWIJZING
Page 91 of 410

411
Kenmerken van uw auto
D030000AUN-EE
Dit systeem is ontworpen om inbraak in
de auto te voorkomen. Het systeem heeft
drie standen: in de eerste is het alarm
ingeschakeld, in de tweede stand klinkt
het alarm en in de derde stand is het
alarm uitgeschakeld. Als het systeem
wordt geactiveerd, klinkt er een alarm en
knipperen de alarmknipperlichten.D030100AUN-EE
Antidiefstalsysteem ingeschakeld
Parkeer de auto en zet de motor uit.
Schakel het alarm in zoals hieronder
beschreven is.
1. Verwijder de sleutel uit het contact en
stap uit de auto.
2. Controleer of alle portieren, de motorkap en de achterklep goed gesloten zijn.
3. Vergrendel de portieren met de afstandsbediening.
Na het voltooien van bovenstaandestappen knipperen de
alarmknipperlichten eenmaal om aan te
geven dat het alarm is ingeschakeld.
Als een portier, de achterklep of de
motorkap open is, knipperen de
alarmknipperlichten niet en schakelt het
antidiefstalsysteem niet in. Als alle
portieren, de achterklep en de motorkap
met de vergrendeltoets zijn gesloten,
knipperen de alarmknipperlichteneenmaal.
Schakel het alarm pas in als alle
passagiers de auto verlaten hebben.
Als het alarm wordt ingeschakeldterwijl er nog iemand in de auto zit,
wordt het alarm geactiveerd als
diegene de auto verlaat. Als binnen
30 seconden na het inschakelen van
het alarm een portier, de achterklep
of de motorkap wordt geopend,
wordt het systeem uitgeschakeld
om onnodig activeren van het alarm
te voorkomen.
ANTIDIEFSTALSYSTEEM (INDIEN VAN TOEPASSING)
Antidiefstal
systeem
ingescha
-keld
Alarm
geacti-veerd
Alarm
uitgescha-keld
Page 92 of 410

Kenmerken van uw auto
12
4
D030200ACM
Alarm geactiveerd
Het alarm wordt geactiveerd als een van
de volgende situaties zich voordoet
terwijl het alarm is ingeschakeld.
Een van de portieren voor of achter
wordt geopend zonder dat deze door de contactsleutel (*) of de
afstandsbediening (Smart key) is
ontgrendeld.
De achterklep wordt geopend zonder dat deze door de contactsleutel (*) of
de afstandsbediening (Smart key) is
ontgrendeld.
De motorkap wordt geopend.
Het alarm klinkt en de
alarmknipperlichten knipperengedurende 27 seconden, tenzij het
systeem wordt uitgeschakeld. Het alarm
kan worden uitgeschakeld door de
portieren te ontgrendelen met decontactsleutel (*) of afstandsbediening. (*): Raadpleeg uw HYUNDAI Erkend
Reparateur voor de functies van decontactsleutel. D030400ACM
Alarm uitgeschakeld
Het alarm zal in de volgende situaties
worden gedeactiveerd:
De portieren worden ontgrendeld door
de afstandsbediening, de smart key of de contactsleutel(*).
De motor wordt gestart.
Het contact staat gedurende 30 seconden of meer in de stand ON.
Na het drukken op de ontgrendeltoets
knipperen de alarmknipperlichten
tweemaal om aan te geven dat het alarm
is uitgeschakeld.
Als er op de ontgrendeltoets van de
afstandsbediening wordt gedrukt en er
binnen 30 seconden geen portier wordt
geopend, wordt het alarm weer
ingeschakeld.✽✽ AANWIJZING - A uto's zonder
startblokkeersysteem
Page 93 of 410
413
Kenmerken van uw auto
OPMERKING
Breng geen wijzigingen aan in hetantidiefstalsysteem. Hierdoor kan
dit defect raken. Laat het systeemindien nodig controleren enrepareren door een officiële HYUNDAI-dealer.
Storingen veroorzaakt dooronjuiste afstelling of eigenhandigeaanpassingen van hetantidiefstalsysteem vallen niet
onder de fabrieksgarantie.
Page 94 of 410
Kenmerken van uw auto
14
4
D050100AUN
Portiersloten van buitenaf
vergrendelen/ontgrendelen
Draai de sleutel naar de achterzijde
van de auto om het portier te
ontgrendelen en naar de voorzijde om
het portier te vergrendelen.
Als het portier met de sleutel wordt vergrendeld/ontgrendeld, zullen alle
overige portieren en de achterklep
gelijktijdig vergrendeld/ontgrendeld
worden.
De portieren kunnen ook met de afstandsbediening (indien van
toepassing) worden vergrendeld en
ontgrendeld. Trek de portiergreep na het
ontgrendelen omhoog om het portier teopenen.
Druk het portier met de hand dicht om het te sluiten. Zorg ervoor dat de
portieren goed dicht zitten.
❈ Als uw auto is uitgerust met centrale
portiervergrendeling met
afstandsbediening, is het portier van
de voorpassagier niet voorzien van
een slotcilinder.✽✽
AANWIJZING
Page 95 of 410

415
Kenmerken van uw auto
Portiersloten van binnenuit
vergrendelen/ontgrendelen
D050201ACM
Met de vergrendelknop
Zet de vergrendelknop (1) in standONTGRENDELD om het portier te
ontgrendelen. Het rode merkteken (2)
op de knop zal zichtbaar worden.
Zet de vergrendelknop (1) in stand VERGRENDELD om het portier te
vergrendelen. Als het portier juist
vergrendeld is, zal het rode merkteken(2) op de knop niet zichtbaar zijn.
Trek aan de portiergreep (3) om het portier te openen. Als aan de binnenste portiergreep van
het voorportier wordt getrokken terwijl
de vergrendelknop in de stand
VERGRENDELD staat, wordt het
portier ontgrendeld en kan het
geopend worden. (indien vantoepassing)
De voorportieren kunnen niet worden vergrendeld als de sleutel in het
contact zit (of als de Smart Key zich in
de auto bevindt) en een voorportier
geopend is.
- Voor Europa
Als een van de portieren wordt
geopend terwijl op de schakelaar wordt
gedrukt, zullen de portieren niet
worden vergrendeld. D050202AUN
Met schakelaar portiervergrendeling
Schakel deze in door de toets
portiervergrendeling in te drukken.
Als op het voorste deel (1) van de
schakelaar portiervergrendeling wordt
gedrukt, worden alle portieren
vergrendeld.
Als op het achterste deel (2) van de schakelaar portiervergrendeling wordt
gedrukt, worden alle portieren
ontgrendeld.
OCM040008
Vergrendeld
Ontgrendelen
OCM040009
Bestuurdersportier
Page 96 of 410

Kenmerken van uw auto
16
4
Als de sleutel echter nog in het contact
zit en een van beide voorportieren
geopend is, kunnen de portieren niet
worden vergrendeld door op het
voorste deel (1) van de schakelaar
portiervergrendeling te drukken.
- Voor Europa
Als een van de portieren wordt
geopend terwijl op de schakelaar wordt
gedrukt, zullen de portieren niet
worden vergrendeld. D050600ANF
Supervergrendeling
(indien van toepassing)
Bepaalde uitvoeringen zijn uitgerust met
supervergrendeling. Supervergrendeling
voorkomt dat een portier vanaf de
binnen- of buitenkant geopend wordt en
dient als extra beveiliging. Vergrendel de
portieren met de sleutel (Smart key) ofmet de afstandsbediening om de
supervergrendeling in te schakelen.
Gebruik de sleutel (Smart key) of de
afstandsbediening om de auto weer te
ontgrendelen.
Druk de schakelaar van de centrale
vergrendeling in en sluit de portieren om
de auto te vergrendelen zonder
supervergrendeling.
WAARSCHUWING
-
Ontgrendelde auto
Als u de auto niet vergrendeld
achterlaat, geeft u gelegenheid tot
diefstal. Verwijder altijd de
contactsleutel, bedien de
parkeerrem, sluit alle ruiten en
vergrendel alle portieren als u uw
auto onbeheerd achterlaat.
WAARSCHUWING -
Kinderen alleen achterlaten
Een afgesloten auto kan binnenin
erg warm worden, waardoor
achtergelaten kinderen ofhuisdieren die niet uit de auto
kunnen komen, letsel kunnen
oplopen. Bovendien kunnen
kinderen ernstig gewond raken
door het bedienen van bepaalde
systemen in de auto. Laat kinderen
en huisdieren nooit zonder toezicht
achter in de auto.WAARSCHUWING -
Portieren
De portieren moeten tijdens het rijden altijd volledig gesloten en
vergrendeld blijven om het
onverwachts openen van de
portieren te voorkomen.
Vergrendelde portieren schrikken
ook mogelijke indringers afwanneer de auto langzaam rijdtof stopt.
Let bij het openen van portieren goed op of er geen ander verkeer
aankomt. Anders kan er schadeof letsel ontstaan.