Page 14 of 410

17
Introductie
CONTROLELAMPJES IN HET INSTRUMENTENPANEEL
A050000ACM
Waarschuwingslampje
veiligheidsgordel
Controlelampje portier/
achterklep open*
Waarschuwingslampje open
achterklep
Controlelampje grootlicht
Controlelampje lichten aan*
Controlelampjes
richtingaanwijzers
Waarschuwingslampje ABS
Waarschuwingslampje
parkeerrem en remvloeistofniveau
Waarschuwingslampje 4WD- systeem*Controlelampje 4WD LOCK*
Controlelampje
motormanagement*
Waarschuwingslampje AIRBAG
Controlelampje CRUISE SET*
Waarschuwingslampje laag
brandstofniveau Schakelstandindicator
handgeschakelde transmissie*
❈ Zie voor meer informatie deel
Instrumentenpaneel in hoofdstuk 4.
Waarschuwingslampje laadsysteem
Controlelampje laag niveau
ruitensproeiervloeistof*
Waarschuwingslampje open
portier
* : indien van toepassing
Controlelampje voorgloeien (alleen dieselmotor)
Waarschuwingslampje
brandstoffilter (alleen dieselmotor)
Controlelampje ESP*
Controlelampje ESP OFF*
Controlelampje
startblokkeersysteem*
Waarschuwingslampje lage bandenspanning*
Controlelampje airbag
voorpassagier UIT*
Oiledruklampje
Waarschuwingslampje laag motoroliepeil (dieselmotor*)
Controlelampje ECO*ECO
Controlelampje
CRUISE*
Schakelstandindicator*Waarschuwingslampje positie lage bandenspanning*
Page 140 of 410

Kenmerken van uw auto
60
4
D150329ACM
Waarschuwingslampje
brandstoffilter (dieselmotor)
Dit waarschuwingslampje gaat
gedurende 3 s na het in stand ON zetten
van het contact branden en gaat
vervolgens weer uit. Als het lampje gaat
branden bij een draaiende motor, wil dat
zeggen dat er teveel water in het
brandstoffilter aanwezig is. Als dat het
geval is, moet het water in het
brandstoffilter worden afgetapt. Zie voor
meer informatie "Brandstoffilter" inhoofdstuk 7.
Waarschuwingslampje4WD-systeem (indien van toepassing)
Wanneer het contact in stand ON wordt
gezet, gaat het controlelampje 4WD
branden en na een paar seconden gaat
het weer uit.
Als het waarschuwingslampje voor het
4WD-systeem gaat branden, geeft dit
aan dat er een storing is in het 4WD-
systeem. Laat in dat geval uw auto zosnel mogelijk controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer.
Controlelampje 4WD LOCK(indien van toepassing)
Het controlelampje 4WD LOCK gaat
branden als op de toets 4WD LOCK
wordt gedrukt. Het doel van de stand
4WD LOCK is het verhogen van de
aandrijfkracht bij het rijden over natte,
besneeuwde of onverharde wegen. Hetcontrolelampje 4WD LOCK gaat uit als er
nogmaals op de toets wordt gedrukt.
OPMERKING
Gebruik de stand 4WD LOCK nietop droge, verharde wegen of desnelweg. Dit kan leiden totbijgeluiden, trillingen en
beschadiging van onderdelen vande vierwielaandrijving.
OPMERKING
Als het waarschuwingslampje
brandstoffilter brandt kan hetmotorvermogen (rijsnelheid enstationair toerental) afnemen. Als u
blijft rijden met een brandendwaarschuwingslampje, kan er schade ontstaan aan de motor ofaan onderdelen van het common
rail-systeem. Laat in dat geval uw auto zo snel mogelijk controlerendoor een officiële HYUNDAI ErkendReparateur.
Page 169 of 410

489
Kenmerken van uw auto
Als de stand RECIRCULATIE wordtgebruikt wanneer het
airconditioningssysteem ingeschakeld
is, wordt wel een maximaal koeleffect
bereikt, maar kan het gebruik van deze
stand gedurende een langere tijd ertoe
leiden dat de lucht in het interieur muf
wordt.
Tijdens de werking van de airconditioning ziet u het motortoerental
zo nu en dan iets veranderen wanneer
de aircocompressor inschakelt. Dit is
een normaal verschijnsel tijdens de
werking van het systeem. D230300AFD Interieurfilter
(indien van toepassing)
Het interieurfilter, dat achter het
dashboardkastje is gemonteerd, filtert de
lucht die via het verwarmings- enairconditioningssysteem naar het
interieur wordt gevoerd. Als het filter in de
loop van de tijd verstopt raakt door stof
en andere verontreinigingen, neemt de
luchttoevoer via de uitstroomopeningen
af en kan de voorruit aan de binnenzijdebeslaan, ook al is de stand
BUITENLUCHT gekozen. Laat, als dat
het geval is, het interieurfilter vervangen
door een officiële HYUNDAI Erkend
Reparateur.✽✽AANWIJZING
Page 321 of 410

79
Onderhoud
I : Controleren en indien nodig af- of bijstellen, reinigen of vervangen. R : Vervangen of verversen. *1
: Stel de aandrijfriem van de dynamo en van de waterpomp en, indien van toepassing, die van de stuurbekrachtiging en de
airconditioning af.
Controleren en indien nodig af- of bijstellen of vervangen.
* 2
: Controleer het motoroliepeil elke 500 km of voor een lange reis.
* 3
: Hij kan ook eerder vervangen worden als u toch onderhoud uitvoert aan andere onderdelen.
INTERVAL-
ONDERHOUDS
Aantal maanden of gereden kilometers, wat het eerst wordt bereikt
Maanden 12 24 36 48 60 72 84 96 Mijl×1.000 10 20 30 40 50 60 70 80
Km×1.000 15 30 45 60 75 90 105 120
Aandrijfriemen * 1
Motorolie en oliefilter * 2
RRR RRRRR
Luchtfilter I I R I I R I I
Bougies 2,4L R R R R3,5L
Elke 150.000 km vervangen *
3
ONDERHOUDSPUNT
Voer de eerste inspectie uit bij 90.000 km of na 72 maanden:
vervolgens elke 30.000 km of 24 maanden controleren.
ONDERHOUDSSCHEMA BIJ NORMAAL GEBRUIK - BENZINEMOTOR
G040100BCM
Page 324 of 410

Onderhoud
12
7
ONDERHOUDSSCHEMA BIJ NORMAAL GEBRUIK - BENZINEMOTOR (VERVOLG)
I : Controleren en indien nodig af- of bijstellen, reinigen of vervangen. R : Vervangen of verversen. * 9
: Versnellingsbakolie, tussenbakolie en differentieelolie dienen elke keer nadat ze in aanraking zijn gekomen met water
vervangen te worden.
Aantal maanden of gereden kilometers, wat het eerst wordt bereikt
Maanden 12 24 36 48 60 72 84 96 Mijl×1.000 10 20 30 40 50 60 70 80
Km×1.000 15 30 45 60 75 90 105 120
Aandrijfassen en aandrijfashoezen I I I I
Banden (spanning en profiel) I I I I I I I I
Voorwielophanging I I I I I I I I
Bouten en moeren van chassis en carrosserie I I I I I I I I
Koudemiddel airconditioning (indien van toepassing)III IIIII
Aircocompressor (indien van toepassing) I I I I I I I I
Interieurfilter (indien van toepassing) R R R R
Versnellingsbakolie (indien van toepassing)
* 9
II
Automatische-transmissievloeistof
(indien van toepassing)
Olie verdeelbak (4WD)* 9
II
Olie achterasdifferentieel (4WD)* 9
II
Cardanas
(indien van toepassing)IIII
Uitlaatsysteem I I I I
INTERVAL-
ONDERHOUDS
ONDERHOUDSPUNT
Geen controle of onderhoud noodzakelijk
Page 326 of 410

Onderhoud
14
7
Zware rijomstandigheden
A : Veel korte ritten
B : Langdurig stationair draaien
C : Rijden op stoffige, onverharde wegen
D : Rijden in gebieden waar veel zout of andere agressieve
stoffen worden gebruikt. Of rijden onder koude
weersomstandigheden
E : Rijden in een omgeving met veel zand
F : Voor meer dan 50% rijden in druk stadsverkeer bij temperaturen boven de 32°C (90°F) G : Rijden in heuvelachtige gebieden.
H : Rijden met een aanhanger
I : Politieauto's, taxi's, bedrijfsauto's of bij het slepen van een
auto
J : Rijden met snelheden boven 140 km/h
K : Rijden met snelheden boven 170 km/h
L : Rijden met veel optrekken en afremmen
ONDERHOUDSPUNT Onderhoudswerk
zaamheden Onderhoudsinterval
Rijomstandigheid
Afhankelijk van de omstandigheden vaker controleren
Afhankelijk van de omstandigheden vaker controleren
Afhankelijk van de omstandigheden vaker controleren
Afhankelijk van de omstandigheden vaker vervangen
Schijfremmen en remblokken, I C, D, E, G, H
remklauwen en remschijven
Parkeerrem I C, D, G, H
Aandrijfassen en aandrijfashoezen I C, D, E, F, H
Interieurfilter (indien van toepassing) R C, E
Versnellingsbakolie (indien van toepassing) R Elke 120,000 km C, D, E, G, H, I, K
Automatische-transmissievloeistof R Elke 90,000 km A, C, D, E, F,
(indien van toepassing) G, H, I, K
Page 327 of 410

715
Onderhoud
ONDERHOUDSSCHEMA BIJ NORMAAL GEBRUIK - DIESELMOTOR
I : Controleren en indien nodig af- of bijstellen, reinigen of vervangen.
R : Vervangen of verversen.*1
: Stel de aandrijfriem van de dynamo en van de waterpomp en, indien van toepassing, die van de stuurbekrachtiging en de
airconditioning af. Controleren en indien nodig af- of bijstellen of vervangen.
* 2
: Controleer het motoroliepeil elke 500 km of voor een lange reis.
* 3
: Indien uitgerust met een oliepeilsensor en bij gebruik van door HYUNDAI goedgekeurde motorolie. (Zie blz. 8-4)
G040300ACM
INTERVAL-
ONDERHOUDS
ONDERHOUDSPUNT
Aantal maanden of gereden kilometers, wat het eerst wordt bereikt
Maanden
12 24 36 48 60 72 84 96
Mijl×1.00020 40 60 80 100 120 140 160
Km×1.00030 60 90 120 150 180 210 240
Aandrijfriemen * 1
Motorolie en oliefilter * 2
*3
RRR RRRRR
Luchtfilter
Elke 20.000 km of 12 maanden controleren
en elke 40.000 km of 24 maanden vervangen
Voer de eerste inspectie uit bij 90.000 km of na 48 maanden: vervolgens elke 30.000 km of 24 maanden controleren.
Page 330 of 410

Onderhoud
18
7
ONDERHOUDSSCHEMA BIJ NORMAAL GEBRUIK - DIESELMOTOR (VERVOLG)
I : Controleren en indien nodig af- of bijstellen, reinigen of vervangen. R : Vervangen of verversen. * 7
: Versnellingsbakolie, tussenbakolie en differentieelolie dienen elke keer nadat ze in aanraking zijn gekomen met water
vervangen te worden.
INTERVAL-
ONDERHOUDS
ONDERHOUDSPUNT
Elke 60.000 km of 48 maanden controleren
Geen controle of onderhoud noodzakelijk
Elke 30.000 km of 24 maanden vervangen
Aantal maanden of gereden kilometers, wat het eerst wordt bereikt
Maanden 12 24 36 48 60 72 84 96 Mijl×1.000
20 40 60 80 100 120 140 160
Km×1.00030 60 90 120 150 180 210 240
Stuurbekrachtigingsvloeistof en -slangen I I I I I I I I
Stuurhuis, stuurstangen en stofhoezen I I I I I I I I
Aandrijfassen en aandrijfashoezen I I I I I I I I
Banden (spanning en profiel) I I I I I I I I
Voorwielophanging I I I I I I I I
Koudemiddel airconditioning/aircocompressor III IIIII
(indien van toepassing)
Interieurfilter (indien van toepassing)
Versnellingsbakolie (indien van toepassing)
Automatische-transmissievloeistof
(indien van toepassing)
Olie verdeelbak (4WD) * 7
IIII
Olie achterasdifferentieel (4WD) * 7
IIII
Cardanas (
indien van toepassing)IIII
Uitlaatsysteem I I I I I I I I