Page 289 of 324

04
1
2
3
287
Het formaat MP3
(afkorting van MPEG 1,2 & 2.5 Audio Layer 3) iseen standaard voor het comprimeren van geluid die de mogelijkheidbiedt enkele tientallen speellijsten op één CD te plaatsen.
Selecteer voor het branden van een CD-R of CD-RW de standaardISO 9660 niveau 1,2 of bij voorkeur Joliet om deze te kunnen
afspelen.
Als de CD in een ander formaat is gebrand, kan het zijn dat deze niet goed wordt afgespeeld.
H
et is raadzaam voor één CD niet meer dan één standaard voor het branden te gebruiken. Stel de laagst mogelijke snelheid(maximaal 4x) in voor een optimale geluidskwaliteit.
Voor het branden van een multisessie-
CD is het raadzaam de standaard Joliet te gebruiken.
Gebruik voor bestandsnamen maximaal 20 karakters en verwi
jder speciale tekens (bijv.: " ", ?, ù) om problemen met het afspelen of
de weergave te voorkomen.
CD MP3
INFORMATIE EN TIPS
AUDIO
Lege CD's worden niet herkend en kunnen het audiosysteem
beschadigen.
Plaats een MP3-
CD in de speler.
De CD-speler scant vervolgens de CD tot alle nummers zijngevonden, hierdoor kan het enkele tot enkele tientallen seconden
duren voordat het afspelen begint.
MP3-CD
EEN MP3-CD AFSPELEN
De CD-speler kan CD's met maximaal 255 MP3-bestanden,
verdeeld over 8 speellijsten, afspelen. Het is echter raadzaam het
aantal afspeellijsten tot twee te beperken om een lange laadtijd
van de CD te voorkomen.
Bij het afspelen wordt geen rekening gehouden met de mappenstructuur. Alle bestanden worden op hetzelfde niveau weergegeven.
Als er al een CD in het apparaat zit die
u wilt beluisteren, druk dan herhaaldemalen op de toets SOURCE om deCD-functie te selecteren.
Druk op een van de toetsen om een
nummer van de
CD te selecteren.
Druk op de toets LI
ST REFRESH om de speellijsten van de MP3-CD weer te geven.
Houd een van de toetsen in
gedrukt
om snel vooruit of terug te spoelen.
De autoradio s
peelt uitsluitend bestanden met de extensie ".mp3" en een samplingfrequentie van 22,05 kHz of 44,1 kHz af. Geluidsbestanden met een andere extensie (.wma, .mp4, .m3u...)kunnen niet worden afgespeeld.
Page 290 of 324

05
1
1
2
3
USB-BOX
Het systeem stelt playlists samen (tijdelijk geheugen). De tijd die
hiervoor nodig is, hangt af van de capaciteit van de USB-uitrusting.
Gedurende deze tijd zijn andere bronnen beschikbaar.
De playlists worden iedere keer dat het contact wordt afgezet of een USB-stick wordt aangesloten, geactualiseerd.
Bij een eerste aansluiting wordt een indeling in mappen als indelingaangeboden. Bij een volgend gebruik wordt de laatstgekozen
mappenstructuur aangehouden. Sluit de USB-stick direct of via een snoer aan o
p
de USB-poort. Als de autoradio is ingeschakeld,
wordt de USB-bron gedetecteerd zodra deze
wordt aangesloten. Het lezen begint automatisch na een bepaalde tijd, afhankelijk van de capaciteit van de USB-stick.
De herkende bestandsformaten zi
jn .mp3(uitsluitend mpeg1 layer 3), .wma (uitsluitend standaard 9, comprimeren met 128 kbit/s), .waven .ogg.
Uitsluitend playlists van het type m3u, .pls en .wpl
worden geaccepteerd.
Deze module bestaat uit een USB-poort en een
Jack-aansluiting *
. De bestanden op het externe
apparaat, zoals een draagbare MP3-speler of een USB-stick, worden overgebracht op uw Autoradio.Via de luidsprekers van de auto wordt de muziekweergegeven.
USB-stick
(1.1, 1.2 en 2.0) of iPod ® van de vijfde generatie of hoger:
- de USB-stick moet in FAT of FAT 32geformateerd zijn (niet compatibel met
NTFS-formaat),
- het snoer van de iPod ® is noodzakelijk,
- navigatie door de bestanden is mogelijk via de
bedienin
g op het stuurwiel,
- de iPod-software moet voor een optimale
verbinding regelmatig geüpdatet worden.
Een lijst met geschikte uitrustingen en compatible compressies is beschikbaar bij het CITROËN-netwerk. jg gGEBRUIK VAN DE USB-BOX
AANSLUITEN VAN EEN USB-STICK
iPod ® 's van oudere generaties en spelers diegebruik maken van het MTP-protocol *
:
- afspelen uitsluitend via een Jack-Jack-snoer
(niet meegeleverd),
- navigatie door de bestanden is mogelijk via het externe apparaat.
*
Afhankeli
jk van de uitvoering.
Page 291 of 324

05
42
3
1
5
289
USB-BOX
GEBRUIK VAN DE USB-BOX
Druk LIST kort in voor de indeling die u de
vorige keer hebt gekozen.
Navigeer in de lijst met behulp van de
toetsen links/rechts en omhoog/omlaag.
Bevestig de selectie door op OK te drukken. De beschikbare li
jsten zijn Artiest, Genre en Playlist (zoals
weergegeven via de iPod®). ®
Selectie en Navigatie zijn hierboven beschreven in de stappen 1 t/m 5.
Sluit
geen harde schijf of een niet-audio USB-apparaat aan op de USB-poort, aangezien hierdoor uw installatie beschadigd kan raken.
AANSLUITEN VAN EEN iPOD® -VIA DE USB-POORTRT
Druk op een van deze toetsen om
tijdens het lezen naar de vorige/volgende track te gaan volgens de
weergegeven indeling.
Houd een van de toetsen ingedrukt
voor snel vooruit/achteruit
verplaatsen.
Druk op een van deze toetsen om te
gaan naar volgende/vorige Genre,Map, Artiest of Playlist, afhankelijk
van de weergegeven indeling tijdenshet lezen.
Druk LIST lan
g in voor het weergeven van
de indelingen.
Kies per map / Artiest / Genre / Pla
ylist,
druk op OK om de gekozen indeling te
bevestigen en vervolgens opnieuw op OK
om de keuze vast te leggen.
-per Map: alle mappen met audio-bestanden worden in een algemeen
overzicht en alfabetisch geordend
weergegeven, zonder dat daarbij rekeningis gehouden met de mappenstructuur.
- per Artiest: alle artiestennamen
worden weergegeven in ID3 Tag en in
alfabetische volgorde.
- per Genre : alle genres worden
weergegeven in ID3 Tag.
- per Playlist : zoals weergegeven in de playlist van de USB-stick of het USB-
apparaat aangesloten op de USB-poort.
Page 292 of 324
05
1
21
2
De weergave- en bedieningsfuncties verlopen via
de externe apparatuur zelf.
Stel eerst het volume van uw draagbare
apparatuur af.
Stel vervolgens het volume van deautoradio af.
AUX-INGANG GEBRUIKEN
JACK- of USB-AANSLUITING
(afhankelijk van de uitvoering van de auto)
VOLUMEREGELING EXTERNE
APPARATUUR
USB-BOX
De AUX-aansluiting JACK of USB dient om een extern apparaat (mp3-speler…) aan te sluiten.
Sluit eenzelfde extern apparaat niet te
gelijkertijd aan via deJACK-aansluiting en de USB-aansluiting.
Sluit het externe apparaat
(mp3-speler...) met behulp van een
adapterkabel (niet meegeleverd)op de JACK- of USB-aansluiting aan.
Druk herhaalde malen op de toets
SOURCE om AUX te selecteren.
Page 293 of 324

06
2
3
4
5
6
7
8
9
10
291
BLUETOOTH FUNCTIES
Het koppelen van de Bluetooth-telefoon aan het Bluetooth-systeem
van uw autoradio mag om veiligheidsredenen en vanwege het
feit dat deze handeling de volledige aandacht van de bestuurder
vraagt, uitsluitend worden uitgevoerd bij stilstaande auto en met
aangezet contact.
Druk op de toets MENU.
Er wordt een venster weergegeven met de tekst "Bezig met
zoeken...".
A
ctiveer de functie Bluetooth van uw telefoon.
Ki
es in het menu:
- Bl
uetooth-telefoon - Audio
- Bluetooth confi
guratie
-
Zoeken via Bluetooth
De beschikbare functies zijn afhankelijk van het netwerk, de SIM-kaart ende compatibiliteit van de gebruikte Bluetooth-apparatuur.jjjj
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw telefoon of neem contact op met uw provider voor meer informatie over de beschikbare functies. Een overzicht van de meestpg g jg p pgjg pp
geschikte telefoons is verkrijgbaar via het netwerk. Raadpleeg het CITROËN-netwerk.
BLUETOOTH-TELEFOON DISPLAY C
Met het menu TELEFOON krijgt u onder andere toegang tot de volgende
functies: Adresboek * , Logboek gesprekken, Beheer van de koppelingen.
De eerste vier herkende telefoons worden in dit venster
weergegeven.
Op het scherm wordt een toetsenbord
weergegeven: voer een code van
minimaal 4 ci
jfers in.
Bevestig met OK.
Op het scherm verschijnt "Koppeling Naam_telefoon geslaagd".
Selecteer in de li
jst de te koppelen telefoon. U kunt slechts één
telefoon per keer koppelen.
Op het scherm van de geselecteerde telefoon wordt een
bericht weergegeven: voer, om de koppeling te accepteren,
in de telefoon dezelfde code in en bevestig vervolgens met OK.
De toegestane automatische verbinding wordt geactiveerd nadat
de telefoon is geconfi gureerd.
Het adresboek en het logboek gesprekken zijn na de synchronisatie
beschikbaar.
KOPPELEN VAN EEN TELEFOON
U kunt ook via de tele
foon de koppeling tot stand brengen.
(AFHANKELIJK VAN MODEL EN UITVOERING)
*
Als uw telefoon volledi
g compatibel is.
Mocht de koppeling niet gelukt zijn dan kunt u het, een
onbeperkt aantal keren, nogmaals proberen.
Page 294 of 324

06
2
1
2
2
3
EEN GESPREK ONTVANGEN
verschijnen van een venster op het multifunctionele display. Start de koppelingsprocedure tussen de telefoon en
de auto. Deze procedure kan gestart worden via het
t
elefoonmenu van de auto of via het toetsenbordvan de telefoon; zie hiervoor de eerder beschrevenstappen 1 t/m 10. Tijdens de koppeling moet deauto stilstaan en het contact aanstaan.
Selecteer in het telefoonmenu de te ko
ppelen telefoon.
Het audios
ysteem wordt automatisch verbonden met de zojuistgekoppelde telefoon.
Selecteer met behulp van de
toetsen de knop JA op het scherm
en bevestig met OK.
Druk op de toets
OK op het stuurwiel om het gesprek te accepteren.
BLUETOOTH STREAMING AUDIO
Draadloze overdracht van muziekbestanden van de telefoon naar
het audiosysteem van de auto. De telefoon moet de desbetreffende
Bluetooth-profi elen (A2DP/AVRCP) kunnen ondersteunen.
*
In sommige gevallen moet het afspelen van audiobestanden via het
toetsenbord worden geactiveerd.
**
Al
s de telefoon deze functie ondersteunt.
Activeer de bron
Streaming door opde toets SOURCE *
te drukken. Via
de toetsen op het bedieningspaneel
van de radio en de bediening op het
stuurwiel kunt u op de gebruikelijke
wijze de muziekstukken aansturen ** .
De informatie over de muziekstukkenkan op het display worden
weergegeven.
BELLEN
Selecteer in het menu Bluetooth-telefoon - Audio, Beheer van het
telefoongesprek en vervolgens Bellen, Logboek gesprekken of
Adresboek.
Druk gedurende meer dan twee seconden op het uiteinde van de hendel aan de stuurkolom om
toegang te krijgen tot uw adresboek.
Of
Gebruik, als de auto stilstaat, het toetsenbord van
uw telefoon om een nummer in te voeren.
BLUETOOTH FUNCTIES
Page 295 of 324
07
1
2
3
4
5
6
7
8
293
CONFIGURATIE
Druk op de toets MENU.
Selecteer met de pijltoetsen de functie INSTELLINGEN DISPLAY.
Druk op de toets om de selectie te
bevestigen.
Selecteer met de pijltoetsen defunctie JAAR.Druk op de toets om de selectie te
bevesti
gen.
Druk op de toets om de selectie te
bevestigen.
Stel de parameter in.
Be
gin opnieuw bij stap 1 en stel achtereenvolgens MAAND, DAG,UUR, MINUTEN in.
DATUM EN TIJD INSTELLEN
DISPLAY A
Page 296 of 324
07
1
2
3
4
5
6
7
8
CONFIGURATIE
Druk op de toets MENU.
Selecteer met de pi
jltoetsen
de functie PERSOONLIJKE
INSTELLING - CONFIGURATIE.
Druk o
p de toets om de selectie te bevestigen.
Selecteer met de pi
jltoetsen
de functie CONFIGURATIE
BEELDSCHERM.
Druk op de toets om de selectie te
bevestigen.
Druk op de toets om de selectie tebevestigen.
Selecteer met de pijltoetsen de functie DATUM EN TIJD
INSTELLEN.
Stel de parameters één voor één in
door deze te bevestigen met de toetsOK. Selecteer vervolgens de knop OK op het scherm om de instellingen
te bevestigen.
DATUM EN TIJD INSTELLEN
DISPLAY C