Page 5 of 324
MULTIFUNCTIONELE
DISPLAYSCOMFORT TOEGANG TOT
DE AUTOZICHT
52 Monochroom displayA
55Monochroom displayC
59Kleurendisplay 16x9(MyWay)
64 Ventilatie
66 Verwarming
67 Handbediendeairconditioning
71Automatische airconditioning
74 Ontwaseming - Ontdooiing achterruit
75Parfumeur
77Voorstoelen
82Achterbank
83 Stuurwielverstelling
84Spiegels
88Sleutel met afstandsbediening
94Ruitbediening
96 Portieren
99 Achterklep
100 Brandstoftank
102Vulpistoolrestrictie
106 Lichtschakelaar
111LED-dagrijverlichting
111Koplampen verstellen
112 Ruitenwisserschakelaar
116 Plafonnier
117Sfeerverlichting
117Verlichting bagageruimte
004004005005002002003003
Page 12 of 324

Interieur
Sfeerverlichting
Het gedimde licht van de sfeer verlichting
verbetert bij weinig buitenlicht het zicht in het interieur. De verlichting bestaat uit
verscheidene lampen die in de voetenruimte en
in het onderste opbergvak van het dashboard
zijn aangebracht.
Schakelindicator
Dit systeem is aanwezig in combinatie met eenhandgeschakelde versnellingsbak en adviseer t
u op te schakelen om het brandstofverbruik te
v
erminderen.
Par fumeur
De in het ventilatiesysteem opgenomen
parfumeur zorgt voor de verspreiding van een
aangename geur (naar keuze) in het geheleinterieur.
Automatische airconditioning
Deze functie maakt het mogelijk de
airconditioning op een bepaald comfor tniveau in
te stellen. Aan de hand van deze instelling en de
weersomstandigheden wordt de airconditioningver volgens automatisch geregeld.
117
15875 71
281
Audio- encommunicatiesystemen
Deze systemen zijn voorzien van de nieuwste technologie: Autoradio met MP3-
afspeelmogelijkheid, USB-aansluiting, Bluetooth-handsfree kit, MyWay met 16 x 9 kleurenscherm, AUX-aansluitingen, hifi-audiosysteem.MyWay
247
Autoradio
Page 14 of 324
Cockpit
1.
Contact-/stuurslot. 2.
Stuurkolomschakelaar autoradio.3.
Schakelaar ruitenwissers/ruitensproeiers/boordcomputer.4.
Parfumeur.5.
Schakelaar centrale vergrendeling.
6.Multifunctioneel display.7. Schakelaar alarmknipperlichten.8.Middelste verstelbare en afsluitbare
ventilatieroosters.9. Zonnesensor.
Middelste luidspreker hifi-audiosysteem.10.Airbag passagier.11. Verstelbaar en afsluitbaar zijventilatierooster. 12.Dashboardkastje / Uitschakeling passagiersairbag. 13.Parkeerrem.14 .Middenarmsteun met opbergvakken. 15.
Bovenste en onderste opbergvakken. 16.
MyWay of Autoradio.17.Bedieningspaneel ver warming/airconditioning.
Page 19 of 324
17In een oogopslag
Vent ilat ie
Aanbevolen instellingen
Automatische airconditioning:het is raadzaam de volautomatische werking te selecteren met de toets "AUTO"
.
Gewenste werking
Verwarming of handbediende airconditioning
LuchtverdelingLuchtopbrengstLuchtrecirculatie/ Toevoer van buitenluchtTemperatuurHandbediende Airconditioning
WARM
KOUD
ONTWASEMENONTDOOIEN
Page 24 of 324

Milieubewust rijden
Door in de dagelijkse praktijk een aantal aanwijzingen op te volgen kunt u het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot van uw auto verminderen.
Maak optimaal gebruik van
de versnellingsbak
Als uw auto is voorzien van eenhandgeschakelde versnellingsbak, rijddan rustig weg, schakel zo snel mogelijkde tweede versnelling in en schakel bij voorkeur relatief snel over naar een hogereversnelling. Volg de aanwijzingen van deschakelindicator (indien aanwezig) die op hetinstrumentenpaneel worden weergegeven.
Als uw auto is voorzien van eenautomatische transmissie of een gestuurdehandgeschakelde versnellingsbak, laatde selectiehendel dan in de stand Drive "D"
of Auto "A"
(afhankelijk van het typeversnellingsbak) staan en trap het gaspedaal niet bruusk of diep in.
Kies voor een soepele rijstijl
Houd afstand van de auto's voor u, rem bijvoorkeur af op de motor in plaats van het rempedaal te gebruiken en trap het gaspedaalgeleidelijk in. Als u deze aanwijzingen naleeft,neemt het brandstofverbruik en de CO2-uitstootaf en wordt de geluidsoverlast door het verkeer beperkt.
Als het verkeer goed doorstroomt, gebruik dan vanaf een snelheid van ongeveer 40 km/h desnelheidsregelaar (indien aanwezig).
Gebruik op slimme wijze de
elektrische voorzieningen
Als bij het instappen blijkt dat de temperatuur in de auto hoog is opgelopen, open dan alle ruiten en de ventilatieroosters alvorens deairconditioning in te schakelen. Sluit vanaf een snelheid van 50 km/h deruiten, maar laat de ventilatieroosters geopend. Gebruik de voorzieningen in het interieur die de temperatuurstijging kunnen beperken (blinderingspaneel van het panoramadak, zonneschermen, enz.).
Schakel de airconditioning uit zodra degewenste temperatuur is bereikt (behalve bijauto's met een automatische airconditioning). Schakel de achterruitverwarming en de ontwaseming uit zodra deze niet meer nodig zijn als deze niet automatisch worden aangestuurd.
Schakel de stoelverwarming zo snel mogelijk uit.
Page 64 of 324
003
Comfort
In dit hoofdstuk wordt de werking van het ventilatiesysteem, deairconditioning en de par fumeur beschreven, zodat u maximaal kuntgenieten van het comfor t dat uw auto u biedt. Ook vindt u hier voor een
optimale rijpositie alle instelmogelijkheden voor de stoelen, het stuur wielen de buitenspiegels.
Page 66 of 324

Vent ilat ie
Luchttoevoer
De lucht in het interieur, die overigens wordt gefilterd, wordt van buitenaf toegevoerd via het
luchtrooster onder de voorruit, of is lucht die in
het interieur wordt gerecirculeerd.
Luchtgeleiding
De lucht kan afhankelijk van de instellingen van de bestuurder via verschillende circuits worden
toegevoerd:
- r
echtstreekse toevoer naar het interieur (toevoer van buitenlucht),
- toevoer via het ver warmingscircuit,
- toevoer via het circuit van deairconditioning. Stel de temperatuurregeling in: de lucht van de
verschillende circuits wordt gemengd om hetgewenste comfortniveau te bereiken.Stel de luchtverdeling in: de lucht wordt via de gewenste uitstroomopeningen over het interieur
verdeeld.
Stel de luchtopbrengst in: de aanjagersnelheid
wordt verhoogd of verlaagd.
Bedieningspaneel
Het systeem wordt bediend via hetbedieningspaneel A
van de middenconsole.
Afhankelijk van de uitvoering zijn de volgendefuncties aanwezig:
- temperatuurregeling,
- luchtopbrengstregeling,
- regeling luchtverdeling,
- ontdooien en ontwasemen,
- h
andbediende of automatische
airconditioning.
Luchtverdeling
1.
Uitstroomopeningen voor het ontdooien of ontwasemen van de voorruit.2.Uitstroomopeningen voor het ontdooien of
ontwasemen van de zijruiten.3.Afsluitbare en verstelbare zijventilatieroosters. 4. Afsluitbare en verstelbare middelste
ventilatieroosters.
5. Uitstroomopeningen beenruimte
voorpassagiers.
6.Uitstroomopeningen beenruimteachterpassagiers.
Page 67 of 324

65
Comfort
Gebruiksadviezen voor de verwarming, ventilatie en airconditioning
Als de auto lange tijd in de zon heeftgestaan en de temperatuur in hetinterieur hoog is opgelopen, zet dan de ruiten enige tijd open.Zorg er voor dat de aanjagersnelheidvoldoende hoog is ingesteld, zodat de lucht in het interieur goed ververstwordt. Het airconditioningssysteem is chloorvrij en is niet schadelijk voor de ozonlaag.
Neem voor een optimale werking van de ver warming, ventilatie en airconditioning de volgende gebruiksadviezen in acht: )
Let erop dat voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het interieur deuitstroomopening onder de voorruit, de verschillende luchtkanalen, ventilatieroostersen overige uitstroomopeningen alsmede de ventilatieopening in de bagageruimte vrij blijven. )
Let erop dat de zonnesensor op het dashboard niet wordt afgedekt. Deze sensor dient voor de regeling van de automatische airconditioning. )
Zet de airconditioning minstens één tot twee keer per maand vijf tot tien minuten aan om het systeem in perfecte staat te houden. )
Controleer regelmatig de staat van het interieurfilter en laat de filterelementen periodiekvervangen (zie het hoofdstuk "Controles"). Wij raden u een gecombineerd interieurfilter aan. Dankzij het toegevoegde specialeactieve middel draagt het bij tot een gezuiverde lucht voor de inzittenden en eenschoon interieur (vermindering van allergische reacties, stank en vetaanslag). )
Laat de airconditioning regelmatig controleren zoals voorgeschreven in hetonderhoudsboekje, om het systeem in per fecte staat te houden. )
Gebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en raadpleeg het CITROËN-netwerkof een gekwalificeerde werkplaats.
Bij een zware belasting van de motor (trekken van een aanhanger op een steile helling bij een hoge buitentemperatuur) kan de airconditioning tijdelijk worden uitgeschakeld voor eenoptimale trekkracht van de motor.
Condensvorming in de airconditioning kan ertoe leiden dat zich een klein plasje water onder de auto vormt. Dit is een normaal verschijnsel.