Page 145 of 207
PRAKTISCHE INFORMATIE
135
Zekering Ampère Functies
F14 30 A Brandstofvoorverwarming (diesel).
F15 10 A Grootlicht links.
F16 10 A Grootlicht rechts.
F17 15 A Dimlicht links.
F18 15 A Dimlicht rechts.
Overzicht hoofdzekeringen
* De hoofdzekeringen zorgen voor een extra beveiliging van de elek-
trische installatie. Werkzaamheden
aan de hoofdzekeringen dienen door
het PEUGEOT-netwerk uitgevoerd te
worden.
Zekering Ampère Functies
Zekeringkast 1
MF1 * 70 A Motorventilateurgroep.
MF2 * 20 A / 30 A Pomp ABS/ESP
MF3 * 20 A / 30 A Elektrokleppen ABS/ESP.
MF4 * 60 A Voeding intelligente servicecentrale (BSI).
MF5 * 60 A Voeding intelligente servicecentrale (BSI).
MF6 * 30 A motorventilateurgroep (1,6 liter THP 16V).
MF7 * 80 A Zekeringkast interieur.
MF8 * - Niet gebruikt.
Zekeringkast 2
MF9 * 80 A Eenheid verwarming (diesel).
MF10 * 80 A Elektrische stuurbekrachtiging.
MF11 * 40 A Elektromotor Valvetronic (1,6 liter THP 16V).
Page 146 of 207

PRAKTISCHE INFORMATIE
136
ACCU
Procedure voor het opladen van de
accu en het gebruik van een hulpaccu
voor het starten van de motor met be-
hulp van startkabels.
Toegang tot de accu Starten van de motor met een
hulpaccu en startkabels
Sluit de rode kabel aan op de (+)
pool van de ontladen accu A en ver-
volgens op de (+) pool van de hulp-
accu B .
Sluit de groene of zwarte kabel aan
op de (-) pool van de hulpaccu B .
Sluit het andere uiteinde van de
groene of zwarte kabel aan op een
zo ver mogelijk van de accu verwij-
derd massapunt C van de auto (bij-
voorbeeld de rechter motorsteun).
Stel de startmotor in werking en laat
de motor draaien.
Wacht tot de motor stationair draait
en neem dan de kabels los.
De accu bevindt zich links in de motor-
ruimte.
Toegang tot de accu:
open de motorkap met de hendel in
het interieur en vervolgens de veilig-
heidshaak aan de buitenzijde,
bevestig de motorkapsteun,
verwijder de kunststof afdekkap voor
toegang tot de twee accupolen.
Page 147 of 207

!
i
PRAKTISCHE INFORMATIE
137
Maak de accupoolklemmen niet los
bij draaiende motor.
Laad de accu niet op zonder de ac-
cupoolklemmen los te nemen.
Accu's bevatten schadelijke stof-
fen, zoals zwavelzuur en lood. Ac-
cu's moeten volgens de wettelijke
voorschriften worden afgevoerd en
mogen in geen geval bij het huis-
vuil terechtkomen.
Lever lege batterijen en accu's in
bij een speciaal afvalstoffendepot.
Laden met behulp van een
acculader
Maak de accupoolklemmen los.
Volg de aanwijzingen van de fabri-
kant van de acculader.
Sluit de accukabels weer aan, te be-
ginnen met de (-) kabel.
Controleer of de accupolen en de
klemmen schoon zijn. Indien ze be-
dekt zijn met een (witte of groene)
oxidatielaag, neem dan de accuka-
bels los en reinig de polen en klem-
men.
Het is raadzaam de accu los te
koppelen als uw auto langer dan
een maand buiten gebruik is. Vóór het loskoppelen van de
accukabels
Wacht 2 minuten na het afzetten
van het contact.
Sluit de ruiten, het wegklapbare
dak en de voorportieren.
Na het weer aansluiten van de
accukabels
Zet het contact aan en wacht 1 mi-
nuut alvorens de motor te starten
zodat de elektronische systemen
geïnitialiseerd kunnen worden.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk
als er zich na deze handeling toch
nog problemen voordoen.
Raadpleeg het desbetreffende
hoofdstuk voor het zelf resetten
van:
- de sleutel met afstandsbedie-
ning,
- de elektrische bedienbare rui- ten en de automatische functie
voor het iets openen van de
portierruiten,
- het GPS navigatiesysteem.
Accukabels loskoppelen
Weer aansluiten van de kabels
Plaats de geopende accupoolklem
1 op de pluspool (+) van de accu.
Druk verticaal op de accupoolklem 1
om hem goed tegen de accu aan te
drukken.
Zet de accupoolklem vast door de
hendel 2 omlaag te duwen.
Forceer de hendel niet, aangezien de
accupoolklem niet kan worden vergren-
deld als deze niet correct is geplaatst;
herhaal de procedure.
Trek de vergrendelingshendel zo
ver mogelijk omhoog.
Page 148 of 207

!
i
PRAKTISCHE INFORMATIE
138
Als de accu ontladen is, kan de
motor niet gestart worden (zie de
desbetreffende paragraaf).
Als het wegklapbare dak wordt ge-
opend of gesloten, zal dit worden
voltooid. Het dak kan echter niet
opnieuw worden bediend.
ECO-MODE
De eco-mode bepaalt de maximale ge-
bruiksduur van een aantal functies om
te voorkomen dat de accu ontladen
raakt.
Nadat de motor is afgezet, kunt u een
aantal elektrische functies zoals radio,
ruitenwissers, dimlichten, plafonnier, ...
nog in totaal maximaal 30 minuten ge-
bruiken.
Uitschakelen van de eco-mode
De functies worden automatisch weer
ingeschakeld als de motor gestart
wordt.
Start om de functies direct weer te
kunnen gebruiken de motor en laat
deze gedurende enige tijd draaien.
De beschikbare tijd bedraagt het dub-
bele van de tijd dat de motor heeft ge-
draaid. Deze tijd zal echter altijd tussen
de 5 en 30 minuten bedragen.
Inschakelen van de eco-mode
Na deze 30 minuten geeft een melding
op het multifunctionele display aan dat
de eco-mode is ingeschakeld en de ac-
tieve functies worden in de ruststand
gezet.
RUITENWISSERBLAD
VERVANGEN
De ruitenwisserbladen kunnen zonder
gereedschap worden vervangen.
Demonteren van een wisserblad
vóór
Til de desbetreffende ruitenwisser-
arm op.
Maak het wisserblad los en verwij-
der het.
Monteren van een wisserblad
vóór
Controleer bij de ruitenwissers de
lengte van het wisserblad, omdat
het kortste blad aan de passagiers-
zijde van de auto gemonteerd moet
worden.
Breng het nieuwe wisserblad aan en
klik het vast.
Zet de ruitenwisserarm voorzichtig
terug.
SPAARFASE
De spaarfase stuurt de elektrische func-
ties van de auto aan om het ontladen
van de accu te voorkomen.
Tijdens het rijden kunnen in verband
met de laadtoestand van de accu en-
kele functies (airconditioning, achter-
ruitverwarming, ...) tijdelijk worden uit-
geschakeld.
Deze functies worden automatisch in-
geschakeld zodra de laadtoestand van
de accu dit toelaat.
Page 149 of 207

!i
PRAKTISCHE INFORMATIE
139
SLEPEN VAN DE AUTO
U kunt uw auto laten slepen door een
andere auto of een andere auto slepen
met behulp van het sleepoog.
Toegang tot het gereedschap Slepen van uw auto
Trek aan het klepje in de voorbum-
per om het los te maken.
Draai het sleepoog vast tot de aan-
slag.
Bevestig de sleepstang.
Schakel de alarmknipperlichten van
uw auto in.
Maak het klepje in de achterbumper
los door op de onderkant ervan te
drukken.
Draai het sleepoog vast tot de aan-
slag.
Bevestig de sleepstang.
Schakel de alarmknipperlichten van
de te slepen auto in.
Slepen van een andere auto
Het sleepoog bevindt zich in een houder
op de bodem van de bagageruimte,
onder de laadvloer:
sluit het dak,
open de achterklep,
til de vloerplaat op,
neem het sleepoog uit de houder. Gebruik voor het slepen van een
auto met de vier wielen op de grond
altijd een sleepstang.
Laat het takelen van de auto (met
twee wielen op de grond) uitslui-
tend uitvoeren door een professio-
neel takelbedrijf.
Bij het slepen van de auto met
stilstaande motor zijn de rem- en
stuurbekrachtiging uitgeschakeld.
Zet de versnellingshendel in de
neutraalstand (stand N bij de
automatische transmissie).
Het niet opvolgen van deze bij- zonderheid kan er toe leiden
dat bepaalde onderdelen van
het remsysteem beschadigd
raken en de rembekrachtiging
niet werkt bij het opnieuw star-
ten van de motor.
Page 150 of 207

i
i
PRAKTISCHE INFORMATIE
140
TREKKEN VAN EEN
AANHANGER, EEN CARAVAN...
Uw auto is hoofdzakelijk bedoeld voor
het vervoer van personen en bagage,
maar is tevens geschikt voor het trek-
ken van een aanhanger. Het rijden met een aanhanger heeft
veel invloed op het rijgedrag van de
auto en vergt daarom extra aandacht
van de bestuurder.
Het maximale aanhangergewicht is af-
hankelijk van het hellingspercentage en
de buitentemperatuur.
Gewichtsverdeling
Verdeel het gewicht in de caravan/
aanhanger gelijkmatig, plaats zware
voorwerpen zo dicht mogelijk bij de
as en houd u aan de toegestane ko-
geldruk.
Door een geringere luchtdichtheid ne-
men de prestaties van de motor af als
men op grotere hoogte boven de zee-
spiegel komt. Trek boven de 1000 m
10% van het maximale aanhangerge-
wicht af en herhaal dit voor elke volgen-
de 1000 m.
Raadpleeg het hoofdstuk "Technische
gegevens" voor de gewichten en aan-
hangergewichten die voor uw auto van
toepassing zijn.
Zijwind
Houd er rekening mee dat de zijwind-
gevoeligheid van de auto groter is.
Als het waarschuwingslamp-
je van de koelvloeistoftem-
peratuur gaat branden in
combinatie met het waar-
schuwingslampje STOP ,
stop dan zo snel mogelijk en
zet de motor af.
Remmen
Het trekken van een aanhanger ver-
lengt de remweg.
Banden
Controleer de bandenspanning van
de auto en de aanhanger en breng
deze indien nodig op de juiste waar-
de.
De parkeerhulp wordt automatisch
uitgeschakeld als bij het aankop-
pelen van een aanhanger een ori-
ginele PEUGEOT-trekhaak wordt
gebruikt.
Let in elk geval goed op de aanwijzing
van de koelvloeistoftemperatuurmeter.
De trekhaak bestaat uit een mechanisch sy-
steem voor het aankoppelen van een aan-
hanger of caravan en een elektrische aan-
sluiting voor de verlichting en signalering.
Wij raden u aan gebruik te maken
van een speciaal door PEUGEOT
geteste en goedgekeurde trekhaak
inclusief bedrading en deze door
het PEUGEOT-netwerk te laten
monteren.
Als de trekhaak wordt gemonteerd
door een ander bedrijf dan van het
PEUGEOT-netwerk, moet bij de
montage gebruik worden gemaakt
van de reeds aanwezige elektri-
sche voorzieningen aan de achter-
zijde van de auto volgens de voor-
schriften van de constructeur.
Adviezen
Koeling
Het trekken van een aanhanger op een
helling veroorzaakt een hogere koel-
vloeistoftemperatuur.
De koelventilator wordt elektrisch be-
diend en is niet afhankelijk van het mo-
tortoerental.
Pas uw snelheid aan om het toeren-
tal te beperken. Verlichting
Controleer de verlichting van de
aanhanger.
Page 151 of 207
!
PRAKTISCHE INFORMATIE
141
BAGAGEREK OP HET
KOFFERDEKSEL
Bij het PEUGEOT-netwerk is een speci-
aal voor uw Coupé Cabriolet ontworpen
bagagerek voor op het kofferdeksel als
accessoire leverbaar.
Volg de aanwijzingen van de fabrikant
op voor de montage en het gebruik. Let, wanneer u bagage op het rek
plaatst, op dat het derde remlicht
en de kentekenplaat niet aan het
zicht onttrokken worden.
Zodra er bagage op het rek ge-
plaatst is, mag het wegklapbare
dak absoluut niet meer worden be-
diend.
Page 152 of 207

!
i
PRAKTISCHE INFORMATIE
142
Het monteren van elektrische uit-
rustingen of accessoires die niet on-
der een artikelnummer in het assor-
timent van PEUGEOT voorkomen,
kan storingen in het elektronisch sy-
steem van uw auto veroorzaken.
Houdt u rekening met deze bijzon-
derheid en wij raden u aan contact
op te nemen met een vertegen-
woordiger van het Merk om u te
laten informeren over het assorti-
ment uitrustingen en accessoires
voorzien van een artikelnummer.
ACCESSOIRES
Het PEUGEOT-netwerk biedt u een rui-
me keuze aan accessoires en originele
onderdelen.
Deze accessoires en onderdelen zijn
getest en goedgekeurd ten aanzien van
bedrijfszekerheid en veiligheid.
Ze zijn volledig aangepast aan uw auto
en worden geleverd met een artikel-
nummer en garantie van PEUGEOT.
Het aanbod van PEUGEOT Boutique is
onderverdeeld in 5 groepen: PROTECT -
CONFORT - AUDIO - DESIGN - TEC-
NIC:
"Protect": inbraakalarm, graveren van
ruiten, wielbouten met slot,
alcoholtest, verbandtrom-
mel, gevarendriehoek, veilig-
heidsvest, lokalisatiesysteem
gestolen auto, bandenrepa-
ratieset, sneeuwkettingen,
sneeuwsokken. "Comfort":
matten * , kunststof bak baga-
geruimte, kledinghanger voor
bevestiging aan de hoofd-
steun, aansteker, aluminium
dorpellijsten, hoofdsteunen
achter.
Voor de vrijetijdsbesteding:
fi e t s e n d r a g e r v o o r b e v e s t i g i n g
op de trekhaak ** , bagagerek
op kofferdeksel, zitverhogingen en kin-
derzitjes, brillenhouder.
De trekhaak moet door het PEUGEOT-
netwerk worden gemonteerd.
"Audio":
autoradio's, navigatiesyste-
men, handsfree set, CD-wis-
selaar, luidsprekers, DVD-
speler, kit voor de aansluiting
van een MP3- of draagbare
CD-speler, USB Box, parkeer-
hulp voor en achter. "Design":
stoelhoezen geschikt voor
stoelen met zij-airbags, alumi-
nium pookknop, gestyleerde
spatlappen, lichtmetalen vel-
gen, wieldoppen.
"Tecnic": ruitensproeiervloeistof, reini-
gings-/onderhoudsmiddelen
voor interieur en exterieur.
* Om te voorkomen dat de werking van de pedalen wordt geblokkeerd:
- controleer of de mat goed op zijn plaats ligt en goed is bevestigd,
- leg nooit meerdere matten boven op elkaar. Afhankelijk van het land van be-
stemming zijn veiligheidsvesten,
een gevarendriehoek en een set
reservelampen verplicht aan boord
van de auto.
* * V o o r z o r g s m a a t r e g e l e n b i j fi e t s e n - drager voor bevestiging op trek-
haak:
- neem de aanbevelingen van de fa- brikant voor de montage en het ge-
bruik in acht,
- raadpleeg het hoofdstuk "Techni- sche gegevens - § Gewichten en
aanhangergewichten" voor meer in-
formatie over de aanbevolen kogel-
druk.