CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
18
INSTRUMENTENPANELEN BENZINE - DIESEL MET HANDGESCHAKELDE
VERSNELLINGSBAK OF AUTOMATISCHE TRANSMISSIE
De klokken en verklikkerlampjes op het
instrumentenpaneel geven informatie
over de werking van de auto.
5. Display.
6. Knop nulstelling.
Knop voor de nulstelling van de geselecteerde functie (dagtellerof
onderhoudsindicator).
7. Dimmer dashboardverlichting.
Knop voor de instelling van de lichtsterkte van de
dashboardverlichting.
8. Automatische transmissie.
Geeft het geselecteerde programma en de ingeschakelde
versnelling aan.
Klokken
1. Toerenteller.
Geeft het motortoerental aan (x 1.000/min).
2. Brandstofniveaumeter.
Geeft de resterende hoeveelheid brandstof in de tank aan.
3. Koelvloeistoftemperatuurmeter.
Geeft de koelvloeistoftemperatuur aan (°Celsius).
4. Snelheidsmeter.
Geeft de wagensnelheid aan (km/h of mph).
A. Snelheidsbegrenzer
of
Snelheidsregelaar.
(km/h of mph)
B. Dagteller.
(km of miles)
C. Onderhoudsindicator.
(km of miles), vervolgens:
Motorolieniveaumeter.
vervolgens:
Kilometerteller.
(km of miles)
Deze drie functies worden achtereenvolgens weergegeven als
het contact wordt aangezet.
Raadpleeg voor meer informatie over
de werking en de weergave van een
bepaalde functie het desbetreffende
hoofdstuk.
Display