Page 65 of 88
1. Gloeilampkap
3. Haak de gloeilamphouder los
door deze linksom te draaien en
verwijder de doorgebrande gloei-
lamp.
1. Gloeilamphouder
4. Breng een nieuwe koplampgloei-
lamp aan en zet deze dan vast
met de gloeilamphouder door
rechtsom te draaien.
5. Breng de gloeilampkap aan.
6. Monteer het paneel.
7. Vraag indien nodig een Yamaha
dealer de koplamplichtbundel af
te stellen.DAU24252
Gloeilamp in voorste
richtingaanwijzer vervangen
1. Verwijder de lamplens van de
richtingaanwijzer door de schroef
te verwijderen.
1. Schroef
2. Lamplens richtingaanwijzer
3. Gloeilamp richtingaanwijzer
2. Verwijder de defecte gloeilamp
door deze in te drukken en link-
som te draaien.
1 2
3
1
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-28
6
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 65
Page 66 of 88

1. Gloeilamp
3. Plaats een nieuwe gloeilamp in
de fitting, druk deze in en draai
rechtsom tot hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de
schroef aan te brengen. LET OP:
Draai de schroef niet te vast,
hierdoor kan de lens breken.
[DCA11191]DAUS1133
Vervangen van een gloeilamp
voor achterlicht/remlicht of
van een gloeilamp voor
achterste richtingaanwijzer
Gloeilamp remlicht/achterlicht
1. Verwijder de lamplens van het
remlicht/achterlicht door de sch-
roef los te draaien.
1. Schroef
2. Lamplens achterlicht/remlicht
3. Gloeilamp
2. Verwijder de defecte gloeilamp
door deze in te drukken en link-
som te draaien.
3. Plaats een nieuwe gloeilamp in
de fitting, druk deze in en draai
rechtsom tot hij stuit.4. Monteer de lamplens door de
schroef aan te brengen. LET OP:
Draai de schroeven niet te vast,
hierdoor kan de lens breken.
[DCA10681]
Gloeilamp achterste
richtingaanwijzer
1. Verwijder de lamplens van het
rechter of linker remlicht/achter-
licht door de schroef los te dra-
aien.
2. Verwijder de lens van de richtin-
gaanwijzer door deze naar achte-
ren te trekken.
3. Verwijder de lamplens van de
richtingaanwijzer door de schroef
te verwijderen.
1 2 3
1
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-29
6
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 66
Page 67 of 88

1. Lens richtingaanwijzer
2. Schroef
3. Lamplens richtingaanwijzer
4. Gloeilamp
4. Verwijder de defecte gloeilamp
door deze in te drukken en link-
som te draaien.
5. Plaats een nieuwe gloeilamp in
de fitting, druk deze in en draai
rechtsom tot hij stuit.
6. Monteer de lamplens van de rich-
tingaanwijzer door de schroef
vast te draaien. LET OP: Draai
de schroeven niet te vast, hier-
door kan de lens breken.
[DCA10681]
7. Monteer de lens van de richtinga-
anwijzer.8. Monteer de lens van het rem-
licht/achterlicht door de schroef
vast te draaien. LET OP: Draai
de schroeven niet te vast, hier-
door kan de lens breken.
[DCA10681]DAUM1461
Gloeilamp in
kentekenverlichting
vervangen
1. Verwijder het kapje over de ken-
tekenverlichting door de schroef
los te draaien.
1. Schroef
2. Afdekking van kentekenverlichting
3. Gloeilampfitting kentekenverlichting
2. Verwijder de lampfitting (samen
met de gloeilamp) door deze naar
buiten te trekken.
1 2 3
1 2 3 4
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-30
6
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 67
Page 68 of 88
1. Gloeilamp
3. Verwijder de defecte gloeilamp
door deze uit te trekken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de
fitting.
5. Breng de lampfitting aan (samen
met de gloeilamp) door deze vast
te drukken.
6. Monteer de kap over de kente-
kenverlichting door de schroef
aan te brengen.
DAU42651
Parkeerlichtgloeilamp
vervangen
Dit model is voorzien van twee parke-
erlichten. Vervang een parkeerlicht-
gloeilamp als volgt als deze is door-
gebrand.
1. Verwijder het paneel A. (Zie pagi-
na 6-7).
2. Verwijder de parkeerlichtlampfit-
ting (samen met de gloeilamp)
door deze uit te trekken.
1. Fitting parkeerlichtgloeilamp
3. Verwijder de defecte gloeilamp
door deze uit te trekken.
1. Parkeerlichtgloeilamp
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de
fitting.
5. Bevestig de parkeerlichtlampfit-
ting (samen met de gloeilamp)
door deze in te drukken.
6. Monteer het paneel.
1
1
1
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-31
6
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 68
Page 69 of 88

DAU25881
Problemen oplossen
Yamaha scooters ondergaan een
grondige inspectie voordat ze vanaf
de fabriek op transport gaan, maar tij-
dens gebruik kunnen toch storingen
optreden. Problemen in de brandstof-
, compressie- of ontstekingssyste-
men kunnen bijvoorbeeld de oorzaak
zijn van slecht starten of een afname
in motorvermogen.
In de volgende storingzoekschema’s
is een snelle en gemakkelijke werkwij-
ze weergegeven om deze vitale syste-
men zelf te kunnen controleren. Ga
met uw scooter echter wel naar een
Yamaha dealer als reparaties nodig
zijn, hier zijn vakkundige monteurs
aanwezig die beschikken over het
benodigde gereedschap en de erva-
ring en vakkennis om het nodige
onderhoud aan de scooter correct te
verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha
vervangingsonderdelen. Niet-origine-
le onderdelen lijken misschien op
Yamaha onderdelen maar zijn toch
vaak van mindere kwaliteit en hebben
een kortere levensduur, zodat danlater mogelijk toch dure reparaties
nodig zijn.DWA15141
s s
WAARSCHUWING
Rook niet tijdens het controleren
van het brandstofsysteem en let
erop dat er geen open vuur of von-
ken in de omgeving zijn, inclusief
waakvlammen van geisers of
ovens. Benzine en benzinedampen
kunnen vlam vatten of exploderen,
met ernstig letsel of schade aan
eigendommen tot gevolg.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-32
6
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 69
Page 70 of 88
DAUM2441
Storingzoekschema’s
Startproblemen of slechte werking van de motor
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-33
6
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 70
Page 71 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-34
6 Oververhitte motor
DWA10400
s s
WAARSCHUWING
●Verwijder de koelvloeistofradiatorvuldop niet terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn. Hete
vloeistof en stoom kan naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor
is afgekoeld.
●Breng na verwijderen van de borgbout voor de radiatorvuldop een dikke doek, bijvoorbeeld een handdoek,
aan over de radiatorvuldop en draai deze dan langzaam linksom tegen de aanslag zodat de nog aanwezige
druk kan ontsnappen. Druk de dop omlaag zodra het sisgeluid stopt en draai deze linksom en verwijder de
dop.
OPMERKING
Als geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater worden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door
de voorgeschreven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.Controleer het
koelvloeistofniveau in het
reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau is
in orde. Het koelvloeistofniveau is
laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te
repareren.
Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren als de motor opnieuw
oververhit raakt.
Er is lekkage.
Er is geen
lekkage.
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 71
Page 72 of 88

DAU37833
Matkleur, let opDCA15192
LET OP
Sommige modellen zijn uitgerust
met matkleurige onderdelen. Raad-
pleeg een Yamaha dealer voor
advies over wat voor producten
gebruikt moeten worden om het
voertuig te reinigen.
Het gebruik van een borsteltje,
chemische producten of reinigings-
middelen tijdens het reinigen van
deze onderdelen kan het oppervlak
bekrassen of beschadigen. Ook
was moet niet worden aangebracht
op een van de matkleurige onder-
delen.
DAU26092
Verzorging
De open constructie van een scooter
maakt de fraaie techniek beter zicht-
baar, maar de machine is hierdoor
ook meer kwetsbaar. Er kan roestvor-
ming en corrosie optreden, ook al zijn
hoogwaardige componenten
gebruikt. Een roestige uitlaatpijp valt
bij een auto niet zo op, bij een scoo-
ter is dit echter nadelig voor de alge-
hele aanblik. Regelmatige en correcte
verzorging is niet alleen vereist vol-
gens de garantiebepalingen, maar
verzekert ook een fraai uiterlijk van de
scooter, verlengt de levensduur en
verbetert de prestaties.
Alvorens te reinigen
1. Dek de uitlaatdemperopening af
met een plastic zak nadat de
motor is afgekoeld.
2. Controleer of alle doppen en
afdekpluggen en alle elektrische
stekkers en aansluitingen, inclu-
sief de bougiedoppen, stevig zijn
bevestigd.
3. Verwijder hardnekkige vervuiling,
zoals verbrande olie op het car-
ter, met een ontvetter en eenborstel, maar gebruik dergelijke
producten nooit op afdichtingen,
pakkingen en wielassen. Spoel
vuil en ontvetter altijd af met
water.
Reinigen
DCA10781
LET OP
●Vermijd het gebruik van sterke
en bijtende wielreinigingsmid-
delen, vooral bij spaakwielen.
Als dergelijke producten toch
worden gebruikt om hardnek-
kig vuil los te maken, laat het
reinigingsmiddel dan niet lan-
ger inwerken dan is vermeld in
de gebruiksinstructies. Spoel
vervolgens grondig na met
water, laat direct drogen en
breng daarna een corrosiewe-
rende spray aan.
●Bij verkeerd reinigen kunnen
kunststof delen, zoals stroom-
lijnpanelen, framepanelen, kui-
pruiten, koplamplenzen, lenzen
van de instrumentenverlichting
enz. beschadigd raken.
Gebruik alleen een zachte,
schone doek of een spons met
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
7-1
7
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 72