Page 49 of 88

6. Vul bij met de voorgeschreven
hoeveelheid van de aanbevolen
eindoverbrengingsolie, breng dan
de olievuldop aan en zet deze
vast. WAARSCHUWING! Zorg
ervoor dat geen vreemde
materialen in het eindoverbren-
gingshuis terechtkomen. Zorg
ervoor dat geen olie op de
band of het wiel terechtkomt.
[DWA11311]
7. Controleer het eindoverbren-
gingshuis op olielekkage. Zoek in
geval van lekkage naar de oorza-
ak.
DAU20070
Koelvloeistof
Voor iedere rit moet het koelvloeistof-
niveau worden gecontroleerd. Ook
moet de koelvloeistof worden ver-
verst volgens de intervalperioden ver-
meld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema.
DAU20103
Controleren van het
koelvloeistofniveau
1. Zet de machine op de midden-
bok.
OPMERKING
●Het koelvloeistofniveau moet
worden gecontroleerd terwijl de
motor koud is, temperatuurvers-
chillen zijn namelijk van invloed
op het niveau.
●Zorg dat de machine rechtop sta-
at bij het controleren van het
koelvloeistofniveau. Wanneer de
machine iets schuin staat, kan
het niveau al foutief worden afge-
lezen.
2. Controleer het koelvloeistofnive-
au in het reservoir.
OPMERKING
Het koelvloeistofniveau moet tussen
de merkstrepen voor minimum- en
maximumniveau staan.
1. Kijkglas koelvloeistofniveau
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
3. Als de koelvloeistof bij of bene-
den de merkstreep voor mini-
mumniveau staat, verwijder dan
paneel A (Zie pagina 6-7). , ver-
wijder de reservoirdop, vul koelv-
loeistof bij tot de merkstreep voor
maximumniveau en breng de
reservoirdop en het paneel weer
MAXMAX
MINMIN
2 1
3
Aanbevolen
eindoverbrengingsolie:
Zie pagina 8-1
Oliehoeveelheid:
0,15 L (0,16 US qt, 0,13 Imp.qt)
Aanhaalmoment:
Aftapplug eindoverbrengingsolie:
22 Nm (2,2 m•kgf, 15,9 ft•lbf)
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-12
6
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 49
Page 50 of 88
![YAMAHA MAJESTY 125 2009 Instructieboekje (in Dutch) aan. WAARSCHUWING! Verwij-
der alleen de dop van het
koelvloeistofreservoir. Probeer
nooit om de radiatorvuldop te
verwijderen als de motor koud
is.
[DWA15161]. LET OP: Als er geen
koelvloeistof aanw YAMAHA MAJESTY 125 2009 Instructieboekje (in Dutch) aan. WAARSCHUWING! Verwij-
der alleen de dop van het
koelvloeistofreservoir. Probeer
nooit om de radiatorvuldop te
verwijderen als de motor koud
is.
[DWA15161]. LET OP: Als er geen
koelvloeistof aanw](/manual-img/51/50578/w960_50578-49.png)
aan. WAARSCHUWING! Verwij-
der alleen de dop van het
koelvloeistofreservoir. Probeer
nooit om de radiatorvuldop te
verwijderen als de motor koud
is.
[DWA15161]. LET OP: Als er geen
koelvloeistof aanwezig is,
gebruik dan in plaats daarvan
gedistilleerd water of onthard
leidingwater. Gebruik geen
hard water of zout water, dit is
schadelijk voor de motor. Als er
in plaats van koelvloeistof
water is gebruikt, vervang dit
dan zo snel mogelijk door
koelvloeistof, anders is het
systeem niet beschermd tegen
vorst en corrosie. Als er water
aan de koelvloeistof is toege-
voegd, laat dan een Yamaha
dealer zo snel mogelijk het
antivriesgehalte van de koelv-
loeistof controleren om te
voorkomen dat de effectiviteit
van de koelvloeistof afneemt.
[DCA10472]
1. Dop koelvloeistofreservoir
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
DAU33031
De koelvloeistof verversen
De koelvloeistof moet volgens de
intervalperioden vermeld in het perio-
dieke smeer- en onderhoudsschema
ververst worden. Laat de koelvloeistof
verversen door een Yamaha dealer.
WAARSCHUWING! Probeer nooit
om de radiatorvuldop te verwijde-
ren als de motor warm is.
[DWA10381]DAUM1321
Luchtfilter en
luchtfilterelementen in v-
snaarbehuizing reinigen
Het luchtfilter en de luchtfilterelemen-
ten in de v-snaarbehuizing moeten
worden gereinigd volgens de interval-
perioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Rei-
nig beide luchtfilterelementen vaker
als u in zeer stoffige of vochtige
gebieden rijdt.
Luchtfilterelement reinigen
1. Zet de scooter op de middenbok.
2. Verwijder het luchtfilterdeksel
door de schroef te verwijderen.
1. Schroef
2. Luchtfilterdeksel
1
2
Inhoud koelvloeistofreservoir (tot
aan de merkstreep voor
maximumniveau):
0,30 L (0,32 US qt, 0,26 Imp.qt)
23
1
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-13
6
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 50
Page 51 of 88

3. Trek het luchtfilterelement uit.
1. Luchtfilterelement
4. Geef een paar tikjes tegen het
luchtfilterelement om het meeste
stof en vuil te verwijderen en bla-
as dan het nog achtergebleven
vuil weg met perslucht.
5. Controleer het luchtfilterelement
op beschadiging en vervang het
indien nodig.
6. Steek het luchtfilterelement in het
luchtfilterhuis.
7. Monteer het luchtfilterdeksel
door de schroef aan te brengen.Reinigen van het luchtfilterelement
in de v-snaarbehuizing
1. Verwijder het luchtfilterdeksel op
de v-snaarbehuizing door de
schroeven te verwijderen.
1. Schroef
2. Luchtfilterdeksel v-snaarbehuizing
2. Verwijder het luchtfilterelement
en blaas vervolgens het vuil weg
met perslucht zoals getoond.
1. Luchtfilterelement in V-snaarbehuizing
3. Controleer het luchtfilterelement
op beschadiging en vervang het
indien nodig.
4. Breng het luchtfilterelement aan
met de gekleurde kant naar bui-
ten.
5. Bevestig het luchtfilterdeksel in
de v-snaarbehuizing door de
schroeven aan te brengen. LET
OP: Zorg ervoor dat elk filtere-
lement goed aanligt in de
behuizing. Laat de motor nooit
draaien met de filterelementen
uitgenomen, hierdoor kunnen
de zuiger(s) en/of cilinder(s)
overmatig versleten raken.
[DCA10531]
1
ZAUM0706
1
2
1
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-14
6
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 51
Page 52 of 88
DAU21300
Afstellen van de carburateur
De carburateur vormt een belangrijk
onderdeel van de motor en moet zeer
precies worden afgesteld. Laat daa-
rom alle carburateurafstellingen over
aan een Yamaha dealer die over de
benodigde vakkennis en ervaring
beschikt.
DAU21370
Speling van de gaskabel
afstellen
1. Vrije slag gaskabel
De vrije slag van de gaskabel dient
4,0–6,0 mm (0,16–0,24 in) te bedra-
gen bij de gasgreep. Controleer de
vrije slag van de gaskabel regelmatig
en stel deze indien nodig als volgt af.
OPMERKING
Het stationair toerental moet correct
zijn afgesteld voordat de gaskabels-
peling wordt gecontroleerd en afges-
teld.
1. Draai de borgmoer los.2. Draai de stelmoer richting (a)
voor meer gaskabelspeling. Draai
de stelmoer richting (b) voor min-
der gaskabelspeling.
1. Borgmoer
2. Stelmoer
3. Draai de borgmoer aan.
a
b
21
1
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-15
6
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 52
Page 53 of 88

DAU21401
Klepspeling
De klepspeling kan tijdens gebruik
gaan afwijken, waardoor de
lucht/brandstof-verhouding kan
veranderen en/of het motorgeluid toe-
neemt. Om dit te voorkomen moet de
klepspeling door een Yamaha dealer
worden afgesteld volgens de interval-
perioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU21872
Banden
Let ten aanzien van de voorgeschre-
ven banden op het volgende voor een
optimale prestatie, levensduur en vei-
lige werking van uw voertuig.
Bandenspanning
De bandenspanning moet voor elke
rit worden gecontroleerd en indien
nodig worden bijgesteld.
DWA10501
s s
WAARSCHUWING
Rijden met deze machine met een
onjuiste bandenspanning kan lei-
den tot verlies van de controle met
mogelijk ernstig letsel of overlijden
tot gevolg.
●De bandspanning moet worden
gecontroleerd en afgesteld ter-wijl de banden koud zijn (wan-
neer de temperatuur van de
banden gelijk is aan de omge-
vingstemperatuur).
●De bandspanning moet worden
aangepast aan de rijsnelheid
en het totale gewicht van rijder,
passagier, bagage en acces-
soires dat voor dit model is
vastgesteld.
Bandenspanning (gemeten op
koude banden):
0–90 kg (0–198 lb):
Voor:
190 kPa (1,90 kgf/cm
2, 28 psi,
1,90 bar)
Achter:
220 kPa (2,20 kgf/cm
2, 32 psi,
2,20 bar)
90 kg - Maximale belasting
Voor:
190 kPa (1,90 kgf/cm
2, 28 psi,
1,90 bar)
Achter:
240 kPa (2,40 kgf/cm
2, 35 psi,
2,40 bar)
Maximale belasting*:
177 kg (390 lb)
* Totaal gewicht van bestuurder,
passagier, bagage en accessoires
ZAUM0053
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-16
6
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 53
Page 54 of 88

DWA10511
s s
WAARSCHUWING
Belaad uw machine nooit te zwaar.
Rijden met een te zwaar belaste
machine kan leiden tot een onge-
val.
Inspectie van banden
1. Bandprofieldiepte
2. Wang van band
Voor elke rit moeten de banden wor-
den gecontroleerd. Als de bandpro-
fieldiepte op het midden van de band
de vermelde limiet heeft bereikt, de
band spijkers of stukjes glas bevat of
wanneer de wang van de band
scheurtjes vertoont, moet de band
onmiddellijk door een Yamaha dealer
worden vervangen.
OPMERKING
De slijtagelimiet voor bandprofieldiep-
te is voor diverse landen verschillend.
Neem altijd de lokale voorschriften in
acht.
Bandeninformatie
Dit model is uitgerust met tubeless
banden.
Na uitgebreide tests zijn alleen de hie-
ronder vermelde banden voor dit
model goedgekeurd door Yamaha
Motor España, S.A.
DWA10470
s s
WAARSCHUWING
●Laat sterk versleten banden
door een Yamaha dealer ver-
vangen. Rijden op een machine
met versleten banden is niet
alleen verboden, maar dit heeft
ook een averechts effect op de
rijstabiliteit, waardoor u de
macht over het stuur zou kun-
nen verliezen.
●De vervanging van onderdelen
van wielen en remmen, inclu-
sief banden, dient te worden
overgelaten aan een Yamaha
dealer, die over de nodige vak-
kundige kennis en ervaring
beschikt.
Voorband:
Maat:
120 / 70 - 12 51L
Fabrikant/model:
PIRELLI / SL66
MICHELIN / BOOPER
CONTINENTAL / ZIPPY 1
Achterband:
Maat:
130 / 70 - 12 56L
Fabrikant/model:
PIRELLI / SL66
MICHELIN / BOOPER
CONTINENTAL / ZIPPY 1
Minimale bandprofieldiepte (voor
en achter):
1,6 mm (0,06 in)
1
2
ZAUM0054
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-17
6
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 54
Page 55 of 88

DAU21960
Gietwielen
Let ten aanzien van de voorgeschre-
ven wielen op het volgende voor een
optimale prestatie, levensduur en vei-
lige werking van uw voertuig.
●Controleer de velgen voor iedere
rit op scheurtjes, verbuiging of
kromtrekken. Laat ingeval van
schade het wiel door een Yama-
ha dealer vervangen. Probeer het
wiel nooit zelf te repareren, hoe
klein de reparatie ook is. Vervang
een wiel dat vervormd is of
haarscheurtjes vertoont.
●Na het vervangen van een wiel of
band moet het wiel worden uitge-
balanceerd. Een niet uitgebalan-
ceerd wiel zal mogelijk slecht
functioneren, of kan een slechte
wegligging en een verkorte
levensduur van de banden tot
gevolg hebben.
●Rijd niet te snel direct na het ver-
wisselen van een band. Het ban-
doppervlak dient eerst te zijn
ingereden voordat het zijn opti-
male eigenschappen verkrijgt.
DAU33453
Vrije slag voor- en
achterremhendel
Voor
Achter
Aan de uiteinden van de remhendels
mag geen vrije slag aanwezig zijn. Alser toch een vrije slag is, laat dan een
Yamaha dealer het remsysteem ins-
pecteren.
DWA14211
s s
WAARSCHUWING
Een zacht of sponzig gevoel in de
remhendel kan betekenen dat er
lucht in het hydraulisch systeem
aanwezig is. Als er lucht in het
hydraulisch systeem zit, laat dan
het systeem door een Yamaha dea-
ler ontluchten voordat de machine
wordt gebruikt. Lucht in het
hydraulisch systeem heeft een
negatief effect op de remwerking,
waardoor u de macht over het
stuur zou kunnen verliezen met een
ongeluk als gevolg.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-18
6
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 55
Page 56 of 88

DAU22390
Controleren van voor- en
achterremblokken
De remblokken in de voor- en achte-
rrem moeten worden gecontroleerd
op slijtage volgens de intervalperio-
den voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU22430
Remblokken voorrem
1. Slijtage-indicatorgroef remblok
Elk voorremblok is voorzien van slijta-
ge-indicatorgroeven, zodat het rem-
blok kan worden gecontroleerd zon-
der de rem te hoeven demonteren.
Let op de slijtage-indicatorgroeven
om de remblokslijtage te controleren.Wanneer een remblok zover is afges-
leten dat de slijtage-indicatorgroeven
vrijwel zijn verdwenen, vraag dan een
Yamaha dealer de remblokken als set
te vervangen.
DAU22500
Remblokken achterrem
1. Remvoeringdikte
Controleer elk achterremblok op
schade en meet de remvoeringsdikte.
Als een remblok beschadigd is of als
de remvoeringsdikte minder is dan
3,8 mm (0,15 in), vraag dan een
Yamaha dealer de remblokken als set
te vervangen.
DAU22580
Controleren van
remvloeistofniveau
Voorrem
1. Merkstreep minimumniveau
Achterrem
1. Merkstreep minimumniveau
MIN1
MIN1
1
11
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-19
6
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 56