Page 17 of 88

Om het stuur te ontgrendelen
1. Drukken.
2. Draaien.
1. Druk de sleutel in en draai deze
dan naar “ ”. Houd de sleutel
hierbij ingedrukt.
DAU11003
Controle- en
waarschuwingslampjes
1. Waarschuwingscontrolelampje
2. Controlelampje linker richtingaanwijzers
“”
3. Controlelampje grootlicht “ ”
4. Waarschuwingslampje koelvloeistoftempe-
ratuur “ ”
5. Controlelampje rechter richtingaanwijzers
“”
DAU11030
Controlelampjes
richtingaanwijzers “ ” en “ ”
Het bijbehorende controlelampje
knippert terwijl de schakelaar voor
richtingaanwijzers naar de linker- of
rechterstand is gedrukt.
DAU11080
Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de
koplamp is ingeschakeld voor groo-
tlicht.
DAUS1450
Olieverversingsindicator
Na de eerste 1000 km (600 mi) en
daarna om de 3000 km (1800 mi)
verschijnt de melding “CHnGE OIL” in
de kilometerteller-/klokweergave om
aan te geven dat de motorolie moet
worden ververst. (Zie pagina 6-9).
DAUM1082
Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat bran-
den als de motor oververhit raakt. Zet
in zo’n geval de motor onmiddellijk af
en geef deze de tijd om af te koelen.
Het elektrisch circuit van het waars-
chuwingslampje kan worden gecon-
troleerd volgens de onderstaande
procedure.
1. Draai de sleutel naar “ ”.
2. Als het waarschuwingslampje
niet gaat branden, vraag dan een
Yamaha dealer het elektrisch cir-
Fuel
Battery
TOTALTRIP
123 45
1
2
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-2
3
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 17
Page 18 of 88

cuit te testen.DCA10021
LET OP
Laat de motor niet draaien terwijl
deze oververhit is.
OPMERKING
●Bij machines met een of meer
radiatorkoelvinnen schakelt de
radiatorkoelvin automatisch in of
uit op basis van de koelvloeistof-
temperatuur in de radiator.
●Als de motor oververhit raakt,
staan op pagina 6-33 nadere ins-
tructies vermeld.
DAUS1362
Snelheidsmeterunit
1. “TRIP”-toets/”RESET”-toets
2. Multifunctioneel display
3. Snelheidsmeter
4. Rode zone
De snelheidsmeterunit is voorzien van
het volgende:
●een snelheidsmeter (die de
actuele rijsnelheid aangeeft)
DCAS0010
LET OP
Rijd niet met de scooter met de
snelheidsmeter in de rode zone.
Rode zone: 120 km/h (75 mph) en
hoger
●een kilometerteller (die de totale
afgelegde afstand toont)
●een ritteller (die de afgelegde afs-
tand toont sinds de teller het
laatst werd teruggesteld op nul)
Door het indrukken van de “TRIP”-
toets wisselt de weergave tussen kilo-
meterteller “ODO” en ritteller “TRIP”.
Om de ritteller terug te stellen, scha-
kelt u over naar de “TRIP”-modus,
waarna u de “TRIP”-toets minstens 1
seconde lang ingedrukt houdt. De rit-
teller kan samen met de brandstofni-
veaumeter worden gebruikt om de
afstand te schatten die met een volle
brandstoftank kan worden afgelegd.
Deze informatie stelt u in staat de vol-
gende tankstops te plannen.
Instellen van de
kilometerteller/rittellerweergave
Om de kilometerteller en de ritteller in
te stellen op weergave in kilometers
of in mijlen gaat u als volgt te werk.
1. Draai de sleutel naar “ ” terwijl
u de resettoets ingedrukt houdt.
2. Laat de resettoets los zodra het
display oplicht.
TOTALTRIP
1
2
34
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-3
3
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 18
Page 19 of 88

3. De actuele weergave wordt op
het display getoond: “CONT”
(continentaal) voor kilometerwe-
ergave en “EnGL” (Engels) voor
mijlenweergave.
4. Druk de resettoets in om de
weergave te wijzigen.
5. Druk de resettoets twee secon-
den lang in om de instelling te
bevestigen.
OPMERKING
●De kilometerteller/rittellerweerga-
ve kan onbeperkt worden gewij-
zigd zolang de kilometerteller
minder dan 10 (kilometers of mij-
len) aangeeft. Bij een weergave
van 10 (kilometers of mijlen) of
meer is wijzigen niet meer moge-
lijk.
●Wisselen tussen de kilometer- en
mijlenweergave heeft geen invlo-
ed op de huidige kilometerte-
ller/rittellerweergave.
DAUS1460
Brandstof- en
accuspanningsmeter
1. Brandstofniveaumeter
2. Accuspanning
Als de sleutel naar “ ” wordt gedra-
aid, wordt gedurende twee seconden
de accuspanning aangegeven, daar-
na wordt de hoeveelheid brandstof in
de brandstoftank aangegeven. LET
OP: Als de naald daalt naar het
merkteken “10V” (laag), vraag dan
een Yamaha-dealer de accu te con-
troleren.
[DCAS0030]
OPMERKING
●De naald beweegt naar “E” (leeg)
naarmate het brandstofniveau
daalt.
●Vul zo snel mogelijk brandstof bij
als de naald bij “E” staat.Fuel
Battery
1
2
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-4
3
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 19
Page 20 of 88

DAUS1211
Klok
Om de klok op tijd te zetten
1. Draai de sleutel naar “ ”.
2. Druk twee seconden op de reset-
toets. De uuraanduiding zal gaan
knipperen.
3. Druk op de resettoets om de uren
in te stellen.4. Druk twee seconden op de reset-
toets. Het eerste cijfer van de
minutenaanduiding zal gaan
knipperen.
5. Druk op de resettoets om het
eerste cijfer van de minutenaan-
duiding in te stellen.
6. Druk nog eens twee seconden op
de resettoets. Het tweede cijfer
van de minutenaanduiding zal
gaan knipperen.
7. Druk op de resettoets om het
tweede cijfer van de minutenaan-
duiding in te stellen.
8. Druk twee seconden op de reset-
toets om de klok op tijd te zetten.
DAU12331
Antidiefstal-alarmsysteem
(optie)
Dit model kan door een Yamaha dea-
ler worden uitgerust met een optione-
el antidiefstal-alarmsysteem. Neem
contact op met een Yamaha dealer
voor nadere informatie.
Total/Trip
TOTAL TRIP
Total/Trip
TOTAL TRIP
Total/Trip
TOTAL TRIP
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-5
3
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 20
Page 21 of 88

DAU12347
Stuurschakelaars
Links
1. Dimlichtschakelaar “ / ”
2. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
3. Claxonschakelaar “ ”
Rechts
1. Schakelaar alarmverlichting “ ”
2. Startknop “ ”
DAUS1020
Dimlichtschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” voor
grootlicht en op “ ” voor dimlicht.
Druk de schakelaar in de dimlichts-
tand omlaag om een lichtsignaal te
geven met de koplamp.
DAU12460
Richtingaanwijzerschakelaar “ /
”
Druk deze schakelaar naar “ ” om
afslaan naar rechts aan te geven.
Druk deze schakelaar naar “ ” om
afslaan naar links aan te geven. Na
loslaten keert de schakelaar terug
naar de middenstand. Om de richtin-
gaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is
teruggekeerd in de middenstand.
DAU12500
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een cla-
xonsignaal te geven.
DAU12721
Startknop “ ”
Druk met de zijstandaard omhoog op
deze knop terwijl u de voor- of achte-
rrem bekrachtigt om de motor te star-ten met de startmotor. Zie pagina
5-1 voor startinstructies voordat u de
motor start.
DAU12765
Schakelaar alarmverlichting “ ”
Druk met de sleutel in de stand “ ”
op deze schakelaar om de alarmver-
lichting in te schakelen (gelijktijdig
knipperen van alle richtingaanwijzers).
De alarmverlichting wordt gebruikt in
een noodgeval of om andere verke-
ersdeelnemers te waarschuwen als
uw machine stilstaat in een mogelijk
gevaarlijke verkeerssituatie.
DCA10061
LET OP
Gebruik de alarmverlichting niet
gedurende langere tijd als de motor
niet draait omdat hierdoor de accu
kan ontladen.
11
22
11
22
33
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-6
3
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 21
Page 22 of 88
DAU12900
Voorremhendel
1. Voorremhendel
De voorremhendel bevindt zich aan
de rechterstuurgreep. Trek deze hen-
del naar het stuur toe om de voorrem
te bekrachtigen.
DAU12950
Achterremhendel
1. Achterremhendel
De achterremhendel bevindt zich aan
de linkerstuurgreep. Trek deze hendel
naar het stuur toe om de achterrem te
bekrachtigen.
DAUS1041
Tankdop
Openen van de tankdop
1. Tankdopdeksel
2. Openen.
3. Tankdop
1. Open het tankdopdeksel door
het achterste gedeelte omlaag te
drukken.
13
2
1111
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-7
3
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 22
Page 23 of 88

2. Steek de sleutel in het slot en
draai hem rechtsom.
Sluiten van de tankdop
1. Zet de uitlijnmerktekens tegeno-
ver elkaar en druk de tankdop in
zijn oorspronkelijke positie.
2. Draai de sleutel linksom en neem
hem uit.
3. Sluit het tankdopdeksel.
DWA11091
s s
WAARSCHUWING
Na het tanken moet de tankdop
goed worden aangedraaid. Door
brandstoflekkage ontstaat brand-
gevaar.
DAU13221
Brandstof
Controleer of er voldoende brandstof
in de brandstoftank aanwezig is.
DWA10881
s s
WAARSCHUWING
Benzine en benzinedampen zijn
zeer brandbaar. Volg de ondersta-
ande instructies om brand en ont-
ploffing te voorkomen en het letsel-
risico tijdens het tanken te
verlagen.
1. Zet alvorens te tanken de motor
af en zorg dat er niemand op de
machine zit. Rook nooit tijdens
het tanken en tank nooit in de
nabijheid van vonken, open vuur
of andere ontstekingsbronnen
zoals de waakvlammen van gei-
sers en kledingdrogers.
2. Maak de brandstoftank niet te
vol. Steek bij het tanken het vul-
pistool goed in de vulopening
van de brandstoftank. Stop met
vullen zodra de brandstof de
onderkant van de vulhals heeft
bereikt. Omdat brandstof uitzet
als deze warm wordt, kan de
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-8
3
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 23
Page 24 of 88

warmte van de motor of de zon
ervoor zorgen dat brandstof uit
de brandstoftank stroomt.
1. Vulpijp brandstoftank
2. Brandstofniveau
3. Veeg uitgestroomde brandstof
onmiddellijk af. LET OP: Veeg
gemorste brandstof onmidde-
llijk af met een schone, droge,
zachte doek, aangezien de
brandstof de gelakte opperv-
lakken en kunststof delen kan
aantasten.
[DCA10071]
4. Draai de tankdop stevig vast.
DWA15151
s s
WAARSCHUWING
Benzine is giftig en kan letsel of
overlijden veroorzaken. Spring
zorgvuldig om met benzine. Probe-
er nooit om benzine via de mond
over te hevelen. Roep onmiddellijk
medische hulp in nadat u benzine
heeft ingeslikt, veel benzinedamp
heeft ingeademd of benzine in uw
ogen heeft gekregen. Als benzine
op uw huid terechtkomt, was deze
dan af met water en zeep. Als u
benzine op uw kleding morst, trek
dan andere kleding aan.
DAU13320DCA11400
LET OP
Gebruik uitsluitend loodvrije benzi-
ne. Loodhoudende benzine veroor-
zaakt ernstige schade aan inwendi-
ge motoronderdelen als kleppen en
zuigerveren en ook aan het uitla-
atsysteem.
Uw Yamaha motorblok is gebouwd
op het gebruik van normale loodvrije
benzine met een octaangetal van
RON 91 of hoger. Als de motor gaat
detoneren (pingelen), gebruik dan
benzine van een ander merk of
gebruik loodvrije superbenzine. Door
loodvrije benzine te gebruiken gaan
bougies langer mee en blijven de
onderhoudskosten beperkt.
Voorgeschreven brandstof:
UITSLUITEND NORMALE
LOODVRIJE BENZINE
Inhoud brandstoftank:
10,5 L (2,77 US gal, 2,31 Imp.gal)
Brandstofreserve:
3,0 L (0,79 US gal, 0,66 Imp.gal)
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-9
3
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 24