Page 97 of 321

433
Kenmerken van uw auto
D150100AEN-EE
Dashboardverlichting
(indien van toepassing)
Met behulp van de draaiknop kan de
verlichtingssterkte voor het dashboard
geregeld worden wanneer de
parkeerlichten of de dimlichten branden.
Meters
D150201AUN
Snelheidsmeter
De snelheidsmeter geeft de snelheid aan
als de auto vooruit rijdt. De snelheidsmeter is gekalibreerd in
kilometers per uur en/of mijl per uur.D150202AUN
Toerenteller (indien van toepassing)
De toerenteller geeft het aantal
omwentelingen per minuut (omw/min) bij
benadering weer.
Gebruik de toerenteller om de juiste
schakelmomenten te kiezen en voorkom
dat de motor zwaar moet trekken of met
te hoge motortoerentallen draait.
De naald van de toerenteller kan licht
bewegen wanneer het contact in stand
ACC of ON staat en de motor uit is. Deze
beweging is normaal en beïnvloedt de
nauwkeurigheid van de toerenteller niet
als de motor eenmaal draait.
D150203AUN
Temperatuurmeter
Wanneer het contact in stand ON staat,
geeft deze meter de
koelvloeistoftemperatuur weer.
Blijf niet rijden met een oververhitte
motor. Raadpleeg OVERVERHITTING in
hoofdstuk 6 wanneer de motor oververhit
raakt.
OTQ047046
OPMERKING
Zorg ervoor dat het motortoerental
niet toeneemt tot in het rodegebied.
Hierdoor kan ernstige motorschadeontstaan.
OPMERKING
Als de naald van de meter buitenhet normale bereik komt en in de richting van stand “H” of “130”beweegt, duidt dit op oververhitting
van de motor, waardoor schade aande motor kan ontstaan.
WAARSCHUWING
Verwijder de radiateurdop nooit als
de motor heet is. De koelvloeistofstaat onder druk en kan door
verwijderen van de radiateurdop
naar buiten spuiten, waardoor
ernstige brandwonden kunnen
ontstaan. Wacht totdat de motor is
afgekoeld alvorens het reservoir bij
te vullen met koelvloeistof.
Page 98 of 321

Kenmerken van uw auto
34
4
D150204BUN
Brandstofmeter
De brandstofmeter geeft bij benadering
de hoeveelheid brandstof aan die nog in
de tank aanwezig is. De inhoud van de
brandstoftank staat in hoofdstuk 9. De
brandstofmeter is tevens voorzien van
een waarschuwingslampje laag
brandstofniveau dat gaat branden als de
brandstoftank bijna leeg is.
Bij hellingen en bochten beweegt
mogelijk de naald van de brandstofmeter,
knippert mogelijk het
waarschuwingslampje laag
brandstofniveau, of gaat het
waarschuwingslampje laag
brandstofniveau mogelijk branden
doordat de brandstof in de brandstoftank
heen en weer beweegt. D150205AUN
Kilometerteller/dagteller
(indien van toepassing)
Kilometerteller (km of mi)
De kilometerteller geeft de totale afstand
aan die met de auto gereden is.
De kilometerteller is ook een nuttig
instrument om te bepalen wanneer
periodiek onderhoud nodig is.
✽✽ AANWIJZING
Het wijzigen van de kilometerstand met de bedoeling de weergegeven
kilometerstand te veranderen, isverboden. Het wijzigen van de
kilometerstand kan resulteren in hetvervallen van de garantie.
WAARSCHUWING -
Brandstofmeter
Het is gevaarlijk als de auto zonder
brandstof komt te staan.
Vul de brandstoftank zo snel
mogelijk als het
waarschuwingslampje gaat
branden of als de naald van de
brandstofmeter de "E" of “0”
nadert.
OTQ047048
OPMERKING
Voorkom rijden met een extreem laag brandstofniveau. Het leegrijden van de tank kan leidentot overslaan van de motor en
overbelasting van de katalysator.
Page 99 of 321
435
Kenmerken van uw auto
Dagteller (km of mi)
TRIP A: Dagteller A
TRIP B: Dagteller BDe dagteller geeft de gereden afstand
per afzonderlijke, door de bestuurder
geselecteerde rit aan.De keuze voor dagteller A of B kan
worden gewijzigd door de TRIP-toets
gedurende minder dan 1 s in te drukken.
Dagteller A en B kunnen worden gereset
door de TRIP-toets gedurende 1 s of
langer ingedrukt te houden en
vervolgens los te laten.D150206ATQ
Boordcomputer
(indien van toepassing)
De boordcomputer voorziet de
bestuurder via een display van informatie
over de actieradius, de dagteller en degemiddelde snelheid als het contact in
stand ON staat. Alle opgeslagen
informatie (behalve de kilometerstand)
wordt gereset als de accukabel wordt
losgenomen. De kilometerstand wordt
altijd weergegeven zolang het display is
ingeschakeld.
OTQ047049OTQ047047OTQ047047
Page 100 of 321
Kenmerken van uw auto
36
4
Druk gedurende minder dan 1 s op de
toets TRIP om de weergave over de
actieradius, de gemiddelde snelheid of
de dagteller in onderstaande volgorde tewijzigen:
Actieradius (km of mi)
In deze stand wordt aangegeven hoeveel
kilometer er ongeveer gereden kan
worden op basis van de hoeveelheid
brandstof in de tank en de hoeveelheid
brandstof die geleverd wordt aan de
motor. Als de resterende afstand korter is
dan 50 km (30 mijl), verschijnt het
symbool "---" en knippert het lampje voor
de actieradius.
De teller loopt van 50 - 999 km (30 - 999 mijl).✽✽AANWIJZING
Page 101 of 321

437
Kenmerken van uw auto
Gemiddelde snelheid (km/h of mph)
In deze stand wordt de gemiddelde
snelheid berekend sinds de laatste keerdat de gemiddelde snelheid gereset
werd.
Zolang de motor draait, blijft de
gemiddelde snelheid doorlopen, ook alsde auto stilstaat.
De teller loopt van 0 - 220 km/h (0 - 140 mph).
Door de TRIP-toets langer dan 1 s
ingedrukt te houden als het scherm met
de gemiddelde snelheid wordt
weergegeven, wordt de gemiddelde
snelheid teruggezet naar nul (---).Dagteller (km of mi)
In deze stand wordt de afstand
weergegeven die is afgelegd sinds de
dagteller voor het laatst gereset werd.
De teller loopt van 0,0 - 999,9 km (mijl).
Door de toets TRIP langer dan 1
seconde ingedrukt te houden als het
scherm met de dagteller wordt
weergegeven, wordt de dagteller
teruggezet naar nul (0,0).D150300AEN
Waarschuwings- en
controlelampjes
De waarschuwingslampjes kunnen
worden gecontroleerd door het contact in
stand ON te zetten (start de motor niet).
Ieder lampje dat niet gaat branden, moet
worden gecontroleerd door een officiële
HYUNDAI-dealer. Controleer nadat de motor aanslaat of
alle waarschuwingslampjes uit zijn.
Eventuele lampjes die nog branden,
kunnen op een storing duiden. Het
waarschuwingslampje van het
remsysteem moet uitgaan zodra de
parkeerrem vrij is. Het
waarschuwingslampje laag
brandstofniveau blijft branden als er nog
maar weinig brandstof in de tank zit.
OTQ047051
Dagteller
KilometertellerOTQ047054
Gemiddelde snelheid
Kilometerteller
Page 102 of 321

Kenmerken van uw auto
38
4
D150302AEN
Waarschuwingslampje
AIRBAG
(indien van toepassing)
Dit lampje zal ongeveer 6 seconden
gaan knipperen iedere keer dat het
contact in stand ON wordt gezet.
Dit lampje zal ook gaan branden als het
aanvullend veiligheidssysteem niet goed
werkt. Als het waarschuwingslampje AIR
BAG niet gaat branden of als het ook blijft
branden als er na het in stand ON zetten
van het contact 6 seconden verstreken
zijn of de motor gestart is, of als het gaat
branden tijdens het rijden, laat dan het
aanvullend veiligheidsysteem
controleren door een officiële HYUNDAI-
dealer. D150303AEN
Waarschuwingslampje ABS
(indien van toepassing)
Dit lampje gaat branden als het contact
in stand ON wordt gezet en gaat na
ongeveer 3 s uit als het systeem in orde
is.
Als het waarschuwingslampje ABS blijft
branden, gaat branden tijdens het rijden
of niet gaat branden als het contact in
stand ON wordt gezet, is er een storing in
het ABS aanwezig.
Laat in dat geval uw auto zo snel mogelijk controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer. Het normale
remsysteem werkt in dat geval nog wel
maar het antiblokkeersysteem niet. Waarschuwingslampje EBD
Als tijdens het rijden twee
waarschuwingslampjes
gelijktijdig gaan branden,
dan zit er een probleem inhet ABS- of EBD-systeem.
In dat geval werken het
antiblokkeersysteem en het
remsysteem misschien niet normaal.
Laat de auto zo snel mogelijk controleren
door een officiële HYUNDAI-dealer
WAARSCHUWING
Als zowel het
waarschuwingslampje ABS als het
waarschuwingslampje remsysteem
brandt en blijft branden, zal hetremsysteem niet normaal werken.
Er kan dus een onverwachte en
gevaarlijke situatie ontstaan bij
plotseling remmen. Vermijd in dit
geval hard rijden en plotseling
remmen. Laat uw auto zo snel
mogelijk controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer.
Page 103 of 321

439
Kenmerken van uw auto
D150304AEN-EE
Waarschuwingssysteemvoor de veiligheidsgordels
Waarschuwingslampje veiligheidsgordel (indien van toepassing)
Als herinnering voor bestuurder licht
telkens als het contact in stand ON wordt
gezet het waarschuwingslampje van de
veiligheidsgordels gedurende 6
seconden op, ongeacht of de gordels zijn
vastgemaakt.
Wanneer de veiligheidsgordel van de
bestuurder niet vastgemaakt is nadat het
contact in stand ON is gezet, zal het
waarschuwingslampje nogmaalsgedurende 6 seconden gaan knipperen. Waarschuwingszoemer veiligheidsgordel(indien van toepassing)
Wanneer de veiligheidsgordel van de
bestuurder niet vastgemaakt is, zal
gedurende ongeveer 6 seconden een
waarschuwingszoemer klinken zodra het
contact in stand ON wordt gezet. Dit
gebeurt ook als de veiligheidsgordel
weer losgemaakt wordt als het contact in
stand ON staat. In dat geval stopt de
zoemer onmiddellijk als de
veiligheidsgordel is vastgemaakt.
D150305AUN
Richtingaanwijzers
De knipperende groene pijlen geven aan
aan welke kant van de auto de
richtingaanwijzers knipperen. Als de pijl
gaat branden maar niet knippert, sneller
knippert dan normaal of helemaal niet
gaat branden, is er een defect in het
richtingaanwijzersysteem aanwezig.
Neem voor reparatie contact op met uw
dealer.
D150306AUN
Controlelampje grootlicht
Dit controlelampje gaat branden als het
grootlicht wordt ingeschakeld of een
lichtsignaal wordt gegeven.
Page 104 of 321

Kenmerken van uw auto
40
4
D150307AEN
Oliedruklampje
Dit waarschuwingslampje geeft aan dat
de oliedruk van de motor laag is.
Als het waarschuwingslampje tijdens het
rijden gaat branden:
1. Rijd voorzichtig naar de kant van de
weg en breng de auto tot stilstand.
2. Controleer het motoroliepeil wanneer de motor uit is. Vul indien nodig olie bij
wanneer het peil laag is.
Neem contact op met een officiële
HYUNDAI-dealer als het
waarschuwingslampje na het bijvullen
blijft branden of als er geen olie
beschikbaar is. D150308AEN
Waarschuwingslampje
remsysteem
Waarschuwing ingeschakelde parkeerrem
Dit lampje gaat branden wanneer het
contact in stand START of ON wordt
gezet en de parkeerrem ingeschakeld is.
Zodra de parkeerrem niet langer meer is
aangetrokken en de motor draait, moethet lampje UIT zijn.
Als de rijsnelheid hoger is dan 10 km/h
geeft de waarschuwingszoemer van de
parkeerrem een signaal om u erop te
attenderen dat de parkeerrem nog is
aangetrokken. Zet altijd de parkeerrem
vrij voordat u gaat rijden.
Waarschuwing laag remvloeistofniveau
Als het waarschuwingslampje blijft
branden, kan dit duiden op een laag
remvloeistofpeil in het reservoir.
Handel als volgt wanneer het
waarschuwingslampje blijft branden:
1. Rijd voorzichtig naar de kant van de weg en breng de auto op een veilige plaats tot stilstand.
2. Schakel de motor uit en controleer het remvloeistofpeil direct. Vul indien
nodig remvloeistof bij. Controleer alle
onderdelen van het remsysteem op
lekkage.
OPMERKING
Als de motor niet direct uit wordt
gezet nadat het oliedruklampje is gaan branden, kan er ernstige motorschade ontstaan.
OPMERKING
Als het oliedruklampje blijft
branden terwijl de motor draait, kan er ernstige motorschade ontstaan.Het oliedruklampje gaat branden
als de oliedruk te laag is. Onder normale omstandigheden moet hetlampje gaan branden als hetcontact in stand ON gezet wordt en
moet het uit gaan als de motorgestart is. Als het oliedruklampjeblijft branden terwijl de motor draait, is er sprake van een ernstig
defect.
Breng in dat geval de auto zo snelmogelijk op een veilige plaats tot stilstand, zet de motor uit en
controleer het motoroliepeil. Vulindien nodig olie bij tot het juisteniveau en start de motor. Zet de motor direct weer uit als het lampje
blijft branden. Als hetoliedruklampje blijft branden terwijl de motor draait mag er niet verdermet de auto worden gereden zolang
de motor nog niet door een officiëleHYUNDAI-dealer gecontroleerd is.