Page 105 of 123
99
PRAKTISCHE INFORMATIE
-
Mistlampen vóór H1 55W
Druk aan de onderzijde van het luik
om het los te maken.
Open het luik.
Draai het afdekplaatje om het te ver-
wijderen.
Neem de stekker van de lamp los.
Druk op de uiteinden van de beide
borglippen om de lamp los te ma-
ken. Mistachterlicht P21W
Neem het mistachterlicht uit de klem-
men en trek deze los.
Draai de stekker met de lamphouder een
kwart omwenteling en trek deze los.
Vervang de lamp.
Kentekenplaatverlichting W5W
Steek een kleine schroevendraaier in
een van de buitenste gaten van het
lampglas.
Duw de schroevendraaier naar bui-
ten om het lampglas los te maken.
Verwijder het lampglas.
Vervang de defecte lamp(en).
Page 106 of 123
PRAKTISCHE INFORMATIE
100 -
ZEKERINGEN VERVANGEN
De zekeringkasten bevinden zich on-
der het dashboard en onder de mo-
torkap.
GoedDefect
Klem A
Zekeringkast dashboard
Draai de schroef een kwart omwente-
ling met een muntstuk los en verwijder
de afdekplaat om bij de zekeringen te
komen.
De reservezekeringen en de tang
A
zijn aangebracht aan de binnenkant
van het deksel van de zekeringkast
onder het dashboard. Vervangen van een zekering
Voordat een zekering wordt vervangen, moet eerst de oorzaak van de
storing
opgespoord en verholpen worden. De nummers van de zekeringen zijn aange-
geven op de zekeringkast.
Gebruik de tang A.
Vervang een defecte zekering (stroomsterkte vermeld op zeke ring) altijd
door een zekering met dezelfde stroomsterkte.
Page 107 of 123
PRAKTISCHE INFORMATIE
100 -
ZEKERINGEN VERVANGEN
De zekeringkasten bevinden zich on-
der het dashboard en onder de mo-
torkap.
GoedDefect
Klem A
Zekeringkast dashboard
Draai de schroef een kwart omwente-
ling met een muntstuk los en verwijder
de afdekplaat om bij de zekeringen te
komen.
De reservezekeringen en de tang
A
zijn aangebracht aan de binnenkant
van het deksel van de zekeringkast
onder het dashboard. Vervangen van een zekering
Voordat een zekering wordt vervangen, moet eerst de oorzaak van de
storing
opgespoord en verholpen worden. De nummers van de zekeringen zijn aange-
geven op de zekeringkast.
Gebruik de tang A.
Vervang een defecte zekering (stroomsterkte vermeld op zeke ring) altijd
door een zekering met dezelfde stroomsterkte.
Page 108 of 123
101
PRAKTISCHE INFORMATIE
-
Zekering Ampère Functies
1 15A Stoelverwarming - sirene alarm
4 20A Multifunctioneel display - bagageruimteverlichting - autoradio
- stuurkolomschakelaars -
trekhaak
5 15A Diagnosesysteem automatische transmissie
6 10A Koelvloeistofniveaumeter - automatische transmissie - autoradio - stuurwielsensor (ESP)
7 15A Dubbele bediening lesauto - naderhand ingebouwd al armsysteem
9 30A Elektrisch bediende ruiten achter
10 40A Achterruit- en buitenspiegelverwarming 11 15A Ruitenwisser achter
12 30A Elektrisch bediende ruiten vóór - schuif-/kanteldak
14 10A Servicecentrale motor - airbags - stuurkolomschakelaars - regensensor
15 15A Instrumentenpaneel - multifunctioneel display - aircond itioning - autoradio
16 30A Bediening centrale portiervergrendeling
20 10A Remlicht rechts
21 15A Remlicht links - derde remlicht
22 20A Plafonnier vóór - kaartleeslampje - verlichting dashboardkastje - aansteker
S1 Shunt Shunt PARC
Page 109 of 123

PRAKTISCHE INFORMATIE
102 -
of Bij het ontwerp van het
elektrische circuit van uw
auto is reeds rekening ge-
houden met de montage
van zowel de standaard-
uitrusting als eventuele opties.
Raadpleeg het PEUGEOT-net-
werk voordat u andere elektrische
voorzieningen of accessoires in de
auto monteert of laat monteren.
Sommige elektrische accessoires
zelf, of de wijze waarop die zijn
gemonteerd, kunnen de werking
van de elektrische systemen van
de auto (de elektronische bedie-
ningssystemen, het audiosysteem
en het laadcircuit) nadelig beïn-
vloeden.
PEUGEOT is niet aansprakelijk
voor kosten die voortvloeien uit
het verhelpen van storingen ver-
oorzaakt door het monteren van
extra accessoires die niet door
PEUGEOT aanbevolen en gele-
verd worden. Dit geldt ook voor
voorzieningen die niet volgens de
voorschriften van PEUGEOT zijn
gemonteerd en met name voor
apparatuur met een stroomver-
bruik van meer dan 10 mA.
Zekering Ampère Functies
1 * 20A Motorventilateur
2 * 60A ABS/ESP
3 * 30A ABS/ESP
4 * 70A Voeding intelligente servicecentrale
5 * 70A Voeding intelligente servicecentrale
6 * - Vrij
7 * 30A Voeding stuur-/contactslot
8 * 20A Versterker autoradio
Zekeringkast motorruimte
Maak het deksel los om de zekeringkast (naast de accu) in de motorruimt
e te
openen.
Sluit na de werkzaamheden het deksel zorgvuldig.
* De hoofdzekeringen zorgen voor een extra beveiliging van de elektrische
installatie. Laat werkzaamheden aan hoofdzekeringen alleen door het
PEUGEOT-netwerk uitvoeren.
Page 110 of 123

103
PRAKTISCHE INFORMATIE
-
Zekering Ampère Functies
1 10A Elektronische eenheid voorgloeien (diesel) - sensor water in brandst
of - schakelaar
achteruitrijlicht - snelheidssensor - luchthoeveelheidsmeter (diesel)
2 15A Elektroklep absorptievat - brandstofpomp
3 10A Elektronische eenheid motor ABS/ESP - remlichtschakelaar ESP
4 10A Elektronische eenheid automatische transmissie - elektronische eenheid motor
5 - Vrij
6 15A Mistlampen vóór
7 20A Koplampsproeierpomp
8 20A Relais motorventilateur - elektronische eenheid motor - inspuitpo
mp
diesel - brandstofdrukregelaar diesel - elektroklep motormanagement
9 15A Dimlicht links
10 15A Dimlicht rechts
11 10A Grootlicht links
12 15A Grootlicht rechts
13 15A Claxon
14 10A Ruitensproeierpomp voor en achter
15 30A Voorverwarming smoorklephuis - inspuitpomp diesel - lambdasonde - ele
ktronische
eenheid motor - luchthoeveelheidsmeter - bobine - elektroklep mot ormanagement -
voorverwarming brandstof (diesel) - verstuivers
16 30A Relais luchtpomp
17 30A Hoge en lage snelheid ruitenwissers
18 40A Aanjager
Page 111 of 123

PRAKTISCHE INFORMATIE
104 -
ACCU
Laden met behulp van een accu-
lader:
- maak de accupoolklemmen los,
- volg de aanwijzingen van de
fabrikant op de acculader,
- sluit de accukabels weer aan, te beginnen met de (-) kabel,
- controleer of de accupolen en de klemmen schoon zijn. Indien
ze bedekt zijn met een (witte of
groene) oxidatielaag, neem dan
de accukabels los en reinig de
polen en de klemmen.
- Wacht na het uitzetten van het contact
2 minuten alvorens de
accu los te koppelen.
- Maak de accupoolklemmen niet los bij draaiende motor.
- Laad de accu niet op zonder de accukabels los te nemen.
- Sluit de ruiten en het dak voordat de accupoolklemmen
worden losgemaakt.
- Zet, elke keer nadat de accukabels weer zijn
aangesloten, het contact AAN
en wacht 1 minuut alvorens
de motor te starten, zodat
de elektronische systemen
geïnitialiseerd kunnen
worden. Raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk als er zich
na deze handeling toch nog
problemen voordoen.
Het is raadzaam de accu los te
koppelen als uw auto langer dan
een maand buiten gebruik is.
ECO-MODE
Nadat de motor is afgezet, wordt een
aantal elektrische voorzieningen (rui-
tenwissers, ruitbediening, plafonniers,
autoradio, telefoon, dimlicht, enz.) na
in totaal ongeveer een half uur auto-
matisch uitgeschakeld, om te voorko-
men dat de accu ontladen raakt.
Op dat moment geeft een melding op
het multifunctionele display aan dat
de eco-mode is ingeschakeld.
De functies worden automatisch
weer ingeschakeld als de motor ge-
start wordt.
Om de functies direct weer te kun-
nen gebruiken, moet de motor wor-
den gestart en moet deze gedurende
enige tijd draaien.
De beschikbare tijd bedraagt het
dubbele van de tijd dat de motor
heeft gedraaid. Deze tijd zal echter
altijd tussen de 5 en 30 minuten be-
dragen.
Starten met een hulpaccu:
- sluit eerst de rode kabel aan
op de (+) polen van de beide
accu's,
- sluit de groene of zwarte kabel aan op de (-) pool van de
hulpaccu,
- sluit het andere uiteinde van de groene of zwarte kabel aan op
een zo ver mogelijk van de accu
verwijderd massapunt van de
te starten auto (bijvoorbeeld de
rechter motorsteun),
- stel de startmotor in werking en start de motor,
- wacht tot de motor stationair draait en neem dan de kabels los.
Als de accu ontladen is,
kan de motor niet gestart
worden.
Page 112 of 123

105
PRAKTISCHE INFORMATIE
-
INBOUWEN VAN
LUIDSPREKERS
Er is ruimte voor het inbouwen van:
- luidsprekers met een diameter
van 165 mm in de voorportieren,
- luidsprekers met een diameter van 130 mm in de
achterportieren,
- tweeters met een diameter van 22,5 mm in de afdekplaten van
de buitenspiegels. Stekkeraansluitingen
A1 : -
A2 : -
A3 : -
A4 : -
A5 : -
A6 : (+) na contact
A7 : (+) constant
A8 : massa
B1 : (+) Luidspreker rechts achter
B2 : (-) Luidspreker rechts achter
B3 : (+) Luidspreker rechts voor en
tweeter
B4 : (-) Luidspreker rechts voor en tweeter
B5 : (+) Luidspreker links voor en tweeter
B6 : (-) Luidspreker links voor en tweeter
B7 : (+) Luidspreker links achter
B8 : (-) Luidspreker links achter
Raadpleeg voordat u een
autoradio of luidsprekers
in uw auto monteert het
PEUGEOT-netwerk.
AUTORADIO MONTEREN
Uw auto is af fabriek voorzien van:
- dakantenne,
- coaxiale antennekabel,
- basisontstoring,
- bedrading voor luidsprekers vóór,
- bedrading voor luidsprekers achter,
- 2 stekkers (8-polig).