Page 33 of 123

AUDIO
34 -
EON
Dit systeem maakt koppelingen tus-
sen zenders in hetzelfde gebied. Bij
dit systeem is het mogelijk om au-
tomatisch naar andere zenders bin-
nen het gebied over te schakelen die
verkeersinformatie of een PTY-pro-
grammering uitzenden.
De EON-functie werkt alleen als de
functie TA of PTY is ingeschakeld.
S p e c i i e k p r o g r a m m a z o e k e n
(PTY-functie)
Met behulp van deze functie kunnen zenders
m e t e e n s p e c i i e k e p r o g r a m m e r i n g ( i n f o ,
cultuur, sport, pop...) beluisterd worden.
Zoeken van een
PTY-programmering:
Houd, als FM is gese-
lecteerd, de toets "TA"
langer dan twee se-
conden ingedrukt om
deze functie in of uit te schakelen. - Schakel de
PTY-functie in,
- Druk kort op één van de toetsen L of N om een overzicht met de
verschillende programmatypes
weer te geven,
- Als er een programma naar wens wordt weergegeven, houd
dan één van de toetsen L of
N langer dan twee seconden
ingedrukt om automatisch af te
stemmen (na het afstemmen
wordt de PTY-functie weer
uitgeschakeld).
In de stand PTY kunnen de ver-
schillende programmatypes wor-
den opgeslagen. Houd daarvoor de
voorkeuzetoetsen "1" t/m "6" langer
dan twee seconden ingedrukt. Een
bepaalde programmering kan nu
worden opgeroepen door de desbe-
treffende toets kort in te drukken.
Page 34 of 123

35
AUDIO
-
Uitwerpen van een CD Selecteren van een nummer van
de CD
Random-functie (RDM)
Houd, op het moment dat de CD-
speler als geluidsbron is gekozen,
de toets
Q 2 seconden ingedrukt.
De nummers van de CD worden nu
in een willekeurige volgorde afge-
speeld. Druk de toets Q opnieuw
2 seconden in om weer op normaal
spelen over te schakelen.
De random-functie wordt uitgescha-
keld zodra de radio wordt uitgezet.
CD-SPELER
Druk op de toets L om het volgende
nummer te selecteren.
Druk op de toets N om terug te gaan
naar het begin van het afgespeelde
nummer of het vorige nummer.
Versneld afspelen
Houd één van de toetsen L of N in-
gedrukt om de CD versneld vooruit of
achteruit af te spelen.
Het versneld afspelen stopt zodra de
toets wordt losgelaten.
Zodra een CD in de
CD-speler wordt ge-
stoken met de be-
drukte zijde naar
boven gericht, zal de CD-speler de
CD automatisch afspelen.
Als er al een CD in het apparaat zit,
druk dan op de toets Q.
Druk op de toets S om
de CD uit de CD-spe-
ler te werpen.
Het gebruik van gekraste
CD's kan storingen ver-
oorzaken.
Gebruik uitsluitend CD's
met een ronde vorm.
Selecteren van de CD-speler
Page 35 of 123
AUDIO
36 -
RADIO-ONTVANGST
(ANTENNE AFSTELLEN)
Opmerkingen over de radio-ont-
vangst. Een autoradio moet onder
heel andere omstandigheden functi-
oneren dan een radio in huis. De ont-
vangst van AM- (middengolf, lange
golf) en FM-zenders (frequentiemo-
dulatie) kan door diverse oorzaken
worden gestoord. Dit ligt niet aan de
kwaliteit van het apparaat, maar aan
de opbouw van de radiosignalen en
de wijze van verzenden.
Bij AM-zenders kunnen er storingen
optreden als er onder hoogspan-
ningskabels, in tunnels of onder via-
ducten wordt gereden. Bij FM-zenders kunnen de afstand
v a n d e z e n d e r , r e l e c t i e v a n h e t s i g
-
naal door grote obstakels (bergen,
gebouwen enz.) en het zenderbereik
oorzaak zijn van een mindere ont-
vangst.
3-/5-deurs: stand van de aan de voor-
zijde gemonteerde antenne voor een
optimale ontvangst.
De achterop het dak gemonteerde
vaste antenne hoeft niet te worden
afgesteld (voorgeregelde antenne).
Page 36 of 123

37
AUDIO
-
AUDIOSYSTEEM 206
Presentatie
Uw 206 is voorzien van een audiosy-
steem van het merk JBL, afgestemd
op het interieur van de auto.
Een multifunctionele versterker
(1) van 240 Watt (geïntegreerd in
de subwoofer in de bagageruimte)
stuurt 8 topklasse luidsprekers en
de subwoofer afzonderlijk aan. De luidsprekers bevinden zich:
- in de voorstijlen: twee
Tweeters
(2) voor de weergave van de
hoge tonen vóór in de auto.
- in de voorportieren: twee Woofers (3) voor de weergave
van de bassen (lage tonen)
voorin.
- in de achterportieren: twee Tweeters (4) geïntegreerd in
twee Woofers (5) voor een
optimaal evenwicht tussen de
verschillende geluidsfrequenties
achter in de auto
- in de bagageruimte: een Subwoofer (6) voor de
weergave van diepe bassen in
het gehele interieur.
U zult ongetwijfeld genieten van
de dynamiek en de diepte van de
geluidsweergave in de auto.
Het systeem zorgt voor een opti-
male weergave en verdeling van
het geluid in de auto, zowel voorin
als achterin. Instellen in de CD- of radiofunctie
De basisfuncties zijn gelijk aan die
van de autoradio.
Er zijn geen extra instellingen nodig.
Om echter volledig te kunnen genie-
ten van het JBL audiosysteem, wordt
geadviseerd om de AUDIO-instellin-
gen
(BASS, TREB, FAD, BAL) in de
stand "0" (nul) te zetten en de Loud-
ness (LOUD) in de stand "ON" voor
de CD-functie en in de stand "OFF"
voor de radiofunctie.
Page 37 of 123
Page 38 of 123

39
COMFORT
-
VENTILATIE
1. Uitstroomopeningen
voorruitontwaseming.
2. Uitstroomopeningen
zijruitontwaseming.
3. Zijventilatieroosters.
4. Middelste ventilatieroosters.
5. Uitstroomopening voor
beenruimte voor.
6. Uitstroomopening voor
beenruimte achter (uitsluitend bij
uitvoeringen met automatische
airconditioning). Gebruiksadviezen en
opmerkingen
Zet de knop van de luchtopbrengst
zodanig dat de interieurlucht goed
ververst wordt.
Als de knop van de luchtopbrengst
in de stand
OFF wordt gezet, wordt
het thermische comfort niet meer ge-
regeld. Door de rijwind blijft er nog
wel een kleine luchtstroom gehand-
haafd.
Stel de luchtverdeling in naargelang
de behoefte en de klimatologische
omstandigheden.
Wijzig de instelling van de tempera-
tuur geleidelijkom een optimaal com-
fort te bereiken.
Zet de knop van de luchttoevoer in
de stand "Buitenlucht" voor een snel-
le ontwaseming.
Als de temperatuur in de auto zeer
hoog blijft nadat deze lang in de zon
heeft gestaan, kunt u het interieur
kort ventileren.
Let erop dat voor een gelijkmatige
verdeling van de lucht naar het interi-
eur de uitstroomopeningen onder de
voorruit, de verschillende ventilatie-
roosters en de ventilatieopeningen
voor de beenruimte vrij blijven. Bij een zware belasting van de mo-
tor (trekken van een zware aanhan-
ger op een steile helling bij een hoge
buitentemperatuur) kan de aircondi-
tioning tijdelijk worden uitgeschakeld
voor een optimale trekkracht van de
motor.
Controleer regelmatig de staat van
h e t i n t e r i e u r i l t e r , d a t z i c h o n d e r d e
motorkap ter hoogte van de voorruit
b e v i n d t . D e i l t e r e l e m e n t e n d i e n e n
periodiek te worden vervangen. Laat
d e i l t e r e l e m e n t e n t w e e k e e r z o v a a k
vervangen als de omstandigheden
dit vereisen.
Het airconditioningssysteem is chloor-
vrij en is niet schadelijk voor de ozon-
laag.
Zet de airconditioning 1 tot 2 keer per
maand 5 tot 10 minuten aan om het
systeem in perfecte staat te houden.
Bij stilstand is het normaal dat er
onder de auto een plasje water ver-
schijnt, aangezien de airconditioning
het condenswater druppelsgewijs
afvoert via een daarvoor bestemde
afvoeropening.
Gebruik de airconditioning niet als
deze niet koelt en laat het systeem in
dat geval door controleren door het
PEUGEOT-netwerk.
Page 39 of 123

COMFORT
40 -
ONTDOOIEN EN
ONTWASEMEN
Achterruitverwarming en
verwarming buitenspiegels
Druk de schakelaar bij draai-
ende motor in om de ach-
terruitverwarming en de
verwarming van de buiten-
spiegels in te schakelen.
De achterruitverwarming gaat na on-
geveer 12 minuten automatisch uit.
Druk nogmaals op de schakelaar om
de achterruitverwarming opnieuw ge-
durende 12 minuten in te schakelen.
Het is mogelijk de achterruitverwar-
ming eerder uit te schakelen door de
schakelaar nogmaals in te drukken.
Schakel zodra de omstandigheden
het toelaten de achterruitverwarming
en verwarming buitenspiegels uit
aangezien een laag stroomverbruik
zorgt voor een vermindering van het
brandstofverbruik. Handmatig ontwasemen
Snel ontwasemen van de voorruit en
zijruiten:
- schakel de airconditioning in,
- zet schakelaars van de
temperatuurregeling en de
luchttoevoer in de maximale
stand,
- sluit de middelste ventilatieroosters,
- zet de knop van de luchttoevoer naar links in de stand
"Buitenlucht". Automatisch ontwasemen,
programma "Zicht"
In sommige gevallen kan het pro-
gramma AUTO niet toereikend blij-
ken om de voorruit en zijruiten snel
condens- en ijsvrij te maken (vocht,
veel inzittenden, vorst...).
Kies dan het programma
"zicht",
door op deze toets te drukken, dat
zorgt voor een snelle ontwaseming
van de ruiten.
Druk nogmaals op de toets AUTO
om dit programma af te sluiten en
terug te keren naar het programma
AUTO .
Page 40 of 123

41
COMFORT
-
VERWARMING/VENTILATIE
De verwarming en ventilatie werken uitsluitend bij draaiende motor.
2. Luchtverdeling
1. Temperatuurregeling
Draai de knop van blauw (koud) naar
rood (warm) om de temperatuur naar
behoefte in te stellen.
Luchtstroom naar voorruit en
zijruiten (ontwasemen-ont-
dooien).
Luchtstroom naar voorruit,
portierruiten en beenruimte. Luchtstroom naar de been-
ruimte.
Luchtstroom naar interieur
(linker, rechter en middelste
ventilatieroosters).
Deze instelling wordt aanbevolen bij
een koud klimaat.
Deze instelling wordt aanbevolen bij
een warm klimaat.
De luchtstroom kan worden geva-
rieerd door de knop in een tussen-
stand te zetten. 3. Regeling luchtopbrengst
Draai de knop in één van de
vier standen om de gewenste
luchtopbrengst te verkrijgen.
4. Toevoer van buitenlucht/ luchtrecirculatie
De luchtrecirculatie dient om de toe-
voer van buitenlucht bij stank en stof-
overlast af te sluiten.
De toevoer van buitenlucht voorkomt
het beslaan van de voorruit en de zij-
ruiten.
Toevoer van buitenlucht.
Luchtrecirculatie.
Zet om de luchtrecirculatiestand te
gebruiken de knop 4 naar rechts in
de stand "Luchtrecirculatie".
Zet, zodra de omstandigheden
dit toelaten, de knop 4 weer in de
stand "Toevoer van buitenlucht" om
te voorkomen dat de luchtkwaliteit
in het interieur afneemt.