Page 9 of 123
IN EEN OOGOPSLAG
12 -
VENTILATIE
1. Regeling luchtverdeling.
2. Toevoer van buitenlucht.
3. Temperatuurregeling.
4. Achterruitverwarming en
verwarming buitenspiegels.
5. Regeling luchtopbrengst.
6. Schakelaar airconditioning.
: 42 1.
Regeling luchtopbrengst.
2. Regeling luchtverdeling.
3. Toevoer van buitenlucht.
4. Schakelaar airconditioning.
5. Achterruitverwarming en
verwarming buitenspiegels.
6. Uit.
7. Temperatuurregeling.
8. Automatisch programma
"comfort".
9. Automatisch programma
"zicht".
: 44
1.
Regeling luchtverdeling.
2. Toevoer van buitenlucht.
3. Temperatuurregeling.
4. Achterruitverwarming en
verwarming buitenspiegels.
5. Regeling luchtopbrengst.
: 41
Verwarming Handbediende airconditioning Automatische air
conditioning
Page 10 of 123
13
IN EEN OOGOPSLAG
-
VENTILATIE
Aanbevolen instellingen
Gewenste werking... Verwarming of handbediende airconditioning
Luchtverdeling
Luchtopbrengst Luchtrecirculatie/ Toevoer van buitenlucht Temperatuur
Handbediende
airconditioning
WARM
KOUD
ONTWASEMEN ONTDOOIEN
Automatische airconditioning: het is raadzaam de volautomatische werking te selecteren met de toets "AUTO" .
Page 11 of 123
IN EEN OOGOPSLAG
14 -
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
Instrumentenpaneel
A. Als het contact wordt aangezet,
moet de wijzer van de
brandstofniveaumeter omhoog
gaan.
B. Bij draaiende motor moet
het verklikkerlampje laag
brandstofniveau uitgaan.
C. Als het contact wordt aangezet,
moet de motorolieniveaumeter
enkele seconden één tot zes
blokjes weergeven.
Ga indien nodig tanken of vul olie
bij. : 17, 24 Verklikkerlampjes
1.
Als het contact wordt aangezet,
gaan de oranje en rode
verklikkerlampjes branden.
2. Bij draaiende motor moeten
deze lampjes weer uitgaan.
Raadpleeg de desbetreffende blad-
zijde als er lampjes blijven branden. : 19 Schakelaars
Het branden van een lampje geeft de
staat van de desbetreffende functie
aan.
A.
Blokkering ruitbediening achter.
: 68
B. Uitschakeling ESP en ASR.
: 82
C. Centrale vergrendeling/
ontgrendeling.
: 60
Page 12 of 123
15
IN EEN OOGOPSLAG
-
VEILIGHEID VOOR DE INZITTENDEN
Airbag voorpassagier
1. Steek de sleutel in de
schakelaar.
2. Selecteer de stand:
"ON" (inschakelen) wanneer
een passagier op de voorstoel
zit of een kinderzitje "met het
gezicht in de rijrichting" is
bevestigd,
"OFF" (uitschakelen) wanneer
een kinderzitje "met de rug in de
rijrichting" is bevestigd.
3. Verwijder de sleutel zonder
de stand van de schakelaar te
veranderen.
: 84 Veiligheidsgordel bestuurder
en airbags
A.
Verklikkerlampje
veiligheidsgordel bestuurder niet
vastgemaakt of weer losgemaakt
(rood).
B. Verklikkerlampje airbag
passagier; brandt als de airbag
is uitgeschakeld.
C. Verklikkerlampje airbags; gaat
uit na het aanzetten van het
contact.
: 21
STARTEN
Contact
1. Stand Stop.
2. Stand Accessoires .
3. Stand Aan.
4. Stand Starten.
Page 13 of 123

IN EEN OOGOPSLAG
16 -
RIJDEN
Snelheidsbegrenzer
1. Selecteren/deactiveren van de
snelheidsbegrenzer.
2. Verlagen van de ingestelde
snelheid.
3. Verhogen van de ingestelde
snelheid.
4. Snelheidsbegrenzer aan/uit.
De snelheidsbegrenzer werkt alleen
bij een ingestelde snelheid vanaf
30 km/h.
Het instellen van de snelheid is al-
leen mogelijk bij draaiende motor. : 77 Snelheidsregelaar
1.
Selecteren/deactiveren van de
snelheidsregelaar.
2. Verlagen van de ingestelde
snelheid.
3. Verhogen van de ingestelde
snelheid.
4. Snelheidsregelaar aan/uit.
Het instellen van een snelheid en het
activeren van de snelheidsregelaar
is alleen mogelijk bij een wagensnel-
heid hoger dan 40 km/h, vanaf de
vierde versnelling (handgeschakelde
versnellingsbak). : 79 Weergave op het
instrumentenpaneel
Als de snelheidsregelaar of -begren-
zer is geselecteerd, worden de instel-
lingen hiervan weergegeven op het
display
A van het instrumentenpaneel
en gaat het verklikkerlampje B op het
instrumentenpaneel branden wan-
neer het systeem wordt ge
activeerd.
Snelheidsregelaar
Snelheidsbegrenzer
Page 14 of 123

17
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
-
1. Verklikkerlampje
veiligheidsgordel
2. Verklikkerlampje uitschakeling
airbag passagier
3. Verklikkerlampje airbags
4. Verklikkerlampje mistlampen
vóór
5. Verklikkerlampje
antiblokkeersysteem (ABS)
6. Verklikkerlampje mistachterlicht
7. Verklikkerlampje voorgloeien
dieselmotor
8. Richtingaanwijzer links 9.
Kilometerteller,
onderhoudsindicator,
motorolieniveaumeter en
snelheidsbegrenzer/-regelaar
10. Richtingaanwijzer rechts
11. Verklikkerlampje emissieregeling
12. Verklikkerlampje grootlicht
13. Verklikkerlampje handrem,
te laag remvloeistofniveau
en storing elektronische
remdrukregelaar
14. Verklikkerlampje dimlicht
15. Verklikkerlampje laden van de accu
16. Verklikkerlampje motoroliedruk
en motorolietemperatuur
17. Temperatuurmeter motorolie 18.
Schakelaar dagteller/
kilometerteller
19. Verklikkerlampje STOP
20. Snelheidsmeter
21. Koelvloeistoftemperatuurmeter
22. Toerenteller
23. Dimmer dashboardverlichting
24. Brandstofmeter
25. Verklikkerlampje
brandstofreserve
26. Verklikkerlampje elektronisch
stabiliteitsprogramma
(ESP/ASR)
27. Verklikkerlampje
snelheidsbegrenzer/-regelaar
INSTRUMENTENPANEEL: BENZINE - DIESEL (HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK)
Page 15 of 123

CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
18 -
1. Verklikkerlampje
veiligheidsgordels
2. Verklikkerlampje uitschakeling
airbag passagier
3. Verklikkerlampje airbags
4. Verklikkerlampje mistlampen
vóór
5. Verklikkerlampje
antiblokkeersysteem (ABS)
6. Verklikkerlampje mistachterlicht
7. Richtingaanwijzer links
8. Kilometerteller,
onderhoudsindicator,
motorolieniveaumeter en
snelheidsbegrenzer/-regelaar 9.
Richtingaanwijzer rechts
10. Verklikkerlampje emissieregeling
11. Verklikkerlampje grootlicht
12. Verklikkerlampje handrem,
te laag remvloeistofniveau
en storing elektronische
remdrukregelaar
13. Verklikkerlampje dimlicht
14. Verklikkerlampje laden van de accu
15. Verklikkerlampje motoroliedruk
en motorolietemperatuur
16. Schakelprogramma's
17. Schakelstandindicatie
18. Schakelaar dagteller/
kilometerteller 19.
Verklikkerlampje STOP
20. Snelheidsmeter
21. Koelvloeistoftemperatuurmeter
22. Toerenteller
23. Dimmer dashboardverlichting
24. Brandstofmeter
25. Verklikkerlampje
brandstofreserve
26. Verklikkerlampje elektronisch
stabiliteitsprogramma (ESP/ASR)
27. Verklikkerlampje
snelheidsbegrenzer/-regelaar
INSTRUMENTENPANEEL: BENZINE (AUTOMATISCHE TRANSMISSIE)
Page 16 of 123

19
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
-
VERKLIKKERLAMPJES
Een verklikkerlampje dat constant blijft branden of bij dr aaiende motor knippert, is een teken dat het desbetreffende
onderdeel of systeem niet goed werkt.
Sommige verklikkerlampjes kunnen branden in combinati e met een geluidssignaal en een melding op het multifunc-
tionele display. Negeer een dergelijke waarschuwing niet, maar raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk.
Stop onmiddellijk indien tijdens het rijden het verklikk erlampje STOP gaat branden, maar zorg ervoor dat u uw a uto
op een zo veilig mogelijke plaats tot stilstand brengt.
Verklikkerlampje
STOP
Gekoppeld aan de verklikkerlampjes:
- motoroliedruk en motorolietemperatuur,
- handrem,
- remvloeistofniveau,
- storing elektronische remdrukregelaar.
Gekoppeld aan de koelvloeistoftem-
peratuurmeter.
Stop als het lampje bij draaiende
motor knippert onmiddellijk.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk. Verklikkerlampje
motoroliedruk
en -temperatuur
Gekoppeld aan het verklikkerlampje
STOP.
Stop onmiddellijk.
Wijst op hetzij:
- te lage oliedruk.
- te weinig olie in het smeersysteem. Vul indien nodig
olie bij.
- een te hoge temperatuur van de motorolie. Het verklikkerlampje
brandt in combinatie
met een geluidssignaal.
Matig uw snelheid om de
motorolietemperatuur te laten
dalen.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk. Verklikkerlampje
handrem, te laag
remvloeistofniveau
en elektronische
remdrukregelaar (REF)
Gekoppeld aan het verklikkerlampje
STOP.
Wijst op:
- een (iets) aangetrokken handrem,
- een te laag remvloeistofniveau (als het lampje ook bij losse
handrem blijft branden),
- een storing in de elektronische remdrukregelaar, als het
verklikkerlampje brandt
in combinatie met het
verklikkerlampje ABS.
Stop onmiddellijk.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk.