Page 113 of 217

HET RIJDEN MET UW HYUNDAI 2- 5
!
C070C01E
LOCK
ACC
ON
START
SC090D1-FX Het verwijderen van de contactsleutel(Handgeschakelde versnel- lingsbak)
1. Plaats de contactsleutel in de stand "ACC".
2. Druk de contactsleutel in en draai
deze tegelijkertijd tegen de klok in van stand "ACC" naar stand "LOCK".
3. De sleutel kan in de stand "LOCK" verwijderd worden.
C050A01E
C050A01A-GXT HET STARTEN VAN DE MOTOR (Met Benzine-Injectie)
WAARSCHUWING:
Laat de motor nooit in een
gesloten of slecht geventileerde ruimte draaien. Koolmonoxide isreukloos en kan fataal zijn. C051A01O-AXT HET STARTEN VAN DE DIESELMOTOR KOUDE MOTOR
o Zet het contact aan en wacht tot
de controlelamp van het voorglo- eisysteem dooft.
o Bedien de startmotor tot de motor
aanslaat.
MOTOR WARM Bedien de startmotor. Als de motor niet bij de eerste poging aanslaat, wacht dan enkele seconden en laat het contact aan zodat hetvoorgloeisysteem werkt.
Geef geen gas.Bedien de startmotor tot de motor
aanslaat.
TB holl-2.p65 7/9/2007, 11:55 AM
5
Page 114 of 217

2- 6 HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
!
Gele lamp "OFF"
Gele lamp "ON" WAARSCHUWING:
Verzeker u ervan dat de koppeling
volledig is ingetrapt als de motor bij een handgeschakelde auto gestart wordt.
Anders bestaat de mogelijkheid dat
er in of buiten de auto iemandschade oploopt ten gevolge van de voor-of achteruitbeweging vande auto als de koppeling niet geheel is ingetrapt tijdens het starten.
C050B01S-GXT NORMALE STARTPROCEDURE
1. Breng de contactsleutel aan en
gesp de veiligheidsgordel om.
2. Zet de versnellingshandel in
neutraal (handgeschakelde vers- nellingsbak) of de keuzehandel in stand P (automatische trans-missie).
3. Controleer of de controlelampen
en de instrumenten goed werkennadat de contactsleutel in de stand "ON" is gedraaid.
4. Draai, bij voertuigen met een controlelamp voor het voorgloeien, de contactsleutel in de stand "ON".Eerst zal de controlelamp oplichten en daarna doven, hetgeen betekent dat het voor-gloeien heeftplaatsgevonden en de motor kan worden gestart. C050B01HP
N.B.: De groene verlichting zal na een
hepaalde tijd vanzelf doven. Het voorgloeien wordt dan beëindigdom de accu niet onnodig te belasten.
Om de motor te kunnen starten
wanneer de groene verlichting reeds is gedoofd, moet de sleuteleerst weer in de stand "LOCK" worden gedraaid en daarna opnieuw in de stand "ON" zodatde gloeibougies op temperatuur worden gebracht. 5. Draai de contactsleutel in de stand
"Start" en laat de sleutel los zodra de motor aanslaat.
TB holl-2.p65 7/9/2007, 11:55 AM
6
Page 115 of 217

HET RIJDEN MET UW HYUNDAI 2- 7
!
C070A01TB-AXT HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK
C055B01B-GXT STARTEN EN AFZETTEN VAN EEN MOTOR METTURBOCOMPRESSOR ENINTERCOOLER
(DIESELMOTOR)
(1)Laat de motor direct na de start niet snel draaien en geef niet plotseling gas. Als de motor koud is moet hij enkele secondenstationair draaien voordat wordt weggereden, zodat een voldoende smering van de turbocompressorgewaarborgd is.
(2)Na gereden te hebben met een zware motorbelasting (hoge snelheid, met aanhanger rijden, in bergen rijden c.q.klimmen e.d.),moet de motor alvorens deze afgezet wordt, ca 1 minuut stationair draaien om de turbo afte laten koelen.
WAARSCHUWING:
Zet de motor niet direct af nadat hij zwaar belast is. Hierdoor kan ernstige schade aan de motor ofde turbocompressor ontstaan. Uw Hyundai is voorzien van een
versnellingsbak met conventioneelschakelpatroon. Dit schakelpatroon isop de knop van de versnellingshandel aangebracht. De versnellingsbak is geheel gesynchroniseerd voor allevooruitversnellingen hetgeen het schakelen naar een hogere of lagere versnelling vergemakkelijkt.
Voor het inschakelen van de
achteruitversnelling moet de ring naar
boven worden bewogen (B Type: Diesel)N.B.:
o Voor het inschakelen van de
achteruitversnelling moet de versnellingshandel tenminste 3seconden in de neutraalstand staan nadat de wagen tot stilstand is gebracht. Schakel hierna deachteruitversnelling in.
o Bij lage temperaturen kan het schakelen wat zwaarder gaan tot de versnellingsbakolie is opgewarmd. Dit is normaal enniet schadelijk voor de versnel- lingsbak.
o Als de eerste of de ach- teruitversnelling moeilijk kanworden ingeschakeld, zet de versnellingshendel dan in neutraalen laat het kop-pelingspedaal opkomen. Druk het pedaal vervolgens opnieuw in en schakelde eerste/achteruitversnelling in.
o Laat uw hand tijdens het rijden niet op de versnellingshendel rusten, omdat dit voortijdige slijtage van de schakelvorken totgevolg kan hebben.
C070A01TB
Type A Type B
TB holl-2.p65 7/9/2007, 11:55 AM
7
Page 116 of 217

2- 8 HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
C070D02O-AXT De juiste rijstijl
o Plaats de versnellingshandel nooit in neutraal bij het bergafwaartsrijden. Dit is bijzonder gevaarlijk. Laat altijd een versnelling inges-chakeld.
o Laat uw voet niet op het rempedaal
rusten. Hierdoor kunnen de remmen te heet worden waardoor zij niet meer optimaal functioneren.Neem bij het bergafwaarts rijden uw voet van het gaspedaal en schakel tijdig een lagere versnellingin. Hierdoor remt de wagen op de motor af en vermindert de rijsnelheid.
o Neem gas terug alvorens een lagere versnelling wordt inges-chakeld. Hierdoor wordt voorkomendat de motor met een te hoog motortoerental draait hetgeen schade tot gevolg kan hebben.
o Neem gas terug bij zijwind.
Hierdoor heeft u meer controle overde wagen.
C070E02A-GXT AANBEVOLEN SCHAKELPUNTEN
Versnelling1-2 2-33-4 4-5
De hierboven aangegeven schakel-
punten worden aanbevolen voor een optimaal brandstofverbruik en vooroptimale prestaties.
LET OP:
Wanneer men terugschakelt van devijfde naar de vierde versnelling, dient men er goed op te letten dat men niet abusievelijk deversnellingshendel zover opzij duwt dat men naar de tweede versnelling schakelt.Zo'n drastische terugschakeling kanervoor zorgen dat het motor-toerental oploopt tot het punt dat de toerenteller de rode zone ingaat. Zo'n hoog toerental kan bescha-diging aan de motor veroorzaken. SC090B1-FX Het gebruik van de koppeling Bij het schakelen moet het koppelingpedaal geheel wordeningedrukt. Laat uw voet tijdens het rijden niet op het koppelingspedaal rusten. Dit heeft onnodige slijtage totgevolg. Laat de koppeling niet slippen. Houd het koppelingspedaal niet gedeeltelijk ingedrukt om de wagenop een helling stil te houden.
!
Aanbevolen
snelheid km/u
20 40 55 75
Dit heeft onnodige slijtage tot gevolg.
Gebruik de handrem om de wagen op een helling te blokkeren.
TB holl-2.p65 7/9/2007, 11:55 AM
8
Page 117 of 217

HET RIJDEN MET UW HYUNDAI 2- 9
o Let er op dat de wagen geheel stil
staat voordat de achteruit- versnelling wordt ingeschakeld,anders kan de versnellingsbak worden beschadigd. Druk voor het inschakelen van de achteruit-versnelling het koppelingspedaal geheel in, zet de versnellingshandel in neutraal en schakel vervolgensde achteruit in.
o Wees bijzonder voorzichtig bij het rijden op een glad wegdek. Dit geldt vooral bij het remmen, optrekken of het schakelen. Opeen glad wegdek en bij het abrupt wijzigen van het motortoerental kunnen de aangedreven wielen degrip verliezen waardoor de wagen in een slip raakt. De hoogwaardige Hyundai auto-
matische transmissie heeft vier versnellingen vooruit en één achteruit en een conventioneel schakelpatroon, zoals hieronder afgebeeld. Bijingeschakelde verlichting is eveneens de gekozen keuzestand verlicht. C090A01A-GXTAUTOMATISCHE TRANSMISSIE
HTB185
LET OP:
Schakel nooit de standen "R" of "P" in als de wagen nog rijdt.
!
!WAARSCHUWING:
o Voorkom hoge bochtsnelheden.
o Maak geen snelle stuurwielbewegingen, zoals plotseling van rijbaan veranderen of snelle scherpe bochten.
o Draag altijd veiligheidsgordels.
Bij een ongeval heeft een inzittendedie geen veiligheidsgordel gebruikt duidelijk meer kans op ernstig letsel dan iemand die wel eenveiligheidsgordel gebruikt.
o Als bij hogere snelheden de macht over het stuur verloren gaat, neemt de kans op omkantelen sterk toe.
o De macht over het stuur gaat vaak verloren als twee of meer wielennaast de weg komen en de bestuurder het stuur te ver verdraaitom weer op de weg terug te komen.
o Als de auto naast de weg raakt, moet niet scherp worden teruggestuurd, maar moet de snelheid worden verminderdvoordat wordt geprobeerd om de auto weer op de weg terug te krijgen.
o Nooit de geldende snelheidslimiet overschrijden.
TB holl-2.p65 7/9/2007, 11:55 AM
9
Page 118 of 217

2- 10 HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
SC110E2-FX
o D (Rijstand) Dit is de normale rijstand. Zet de auto
stil alvorens de selectiehendel in stand "D" te zetten. De transmissie schakelt automatisch op de meest gunstige eneconomische momenten de juiste versnelling in. Schakel nooit met de hand terug naar stand "2" of "L" alsde rijsnelheid hoger is dan 95 km/u.
SC110F1-FX
o 2 (Tweede versnelling) Kies deze stand voor het rijden op
een glad wegdek, voor het bergopwaarts rijden of voor hetafremmen op de motor bij het afdalen van hellingen. De transmissie schakelt automatisch tussen de eerste en detweede versnelling.
Dit betekent dat het opschakelen naar
de derde versnelling niet plaats vindt. Zet de keuzehandel weer met de hand in stand "D" zodra deomstandigheden dit toelaten.
SC110C1-FX
o R (Achteruit) Deze stand mag uitsluitend bij geheel
stilstaande wagen worden gekozen.
SC110D1-FX
o N (Neutraalstand) In deze stand vindt geen aandrijving
plaats. De motor kan worden gestart bij deze stand van de keuzehandel.Dit is echter niet raadzaam tenzij de motor afslaat en de wagen nog rijdt.
SC110B1-FX Standen van de keuzehandel:
o P (Parkeerstand): Plaats de keuzehandel in stand "P"
voor het parkeren of het starten van de motor. Bij het parkeren moet bovendien de handrem wordenaangetrokken.
N.B.:
Druk het rempedaal in en druk de ontgrendelingsknop in tijdens het schakelenDruk de ontgrendelingsknopin tijdens het schakelen
De keuzehandel kan zonder het indrukken van de knop worden verplaatst
Druk voor een gunstig brandstof-
verbruik het gaspedaal gelijkmatig in. De automatische transmissie schakelt automatisch de tweede, derde enoverdrive versnelling in.
LET OP:
Plaats de keuzehandel nooit in stand "P" als de wagen nog rijdt. Dit kan ernstige schade tot gevolghebben.!
TB holl-2.p65 7/9/2007, 11:55 AM
10
Page 119 of 217

HET RIJDEN MET UW HYUNDAI 2- 11
SC110G1-FX
o L (Lage versnelling) Kies deze stand voor het oprijden of
afdalen van zeer steile hellingen of een maximaal remvermogen van de motor. Als deze stand wordt gekozenblijft de transmissie in de tweede versnelling tot de rijsnelheid zodanig is dat de eerste versnelling kanworden ingeschakeld. Rijd niet sneller dan 50 km/u met de keuzehandel in stand "L".
B090H01A-GXT N.B.:
o Bij het inschakelen van een vooruit of de achteruit versnelling vanuit "N" of "P" ishet aan te bevelen het rempedaal in te drukken.
o Als de contactsleutel in de stand "ON" staat en het rempedaal wordt helemaal ingedrukt,schakelt de keuzehandel van de stand "P" over in een andere stand. (Indien gemonteerd).
o Het is altijd mogelijk vanuit stand "R", "N", "D", "2" of "L"stand "P" in te schakelen. C090I02A-GXT
LET OP:
o Stand "R", "D" en "P" mogen uitsluitend worden ingeschakeld als de wagen geheel stil staat. Breng de motor niet op toerenals de achteruit of een vooruit versnelling is ingeschakeld terwijl het rempedaal of dehandrem worden bediend.
o Als van stand "P" of "N" de stand "R", "2" of "L" wordtingeschakeld moet het rempedaal worden ingedrukt. Gebruik stand "P" niet als vervanging van de handrem. Trek de handrem altijd aan enzet de keuzehandel in stand "P" als het contact wordt afgezet. Laat de wagen nooit achter met stationair draaiende motor.
o Het vloeistofpeil van de automatische transmissie moet regelmatig worden gecont- roleerd.
! C090N04A-AXT Een goede rijstijl
o Plaats bij ingedrukt gaspedaal de
keuzehandel vanuit een rijstand nooit in stand "P" of "N".
o Plaats de keuzehandel nooit in stand "P" wanneer de wagen rijdt.
o Zorg er voor dat de wagen stil staat voordat stand "R" of "D" wordtingeschakeld.
o Zet de keuzehandel nooit in stand "N" tijdens het bergafwaarts rijden. Dit is uiterst gevaarlijk. Laat dekeuzehandel altijd in een rijstand staan.
o Laat uw voet niet op het rempedaal rusten. Hierdoor kunnen deremmen te warm worden waardoor zij niet meer optimaal functioneren.Neem bij het bergafwaarts rijden tijdig gas terug en schakel een lagere versnelling in. Hierdoor remtde wagen op de motor af waardoor de rijsnelheid wordt verminderd.
o Neem gas terug voordat u een lagere versnelling inschakelt. Anders is het mogelijk dat de lagereversnelling niet in aangrijping komt.
TB holl-2.p65 7/9/2007, 11:55 AM
11
Page 120 of 217

2- 12 HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
!
o Plaats de keuzehandel niet alleen
in stand "P" om de auto in stilstand te houden, maar trek altijd dehandrem aan.
o Wees uiterst voorzichtig bij het
rijden op een glad wegdek. Wees vooral voorzichtig bij het remmen, het gas geven en het schakelen.Op een glad wegdek en bij een abrupte wijziging van het motortoerental kunnen deaangedreven wielen hun grip verliezen waardoor de wagen in een slip raakt.
o Maak gebruik van de overdrive voor een gunstig brandstofverbruik encomfortabel rijden. Als op de motormoet worden afgeremd moet stand "D" worden gekozen; dit geldt ook als herhaaldelijk tussen de derde ende vierde versnelling wordt geschakeld; bij voorbeeld bij het oprijden van hellingen. Schakel deoverdrive zo snel mogelijk weer in.
WAARSCHUWING:
o Voorkom hoge bochtsnelheden.
o Maak geen snelle stuurwiel- bewegingen, zoals plotseling van rijbaan veranderen of snellescherpe bochten. C090P01A-GXT OVERDRIVE SCHAKELAAR
HTB217
Zodra de overdrive schakelaar wordt bediend schakelt de transmissieautomatisch de tweede, derde en de overdrive versnelling in. Als de over- drive schakelaar wordt uitgeschakeldwordt de overdrive versnelling niet ingeschakeld. Onder normale rij- omstandigheden moet de keuze-handelin stand "D" staan en moet de over- drive schakelaar zijn ingeschakeld. Voor het verplaatsen van dekeuzehandel kan het nodig zijn de ontgrendelingsknop aan de zijkant in te drukken. Voor een snelle acceleratiemoet het gaspedaal geheel worden ingedrukt. Afhankelijk van de rijsnelheid schakelt de transmissie terug naar eenlagere versnelling.
o Draag altijd veiligheidsgordels. Bij een ongeval heeft een inzittende die geen veiligheidsgordel gebruikt duidelijk meer kans op ernstig letsel dan iemand die wel eenveiligheidsgordel gebruikt.
o Als bij hogere snelheden de macht over het stuur verloren gaat, neemt de kans op omkantelen sterk toe.
o De macht over het stuur gaat vaak verloren als twee of meer wielennaast de weg komen en de bestuurder het stuur te ver verdraaitom weer op de weg terug te komen.
o Als de auto naast de weg raakt,
moet niet scherp worden teruggestuurd, maar moet de snelheid worden verminderdvoordat wordt geprobeerd om de auto weer op de weg terug te krijgen.
o Nooit de geldende snelheidslimiet overschrijden.
o Veel gas geven als de auto is vastgereden, bijv. in modder ofsneeuw, etc, kan ernstige schadeaan de eindaandrijving veroorzaken. Laat de auto zo nodig vrij trekken.
TB holl-2.p65 7/9/2007, 11:55 AM
12