Page 57 of 217

BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 47
1. Waar schuwingslamp geopend achterklep
2. Controlelamp startblokkering
3. Toerenteller
4. Controlelamp richtingaanwijzers
5. Verlichting schakelkwadrant van automatische transmissie (Indien gemonteerd)
6. Kilometerteller/Dagteller
7. Brandstofmeter
8. Boordcomputer (Indien gemonteerd)
9. Snelheidsmeter
10. Waarschuwingscontrolelamp elektronisch stuurbekrachtigings-systeem (EPS) (Indien gemonteerd)
11. Storingslamp (MIL)
12. Controlelamp voorgloeien (Dieselmotor)
13. Controlelamp grootlicht 14. Koelvloeistoftemperatuurmeter
15. Controlelamp handrem/remvloeistofpeil
16. Controlelamp niet goed gesloten portier
17. "Passagiersairbag OFF"-lamp (Indien gemonteerd)
18. Controlelamp airbag
19. Controlelamp brandstofreserve
20. Controlelampen elektonisch stabiliteitsprogramma
(ESP) (Indien gemonteerd)
21. Controlelamp ABS (Indien gemonteerd)
22. Waarschuwingslamp water in brandstoffilter (Dieselmotor)
23. Waarschuwingslamp veiligheidsgordels
24. Controlelamp oliedruk
25. Controlelamp laadstroom
26. Controlelamp overdrive uitgeschakeld (Alleen automatische transmissie)
TB holl-1a(~47).p65 7/9/2007, 11:53 AM
47
Page 58 of 217

1- 48 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
SB210C1-FX
Onderhoudsindicatie
(SRI) van airbagsysteem
De SRS onderhoudsindicatie (SRI) in het instrumentenpaneel knippert ca. 6 seconden nadat de contactsleutel in de stand "ON" is gedraaid of nadatde motor is gestart en dooft vervolgens. Deze onderhoudsindicatie gaat eveneens branden als het airbagsysteem niet correct werkt. Alsbij het aanzetten van het contact of het starten van de motor de onderhoudsindicatie niet gaat brandenof continu blijft branden nadat ze gedurende 6 seconden heeft gekni- pperd, of wanneer ze gaat brandentijdens het rijden, moet het airbagsysteem worden gecontroleerd door een officiële Hyundai dealer. B260P02Y-GXT
Controlelamp abs (Indien gemonteerd)
Als de contactsleutel in de stand "ON" wordt gedraaid, zal de controlelamp voor het ABS gaan branden en na enkele seconden doven. Als decontrolelamp blijft branden, gaat branden tijdens het rijden of niet gaat branden als de contactsleutel in destand "ON" wordt gedraaid, betekent dit dat er een storing in het ABS systeem is opgetreden. Laat uw autoin dit geval zo snel mogelijk door een Hyundai dealer controleren. Het normale remsysteem blijft echterwerken, maar zonder de assistentie van het ABS systeem.B230T01NF-GAT "Passagiersairbag off"-
lamp (Indien gemonteerd)
De "passagiersairbag OFF"-lamp gaat
gedurende ongeveer 4 seconden branden nadat het contactslot in de stand "ON" is gezet of nadat demotor is gestart. Vervolgens dooft de lamp na 3 seconden.
De "passagiersairbag OFF"-lamp gaat
ook branden als de AAN/UIT-schakelaar voor de passagiersairbag in de stand "OFF" staat en brandtniet als de AAN/UIT-schakelaar voor de passagiersairbag in de stand "ON" staat.
LET OP:
Bij een storing in de AAN/UIT-
schakelaar voor de passagiersairbag gaat de "passagiersairbag OFF"-lamp niet branden en wordt de passagiersairbag bij een frontale botsing opgeblazen, ook als deAAN/UIT-schakelaar in de stand "OFF" staat.!
TB holl-1b.p65 7/9/2007, 11:53 AM
48
Page 59 of 217

BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 49
!
B260C01A-AXT
Ontrolelamp overdrive (Alleen automatischetransmissie)
Als de overdriveschakelaar in de stand "ON" staat en de vierde versnelling is ingeschakeld dooft deze controlelamp. Deze controlelamp gaatbranden zodra de overdrive-schakelaar in de stand "OFF" staat.
WAARSCHUWING:
Als de waarschuwingslampen voor ABS SRI en handrem/remvlo- eistofpeil beide blijven branden methet contactslot in de stand "ON", of tijdens het rijden gaan branden, betekent dit dat er mogelijk eenstoring is in het EBD-systeem (elektronische remkracht-verdeling). Indien dit het geval is moet sterk afremmen worden voorkomen en moet de auto zo snel mogelijk door uw Hyundai dealer worden gecontroleerd. SB210G1-FX
Controlelamp richtingaanwijzers
Als de richtingaanwijzers worden
ingeschakeld gaat deze groene controlelamp knipperen. Als de lamp wel brandt, maar niet knippert, snellerknippert dan normaal of niet brandt, geeft dit een storing in de richting- aanwijzerinstallatie aan.
SB210J1-FX Controlelamp grootlicht
Deze controlelamp gaat branden
zodra het grootlicht wordt inges- chakeld of als een lichtsignaal wordt gegeven. SB210K1-FX
Controlelamp oliedruk
LET OP:
Als deze lamp bij draaiende motor gaat branden moet de motor directworden afgezet teneinde ernstige motorschade te voor-komen. Deze controlelamp gaat branden als deoliedruk te laag is. De lamp gaat branden zodra het contact wordt aangezet, maar moet doven als demotor is gestart. Blijft deze lamp bij draaiende motor branden, dan bevindt zich een ernstige storingin het smeer-systeem van de mo- tor. Is dit het geval, dan moet de motor direct worden afgezet en moet het oliepeil worden gecontroleerd. Alshet oliepeil te laag is, moet de voorgeschreven olie worden bijgevuld en moet de motoropnieuw worden gestart. Als de controlelamp blijft branden moet de motor direct worden afgezet.Raadpleeg in dat geval een officiële Hyundai dealer.!
TB holl-1b.p65 7/9/2007, 11:53 AM
49
Page 60 of 217

1- 50 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
Als deze lamp tijdens het rijden gaat
branden mag niet meer met de wagen worden gereden. Het remvloeistofpeilin het reservoir is dan beneden het minimum niveau gedaald. Vul remvloeistof bij die voldoet aan deDOT 3 of DOT 4 specificatie. Na het bijvullen kan voorzichtig naar een dealer worden gereden voor naderecontrole. Bij een ernstig defect moet de wagen door een sleepbedrijf naar een dealer worden gesleept.
Uw Hyundai is voorzien van een
diagonaal gescheiden remsysteem.Als één van beide circuits defect is, wordt de wagen nog op de andere wielen afgeremd. Is dit het geval danis meer kracht voor het remmen vereist en is de remweg langer dan normaal. Bij een defect aan hetremsysteem moet worden terugge- schakeld zodat gebruik wordt gemaakt van het remvermogen vande motor. SB210M1-FX
Controlelamp laadstroom
Deze controlelamp moet gaan branden als het contact wordt aangezet en doven als de motor draait. Als deze lamp bij draaiendemotor gaat branden is er een defect in het elektrische systeem. Als deze lamp onder het rijden gaat brandenmoet u stoppen, de motor afzetten en de aandrijfriem van de dynamo controleren. Controleer of deaandrijfriem op zijn plaats zit. Als dit het geval is, controleer dan de span- ning van de riem. Laat het systeem vervolgens door uw Hyundai dealer controleren.
LET OP:
Als met de wagen wordt gereden
terwijl de aandrijfriem van de dy- namo slap staat, gebroken is of ontbreekt, kan de motor oververhitraken omdat deze riem eveneens de koelvloeistofpomp aandrijft.!
!
SB210L2-FX Ontrolelamp handrem/
Remvloeistofpeil
WAARSCHUWING:
Bij storingen aan het remsysteem moet de oorzaak direct door een Hyundai dealer worden opge- spoord. Het rijden met een defectremsysteem (in het elektrische of hydraulische gedeelte) is uiterst gevaarlijk. Werking van de controlelamp Deze lamp moet gaan branden als het contact wordt aangezet, de motorwordt gestart en als de handrem wordt aangetrokken. Na het starten van de motor moet de lamp doven zodra dehandrem wordt vrijgezet. Als de handrem niet is aangetrokken moet de lamp flauw gaan branden bij hetaanzetten van het contact of bij het starten van de motor.
TB holl-1b.p65 7/9/2007, 11:53 AM
50
Page 61 of 217

BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 51
SB210P1-FX
Ontrolelamp
benzine- reserve
Deze lamp gaat branden zodra de reserve-inhoud van de tank wordt bereikt. Tank in dit geval zo spoedigmogelijk. Als de naald van debenzinemeter op "E" of lager staat,kan dit het overslaan van de motor en daarmee een storing aan de katalysator tot gevolg hebben.
B260K01B-GXT
Waarschuwingslamp
geopend achterklep
Deze waarschuwingslamp brandttotdat de achterklep volledig gesloten is.
SB210O1-FX Ontrolelamp voor niet
goed gesloten portieren
Als een portier niet geheel gesloten is gaat deze controlelamp branden.
B260N02FC-GXT Storingscontlamp
Deze lamp brandt als er een storing
is geregistreerd die invloed heeft op de uitlaatgassen; hiermee wordt aangegeven dat de storing in hetsysteem een negatieve invloed heeft op de uitstoot van schadelijke uitlaatgassen. Hij gaat brandenwanneer het contact wordt aangezet en hij gaat vervolgens uit na het starten van de motor. Als hij gaatbranden tijdens het rijden of wanneer hij niet gaat branden als het contact wordt aangezet, moet u het systeemdoor de dichtstbijzijnde Hyundai dealer laten controleren.
*1) Als het contactslot binnen 1 minuut van de stand "OFF" in de stand "ON" is gezet.
*2) Als de snelheid hoger wordt dan
9 km/h, dan klinkt ook de gordel-waarschuwingszoemer gedurende 1~2 minuten. Als de snelheid lager is dan 9 km/h, dan klinktna 1 minuut ook de gordel- waarschuwingszoemer gedurende 1~2 minuten.
De gordel-waarschuwingslamp en -geluidsignaal worden ingeschakeld, zoals in onderstaande tabel is aangegeven.
B265E01TB-GXT
Gordel-
waarschuwingslamp
en- geluidssignaal
Situatie bestuurder Gordel-
waarschuwingslamp
Contacteur
d’allumage
Gordel
Gaat branden tot omgelegd
Niet omgelegd
Omgelegd
Niet omgelegd AAN
AAN AAN * 1
Omgelegd Niet omgelegd Gaat 6 sec. branden
Knipperen tot omgelegd
Knipperen tot omgelegd* 2
AAN
TB holl-1b.p65 7/9/2007, 11:53 AM
51
Page 62 of 217

1- 52 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
LET OP:
Wanneer het stuur voortdurend van aanslag tot aanslag wordt bewogen,zal dit steeds zwaarder gaan om overbelasting te voorkomen. Dit is een normale situatie, die zich naverloop van tijd zal herstellen.!
B260T01TB-GXT Waarschuwings- controlelampelectronischestuurbekrachtiging (EPS)
(Indien gemonteerd)
Deze controlelamp gaat gedurende 4
seconden branden nadat de contactsleutel in stand "ON" is gedraaid. Nadat de motor is gestart,dooft de lamp. De lamp gaat ook branden wanneer
er een storing is in het EPS. Laat uw auto door een officiële Hyundai-dealer controleren als de lamp tijdens hetrijden gaat branden.B265C01LZ-AXT Controlelampen elektronischstabiliteitsprogramma (ESP) (Indien gemonteerd)
De controlelampen van het
elektronisch stabiliteitsprogramma treden in werking afhankelijk van de stand van de contactsleutel en of het systeem is ingeschakeld of niet.
Ze gaan branden als het contact wordt
aangezet, maar moeten na drieseconden doven. Indien decontrolelampen van het ESP of ESP- OFF blijven branden, ga dan naar een geautoriseerde Hyundai dealer en laathet systeem controleren. Zie hoofdstuk 2 voor meer informatie over het ESP.N.B.:
Als met de bestuurdersgordel
binnen 9 seconden na het omleggen de handelingen "afdoen omleggen afdoen
omleggen afdoen" wordenuitgevoerd, dan worden de gordel- waarschuwingslamp en - waarschuwingszoemer nietingeschakeld.
TB holl-1b.p65 7/9/2007, 11:53 AM
52
Page 63 of 217

BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 53
B260U01TB-GXT
Controlelamp immobi- lizer (Diefstalbeveiliging)
Deze controlelamp gaat enkele seconden branden nadat de contactsleutel in stand "ON" is gedraaid. U kunt nu de motor starten.De controlelamp dooft zodra de mo- tor loopt. Als de controlelamp dooft voordat de motor wordt gestart, moetu de contactsleutel in stand "LOCK" draaien en de motor opnieuw starten. Als de controlelamp gedurende 5seconden gaat knipperen wanneer de sleutel in stand "ON" wordt gedraaid, betekent dit dat hetimobilizer-systeem niet werkt. Raadpleeg de uitleg van de "Limp home"-procedure (noodloop-procedure,zie pag. 1-5) of wend u tot uw Hyundai- dealer.B265A01B-GXT Waarschuwingslamp Water InBrandstoffilterrode(Dieselmotor)
Deze lamp gaat branden zodra het con- tact in de stand "ON" wordt gezet en gaat weer uit zodra de motor draait.Indien deze lamp oplicht terwijl de mo- tor draait, betekent dit dat zich water in het brandstoffilter heeft verzameld; tapdit water uit het filter af. (Zie het hoofdstuk "6-29p").B260S01B-GXT Controlelamp
voorgloeien
(Diesel motor)
De controlelamp gaat oranje branden
als het contactslot in de "ON" stand wordt gedraaid. De motor kan worden gestart nadat de controlelamp voorhet voorgloeien is gedoofd. De duur van het branden varieert
met de koelvloeistoftemperatuur,luchttemperatuur en conditie van de accu. N.B.:
Als de motor niet na 10 seconden
start, draai dan de contactsleutel eerst in de stand "LOCK", zet hem vervolgens weer in de "START" stand om het opnieuw te proberen.
B290A01TB-AXT Koelvloeistof-
temperatuur-indicatie
WAARSCHUWING:
Verwijder de radiateurdop niet bij
een warme motor. De koelvloeistof staat onder druk en kan uit hetsysteem spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht totdat de motor is afgekoeld,voordat de radiateurdop wordt verwijderd.
!
TB holl-1b.p65 7/9/2007, 11:53 AM
53
Page 64 of 217

1- 54 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
B270A01A-AXT REMBLOKSLIJTAGE-INDICA- TOR (Akoestisch) De remblokken van de voorwielen zijn voorzien van een slijtage-indica- tor die een hoog of schrapend geluid veroorzaakt zodra de remblokkenmoeten worden vernieuwd. Dit geluid is hoorbaar als met de auto wordt gereden. Bovendien kan het geluidwaarneembaar zijn als het rempedaal krachtig wordt ingedrukt. Als de remblokken niet worden vervangenheeft dit een kostbare vernieuwing van de remschijven tot gevolg.
ZB115A1-AXACOUSTISCH WAARSCHUWINGSGELUID(Indien gemonteerd) Het akoestisch waarschuwingsgeluid
maakt geluid, als de verlichting nog ingeschakeld staat, en de deur bij de chauffeur niet gesloten is. Dit geluidwaarschuwt de chauffeur om maat- regelen te treffen om te voorkomen dat de accu leeg raakt.
Deze lampjes geven de koelvloeistoftemperatuur aan als het contactslot op ON is gezet. Het rodelampje gaat branden als de koelvloeistof-temperatuur hoger is dan 120±3°C.Het blauwe lampje gaat branden alsde koelvloeistof-temperatuur lager isdan 60±3°C. Als het rode lampje gaat branden, breng dan zo snel mogelijk op een veilige manier de auto totstilstand en zet de motor uit. Open vervolgens de motorkap en controleer het koelvloeistofniveau (Zie "Als demotor te heet wordt" pagina 3-4) en de aandrijfriem voor de waterpomp. Als u vermoedt dat het koelsysteemniet op de juiste wijze werkt, laat dan het koelsysteem zo snel mogelijk door de Hyundai dealer controleren.
N.B.: Als het rode temperatuurlampjebrandt, dan geeft dit een te hogetemperatuur aan, waardoor de mo- tor zou kunnen beschadigen.
TB holl-1b.p65 7/9/2007, 11:53 AM
54