Page 33 of 217

BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 23
SB090P1-FX 3-PUNTS VEILIGHEIDSGORDEL Trek de gordel gelijkmatig uit het
oprolmechanisme en steek de slottong in het slot. De slottong moet hoorbaar aangrijpen.
De lengte van de veiligheidsgordel
past zich automatisch aan de zitpositieaan. Het oprolmechanisme blokkeert de veiligheidsgordel bij een noodstopof een aanrijding, maar ook bij abrupte bewegingen naar voren.
Gordel vastmaken. Controleer of de gordel goed is
vergrendeld en niet is verdraaid.
B180A01NF
!
Trek de verankering omhoog om hem
hoger in te stellen. Druk hem naar beneden met ingedrukte hoogte-instelknop om de verankering te verlagen.
Laat de knop los om de verankering
te vergrendelen. Probeer de verankering te verplaatsen om tecontroleren of hij goed is vergrendeld.
WAARSCHUWING:
o Het verstelmechanisme moet tijdens het rijden zijn vergr- endeld.
o Een onjuiste afstelling van de schouderhoogte van de veili-gheidsgordel kan er toe leiden dat de gordel niet optimaalfunctioneert bij een aanrijding. *1) Als het contactslot binnen 1
minuut van de stand "OFF" in destand "ON" is gezet.
*2) Als de snelheid hoger wordt dan 9 km/h, dan klinkt ook de gordel-waarschuwingszoemer gedurende1~2 minuten. Als de snelheid lager is dan 9 km/h, dan klinkt na 1 minuut ook de gordel-waarschuwingszoemer gedurende 1~2 minuten.
De gordel-waarschuwingslamp en - geluidsignaal worden ingeschakeld,zoals in onderstaande tabel is aangegeven.
B265E01TB-GXTGordel-waarschuwingslamp en -geluidssignaal
Situatie bestuurder
Gordel-
waarschuwingslamp
Contacteur
d’allumage
Gordel
Gaat branden tot omgelegd
Niet omgelegd
Omgelegd
Niet omgelegd AAN
AAN
AAN * 1
Omgelegd Niet omgelegd Gaat 6 sec. branden
Knipperen tot omgelegd
Knipperen tot omgelegd* 2
AAN
TB holl-1a(~47).p65 7/9/2007, 11:53 AM
23
Page 34 of 217
1- 24 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
B200A01S-GXT Gordel verstellen
Het heupgedeelte van de gordel moet
zo laag mogelijk over de heupenliggen, niet op de buik. Als de gordel te hoog zit, bestaat de kans dat u bijeen aanrijding of noodstop onder de gordel doorschuift, met alle gevolgen vandien. De schoudergordel moet overde schouder liggen en niet onder de oksel; zie de afbeelding.
Draag de veiligheidsgordel nooit onder
de arm.
B200A02NF
N.B.:
Als met de bestuurdersgordel
binnen 9 seconden na het omleggen de handelingen "afdoen omleggen afdoen
omleggen afdoen" wordenuitgevoerd, dan worden de gordel- waarschuwingslamp en - waarschuwingszoemer nietingeschakeld.
B210A01NF
ZB090V1-AX
Het losmaken van de veiligheidsgordel
De veiligheidsgordel wordt ontgrendeld
door de knop in het slot in te drukken. De gordel wordt dan door het oprolmechanisme opgerold. Is dit niethet geval, dan moet worden gecontroleerd of de gordel niet is verdraaid.
TB holl-1a(~47).p65 7/9/2007, 11:53 AM
24
Page 35 of 217

BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 25
B220A02Y-GXT VEILIGHEIDSGORDELS – Middelste zitplaats op achterbank, 3-puntsgordel metgordelblokkering
1. Controleer voordat de gordel voor de middelste zitplaats op de achterbank wordt vastgemaakt, ofde metalen slottong (a) en het slot (b) in elkaar aangrijpen.
2. Trek, als dit in orde is, de veiligheidsgordel uit het oprolmech-anisme en steek de metalen slottong (c) in het slot (d). HTB192
Er is een "klik" hoorbaar als de
slottong in het slot aangrijpt. Deveiligheidsgordel wordt alleenautomatisch op de juiste lengte afgesteld, nadat de heupgordel met de hand zonder speling over deheupen is getrokken. Wanneer langzaam en rustig voorover wordt gebogen, wordt de gordel uitgetrokkenen kan de inzittende zich bewegen. Bij een onverhoedse stop of een aanrijding wordt de gordel in de standgeblokkeerd. Hij blokkeert ook als de inzittende zich te snel naar voren beweegt. B220A02Y-D
(a)
(b) (c)
(d)
!WAARSCHUWING:
o Bij gebruik van de middelste veiligheidsgordel voor de achterbank, moeten alle slotto-ngen en sloten zijn vergrendeld.Als één van de metalenslottongen of sloten niet isvergrendeld, neemt de kans op verwondingen bij een aanrijding toe.
o De metalen slottong (a) en het slot (b) mogen alleen in devolgende gevallen worden losgemaakt.
(1)Wanneer de neerklapbare rugleuning wordt neerge- klapt.
(2)Wanneer de achterste veilig- heidsgordels door andere voorwerpen kunnen worden beschadigd.
o Sluit de metalen slottong (a) onmiddellijk weer op het slot (b) aan nadat de rugleuningen rechtop zijn geplaatst.
TB holl-1a(~47).p65 7/9/2007, 11:53 AM
25
Page 36 of 217

1- 26 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
!
B220C01Y-GXT Veiligheidsgordel losmaken
Voor het losmaken van de
veiligheidsgordel moet de knop in het slot worden ingedrukt.
WAARSCHUWING:
Het slotmechanisme voor de
middelste veiligheidsgordel van de achterbank, is anders dan dat voor de schoudergordels. Controleer bijhet vastmaken van de middelste gordel of de schoudergordels of de slottongen in de juiste slotenworden aangebracht, zodat een maximale bescherming van de HTB191
veiligheidsgordels wordt verkr- egen en een goede werking is gewaarborgd.
B230A03A-AXT VEILIGHEIDSSYSTEEM VOOR
KINDEREN
Kinderen moeten in de auto altijd op
de achterbank in een veiligheidssysteem wordenmeegenomen, zodat de kans op verwondingen bij een aanrijding, plotseling afremmen of plotselingemanoeuvres wordt beperkt. Volgens ongevalstatistieken zijn kinderen veiliger als ze op de juiste wijze ineen veiligheidsvoorziening op de achterbank dan op de voorstoel worden meegenomen. Grotere kinderenmoeten een van de aanwezige veiligheidsgordels gebruiken.
Volgens de wet moet voor kinderen
een veiligheidssysteem voor kinderenworden gebruikt. Kleine kinderen moeten in de auto in eenveiligheidssysteem (kinderzitje) worden meegenomen.
o Breng een puntig gereedschap
aan in de groef op de gesp (b)om de metalen lip (a) los te maken van de gesp (b).
B220D02TB
TB holl-1a(~47).p65 7/9/2007, 11:53 AM
26
Page 37 of 217

BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 27
!
Kinderen kunnen bij een aanrijding gewond raken als hun veiligheidssysteem niet correct isbevestigd. Voor kleine kinderen en baby's moet een kinderzitje of babyzitje worden gebruikt. Voordat eenbepaald veiligheidssysteem voor kinderen wordt aangeschaft, moet worden gecontroleerd of het systeemvoor uw auto en de veiligheidsgordels geschikt is en passend is voor uw kind. Volg bij het installeren van hetveiligheidssysteem voor kinderen alle instructies die door de fabrikant van het systeem worden gegeven.
WAARSCHUWING:
o Een veiligheidssysteem voor kinderen moet op de achterbankworden bevestigd. Een kinder ofbabystoeltje mag nooit op de voorstoel worden bevestigd. Als bij de een aanrijding de zij- airbag aan passagierszijde in werking treedt, kan het kind of de baby in het kinder- ofbabystoeltje levensgevaarlijk gewond raken. Gebruik daarom een veiligheidssysteem voorkinderen alleen op de achterbank.o Omdat een veiligheidsgordel ofeen veiligheidssysteem voor kinderen in een afgeslotenstilstaande auto zeer warm kan worden, moeten de stoelhoes en de gordelsloten wordengecontroleerd, voordat het kind in de auto wordt geplaatst.
o Als het veiligheidssysteem voor kinderen niet in gebruik is, moethet in de bagageruimte worden opgeborgen of zodanig wordenvastgezet dat het bij sterk afremmen of een aanrijding niet naar voren wordt geslingerd.
o Kinderen die te groot zijn voor
het veiligheidssysteem voorkinderen, moeten op de achterbank in de aanwezige gordel zitten.
o Let erop dat het schoudergedeelte van de buitenste driepuntsgordelin het midden van de schouderligt, nooit tegen de nek. Door het kind dichter bij het midden van de bank te plaatsen, kan eenbetere aanligging van de gordel worden verkregen. Het heupgedeelte van de driepuntsgordel of de middelste heupgordel moet zo laag mogelijk op de heup van hetkind en zo prettig mogelijk aanliggen.
o Als de veiligheidsgordel niet volledig passend is voor het kind,moet een goedgekeurd zitblok op de achterbank wordengebruikt, zodat de zithoogte van het kind wordt aangepast aan de aanwezige veiligheidsgordel.
o Laat nooit een kind op de zitting staan of knielen.
o Gebruik nooit een babydrager of kinderzitje dat over de rugleuning"haakt"; het kan bij een aanrijdingonvoldoende bescherming geven.
o Laat onder het rijden een inzittende nooit een kind in de armen houden; hierdoor kan het kind bij een aanrijding of eensterke afremming ernstig gewond raken. Het vasthouden van een kind tijdens het rijden biedt geenenkele vorm van bescherming, zelfs niet als de betreffende persoon de veiligheidsgordelheeft omgegespt.
TB holl-1a(~47).p65 7/9/2007, 11:53 AM
27
Page 38 of 217

1- 28 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
!
Breng het kinderzitje aan, sluit de veiligheidsgordel en trek de gordel strak. Let erop dat de heupgordelstrak om het kinderzitje zit en dat de schoudergordel zodanig is aangebracht dat deze niet tegen hethoofd of de nek van het kind kan komen. Tracht het kinderzitje na het aanbrengen in alle richtingen tebewegen, om te controleren of het zitje veilig is bevestigd.
Als de gordel strakker moet worden
getrokken, trek dan de gordel naar het oprolmechanisme. Wanneer deveiligheidsgordel wordt losgemaakt en kan oprollen, zal het oprolmechanisme de veiligheidsgordel automatisch weerin de stand voor gebruik door een normaal zittende passagier brengen. N.B.:
o Raadpleeg de aanwijzingen van de fabrikant voordat het veiligheidssysteem voor kinderenin de auto wordt aangebracht.
o Als de veiligheidsgordel niet
overeenkomstig de beschrijving werkt, moet het systeem direct door uw Hyundai dealer wordengecontroleerd. WAARSCHUWING:
Bevestig geen veiligheidssysteemvoor kinderen op de voorstoel. Als bij een aanrijding de zij-airbag aan passagierszijde in werking treedt,kan het kind of de baby in het kinder- of babystoeltje levensgevaarlijk gewond raken.Gebruik daarom een veiligheidssysteem voor kinderen alleen op de achterbank.o Wanneer het kinderzitje niet cor- rect is bevestigd, neemt de kans op ernstige of dodelijk letsel bijeen ongeval sterk toe.
B230G01A-GXT Op buitenste plaats van
achterbank aanbrengen
Trek de driepuntsgordel uit het
oprolmechanisme om het kinderzitje op de buitenste plaats van de achterbank aan te kunnen brengen.
B230G01TB
TB holl-1a(~47).p65 7/9/2007, 11:53 AM
28
Page 39 of 217

BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 29
U : Geschikt voor "universele" categorie veiligheidssystemen goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsklasse
UF : Geschikt voor in voorwaartse richting geplaatste "universele" categorie veiligheidssystemen goedgekeurd voor
gebruik in deze gewichtsklasse
L1 : Geschikt voor Bebe comfort ELIOS (E2 037014) goedgekeurd voor deze gewichtsgroep
L2 : Geschikt voor PegPerego primo Viaggio (E13 030010) goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsklasse
L3 : Geschikt voor Bebe comfort iSEOS (E2 039014) goedgekeurd voor deze gewichtsgroep
L4 : Geschikt voor GRACO Autobaby (E11 03. 44.160) goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsklasse
L5 : Geschikt voor Romer Lord Plus (E1 03301136) goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsklasse
L6 : Geschikt voor Euro Kids Star (E103301127/E103301129) goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsklasse
L7 : Geschikt voor BeSafe iZi COMFORT (E4 03443206) goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsklasse
L8 : Geschikt voor MAXI-COSI Priori XP (E1 03301153) goedgekeurd voor deze gewichtsgroep
L9 : Geschikt voor Bebe confort HiPSOS (E2 031011) goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsklasse L10 : Geschikt voor "RÖMER ISOFIX GR1" goedgekeurd voor deze gewichtsgroep (Goedkeuringsnr. E1 R44-04301133)
X : Zitplaats niet geschikt voor kinderen in deze gewichtsklasse
B230H03TB-GXT Geschiktheid kinderzitje voor gebruik van de veiligheidsgordel Gebruik een veiligheidssysteem voor kinderen dat officieel is goedgekeurd en dat voor uw kinderen geschikt is. Raadpleeg de volgende tabel bij het gebruik van kinderstoelen.
Leeftijdsgroep
ZitplaatsVoorpassagier
L1, L2, L3, L4 L1, L2, L3, L4
L3, L5, L6, L7, L8
L6, L9
0 : Tot 10 kg (0 ~ 9 maanden)0+ : Tot 13 kg (0 ~ 2 jaar) I : 9 kg tot 18 kg(9 maanden ~4 jaar)II & III : 15 kg tot36 kg (4 ~ 12 jaar)Achter, buitenzijde
U U
U, L10
UF Achter, midden
XX X X
TB holl-1a(~47).p65 7/9/2007, 11:53 AM
29
Page 40 of 217

1- 30 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
B230B01TB
B230B02A-GXT Kinderzitje met "Tether Anchor- age" systeem gebruiken
Bout, bevestiging (5/16"-30 mm) Ring, conische veerBevestiging, haak van veiligheidssysteem voor kinderen
Voor kleine kinderen en baby's wordt
het gebruik van een kinderzitje of babyzitje sterk aanbevolen. Dit kinderzitje of babyzitje moet passend zijn voor de lengte van het kind enmoet overeenkomstig de instructies van de fabrikant worden aangebracht. Verder wordt aanbevolen om het zitjeop de achterbank te plaatsen, omdat hierdoor de veiligheid belangrijk wordt verhoogd. Uw auto is voorzien vandrie bevestigingen voor een kinde- rzitje. Vulring (10mm), bevestiging haak kinderstoeltje
Bevestigingsring
B230E02FC-GXT Kinderzitje met "Tether Anchor-
age" systeem bevestigen
Twee bevestigingspunten voor een
kinderstoeltje zijn aangebracht op hetverticale achterpaneel (in de kofferbak).
1. Leg de gordel van het kinderzitje over de rugleuning van de achterbank. Bij auto's met verstelbare hoofdsteunen moet de gordel onder de hoofdsteun tussen de beide stangen door aan hetbevestigingspunt worden gehaakt.
Achterpaneel
Voorzijde van auto
Afdekking bagageruimte
Haak bevestiging B230E01TB
2. Verwijder afdekking van debagageruimte.
3. Bevestig de haak van de gordel
aan het kinderzitje en trek de gordel strak.
TB holl-1a(~47).p65 7/9/2007, 11:53 AM
30