Page 57 of 164
455Rijden
Bij BMW Integral ABS
wordt door de rembe-
krachtiging een aanzienlijk
hogere remvertraging bereikt
dan met conventionele rem-
systemen. Vooral in bochten
kan ongewenst sterk remmen
tot gevaarlijke situaties leiden.
Oefent u het remmen met
BMW Integral ABS onder
veilige omstandigheden.c
Vóór het startenContact inschakelen
• Let op de opmerkingen bij
het EWS (
b 22).
• De noodstopschakelaar1 in
de rijstandA plaatsen.
• Contact inschakelen.
» Pre-ride Check wordt
uitgevoerd.
» Bij BMW Integral ABS:
ABS-zelfdiagnose wordt
uitgevoerd.
Pre-ride CheckNa het aanzetten van het con-
tact wordt een Pre-ride Check
uitgevoerd. Daarbij worden
alle waarschuwingslampen en
waarschuwingssymbolen op
hun werking gecontroleerd.
Op het multifunctioneel dis-
play worden achtereenvolgens
afgebeeld:Fase 1
De waarschuwingslamp
algemeen brandt rood.
Symbool motoroliedruk
wordt weergegeven.
Symbool acculaadstroom
wordt weergegeven.
Page 58 of 164
Rijden456
Fase 2
De waarschuwingslamp
algemeen brandt geel.
Symbool motorelektro-
nica wordt weergegeven.
Symbool EWS wordt
weergegeven.Fase 3
Waarschuwingslamp
verlichtingsstoring wordt
weergegeven.
Indien één van de waar-
schuwingslampen of
symbolen niet kan worden
getoond, kan ook een storing
in het betreffende systeem niet
worden weergegeven.
Let op of alle lampen en sym-
bolen worden weergegeven.cIn geval één van de lampen of
symbolen niet wordt getoond:
• Storingen zo snel mogelijk
door een specialist, bij voor-
keur een BMW motorfiets-
dealer laten verhelpen.
Na het beëindigen van de
Pre-ride Check worden op het
instrumentenpaneel de actu-
ele waarden getoond.
Bij het starten van de
motor tijdens de Pre-ride
Check wordt de Pre-ride
Check afgebroken.c
Bij BMW Integral ABS wordt
bovendien de ABS-zelfdia-
gnose uitgevoerd.
Page 59 of 164

457Rijden
ABS-zelfdiagnoseDe waarschuwingslamp ABS
wordt, afhankelijk van de landuit-
voering, op één van de volgende
drie manieren aangegeven:
De correcte werking van het
BMW Integral ABS wordt door
de zelfdiagnose en de wegrij-
test (
b 60) gecontroleerd. De
zelfdiagnose vindt automatisch
plaats na het aanzetten van het
contact.
Voorwaarde voor de uitvoering
van de zelfdiagnose is dat de
remhendel/het rempedaal niet wordt gebruikt. Tot de zelfdia-
gnose is beëindigd, is alleen de
restremfunctie
(b 73) beschik-
baar.
• Remhendel loslaten.
• Contact inschakelen.
Fase 1
De waarschuwingslamp
algemeen brandt.
Waarschuwingslamp ABS
knippert 4x per seconde.
De zelfdiagnose wordt
uitgevoerd.
Fase 2
Waarschuwingslamp ABS
knippert 1x per seconde.
Zelfdiagnose beëindigd.
De waarschuwingslamp dooft
na beëindiging van de wegrij-
test (
b 60).Wordt het contact inge-
schakeld met bediend
remhendel of -pedaal en als
vervolgens de motor wordt ge-
start en direct wordt weggere-
den, bevindt het BMW Integral
ABS zich nog in de restrem-
functie (
b 73). De zelfdiagnose
wordt uitgevoerd, zodra rem-
hendel en -pedaal onbediend
zijn. In de tussenliggende tijd
zijn noch de ABS-functie, noch
de rembekrachtiging beschik-
baar.
Wacht met het starten van de
motor tot de ABS-zelfdiagnose
is uitgevoerd.c
Starten op hellingen:
Het contact met ingescha-
kelde versnelling, losgelaten
koppelingshendel en losgelaten
remhendel/rempedaal inscha-
kelen. Vervolgens de remmen
Page 60 of 164

Rijden458
bedienen, de koppelingshen-
del bedienen en de motor
starten.cZijstandaardBij een uitgeklapte zijstan-
daard en een ingeschakelde
versnelling kan de motor niet
worden gestart.
Werd de motor in de vrijstand
gestart en wordt vervolgens bij
uitgeklapte zijstandaard een
versnelling ingeschakeld, dan
slaat de motor af.VersnellingsbakDe motor kan in de vrijstand of
met ingeschakelde versnelling
met bediende koppeling wor-
den gestart. De koppeling pas
bedienen nadat het contact is
ingeschakeld.In de neutraalstand brandt de
controlelamp neutraal groen
en de versnellingsindicatie
geeft 0 weer.
Starten
Verdraai bij het starten
de gashendel niet. Bij
temperaturen van minder
dan 0 °C, na het aanzetten
van het contact de koppeling
bedienen.c
•Starttoets1 bedienen.
» De motor slaat aan.• Let op de waarschuwings-
en informatieopmerkingen
(
b 18-28)
Bij een onvoldoende
accuspanning wordt de
startprocedure automatisch
afgebroken.
Vóór verdere startpogingen de
accu opladen of starthulp la-
ten geven (
b 113).c
Hoge motortoerentallen
bij koude motor leiden tot
verhoogde motorslijtage.
Hoge motortoerentallen bij
koude motor vermijden.c
Als de motor niet aan-
slaat, kan de volgende
storingstabel uitkomst
bieden.c
Page 61 of 164
459Rijden
StoringstabelStoring: Motor slaat niet of slecht aan.
Oorzaak Remedie Zie pag.Noodstopschakelaar bediend Noodstopschakelaar in bedrijfsstand (
b 55)
Zijstandaard uitgeklapt en
versnelling ingeschakeldDe zijstandaard geheel inklappen (b 65)
Versnelling ingeschakeld,
koppeling niet bediendVersnellingsbak in neutraal schakelen of
koppeling bedienen(b 58)
Koppeling bediend bij uitgescha-
keld contactEerst het contact inschakelen en dan de
koppeling bedienen(b 55, 58)
Benzinetank leeg Benzine tanken (b 69)
Accu niet voldoende geladen Accu laden (b 115)
Page 62 of 164

Rijden460
RijdenABS-wegrijtestDe waarschuwingslamp ABS
wordt, afhankelijk van de
landuitvoering, op één van de
volgende drie manieren
aangegeven:
Waarschuwingslamp
ABS knippert 1x per
seconde.
Bij het wegrijden controleert
het BMW Integral ABS de
ABS-sensoren. Vervolgens dooft de waarschuwingslamp
ABS en is het BMW Integral
ABS actief.
Inrijden• Tijdens de inrijperiode veel-
vuldig met wisselende belas-
ting en toerentallen rijden.
• Kies indien mogelijk boch-
tige en licht geacciden-
teerde wegen, bij voorkeur
geen autosnelwegen.
Het overschrijden van de
inrijtoerentallen verhoogt
de motorslijtage.
De hieronder vermelde richt-
waarden aanhouden.ctot 1000 km• Toerental max. 7000 min
–1.
• Niet vol accelereren.
• Bij volle belasting lage
toerentallen vermijden. • Laat na 500 – 1.200 km
beslist de eerste inspectie
uitvoeren.
RemblokkenNieuwe remblokken moeten
"inlopen" en leveren dan ook
tijdens de eerste 500 km nog
niet de optimale remvertra-
ging. De iets lagere remvertra-
ging kan door het krachtiger
aantrekken/indrukken van het
remhendel/-pedaal worden
gecompenseerd.
Nieuwe remblokken
kunnen de remweg
aanzienlijk verlengen.
Anticiperend en voorzichtig
remmen, indien mogelijk sterk
afremmen vermijden.c
Page 63 of 164
461Rijden
BandenNieuwe banden hebben een
glad oppervlak. Zij moeten dan
ook met een beheerste rijstijl
door het inrijden met wisse-
lende overhellingshoeken
worden ingereden. Pas na het
inrijden is de volle grip van het
loopvlak bereikt.
Nieuwe banden leveren
nog geen optimale grip,
bij extreem schuin rijden be-
staat gevaar voor ongevallen.
Extreem schuin rijden
vermijden.cSchakelenMotortoerentalRijd alleen bij bedrijfswarme
motor voluit in de versnellin-
gen. Als de naald van de toe-
renteller in het rode vlak staat
wordt ter bescherming van de motor de gasklephoek
begrensd. De toerentalbe-
grenzer begint bij 10.800 min
-1
te werken.
Schakelen
Schakelen zonder de
koppeling te bedienen
kan schade aan de versnel-
lingsbak veroorzaken.
Alleen met bediende koppe-
ling schakelen.cDe versnellingsindicatie
op het multifunctioneel
display geeft de ingeschakel-
de versnelling aan.c
Page 64 of 164