Page 89 of 164
687Onderhoud
Boordgereedschap
BoordgereedschapHet boordgereedschap
bevindt zich onder de
buddyseat.
• Buddyseat verwijderen
(b 42).
1Schroevendraaier,
omkeerbaar
• Schroevendraaier1
verwijderen.
» Toegankelijk zijn:
2Torxsleutel T25
3Schroevendraaier, klein
Page 90 of 164

Onderhoud688
MotorolieMotoroliepeil controlerenHet oliepeil regelmatig, na
bepaalde afstanden,
controleren.
Het oliepeil is afhankelijk
van de olietemperatuur.
Hoe hoger de olietemperatuur,
des te hoger is het oliepeil in
het oliereservoir.
Na een langere rit direct het
motoroliepeil controleren.c
Na een langere standtijd
van de motorfiets kan
zich olie in het carter verzame-
len dat vóór het aflezen in het
oliereservoir moet worden ge-
pompt. Daartoe moet de mo-
torolie op bedrijfstemperatuur
zijn. De controle van het olie-
peil bij koude motor of na een
korte rit leidt tot een incorrecte interpretatie van de olievoor-
raad.
Om een correcte meting van
het oliepeil te garanderen het
oliepeil alleen na een langere
rit controleren.c
• De motorfiets moet lood-
recht resp. op de midden-
standaard
OA staan, hierbij
op een stevige, vlakke
ondergrond letten.
• De motor één minuut statio-
nair laten draaien.
• Contact uitzetten.
• Oliepeil aflezen.
Laat u bij een motorfiets
zonder middenstandaard
OA bij
het aflezen van het oliepeil
door een tweede persoon
assisteren.c1Aanduiding motoroliepeil
• Het oliepeil bij de aanduiding
motoroliepeil1 aflezen.
2Maximum motoroliepeil
3Minimum motoroliepeil
Page 91 of 164
689Onderhoud
Het oliepeil moet zich tussen
de MIN- en de MAX-marke-
ring bevinden. Het verschil
bedraagt circa 0,5 liter
Bij een oliepeil onder de
MIN-markering:
• Motorolie bijvullen.
Bij een oliepeil boven de
MAX-markering:
• Motorolie aftappen.
Te weinig, maar ook te
veel motorolie kan tot
motorschade leiden.
Op een correct oliepeil
letten.c
Oliegebrek kan de motor
doen vastlopen en daar-
door leiden tot een ongeval.
Op een correct oliepeil
letten.c
Motorolie bijvullen• Buddyseat verwijderen
(b 42).
• De omgeving van de vulope-
ning reinigen.
• De dop van de vulopening1
losdraaien.• Motorolie tot de middelste
markeringA bijvullen.
• Oliepeil controleren.
• Het bijvullen en controleren
zo vaak herhalen tot het
oliepeil tussen de MIN- en
MAX-markering staat.
• De dop op de vulopening
vastdraaien.
Page 92 of 164
Onderhoud690
Motorolie aftappen• Buddyseat verwijderen
(b 42).
• Vergrendeling van de trans-
parante slang2 links en
rechts samendrukken en
naar boven uit het oliereser-
voir trekken.
• Transparante slang naar
beneden uit het frame trek-
ken en de olie in een
geschikte opvangbak
aftappen.
• Transparante slang in het
oliereservoir aanbrengen en
vergrendelen.
• Oliepeil controleren.
• Het bijvullen en controleren
zo vaak herhalen tot het
oliepeil tussen de MIN- en
MAX-markering staat.
• Het teveel aan motorolie op
milieubewuste wijze opslaan
of afvoeren.
Koelvloeistof Koelvloeistofpeil
controlerenKoelvloeistofpeil regelmatig,
met regelmatige tussenpozen,
controleren.
1Aanduiding koelvloeistof-
peil
• Koelvloeistofpeil bij de aan-
duiding koelvloeistofpeil1
aflezen.
2Maximum koelvloeistofpeil
3Minimum koelvloeistofpeil
Het koelvloeistofpeil moet zich
tussen de MIN- en de MAX-
markering bevinden.
Bij een koelvloeistofpeil onder
de MIN-markering:
• Koelvloeistof bijvullen.
Page 93 of 164

691Onderhoud
Koelvloeistof bijvullen • De dop van de vulopening1
losdraaien.
• Koelvloeistof bijvullen.
• Koelvloeistofpeil
controleren.
• Het bijvullen en controleren
zo vaak herhalen tot het
koelvloeistofpeil tussen de
MIN- en MAX-markering
staat.
• De dop op de vulopening
vastdraaien.
RemmenEen correcte werking van het
remsysteem is een basisvoor-
waarde voor de verkeersveilig-
heid van uw motorfiets.
Ondeskundige reparaties
brengen de bedrijfsze-
kerheid van het remsysteem in
gevaar.
Alle werkzaamheden aan
het remsysteem door een
specialist laten uitvoeren, bij
voorkeur door een BMW
motorfietsdealer.cWerking controlerenGa niet rijden als u twijfelt aan
de bedrijfszekerheid van het
remsysteem. In dit geval:
• Het remsysteem door een
specialist laten controleren,
bij voorkeur door een BMW
motorfietsdealer.Motorfietsen zonder ABS
• Remhendel bedienen.
» Er moet een duidelijk druk-
punt voelbaar zijn.
• Rempedaal bedienen.
» Er moet een duidelijk druk-
punt voelbaar zijn.
Motorfietsen met ABS
•Contact inschakelen.
• ABS-zelfdiagnose
afwachten.
• Remhendel bedienen.
» Er moet een duidelijk druk-
punt voelbaar zijn.
» Bij BMW Integral ABS moet
de hydraulische pomp hoor-
baar draaien.
• Rempedaal bedienen.
» Er moet een duidelijk druk-
punt voelbaar zijn.
» Bij BMW Integral ABS moet
de hydraulische pomp hoor-
baar draaien.
Page 94 of 164
Onderhoud692
Remblokken
Remblokken onder de
minimum remblokdikte
leiden tot een verminderde
remwerking en onder bepaal-
de omstandigheden tot scha-
de aan de remmen.
Om de bedrijfszekerheid van
het remsysteem te garanderen
de minimum remblokdikte niet
overschrijden.c
Remblokdikte, voor,
controleren• Plaats de motorfiets op de
zijstandaard of de midden-
standaard
OA en let erop dat
de ondergrond stevig is. • Remblokdikte links en rechts
visueel controleren.Op de remblokken moet slijta-
gemarkering 1 duidelijk zicht-
baar zijn. Als de
slijtagemarkering niet meer
duidelijk zichtbaar is:
• Remblokken door een spe-
cialist laten vervangen, bij
voorkeur door een BMW
motorfietsdealer.
Remblokdikte, achter,
controleren• Plaats de motorfiets op de
zijstandaard of de midden-
standaard
OA en let erop dat
de ondergrond stevig is.
Page 95 of 164
693Onderhoud
• Remblokdikte visueel
controleren.
De remschijf mag via de
boring 1 van het binnenste
remblok niet zichtbaar zijn.
Als de remschijf zichtbaar is:• Remblokken laten vervan-
gen, bij voorkeur door een
BMW motorfietsdealer.
Remvloeistofpeil
controleren
Wordt de stand van het
remvloeistofreservoir ver-
anderd, dan kan er lucht in het
remsysteem komen.
Noch de stuurhendel, noch
het stuur verdraaien.c
1Remvloeistofreservoir,
voor 2MIN-markering
1Remvloeistofreservoir,
achter
2MIN-markering
• De motorfiets moet lood-
recht resp. op de midden-
standaard
OA staan, hierbij
op een stevige, vlakke
ondergrond letten.
• Het stuur in de rechtuitstand
plaatsen.
• Het remvloeistofpeil op het
reservoir controleren.
Page 96 of 164

Onderhoud694
Motorfietsen zonder ABS
Bij slijtage van de
remblokken daalt het
remvloeistofpeil in het
remvloeistofreservoir.c
Het remvloeistofpeil mag niet
onder de MIN-markering
komen. Indien het remvloei-
stofpeil onder de MIN-marke-
ring komt:
Bij een te laag remvloei-
stofpeil kan lucht het
remsysteem binnendringen.
Dat leidt tot een sterk vermin-
derde remwerking.
Anticiperend en voorzichtig
remmen, indien mogelijk sterk
afremmen vermijden.c
• Defect zo snel mogelijk door
een specialist laten repare-
ren, bij voorkeur door een
BMW motorfietsdealer.Motorfietsen met ABS
Bij slijtage van de rem-
blokken blijft het rem-
vloeistofpeil constant.c
Het dalen van het remvloei-
stofpeil, ook boven de MIN-
markering, duidt op een defect
aan het remsysteem. Indien
het remvloeistofpeil daalt:
Bij een te laag remvloei-
stofpeil kan lucht het
remsysteem binnendringen.
Dat leidt tot een sterk vermin-
derde remwerking.
Anticiperend en voorzichtig
remmen, indien mogelijk sterk
afremmen vermijden.c
• Defect zo snel mogelijk door
een specialist laten repare-
ren, bij voorkeur door een
BMW motorfietsdealer.
KoppelingWerking controleren• Koppelingshendel bedienen.
» Er moet een duidelijk druk-
punt voelbaar zijn.
Ga niet rijden als u twijfelt aan
de bedrijfszekerheid van de
koppeling. In dit geval:
• De koppeling door een spe-
cialist laten controleren, bij
voorkeur door een BMW
motorfietsdealer.Koppelingsvloeistofpeil
controleren
Wordt de stand van het
koppelingsvloeistofreser-
voir veranderd, dan kan er
lucht in het systeem komen.
Noch de stuurhendel, noch
het stuur verdraaien.c