Page 9 of 166
UW 406 IN EEN OOGOPSLAG
14
BRANDSTOFVULKLEP Openen: trek aan de hendel op
de vloer aan de linkerzijde van de bestuurdersstoel. Sluiten : druk de klep van buiten-
af dicht en controleer of deze goed vergrendeld is. Brandstof tanken
Tank uitsluitend bij afgezette motor.Op de klep is een houder voor de vuldop aangebracht.Een sticker aan de binnenzijde van de klep vermeldt de voorgeschreven brandstofsoorten of welke verboden zijn.
De inhoud van de brandstoftank bedraagt ongeveer 70 liter.
Verklikkerlampje brandstofreserve.Zodra het lampje gaat branden kunt u nog ongeveer 50 kilo-
meter rijden. OPENEN MOTORKAPBinnenzijde:
trek aan de hand-
greep. Buitenzijde: druk de veiligheidshaakomhoog en til de motor-kap op.
11 311 3
Page 10 of 166

12UW 406 IN EEN OOGOPSLAG
AUTOMATISCHE TRANSMISSIE
Starten
Wegrijden vanuit stand Pmet draaiende motor:
Het rempedaal moet ingetrapt zijn om vanuit stand P te kunnen schakelen (shift lock),
selecteer de gewenste stand ( R, D , 3, 2 of 1) en laat het rempedaal langzaam los; de auto begint te rijden.
U kunt ook starten vanuit stand N:
trap het rempedaal in en zet de handrem los,
selecteer de gewenste stand ( R, D , 3, 2 of 1) en laat het rempedaal langzaam los; de auto begint te rijden.
De automatische transmissie met vier versnellingen heeft een volledig automatische bediening, aangevuld met een pro-
gramma sport(schakelaar A) en een programma sneeuw(schakelaar B).
Schakelpatroon Kies de gewenste stand door de selectiehendel in het schakelpatroon te verplaatsen.Zodra een schakelstand is geselecteerd, gaat het bijbehorende verklikkerlampje in het instrumentenpaneel branden.
P ark (Parkeerstand): om de auto stil te zettenen te starten , met of zonder gebruik van de handrem.
R everse (Achteruitversnelling): om achteruitte rijden (schakel deze stand alleen in als de auto stilstaat en de motor sta-
tionair draait).N eutral (Neutraalstand): om de motor te startenen de auto te parkeren, met gebruik van de handrem.
D rive (Rijstand) om automatisch te schakelen tijdens het rijden (automatisch schakelen van de vier versnellingen).
3 : voor stadsverkeer of bochtige wegen (automatisch schakelen van de eerste drie versnellingen).
2 : voor rijden in de bergen, het trekken van een aanhanger (automatisch schakelen van de eerste twee versnellingen).
1 : te gebruiken bij steile hellingen(selecteren van alleen de eerste versnelling).
Bijzonderheden van de automa- tische transmissie (1,8 en 2,0liter benzinemotor en 2,0 liter
HDI Turbodieselmotor) Het selecteren van de eerste ver- snelling gebeurt door in stand 2
op schakelaar Cte drukken.
Druk nogmaals opschakelaar Cof verzet
de selectiehendel omdit ongedaan te maken.
V6 Motor 1.8 liter en 2 liter benzinemotoren 2,0 liter HDI Turbodieselmotor148
Page 11 of 166

UW 406 IN EEN OOGOPSLAG
13
Gebruik de snelheidsre- gelaar niet op gladdewegen of bij zeer druk
verkeer.
SNELHEIDSREGELAAR Met behulp van de snelheidsregelaar kan met een door de bestuurder ingestelde constante snelheid worden gereden, ongeacht het profiel vande weg en zonder gas te hoeven geven of te remmen. Deze voorziening werkt alleen bij snelheden boven ongeveer 40 km/h. Inschakelen Zet de draaiknop 1in de stand ON.
U kunt nu een snelheid inschakelen. Zet de draaiknop 1in de stand OFFom het systeem uit te schakelen.
Instellen van de snelheid Zodra de gewenste snelheid is bereikt, drukt u op toets 2of 3. De snel-
heid is in het geheugen opgeslagen en wordt automatisch vastgehouden. Opmerking: het is mogelijk tijdelijk de snelheid te verhogen zonder de
snelheidsregelaar uit te schakelen. Ingestelde snelheid uitschakelen Als u het rijden met de ingestelde snelheid wilt onderbreken: druk op toets 4of trap het rem- of koppelingspedaal in.
Ingestelde snelheid opnieuw oproepen Druk, na het uitschakelen van de ingestelde snelheid op knop 4 . De auto neemt de laatst ingestelde snelheid weer aan. Ingestelde snelheid wijzigen Ingestelde snelheid verhogen:
druk op toets 3;
laat deze los zodra de gewens- te snelheid is bereikt.
Ingestelde snelheid verlagen: druk op toets 2;
laat deze los zodra de gewens- te snelheid is bereikt.
Ingestelde snelheid annuleren Zet de draaiknop 1in de stand
OFF of zet het contact af.
150
Page 12 of 166
UW 406 IN EEN OOGOPSLAG
10
Nr. Symbool Functie1 Temperatuurregeling.
2 Achterruitverwarming.
3 Bediening luchttoevoer.
4 Regeling
luchtverdeling.
5 Regeling
luchtopbrengst.
6 Bediening airconditioning.
VERWARMING AIRCONDITIONING
58
60
Page 13 of 166
Nr. Symbool Functie1 Temperatuurregeling.
2 Automatisch programma "zicht".
3 Automatisch
programma "comfort".
4 Achterruitverwarming.
5 Regeling luchtverdeling.
6 Bediening
airconditioning.
7 Regeling
luchtopbrengst.
8 Regeling luchttoevoer.
UW 406 IN EEN OOGOPSLAG
11
AUTOMATISCHE AIRCONDITIONING
62
Page 14 of 166
UIT TE VOEREN ONDERHOUD Uw auto heeft lange onderhoudsintervallen.
Page 15 of 166
BIJZONDERHEDEN Bepaalde belangrijke onderdelen van uw auto vragen speciale aandacht. De airbags en de pyrotechnische gordelspannersdienen elke 10 jaar vervangen te worden.
De remvloeistof dient elke 60.000 km of elke 2 jaar vervangen te worden.
Het pollenfilter dient bij elk bezoek aan het PEUGEOT-servicepunt (tussentijdse controles en onderhoudscontroles) gecon-
troleerd te worden.
Vervangen van de distributieriem : raadpleeg het PEUGEOT-servicepunt.
ONDERHOUD VAN UW 406
19
Bijzondere gebruiksomstandigheden Bij gebruik onder bepaalde, bijzonder zware omstandigheden:
Page 16 of 166

ONDERHOUDSINTERVALINDICATORDeze geeft aan hoeveel kilometer u nog verwijderd bent van de eerstvolgendeonderhoudscontrole volgens het onde-rhoudsschema.
Werking Zodra het contact wordt aangezet, gaat het lampje (een sleutel die onderhoud-swerkzaamheden symboliseert) gedu-rende 5 seconden branden. De tellergeeft (afgerond) het resterende aantalkilometers tot de eerstvolgende onde-rhoudscontrole aan.
Voorbeeld:er is nog 4800 km af te leg-
gen tot de eerstvolgende onderhoud- scontrole. Bij het aanzetten van hetcontact en gedurende 5 seconden daar-na geeft de teller aan: 5 seconden na het aanzetten van het contact geeft de teller weer de normalekilometerstand of de stand van de dag-teller aan. De afstand tot de eerstvolgende onderhoudscontrole is minder dan1000 km.
Voorbeeld:
er is nog 900 km af te leg-
gen tot de eerstvolgende onderhoud- scontrole. Bij het aanzetten van het contact en gedurende 5 seconden daarna geeft deteller aan: 5 seconden na het aanzetten van het contact geeft de teller weer de normalekilometerstand aan, maar het lampje bli-jft branden. Dit om aan te geven dat er binnenkort onderhoudswerkzaamheden uitgevoerdmoeten worden. De kilometertotaal-stand of de stand van de dagteller wordtaangegeven.De afstand tot de eerstvolgendeonderhoudscontrole is overschre-den.
Elke keer als het contact wordt aangezet,gaat het lampje gedurende 5 secondenknipperen en geeft de teller het aantalkilometers aan dat er teveel gereden is.
Voorbeeld: er had 300 km eerder een
onderhoudscontrole uitgevoerd moeten worden. Bij het aanzetten van het contact en gedu- rende 5 seconden daarna geeft de teller aan: 5 seconden na het aanzetten van het contact geeft de teller weer de normalekilometerstand aan, maar het lampje blijftbranden. De kilometertotaalstand of destand van de dagteller wordt aangegeven.
UW 406 IN DETAIL
135